Wolleswinkel haalt uit naar Kok
Van onze verslaggevers
DEN HAAG/NASSEREITH, vrijdag
De vooronderzoeker naar de Bijlmerramp, Henk
Wolleswinkel, heeft snoeihard uitgehaald naar premier Kok, vanwege zijn
keiharde maatregelen tegen de ambtenaren die tijdens de Bijlmerramp
belangrijke informatie verzwegen.
Ook de enquêtecommissie krijgt er flink van langs.
In een open brief aan de voorzitter van de enquêtecommissie Theo
Meijer uit Wolleswinkel zijn "woede en teleurstelling".
Wolleswinkel, die vorige week keihard door de commissie
werd aangepakt, en zich onder ede weinig meer van zijn vooronderzoek
wist te herinneren, komt momenteel bij in het ingesneeuwde Oostenrijkse
dorp Nassereith.
Benedenmaats
"Desondanks heb ik hier de afgelopen dagen niet
stilgezeten", licht hij in zijn vierkantjes tellende brief toe,
"maar ik ben dan ook woedend. De houding van Kok vind ik
benedenmaats. Zeker omdat het ambtenaren betreft die de afgelopen jaren
continu hun onschuld hebben moeten bewijzen."
"De minister-president vindt het niet nodig zich
eerst van de juistheid van de verkregen informatie op de hoogte te
stellen, maar begint onmiddellijk uit de heup te schieten en treft een
zevental weerloze ambtenaren 'om het vertrouwen in de overheid te
herstellen'", fulmineert Wolleswinkel in zijn brief onder het
tussenkopje 'De toren en het torentje'.
De premier stelde vorige week vrijdag dat er
"onvergeeflijke fouten" zijn gemaakt en dat de gang van zaken
"ontoelaatbaar" was.
De woordvoerder van Kok wilde gisteravond niet reageren
op de brief van Wolleswinkel.
Hooghartig
De vooronderzoeker en topambtenaar bij de
Rijksluchtvaartdienst werd vorige week tijdens zijn verhoor ongenadig
hard aangepakt door de enquêtecommissie. Volgens bronnen rond de
commissie heeft Wolleswinkel de commissieleden tijdens zijn voorgesprek
hooghartig toegesproken en is hij daarvoor 'bestraft'.
"Graag had ik voor uw commissie publiekelijk en
onder ede verklaard dat er ten aanzien van het vooronderzoek geen
sprake is geweest van het achterhouden van gegevens (doofpot) of het
ontoelaatbaar omgaan met gegevens die voor het onderzoek van essentieel
belang zijn geweest. Omdat ik daar de gelegenheid niet voor gekregen
heb, wil ik dit in deze open brief nog eens met nadruk stellen",
schrijft Wolleswinkel.
Hij wijst er op dat hij destijds geprobeerd heeft
maximale openheid te geven, maar dat waarheden van het moment later
soms onwaar bleken. "Het alternatief is niets zeggen tot alles
vast staat en dat lijkt me nog veel onaantrekkelijker."
Wolleswinkel vindt dat de medewerkers van de
luchtverkeersleiding, die de informatie van El Al over de lading 'onder
de pet' hielden, een fout maakten. "Dat mensen die zich bemoeiden
met zaken die hen niet aangingen en daar vervolgens hun mond over
hielden is, zeker achteraf gezien, een gelukkige bijkomstigheid",
aldus Wolleswinkel.
De RLD-man is boos dat na zijn onderzoek "een
ieder die maar wat te beweren had onmiddellijk het oor kreeg van pers
en politiek" en dat hij alle theorieën en soms
verdachtmakingen moest weerleggen. Hij vergelijkt dat met het bewijzen
dat het monster van Loch Ness niet bestaat.
Brand
De vooronderzoeker houdt vol dat direct na de ramp is
vastgesteld dat de lading geen extra risico vormde bij de bestrijding
van de brand. "Dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven."
Burgemeester Van Thijn en de betrokken bewindslieden zijn volgens
Wolleswinkel door de verantwoordelijke ambtenaren "correct
voorgelicht".
Wolleswinkel verwijt de commissie hem tijdens het
verhoor met details te hebben overspoeld bijvoorbeeld over de kwaliteit
van het onderhoud aan de El Al-vliegtuigen. "Dat uw commissie bij
de behandeling van dit essentiële onderwerp niet verder komt dan
mij te confronteren met een onderhoudsformulier waar wat aan ontbreekt,
vond ik op zijn zachtst gezegd nogal teleurstellend." Zijn
vertrouwen in de waarheidsvinding door de commissie, is danig geslonken.
Wolleswinkel vervolgt, kennelijk vol wrok: "Op het
gevaar af dat dit als een van de zogenaamde onthullingen wordt
beschouwd" dat hij het overgrote deel van de acht meter hoge
stapel rapporten over de ramp nooit heeft gezien. "De teamleider
zet de lijnen uit, maar kent niet alle details. Bij een zo groot
project als dit onderzoek is dat onmogelijk."
De woedende RLD-ambtenaar besluit zijn brief aan de
commissie met de woorden: "Rest mij nog u veel wijsheid toe te
bidden bij de uitvoering van uw moeilijke taak."
Wolleswinkel wist zich tijdens het verhoor door de
enquêtecommissie weinig te herinneren, maar tijdens zijn vakantie
in Oostenrijk kwam er weer een hoop boven.
FOTO: FRANS JONGEN
|