Kosovo-missie OVSE
tot mislukken gedoemd
door Frank van Vliet - BOEDAPEST, maandag
De Kosovo-missie van de Organisatie voor Veiligheid
en Samenwerking in Europa (OVSE) dreigt al te mislukken voordat zij
echt begonnen is. Het steeds maar weer oplaaiende geweld in Kosovo
roept steeds nadrukkelijker de vraag op wat ongewapende vredesapostelen
te zoeken hebben in de Servische provincie. Vechten met de handen op de
rug levert alleen maar ellende op, dat heeft Bosnië meer dan eens
duidelijk gemaakt.
De OVSE kan echter nauwelijks iets verweten worden.
Hooguit dat het wel erg lang duurt voordat de gewenste tweeduizend
waarnemers ter plekke waren. Dat had echter vooral te maken met de
treuzelende houding van de lidstaten die naar nu blijkt terecht
vreesden voor de veiligheid van hun mensen.
Tegen alle pessimistische verwachtingen in werd door de
OVSE een aantal aardige successen geboekt. Het laatste wapenfeit, de
vrijlating van acht Servische soldaten door het etnisch-Albanese Kosovo
Bevrijdingsleger (UCK), leek een periode van rust in te luiden.
Vernederingen
Niets bleek minder waar. De Joegoslavische president
Slobodan Milosevic houdt niet van publieke vernederingen en stuurden
zijn troepen weer op pad. De gevolgen waren gisteren te zien in Racak.
Ook hier treft de OVSE-missie in Kosovo weinig blaam.
Het was de internationale gemeenschap die iets te duidelijk liet merken
de gijzeling van de Servische soldaten door het UCK af te wijzen. Vorig
jaar maart liet Washington weten het UCK als terroristen te beschouwen.
Milosevic reageerde met een grootschalig offensief. Ook nu gebruikte de
Joegoslavische president de even naar zijn zijde overhellende sympathie
voor hard ingrijpen.
Milosevic wordt daartoe ook wel 'uitgenodigd' door het
UCK, dat de droom van een onafhankelijk Kosovo niet opgeeft en nare
speldenprikken blijft uitdelen.
Daar ligt ook de kern van het probleem. Het merendeel
van de Albanezen, die 90 procent van de bevolking in Kosovo uitmaken,
nemen met minder dan een zelfstandige staat geen genoegen meer. De
Serviërs willen niet verder gaan dan een vorm van zelfbestuur
binnen de Joegoslavische Federatie. Een lange geschiedenis van
onderling geweld verhindert ook maar enige toenadering.
De internationale gemeenschap vindt een onafhankelijk
Kosovo te gevaarlijk met het oog op de Albanese minderheid in
Macedonië en de droom die sommigen in Tirana hebben van een groot
Albanië.
Beide partijen krijgen dus de boodschap opgedrongen dat
er meer dan een vorm van zelfbestuur niet inzit. De OVSE-missie is niet
meer dan een noodverband om tijd te winnen om tot een diplomatieke
oplossing te komen. Het is niet alleen vanwege de onwil van de beide
partijen in het conflict dat dit mislukt is. De internationale
gemeenschap is tot nu toe weinig creatief geweest in het vinden van een
compromis.
Mogelijk moet het beleid van 'pappen en nathouden',
dat zo lang de Balkan-politiek heeft gekenmerkt, nu verlaten worden. Zo
zou een splitsing van Kosovo in een Servisch en een Albanees deel
besproken moeten worden. Zelfs het plaatsen van NAVO-grondtroepen zou
kunnen worden overwogen. Pas toen de blauwhelmen in Bosnië door
groene baretten werden vervangen kwam een oplossing in zicht.
Familieleden van in het Kosovaarse dorp Racak gedode
Albanezen treuren bij de lichamen van hun dierbaren. De Amerikaanse
diplomaat William Walker zei dat het er sterk op lijkt dat de mannen
zijn geëxecuteerd.
FOTO: EPA
|