Energiebedrijven slecht
voorbereid op vrije markt
Van een onzer verslaggeefsters - ZEIST, woensdag
De Nederlandse energiebedrijven zijn nog te klein, te
afwachtend en te weinig marktgericht om goed te kunnen concurreren op
de vrije Europese energiemarkt. In plaats van een assertief commercieel
beleid te voeren laten de bedrijven zich belemmeren door de oude
'nutscultuur'. Ze hechten nog teveel aan onderlinge afspraken en
stellen zich risicomijdend en trendvolgend op.
Dat is de belangrijkste conclusie uit het rapport
'Trends in Energy' dat Moret Ernst & Young gisteren presenteerde.
De management-consultant hield een enquête onder 161 afnemers en
44 aanbieders van energie in Nederland. Ook zijn 30 buitenlandse
bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en de VS onder
de loep genomen. Een gedeelte daarvan opereert al in een
geliberaliseerde markt.
"Slechts eenderde van de bedrijven stelt zich
enigszins offensief op", aldus F. Fontijn van Moret. "En met
klantenbinding zijn de meesten al helemaal niet bezig." De
bedrijven realiseren zich onvoldoende dat ze moeten investeren in
hoogwaardige informatietechnologie die nodig is om nieuwe producten en
diensten te kunnen aanbieden. En dat terwijl 60% van de Nederlandse
grootverbruikers, die dit jaar als eersten keuzevrijheid hebben
gekregen, zegt binnen twee jaar een andere elektriciteitsleverancier te
kiezen.
Buitenlandse energiegiganten daarentegen staan te
trappelen om te profiteren van de vrije markt. Volgens Moret hebben
tien buitenlandse bedrijven concrete plannen om dit jaar de Nederlandse
markt te betreden.
De energiebedrijven zouden er goed aan doen
samenwerkingsverbanden aan te gaan met buitenlandse concerns die al
ervaring hebben met een geliberaliseerde markt. Niet alleen de
schaalvergroting is een voordeel, ook halen de Nederlandse
energiebedrijven op die manier kennis en marktervaring in huis om hun
concurrentiepositie te verstevigen.
Hoewel schaalvergroting onvermijdelijk is, komt uit het
rapport naar voren dat de meeste kleinere energieaanbieders zelfstandig
verder willen gaan. "Die beslissing wordt vaak door emoties
ingegeven, terwijl juist die bedrijven zich moeten afvragen of zij dan
nog wel kansen hebben", aldus Fontijn.
De verwachte concentratie zal leiden tot een fors
verlies aan banen in de sector. Bij de distributeurs verdwijnen volgens
Moret binnen vijf tot tien jaar ruim 6000 arbeidsplaatsen, bij de
energieproducenten ongeveer 1200. Op de langere termijn is de
verwachting dat de werkgelegenheid in de sector weer kan groeien, als
de bedrijven zorgen dat ze profiteren van de gunstige geografische
ligging van Nederland.
|