Amsterdamse makelaarsfamilie
misbruikte vriendenkring
Van een onzer verslaggevers - AMSTERDAM, donderdag
De Amsterdamse makelaarsfamilie T., die deze dagen
terecht staat op beschuldiging van fraude met hypotheken, blijkt
volgens de getuigenissen van de andere verdachten in dit proces op
grote schaal misbruik te hebben gemaakt van het vertrouwen van mensen
in hun vriendenkring. De familie, bestaande uit de broers Maarten en
Joost T. en echtgenote Mirjam T.-W., blijken veel kwaad bloed te hebben
gezet met hun praktijken.
De verdachten in de hypotheekfraudezaak met de codenaam
FORTIS moesten afgelopen maandag voor de eerste keer voor de rechter
verschijnen. Gisteren gebeurde dat opnieuw en ook vandaag gaat de
zitting verder. Bovendien zijn er in februari nog twee dagen geprikt,
waarop de uitlopende rechtszaak zal worden voortgezet.
De acht verdachten worden door justitie beschuldigd van
onder meer deelname aan een criminele organisatie, valsheid in
geschrifte, oplichting en faillissementsfraude. Tezamen zou het achttal
een aantal banken en verzekeringsmaatschappijen voor in totaal zo'n zes
miljoen gulden hebben opgelicht.
Gisteren bleek tijdens de zitting dat de familie T. er
zelfs niet voor terugdeinsde om vriendschappen van ruim 20 jaar op het
spel te zetten bij hun pogingen om op onwettige wijze hypotheekgelden
op te strijken. De getuigenis van voormalig familievriend en
computerhandelaar Pieter Jan W. van S. uit Amsterdam sprak wat dat
betreft boekdelen: "Ik voel me behoorlijk belazerd door de
familie. Ik zag het als een vriendendienst om enkele van de panden van
Maarten T. op mijn naam te laten zetten, maar begrijp nu pas wat de
bedoeling daarvan was. Als ik had geweten dat de T.'s er ruim een
miljoen gulden aan verdiend hadden, dan had ik zelf nooit een lening
hoeven afsluiten om mijn eigen zaak draaiende te houden."
W. van S. bestiert vanuit het kantoorpand waarin ook de
makelaarsadviesgroep van de familie T. is gevestigd een eigen
onderneming. Die liep echter niet zo goed, zodat W. van S. op een
gegeven moment stopte met het betalen van huur aan T. Dat hoefde niet
meer in ruil voor zijn 'vriendendiensten'. Ook kreeg Pieter Jan W. van
S. een lening van 300.000 gulden, waarover hij op een gegeven moment
geen aflossing meer hoefde te betalen.
W. van S. werd volgens eigen zeggen door de T.'s
betrokken in duistere transacties met panden aan de hoofdstedelijke
Grensstraat en Gelderse Kade. Eens in de zoveel tijd moest de
naïeve computerhandelaar ongezien een groot aantal papieren
tekenen, die door met name Maarten T. dan werden gebruikt om de panden
van eigenaar te laten verwisselen en om er hypotheken voor aan te
vragen. In totaal werd zo voor een pand een overfinanciering van 1,5
miljoen gulden 'geregeld' op een verkoopsom van 4,5 miljoen.
In die transacties was ook een grote rol weggelegd voor
een andere stroman van de familie, de gewezen ondernemer Joost Paul
L.S. Deze kreeg het pand op de Gelderse Kade voorgesteld als belegging.
De benodigde investering van 4,5 miljoen gulden zou volgens Maarten T.
geen enkel probleem opleveren, vooral omdat deze een collectieve
huurovereenkomst voor het pand meeleverde. De huurpenningen zouden
ruimschoots voldoende zijn om aan de hypothecaire verplichtingen te
voldoen, naast de kosten voor onderhoud van het gebouw. L.S. kreeg het
pand dat vlak naast de Amsterdamse Wallen ligt bovendien aangeboden met
de benodigde financiering.
Pas veel later, volgens L.S. na twee jaar, bleek dat het
huurcontract niet klopte en dat L.S. maandelijks met een groot gat in
de financiering bleef zitten. Hij ging toen uit nood speculeren op de
optiebeurs om de leemte te vullen. Dat ging faliekant mis, hetgeen
resulteerde in het stopzetten van de betalingen aan de betrokken
banken. De FORTIS-zaak kwam daarmee aan het rollen. Veel later volgens
L.S. pas op het politiebureau tijdens zijn verhoor werd hem duidelijk
gemaakt dat er weliswaar een hypotheek was verstrekt van in totaal 4,5
miljoen gulden, maar dat de aankoopsom van het pand slechts 3 miljoen
gulden was geweest. Het overtollige geld was, volgens hem, buiten zijn
zicht om als lening verstrekt aan de makelaarsfamilie T. Het blinde
vertrouwen van L.S. hij werkte onder meer veel met volmachten voor de
transacties bleek onherstelbaar beschaamd te zijn.
Ook op het politiebureau kwam L.S. er volgens zijn eigen
getuigenis achter dat voor de financiering van het vervallen
appartementencomplex aan de Gelderse Kade particuliere hypotheken waren
aangevraagd bij negen verschillende financieringsmaatschappijen. Dat
gebeurde via hypotheekbemiddelaar en mede-verdachte Pieter B. Die zag
er geen enkel probleem in om die negen banken niets mee te delen over
deze bijzondere transactievorm. "Op het moment dat L.S. de
hypotheken aanvroeg, had hij inderdaad geen andere financiële
verplichtingen. Dat die bij het toekennen van de hypotheken wel zouden
ontstaan, daarnaar werd door de banken niet gevraagd. Het ging om het
moment van de aanvragen, en die gebeurden gelijktijdig", aldus B.
Dat ontlokte de rechter de uitspraak dat B. de vragen op de
aanvraagformulieren van de banken dan wel uitzonderlijk strikt had
geïnterpreteerd.
Vandaag komen er nog een aantal verdachten in deze
zaak aan de orde. Besproken zullen worden de verschillende transacties
met onroerend goed in Amsterdam. De familie T. zelf hult zich in
absoluut stilzwijgen. Zij beroepen zich op hun recht geheel geen vragen
te beantwoorden in deze zaak. Slechts via hun raadsman laten de twee
broers zo nu en dan vragen stellen aan een mede-verdachte.
|