'Soms hoort kist niet in de lucht'
Van onze verslaggevers - DEN HAAG, vrijdag
Pas na lang aandringen lukte het de parlementaire
enquêtecommissie Bijlmerramp om de El Al-monteur Carel Gaalman
tot een bekentenis te dwingen.
De duidelijk aangeslagen Gaalman, die al tien jaar in
dienst is van de Israëlische luchtvaartmaatschappij, had in eerste
instantie last van een slecht geheugen. Feiten waarnaar de commissie
vroeg, wist hij zich niet te herinneren.

Duidelijk aangeslagen en zijn emoties maar met
moeite in bedwang houdend bekende El Al-onderhoudsmonteur Carel Gaalman
gisteren voor de parlementaire enquêtecommissie dat hij weleens
ter goedkeuring een handtekening op een onderhoudsformulier zette van
een vliegtuig dat eigenlijk de lucht niet in mocht. FOTO: JOHANNES
DALHUIJSEN
Met trillende handen, zijn emoties met moeite in bedwang
houdend, hakkelde Gaalman dat hij wel eens een vliegtuig de lucht in
had gestuurd dat eigenlijk niet luchtwaardig was. Dit deed hem wel wat:
"Je blijft dan wachten totdat zo'n kist in de lucht is",
vertelde hij een stomverbaasde enquêtecommissie.
Gaalman stelde aanvankelijk, na overleg met zijn
advocaat die ook voor El Al werkt, dat hij deze verhalen alleen had
"gehoord", maar nadat hij door de commissie was gewezen op de
afgelegde eed speelde hij open kaart. De onderhoudsman bekende daarna
"één, twee of drie keer" te hebben gezien dat
collega's werden gedwongen om hun goedkeuring te geven.
Over één vliegtuig, waarbij hij zelf
omstreeks '92 was betrokken, zei Gaalman: "Naar mijn idee had die
kist niet weg gemogen. Zelf wilde ik geen handtekening op de
onderhoudspapieren zetten." Hij zei echter dat het ramptoestel
geen bijzondere mankementen vertoonde.
De El Al-monteur stelde dat ook bij andere
luchtvaartmaatschappijen soms bewust onnauwkeurig met het onderhoud
wordt omgesprongen. "Het grijze vliegen noemen ze dat", aldus
Gaalman.
Zijn collega L. O'Neill, die samen met Gaalman op 4
oktober 1992 de ramp-Boeing van El Al controleerde, gaf toe dat ook hij
"vier of vijf" dergelijke verhalen van collega's had gehoord.
Opmerkelijk genoeg zei een derde El Al-monteur, H.
Bollinger, niets te weten van collega's die gedwongen werden
onderhoudspapieren toch te tekenen.
Uitstel
Bollinger legde wel uit dat bepaalde
mankementen aan een vliegtuig niet direct hoeven te worden verholpen en
mogen worden uitgesteld totdat de kist bijvoorbeeld aan een grote
onderhoudsbeurt toe is, zogenoemde 'carry-overs'. Hoe lang dat uitstel
mag duren, hangt af van het betreffende onderdeel.
Bollinger erkende evenals de twee andere monteurs dat de
werkdruk bij El Al behoorlijk hoog was, maar volgens hem heeft de
kwaliteit van het werk daar nooit onder geleden.
Volgens de drie monteurs is het onderhoud van El Al aan
de toestellen gemiddeld redelijk tot goed. Bollinger: "Je kunt
niet alles perfect doen. Ook KLM en Transavia vliegen met
carry-overs."
Opmerkelijk genoeg zijn de verhoorde monteurs nooit
gehoord door de Nederlandse onderzoekers die de toedracht van de ramp
boven tafel moesten zien te krijgen. Dat erkende ook vooronderzoeker
Van Klaveren gisteren. Hij heeft kort na de ramp in Tel Aviv de hele
technische administratie over de ramp-Boeing doorgenomen.
Van Klaveren had geen verklaring voor het ontbreken
van handtekeningen bij de eindcontroles naar de ophanging van de
motoren. Dit document heeft hij ook niet aan zijn eindrapport
toegevoegd, tot verbazing van de commissie. Volgens Van Klaveren was
zijn onderzoek "degelijk".
|