Oorlogsslachtoffers Indië
eisen voor 2000 tegemoetkoming
door Jos Hagers - DEN HAAG, vrijdag
De vier grootste Indische belangenorganisaties in ons
land vragen premier Kok, het kabinet en de Tweede Kamer om voor het
jaar 2000 met een financiële tegemoetkoming over de brug te komen
voor een opeenstapeling van onrecht.
De Stichting Japanse Ereschulden, de Bond
Ex-geïnterneerden en Gerepatrieerden van Overzee, de Kinderen uit
de Japanse Bezetting en Bersiap '41-'49 en Madjoe, de organisatie van
ex-KNIL-militairen, houden het kabinet en de Tweede Kamer voor dat
landgenoten uit het vroegere Nederlands-Indië voor en na de
Japanse bezetting het slachtoffer zijn geworden van een reeks
onrechtvaardige beslissingen van de overheid.
Strop
De vier belangenorganisaties schatten dat de groep
daardoor een strop van zeker een miljard gulden exclusief rentederving
heeft geleden. Ze menen dat nu het kabinet met een uitkering van 20
miljoen gulden voor de Joodse gemeenschap over de brug is gekomen, ook
een uitkering voor de groep Indische oorlogsslachtoffers op zijn plaats
zou zijn. Gezien de getalsverhouding menen de organisaties dat zij een
beroep op een uitkering van 160 miljoen gulden uit de staatskas mogen
doen.
Drs. F.D. Schepers, woordvoerder van de vier
organisaties wijst erop dat de overheid tegenover de Indische
gemeenschap een aantal nog steeds onopgeloste ereplichten heeft te
vervullen. Zo maakte men het vrijwel onmogelijk om voor de Japanse
invasie Nederlandse burgers te evacueren. Dit terwijl de Geallieerden
wel evacuaties van burgers organiseerden.
Na de overkomst naar Nederland moest de boottocht en
de via het Rode Kruis verstrekte kleding vaak worden terugbetaald op
straffe van het niet verlengen van een paspoort. De organisaties wijzen
erop dat de zaak van achterstallige salarissen van ambtenaren en
militairen ook nog steeds niet is afgedaan. Bovendien ondervinden
Indische oorlogsslachtoffers veel problemen bij een beroep op de Wet
Uitkering Vervolgingsslachtoffers.
|