&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


donderdag
14 januari 1999

 


[Hypotheek-angst?]

IOC-lid Anton Geesink
moet uitleg geven

door Frank Woestenburg - UTRECHT, donderdag

Anton Geesink verwacht dat zijn naam voorkomt op het lijstje van twaalf IOC-leden die uitleg moeten verschaffen over het aannemen van smeergelden van het organisatiecomité van de Winterspelen van 2002 in Salt Lake City. Tegelijkertijd vertelt de Utrechter zich van geen kwaad bewust te zijn. "Ik kan alles uitleggen."

Het Internationaal Olympisch Comité startte vorige maand een intern onderzoek naar corruptie, nadat het Zwitserse IOC-lid Marc Hodler met onthullingen over omkoping het balletje aan het rollen had gebracht. Op 24 januari zal het IOC met de uitkomsten van het onderzoek naar buiten treden. Vice-voorzitter Anita DeFrantz heeft al laten weten dat mogelijk tien van de in totaal 115 IOC-leden uit hun functie worden ontheven vanwege 'misbruik van verleende privileges'. Aan hen is inmiddels een brief gezonden met daarin het dringende verzoek om opheldering over hun gedragingen te komen geven.

Anton Geesink, poserend voor zijn Mobiele Olympische Academie, hoeft volgens NOC*NSF-voorzitter Joop van der Reijden niet te vrezen voor zijn positie als IOC-lid. Wel zal de Utrechter vermoedelijk een berisping krijgen.

FOTO: ANP

Geesink zelf heeft nog geen brief op de deurmat van zijn kantoor in Utrecht gevonden. "Maar door privé-omstandigheden ben ik daar een aantal dagen niet geweest. Het zou best kunnen zijn dat er nu wel een briefje ligt. Als ze duidelijkheid willen, dan kan ik ze die geven. Ik heb niets te verbergen."

Volgens Geesink berust alles op een groot misverstand. "Er is nooit een cent aan mij persoonlijk overgemaakt", stelt hij onomwonden. Wel heeft het organisatie-comité van Salt Lake City in oktober 1996 een bedrag van vijfduizend dollar overgemaakt op rekening van de Stichting Vrienden van Anton Geesink. Drie jaar eerder hadden twee mensen uit die stad een voordracht verzorgd op de Nationale Olympische Academie in Utrecht en daarvoor dat bedrag gekregen aan reis- en verblijfskosten. Nadat Geesink zelf een rondtoer door de Verenigde Staten had gemaakt, en daarbij onder meer Salt Lake City had aangedaan ter promotie van de mobiele olympische universiteit, werd het bedrag van 5000 dollar terugbetaald. Een soort ruilhandel met gesloten beurzen. Geesink: "Het kan dus zijn dat in hun administratie mijn naam voorkomt en niet de naam van de stichting."

De Stichting Vrienden van Anton Geesink werd in 1987, kort nadat Geesink was toegetreden tot het selecte gezelschap van IOC-leden, in het leven geroepen met als bedoeling de door hem als IOC-lid gemaakte onkosten te vergoeden. Joop van der Reijden, de voorzitter van het NOC*NSF, noemt het een ongelukkige gang van zaken 'dat de stichting de naam van Anton Geesink draagt'. "Anton heeft zelf geen geld ontvangen, maar wel de stichting. Als die stichting een andere naam had gedragen, was er waarschijnlijk nooit zoveel beroering over ontstaan", aldus Van der Reijden.

Overigens vindt Van der Reijden al langer dat de stichting opgeheven moet worden en dat in de toekomst het IOC de kosten voor het internationale en het NOC*NSF voor het nationale functioneren van Geesink moeten betalen. "Dat heb ik al eerder geroepen, maar door alle commotie komt een en ander nu in een stroomversnelling." Geesink heeft de stichting inmiddels verzocht de donateurs uit het Nederlandse bedrijfsleven (o.a. Philips) niet meer om een nieuwe bijdrage te verzoeken. "De stichting heeft nog genoeg reserves in kas, waardoor ik nog een jaar fatsoenlijk als IOC-lid kan blijven functioneren. Daarna nemen het NOC*NSF en het IOC de zaak misschien over. Voorheen wilde het NOC*NSF daar nooit aan", aldus Geesink.

Op zo'n manier zou de door Van der Reijden als ongelukkig bestempelde constructie niet langer noodzakelijk zijn. Van der Reijden verwacht trouwens dat het de onderzoekscommissie van het IOC, onder voorzitterschap van de Canadees Pound, Geesink niet te hard zal vallen. "Hij heeft immers geen overtreding gemaakt in de zin dat hij geld in eigen zak heeft gestopt. Ik heb bedragen gehoord van mensen die veel hogere bedragen, zelfs van 60.000 dollar, in ontvangst hebben genomen. Ik verwacht dat die mensen wel zullen sneuvelen en uit hun lidmaatschap ontheven worden. Anton maakt zich ongetwijfeld zorgen over de hele zaak, want hij is per slot van rekening een grote man met een klein hartje, maar meer dan een schriftelijke berisping zal hij volgens mij niet krijgen. En van schorsing of ontslag kan helemaal geen sprake zijn."

De oud-judokampioen zelf tenslotte laat weten zich in het geheel niet druk te maken over zijn positie als IOC-lid. "Als er een brief voor me ligt, dan neem ik aan het het IOC daarin alleen uitleg vraagt van die vijfduizend dollar. Ik zou tenminste niet weten wat er nog meer aan de hand zou kunnen zijn. Want met de hand op mijn hart kan ik verklaren dat ik altijd naar de regels heb gehandeld. En dat zal ik ze duidelijk maken ook."






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.