Felle discussie in Duitsland
over Auschwitz-'verplichting'
door Theo Jongedijk - BERLIJN, zaterdag
Martin Walser is in Duitsland een gerespecteerd
schrijver en Ignatz Bubis geniet in de bondsrepubliek groot aanzien als
voorzitter van de Centrale raad van joden.
De twee vooraanstaande leden van de Duitse samenleving
zijn zodanig met elkaar in conflict geraakt dat hun ruzie de natie
dreigt te delen. Politici en intellectuelen van naam hebben zich met
het meningsverschil bemoeid, zonder dat die inmenging ook maar tot een
centimeter toenadering heeft geleid.
Richard von Weizsäcker, voormalig president van de
bondsrepubliek, waarschuwt ondertussen dat het conflict
oncontroleerbaar zou kunnen worden. De controverse betreft het gedenken
van de holocaust. In het land van de daders een gevoelig onderwerp dat
naar de mening van Von Weizsäcker nu nog goed onder controle is.
Door verharding van de discussie zou daarin verandering kunnen komen.
Waarschuwing
Duitsland voert al tientallen
jaren en niet zonder besef van eigen schande een vruchteloze discussie
over de oprichting van een monument voor de slachtoffers van de
holocaust. Dit gegeven staat
los van de affaire die nu de gemoederen verhit.
Walser (foto rechts) heeft de toorn van Bubis over
zich afgeroepen, toen hij in zijn dankwoord voor de vredesprijs van de
Duitse boekhandelaren sprak over de 'Instrumentalisierung von
Auschwitz'. De schrijver beoogde daarmee aan te geven dat naar zijn
mening herdenking van concentratiekampslachtoffers steeds vaker tot
industrie wordt gemaakt. "In plaats van dankbaar te zijn voor de
onophoudelijke benadrukking van onze schande, begin ik mijn hoofd ervan
af te keren", luidde de openbaring van het gevoelsleven van de
auteur. "De ceremonies zijn niet meer dan routine geworden",
aldus Walser. Een stelling, die volgens de auteur inmiddels door twee
joodse intellectuelen zou zijn onderschreven.
Bubis (foto links) was tot in het diepst van zijn ziel
gegriefd en betichtte de schrijver van "geestelijke
brandstichting". Ook plaatste hij de auteur op één
lijn met notoire rechts-extremisten.
Avi Primor, ambassadeur van Israël te Bonn, vroeg
aan Martin Walser een nadere verduidelijking van zijn gewraakte rede,
waardoor het verwijt van antisemitisme van tafel zou kunnen. De schrijver weigert.
"Routine"
Walser vindt dat Ignatz
Bubis met verwijten aan zijn adres over geestelijke brandstichting en
rechts-extreme houding niet de dialoog nastreeft, maar beschadiging van
zijn reputatie. De voorzitter van de Centrale Raad van Joden in
Duitsland verwijst ondertussen naar Frankrijk: "De nationale
herdenking van 14 juli is al meer dan 200 jaar oud en wordt nog altijd
met respect in stand gehouden. Waarom kan dat in Duitsland niet met de
holocaust?"
Walser en Bubis lijken onverzoenlijk. Wolfgang Thierse
(SPD), de nieuwe voorzitter van de bondsdag, de Duitse 'Tweede Kamer',
heeft aangeboden te bemiddelen. Tot op heden vergeefs. Ook de media
doen pogingen de kemphanen rond de tafel te krijgen. De
Südwestrundfunk nodigde beiden uit voor een twistgesprek. Walser
komt alleen als Bubis zijn ergste verwijten intrekt. En daar voelt
Bubis weer niets voor.
De holocaust staat in Duitsland voorlopig prominent
op de agenda. Martin Walser is nu de laatste die zijn hoofd ervan kan
afkeren. Dat beoogde hij wellicht met zijn toespraak, ten einde lege
ceremonies weer een inhoud te geven.
|