&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


vrijdag
8 januari 1999

 


[Ordina]
[Beurstip]
[Autosite]
[Hypotheek-angst?]
[Matchbank]

Gucci stralend middelpunt
van chique overnamestrijd

Van onze verslaggevers - AMSTERDAM, vrijdag

Een goede positie in Azië, aan de vooravond van het economisch herstel in die regio. Analisten zijn er van overtuigd dat deze zienswijze de Franse groep Louis Vuitton Moët Hennessy (LVMH) er toe zal brengen een bod te doen op het Italiaanse Gucci, sinds oktober 1995 genoteerd aan de Amsterdamse en Newyorkse effectenbeurzen.

De belangstelling van LVMH wekt geen verbazing. Net als het Florentijnse modehuis Gucci (ook bekend van schoenen, tassen, stropdassen en horloges) houdt ook het Franse concern zich bezig met de productie van allerlei luxe producten die passen bij een mondaine levensstijl. In de stal van LVMH bevinden zich welluidende namen.

Zoals de champagnemerken Moët & Chandon (opgericht in 1743) en Veuve Clicquot, de uit 1854 daterende kofferproducent Louis Vuitton en de wereldmarktleider op de cognacmarkt, Hennessy. En wat te denken van merknamen als Guerlain, Christian Dior en Givenchy op het gebied van parfums en make-up. Ook een financieel persbureau (Desfosses) ontbreekt niet om de klanten uit de wereld van de 'the rich and the beautiful' optimaal te bedienen.

Woensdag maakte LVMH bekend een belang van meer dan 5% in Gucci te hebben genomen. De koers van het aandeel spoot direct omhoog. Ook gisteren, op een negatief gestemd Damrak, boekte Gucci een stevige winst. "LVMH is geen partij die zo'n belang als belegging aanhoudt", stelt Roland Bosch, analist bij HSBC Investment Bank. "De kans is groot dat ze met een bod komen."

LVMH is niet de enige kaper op de kust. Concurrent Prada, ook sterk op het gebied van luxe consumentenproducten, vergrootte medio vorig jaar haar belang in Gucci tot 9,5%. De financiële slagkracht van Prada is echter niet te vergelijken met die van LVMH, die qua omzet (in 1997 ongeveer ƒ16 miljard) meer dan tien keer zo groot is. Pikant genoeg werd in financiële kringen vorig jaar al gefluisterd dat LVMH achter de deelname in Gucci zat. Nu beweren beweren boze tongen dat Gucci misschien de deelname van 'Louis Vuitton' heeft aangemoedigd om Prada tegen te werken.

Met de verkoop van het 11%-belang in het Britse drankenconcern Diageo zou LVMH de benodigde overnamesom met gemak op tafel kunnen leggen. In de Londense City circuleert een bedrag van 1,9 miljard Britse ponden (ca. ƒ5,9 miljard) , wat omgerekend per aandeel niet ver boven de Gucci-slotkoers van gisteren (EUR57,60) zou liggen.

De trendy producten van het Italiaanse huis kunnen de groei van LVMH oppeppen. Het concern zou echter vooral geïnteresseerd zijn in de sterke positie van Gucci in het Verre Oosten. Het recente herstel van de Japanse yen ten opzichte van de dollar is positief voor het Amsterdamse beursfonds. Niet alleen betekent het hogere dollaropbrengsten (Gucci geeft de resultaten in dollars weer), maar ook een grotere koopkracht van Japanse toeristen in het buitenland.

"LVMH ziet weer toekomst in Azië", vat Bosch samen. "Al zie je het nog niet terug in de cijfers van Gucci." De vraag is of de leiding is gediend van de Franse avances. Topman Domenico de Sole trachtte in 1997 aanbidders buiten de deur te houden door het stemrecht van aandeelhouders te beperken, maar dat voorstel redde het niet op de aandeelhoudersvergadering.

De grote vraag is dan ook wat het management en de toonaangevende ontwerper Tom Ford willen. Beide partijen hebben ook nog eens aandelen in Gucci. "Het voor LVMH heel belangrijk dat het een vriendelijke overname wordt", beklemtoont Bosch. "Want als Ford Gucci verlaat, dan is dat niet positief."

De dans rond Gucci past naadloos in de tumultueuze geschiedenis van het bedrijf, waar familievetes als een rode draad doorheen lopen. Zelfs de oprichting is het directe gevolg van een ruzie. Guccio Gucci begon in 1906 een werkplaats voor zadels in leren artikelen, nadat hij met zijn vader hooglopende ruzie kreeg over diens kwakkelende strohoedenfabriek.

Ruim tachtig later verkocht de familie Gucci het inmiddels wereldwijd bekende bedrijf voor bijna ƒ400 miljoen aan een Arabische investeringsmaatschappij. Maurizio Gucci, kleinzoon van de oprichter, bleef tot 1993 topman. In dat jaar werd hij door een huurmoordenaar om het leven gebracht. Eind vorig jaar werden liefst vijf verdachten waaronder Gucci's ex-vrouw Patrizia Martinelli schuldig bevonden en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.

Ook de beursgang van Gucci was omstreden. De beurs van Milaan weigerde het bedrijf vanwege het destijds negatieve eigen vermogen van ƒ200 miljoen. In New York en Amsterdam waren de Italianen in 1995 wel welkom. De koers van Gucci heeft de afgelopen jaren een grillig verloop laten zien. Medio vorig jaar gooide de Azië-crisis roet in het eten, nu zorgen de overnamegeruchten weer voor een razendsnelle opmars.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.