&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


vrijdag
5 maart 1999

 


[CMG]
[Deloitte & Touche]
[World OnLine]
[FBTO verzekeringen]
[Netaspect]

Goede doelen steeds rijker

door Michiel Hoogers - AMSTERDAM, vrijdag

Het gezamenlijke vermogen van de tien rijkste Nederlandse liefdadigheidsinstellingen groeit veel harder dan hun bestedingen voor het goede doel.

Tussen 1993 en 1998 is het totale vermogen van de top tien van rijkste fondsenwervers toegenomen met ƒ548 miljoen. In dezelfde periode is de som van hun jaarlijkse uitgaven voor de diverse goede doelen gestegen met ƒ298 miljoen.

Dit blijkt uit een onderzoek van De Telegraaf naar de financiële ontwikkeling van de meest vermogende Nederlandse fondsenwervers. Het onderzoek is gebaseerd op de cijfers die de liefdadigheidsinstellingen en het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) hebben verstrekt.

In vijf jaar tijd zijn de gezamenlijke jaarinkomsten van de top tien met 70 procent gestegen van ƒ585 miljoen in 1993 tot een bedrag van ƒ993 miljoen in 1997. De totale besteding van de tien fondsenwervers voor het goede doel is toegenomen met 53 procent, van ƒ559 miljoen in '93 tot ƒ857 miljoen in '97. Bij elkaar opgeteld is hun eigen vermogen gegroeid met 64 procent, van ƒ860 miljoen in '93 tot ƒ1408 miljoen in 1997.

Beurshausse
De instellingen verklaren de sterke vermogensgroei met de beurshausse van de afgelopen jaren en een forse toename van nalatenschappen. De belangrijkste reden voor de vermogensomvang vinden zij het waarborgen van hun eigen voortbestaan.

De rijkste fondsenwerver is de vereniging Natuurmonumenten die in 1997, het laatst afgesloten boekjaar, een eigen vermogen van ƒ384 miljoen bezat. Op de tweede plaats staat het Leger des Heils met een eigen vermogen van ƒ309 miljoen. Derde is het Prins Bernhard Fonds, ƒ190 miljoen rijk. Laatste in de top tien is het Wereld Natuur Fonds, goed voor een eigen vermogen van ƒ41 miljoen.

Bij de Nederlandse fondsenwervers is de omvang van het eigen vermogen een teer punt. In principe zamelen zij immers geld in om het te besteden voor het goede doel, niet om het op te potten. Voor de continuïteit van het eigen bedrijf is het echter van belang enige financiële reserve op te bouwen om tegenvallende inkomsten te kunnen opvangen. Zo stelt bijvoorbeeld het Leger des Heils in zijn jaarverslag het inzetten van het eigen vermogen "een lastig vraagstuk" te vinden.

De charitatieve organisaties voeren een zelfstandig vermogensbeleid. Zij zijn hierbij niet gebonden aan wettelijke regels of onderlinge afspraken.

Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), waar 334 fondsenwervers zijn aangesloten, stelt wel eisen aan de financiële verslaggeving. CBF-directeur drs. J. Zwartjes: "Als keurmerkinstituut staan wij voor openheid, transparantie. De instellingen moeten hun beleid van vermogensvorming tot in detail uitleggen in hun jaarverslagen. Doen zij dat niet, attenderen wij hen daarop."

Dr. Theo Schuyt is verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam als de projectleider van het wetenschappelijk onderzoek 'Geven in Nederland'. Volgens hem maakt de liefdadigheidssector steeds meer werk van codes en interne gedragsregels. Hij verwacht dat het invoeren van een vermogensnorm een kwestie van tijd zal zijn.

Schuyt heeft becijferd dat Nederland jaarlijks vijf miljard gulden weggeeft aan liefdadigheid. Daarvan ontvangen de ruim driehonderd CBF-instellingen samen drie miljard gulden.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.