&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


vrijdag
12 februari 1999

 


[Autosite]

Italië laat zigeuners in de kou staan

door Maarten van Aalderen - ROME, vrijdag

Het bestaan is keihard in Casilino 700. In dit grootste zigeunerkamp van Europa, even onder Rome, wonen ongeveer 1200 mensen onder schrikbarende omstandigheden. Ze hebben met z'n allen tien wc's tot hun beschikking.

Een week geleden stierf de drie maanden oude Salem van de kou, het vierde slachtoffertje in enkele jaren tijds. Een week later werd een man van 70, die door kinderen van een andere zigeunerfamilie was beroofd van zijn zakgeld en een portie suiker, door de ouders van zijn belagers doodgeslagen omdat hij het gewaagd had zijn eigendommen terug te vragen.

Niet alleen ontbreekt het aan sanitair. Er is nauwelijks stromend water, geen elektriciteit, verwarming of douche. De term barak is te mooi voor de onderkomens. De zigeuners hebben hun krotten zelf in elkaar getimmerd, schots en scheef. Een beetje regen en het kamp verandert in een modderpoel.


Vrijwilligers van de Italiaanse rooms-katholieke organisatie Comunità di Sant'Egidio helpen zigeunerkinderen in het kamp Casilino 700. De organisatie heeft zich inmiddels uit het kamp teruggetrokken. FOTO: GRAZIA NERI

Zigeuners zijn niet geliefd in Italië. Je hoeft maar in steden als Rome, Milaan of Florence rond te wandelen of zigeunerinnen of kinderen beroven je brutaal in alle openheid. Je moet hard van je afslaan, wil je je portemonnee behouden.

Burgers protesteren massaal als een gemeente op het idee komt om de zigeuners een degelijke huisvesting in hun buurt te geven. Niemand wil dieven in de buurt. Maar de zigeuners willen weg, ze willen een iets waardiger bestaan. Politici weten zich geen raad. Waar moeten de zigeuners heen?

Monica Rossi weet alles van ze af. De jonge antropologe uit Rome heeft zich als geen ander verdiept in het leven en de cultuur van de zigeuners. Vanaf 1992, toen het kamp Casilino 700 ontstond, is ze min of meer een vaste gast.

Nooit heeft ze problemen gehad met met de zigeuners. Enge verhalen over hoe ze een 'Gagió' (niet-zigeuner) zouden behandelen, negeert ze. Als je maar respect toont. Het kamp ingaan en zonder toestemming foto's van ze klikken, is vragen om problemen. Een journalist die dat deed, werd met stenen bekogeld.

Met Monica is het anders. Als we samen het kamp binnenkomen, wordt ze op een ontroerende manier onthaald. "Ciao, Monica!" wordt in de verte geroepen. Ongewassen kinderen rennen enthousiast op haar af en willen haar omhelzen. Mensen komen ons begroeten.

Tapijt

In het krot van de familie Sulejmanovic zijn we welkom. De ouders ontvangen ons in kleermakerszit op een oud Perzisch tapijt. Ze zijn moslim. Terwijl kinderen in- en uitrennen, probeert de man in slecht Italiaans duidelijk te maken dat zijn papieren in orde zijn.

De familie komt uit Bosnië, zoals de meerderheid op het kamp. Vluchtelingen voor de oorlog van 1992. De vrouw heeft nog splinters van een granaat in haar benen. Terug kunnen ze niet meer. Hun huizen daar zijn afgepakt. "Waar moeten we heen!" roept de man.

In het verleden blijkt de familie Sulejmanovic in Nederland te hebben gewoond, zoals veel anderen in het kamp. Niets dan lof over ons land, van welke familie dan ook. Om verschillende redenen moesten ze vertrekken. Omdat de verblijfsvergunning afliep, omdat het te koud was of, zoals een ander later zegt, "omdat ik gek ben". "Daar werden we tenminste goed behandeld, daar konden we tenminste normaal wonen!"

Silvana Sulejmanovic laat mij de 'slaapkamer' van het krot zien. Enkele Perzische tapijten en wat dekens. Dat is het. Met stukjes brandhout op een beetje vuur verwarmen ze zich.

Doorverkocht

Brandhout blijkt belangrijk te zijn. "De gemeente kwam na de dood van Salem met hout voor ons aanzetten, maar dat werd direct door de zigeuners uit Montenegro in beslag genomen. En die hebben het doorverkocht aan de Roemeense zigeuners!" zegt Silvana. "En zij zijn niet eens vluchtelingen, want daar is geen oorlog", voegt haar vader daaraan toe.

De moeder van de doodgevroren Salem hakt met een bijltje een stuk oud hout in stukjes. Een van haar dochtertjes rent blootsvoets, gekleed in een jurkje, rillend van de kou hun barak uit.

Weinig instanties doen wat voor de zigeuners. De vrijwilligers van de rooms-katholieke Comunità di Sant'Egidio alleen in het begin van het bestaan van Casilino 700. De belangrijkste steun komt nu van Artsen zonder Grenzen. Silvana Sulejmanovic heeft ze geholpen en is daardoor de trots van de familie. Bovendien kan ze een beetje schrijven.

De meeste kinderen gaan niet naar school. "Ik schaam me ervoor ze naar school te sturen. Ze kunnen zich hier niet eens wassen. Moeten ze op deze manier tussen de schone Italianen zitten?" vraagt een vader van zes kinderen zich af. Een andere vader, Zarko, heeft acht kinderen. Hij wijst op een grote hoop oud roest. "Dat is mijn werk", zegt hij.

Motorozaag

Zijn mooiste bezit is een motorzaag. Gemakkelijk om hout te zagen. "Ik heb er lang voor gespaard, driehonderd gulden. Laatst kwamen politiemannen hier met mitrailleurs op me gericht en zeiden: Waar heb je dat nou weer gestolen?" Zarko spuugt kwaad op de grond. "Ze worden bedankt! We worden nog slechter behandeld dan honden!"

Alswe het kamp willen verlaten, kruist een opvallend goed uitziende jongen met een dure jas ons pad. Monica groet hem, maar de zigeuners ontwijken hem.

Hij is een Marokkaan en drugsdealer. De zigeuners haten dat. Prostitutie en drugs zijn taboe voor ze. Stelen doen ze om te overleven. Maar voor de zigeuners is "moed de plicht van de mens. En wie vrouwen uitbuit en in drugs dealt is geen mens." Ver achter ons zwaaien kinderen ons uit.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.