De Financiële Consument
onder redactie van Peter van der Tuin. Bijdrage: Theo Mebius.
Ongeveer 42% van de Nederlandse gezinshoofden heeft
een testament laten opstellen. De rest heeft dat om wat voor reden dan
ook nog niet gedaan. Dat is niet altijd verstandig, want via een
testament kun je zaken regelen die na je overlijden worden uitgevoerd.
De tarieven voor het opstellen van een testament zijn
nu nog laag en deze gaan op korte termijn behoorlijk omhoog. Reden om
nu serieus te overwegen toch eens met een notaris te gaan praten, want
het opstellen van een testament is altijd een verstandig besluit.
Snel naar de notaris
Notarissen worden in Nederland door de Koningin
benoemd. Dat is logisch, want een notaris heeft tot taak
vermogensrechtelijke aangelegenheden te regelen en hij of zij voert dus
een deel van de taken uit die voortvloeien uit wettelijke maatregelen.
Zo moet de overdracht van onroerend goed (een woning dus) door een
notaris worden geregeld. Hetzelfde geldt voor het sluiten van
hypothecaire leningen en het maken van een testament. Een notaris is
een onpartijdige deskundige op het gebied van het vermogensrecht.
Dit alles is geregeld in de Notariswet van 1843 en het
is logisch dat er nu behoefte bestaat aan een nieuwe versie. Een aantal
jaren geleden is daarmee een begin gemaakt. De aanleiding tot de
opstelling van die nieuwe wettekst was, dat naar het oordeel van de
overheid de wet moest worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en
jurisprudentie. Later is ook een rol gaan spelen dat de marktwerking
een zekere vrijheid gebiedt ten aanzien van de prijzen van de diensten
die aan het publiek worden aangeboden. Dat verdraagt zich niet met
vaste tarieven die en daar gaat het in de politiek om de inkomens van
notarissen te hoog zouden maken. Dus werd de inzet van de nieuwe
Notariswet toen, dat een grotere vrijheid met betrekking tot tarieven
diende te worden ingevoerd.
Deze nieuwe Notariswet is nog steeds niet ingevoerd. Wel
is het ontwerp van de wet de Tweede Kamer inmiddels gepasseerd, maar de
Eerste Kamer moet daaraan nog haar goedkeuring geven. De verwachting is
dat dit de komende maanden gebeurt. Is dat het geval dan zal de wet op
1 juli a.s. van kracht worden. Onder de nieuwe wet zal er een zekere
mate van tarievenvrijheid worden ingevoerd, alhoewel dat niet inhoudt
dat je over de prijs van een transportakte voor een woonhuis eerst met
de notaris zult moeten marchanderen. Trouwens, de tarieven daarvoor
zijn door de notarissen de laatste jaren al enkele keren verlaagd als
reactie op de sterke stijging van de woningprijzen. Bovendien zal er
een overgangsperiode van drie jaar gelden, alvorens de vrije tarieven
daadwerkelijk zullen worden ingevoerd.
Wanneer de nieuwe wet op 1 juli a.s. wordt ingevoerd,
gaan vanaf dat moment wél andere tarieven gelden voor het
opmaken van testamenten. Een enkelvoudig testament wordt nu door een
notaris opgemaakt tegen een vast tarief van 292,57, exclusief de
inschrijvingskosten in het testamentenregister van 21,15. Dat is
goedkoop, want een vrije beroepsbeoefenaar rekent dat ongeveer voor
één uur werk. Het maken van een testament kost echt meer
tijd. Er moet immers worden gepraat, de situatie moet worden uitgelegd
en de notaris moet vaststellen wat iemands "uiterste" wil is.
Bovendien moet dat nog op papier worden gezet. Ook al is de computer
daarbij een uitkomst, meer dan een uur werk is het altijd.
Daarom gaan bij de invoering van de nieuwe wet de
tarieven ook flink omhoog. Notarissen zullen in de nieuwe situatie twee
tariefsystemen gaan hanteren, namelijk voor minvermogenden en voor
niet-minvermogenden. Voor de eerste categorie zal men maximaal ruim
545 in rekening gaan brengen en voor de tweede categorie maximaal
ruim 2.000. In aanmerking genomen dat met het opstellen van een
testament en alles daaromheen een aantal werkuren gemoeid is, lijkt het
waarschijnlijk dat in veel gevallen het maximumtarief zal gaan gelden.
Dat wil dus zeggen dat "de gang naar de notaris" in de loop
van dit jaar fors duurder wordt. Wie dus allang het voornemen heeft om
een testament op te stellen of te veranderen, kan dit beter in de
eerste helft van dit jaar doen.
Overigens zal het onder de nieuwe wet niet meer nodig
zijn om een zogenaamd "langstlevende testament" op te
stellen. Via een dergelijk testament regelt men dat bij het overlijden
van één der ouders nog niet meteen tot verdeling van
diens nalatenschap zal worden overgegaan, maar dat daarmee wordt
gewacht tot het overlijden van de langstlevende ouder. Dit komt zo vaak
voor dat het in de nieuwe wet is opgenomen. Hebben ouders geen
testament gemaakt, dan geldt onder de nieuwe wet dat altijd met de
boedelverdeling kan worden gewacht tot de laatste ouder overlijdt.
|