El Al heeft meer privileges
Van onze verslaggevers - AMSTERDAM, vrijdag
Luchtvaartmaatschappij El Al heeft meer privileges op
Schiphol dan tot nu toe werd aangenomen. Het cabinepersoneel van de
Israëlische luchtvaartmaatschappij wordt op Schiphol niet door de
douane gecontroleerd. Hetzelfde zou gelden voor de vrachtauto's die
voor El Al door Europa reizen.
De voorkeurspositie van El Al wordt inmiddels door de
ministeries van Defensie, Verkeer en Waterstaat en Buitenlandse Zaken
onderzocht. Het bemanningenvervoer van de KLM werkt in opdracht van een
groot aantal luchtvaartmaatschappijen. Volgens KLM'er Vonk, veertien
jaar lang dienstleider van deze afdeling voordat hij in 1995 met de vut
ging, is de procedure met betrekking tot El Al steeds hetzelfde.
Geen controle
"Bij aankomst van een El Al-kist komen wij met
een busje voorrijden en wordt de bemanning rechtstreeks naar het hotel
vervoerd. Bij de slagboom op Schiphol worden we zonder enige vorm van
controle doorgelaten. En dat terwijl personeel van andere
vliegtuigmaatschappijen altijd wordt gecontroleerd", aldus Vonk.
Bij onrust in het Midden-Oosten komt het volgens Vonk
regelmatig voor dat het personeelsbusje door gewapende
Israëliërs wordt geëscorteerd. "Zit er dus een
Israëlische veiligheidsman met een wapen in de aanslag op de
achterbank", zegt Vonk, die zich aan de situatie ergerde omdat de
Nederlandse politie zich niet liet zien.
Ook de wagens die de El Al-vracht van en naar de
vliegvelden brengen, blijken ongecontroleerd door Europa te rijden.
Volgens de heer M. Numan van het transportbedrijf J. de Rijk uit
Roosendaal worden de trucks door Israëlische veiligheidsmensen
verzegeld, zonder dat de douane daaraan te pas komt. Dat gebeurt
overigens ook in de andere Europese landen waar El Al is gevestigd,
stelde Numan gisteren op Radio 1.
Het ministerie van Financiën, waaronder de douane
ressorteert, ontkent de voorkeursbehandeling van El Al. De KLM wil niet
reageren zolang de parlementaire enquête duurt.
Uranium
Tijdens de verhoren van de enquêtecommissie
bleek gisteren dat voormalig verkeersminister Jorritsma de Tweede Kamer
in september 1997 "versluierd" en "onzorgvuldig"
heeft geïnformeerd over de vondst van verarmd uranium in de
wrakstukken van de El Al-ramp-Boeing. De Tweede Kamer neemt het onjuist
of onvolledig informeren door bewindslieden doorgaans zwaar op.
Henk Pruis, medewerker van de Rijksluchtvaartdienst
(RLD) en betrokken bij het vooronderzoek naar de oorzaak van de ramp,
verklaarde voor de commissie dat Jorritsma de Tweede Kamer op 12
september 1997 onjuist heeft ingelicht in een brief over de Bijlmerramp.
Toen Pruis dat in de brief las heeft hij zijn
superieuren, de vooronderzoeker Henk Wolleswinkel en RLD-baas
Jan-Willem Weck, daarvan direct per e-mail op de hoogte gesteld.
Volgens Pruis is niet, zoals de minister schreef, direct
na de vondst van verarmd uranium in de wrakstukken contact gezocht met
het Energie Centrum Nederland (ECN) in Petten over mogelijk gevaarlijke
eigenschappen van verarmd uranium. De RLD-ambtenaar wees erop dat dit
pas een jaar later is gebeurd.
Opmerkelijk was ook het verhoor van directeur Krom
van de stortplaats Nauerna in Zaandam waar de Bijlmerresten liggen.
Krom verklaarde dat bij 14 van zijn 35 medewerkers een bloedafwijking
is geconstateerd. Bovendien heeft de helft last van vermoeidheid en
oog- en huidirritaties. Aandoeningen die grote gelijkenis vertonen met
die van overige Bijlmerslachtoffers met lichamelijke klachten.
Met de resultaten van dit onderzoek is nog niets gedaan,
maar Krom zal de stukken aan het AMC gegeven.
|