&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

dinsdag 12 januari 1999

Voorman Albanezen in Kosovo vermoord Van onze correspondent - BOEDAPEST, dinsdag De directeur van het Kosovo Informatie Centrum, Enver Maloku, is gisteren doodgeschoten voor zijn woning in de hoofdstad Pristina door drie onbekende schutters. Maloku gold als een naaste medewerker van de gematigde Albanese leider Ibrahim Rugova. Het incident leidde tot nieuwe spanningen in de Servische provincie Kosovo, waar de situatie al bijzonder explosief is na de gijzeling afgelopen vrijdag van acht Servische militairen door de rebellen van het UCK. De Joegoslavische president Slobodan Milosevic, die gisteren de ontvoering een "criminele daad" noemde, zou een niet nader genoemd ultimatum hebben gesteld voor de vrijlating van de soldaten. Ook dreigden Servische afgevaardigden met het uitroepen van de noodtoestand in de provincie, en meldden zij dat de waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in dat geval het land binnen 24 uur moeten verlaten. Het UCK verklaarde gisteren bereid te zijn tenminste enige Servische soldaten vrij te laten, maar alleen in ruil voor Albanese gevangen, aldus de Europese woordvoerder van het UCK, Bardhyl Mahmuti in Genève. Volgens Mahmuti worden er tenminste 2100 Albanezen ten onrechte door de Serviërs gevangen gehouden. Ruim 900 worden vermist. Een hernieuwd oplaaien van geweld lijkt desondanks nabij. Belgrado heeft al troepen naar de regio gestuurd, wat in feite een schending is van het in oktober overeengekomen bestand. Maar dat is de actie van het UCK ook. De OVSE probeert een nieuwe crisis af te wenden, en dringt bij het UCK aan op vrijlating van de soldaten om te voorkomen dat het Servische leger in Kosovo massaal ingrijpt.

Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.