&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="RIGHT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[Financiën]
[Nederland]
 

 


zaterdag
12 december 1998

 


[Autosite]

Uniek Canadees akkoord
over Nisga'a-indianen

door Bertjan ter Braak - AMSTERDAM, zaterdag

"Wij zijn er trots op dat we nu uiteindelijk, in het jaar dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 50 jaar bestaat, voor elkaar hebben gekregen waar we al zolang voor hebben gestreden: erkenning van onze rechten." Aan het woord is Joseph Gosnell. Als voorzitter van de stamraad van de Nisga'a was hij onlangs in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden om ook in Nederland aandacht te vragen voor een opmerkelijke ontwikkeling in zijn deel van de wereld, aan de westkust van Canada. Binnenkort hebben de Nisga'a -zo'n 5500 man sterk- met een in augustus in hun hoofdstad New Aiyansh geparafeerd akkoord weer een thuisland met zelfbestuur op tal van terreinen.

De Nisga'a zijn een indiaanse stam, die al vele duizenden jaren leeft in en rond het stroomgebied van de rivier de Nass, in het noordelijkste stukje van de kust van de Canadese provincie Brits Columbia (BC). Sinds de komst van de blanken zijn de Nisga'a, zoals alle indiaanse stammen, steeds meer in een hoekje gedrukt. Van rechten was geen sprake, ze werden in feite als tweederangs burgers behandeld. Pas sinds het begin van de jaren zeventig is er daadwerkelijk oog voor hun lot en daarmee voor hun rechten.

Hoewel de Nisga'a in de loop van de tijd werden gekerstend, is er veel van hun religie en culturele erfenis overgebleven. Rod Robinson, eveneens lid van de stamraad, ziet er geen tegenstelling in. Integendeel: hij wijst op de overeenkomsten tussen de Bijbel en de Ayuukhl Nisga'a, zoals de mondelinge overlevering in de eigen taal heet. "Ik vind kracht in beide tradities. Maar het is de Ayuukhl Nisga'a die bepaalt wie ik ben en bij welke clan ik hoor."

Land
De nieuwe bewustwording van de eigen cultuur is terug te vinden in de tweetaligheid van de scholen (Engels en Nisga'a), in het optekenen van de mondelinge Ayuukhl Nisga'a, in het opnieuw uitoefenen van oude ambachten, zoals het maken van totempalen en in een versterkte band met het eigen land. De Nisga'a rekenen ongeveer 25.000 vierkante kilometer tot hun thuisland, maar krijgen nu acht procent daarvan toegewezen van de overheden van Canada en Brits Columbia. Dat land wordt dan wel collectief bezit, aldus chief Gosnell. "Alles wat erop groeit en erin zit, daar beslissen wij zelf over."

En dat is hard nodig, vinden de Nisga'a, want er is roofbouw gepleegd op dit overigens nog tamelijk maagdelijke stukje aarde. Intensieve bosbouw zonder herbebossing, overbevissing op met name zalm, achteloos geloosd afvalwater van de mijnen, het heeft het milieu her en der fors aangetast.

"Ooit begonnen ze zelfs beverdammen op te blazen hier", herinnert Rod Robinson zich. Overal dreven dode zalmen en oolichans (een soort spiering). Het is domweg hebzucht: 30.000 vrachtwagens vol hout rijden jaarlijks weg uit de Nass-vallei. Goed voor zo'n 80 miljoen gulden. En wat krijgen wij? Geen cent."

De Nisga'a willen terug naar hun eeuwenoude traditie, die gebaseerd is op wat zij de "gemeenschappelijke schaal" noemen: gebruik maken van wat de natuur te bieden heeft, zonder deze daarmee al te zeer te schaden.

Werkloosheid
Het zijn goede voornemens, die echter niet zo eenvoudig te realiseren zullen zijn. Want de problemen hebben zich de afgelopen jaren alleen maar opgestapeld. De werkloosheid is opgelopen tot 80 procent, jongeren trekken weg naar steden als Victoria, Prince Rupert of Vancouver, en het Nisga'a-land is verre van zelfvoorziend. Omstandigheden waaronder de bevolking leeft, zijn soms van een Derde-Wereldniveau, zo erkent ook Joseph Gosnell.

De Canadese federale en provinciale overheden, die nu internationaal voorop lopen in het erkennen van de rechten van inheemse stammen, moeten flink bijpassen: zo'n 270 miljoen gulden zal de Nisga'a geschonken worden, als het verdrag in Victoria en Ottawa wordt geratificeerd. En dat is zo goed als zeker: BC-premier Glen Clark heeft de verdragstekst onlangs voorgelegd aan zijn parlement. En de Canadese premier Jean Chrétien was in 1973 als minister van Indiaanse Zaken degene die aankondigde dat de claims van de zogenoemde First Nations gedeeltelijk zouden worden ingewilligd. Hij is nog steeds een steun en toeverlaat voor de Indiaanse volkeren.

Het Nisga'a-verdrag is uniek in Canada. Het is vooral van groot belang in Brits Columbia, waar sinds het ontstaan ervan in de vorige eeuw nooit afspraken waren gemaakt met de autochtone bevolking. Daarom zal het als voorbeeld dienen voor de ongeveer 50 stammen in Brits Columbia die eveneens claims hebben lopen. Tenslotte zal het een emanciperend effect hebben op alle Indianenstammen in Canada die nog wachten op de terugkeer van hun rechten. Om een inzicht te krijgen in de diversiteit van de Indiaanse cultuur van Noord-Amerika, is de tentoonstelling Indianenverhalen in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden een aanrader. Ze is nog te zien tot 16 mei 1999.






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1998, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.