Peter Elverding opvolger
DSM-topman Simon de Bree
door Adriaan Janszen - HEERLEN, vrijdag
Het chemieconcern DSM heeft een nieuwe topman
benoemd. Mr. Peter Elverding volgt per 1 juli komend jaar ir. Simon de
Bree als voorzitter van de raad van bestuur op.
De 62-jarige De Bree gaat met pensioen. Een
commissariaat bij DSM zit er overigens als ex-bestuurder dan niet voor
hem in: dergelijke benoemingen zijn bij de onderneming ongebruikelijk.
Ir. Jan Dopper, nu nog directeur van de business group
DSM Resins (harsen) treedt op dezelfde datum toe tot de raad van
bestuur.
Elverding werkt sinds 1985 bij DSM. Hij vervulde
diverse directiefuncties, onder andere bij DSM Resins en DSM Research.
Voordat hij in oktober 1995 in de raad van bestuur kwam, was hij
directeur concernstaf Personeel en Organisatie. Buiten DSM is Elverding
onder andere lid van het dagelijks bestuur van werkgeversorganisatie
VNO-NCW.
Met het vertrek van Simon de Bree verdwijnt een bekend
figuur uit de chemische wereld, zowel nationaal als internationaal. In
zijn meer dan 32-jarige carrière bij DSM heeft hij tal van
belangrijke functies bekleed. Zo was hij gedurende een aantal jaren
vice-president van APME (Association of Plastics Manufactures in
Europes, oftewel de club van Europese kunststoffenfabrikanten), gevolgd
door het presidentschap van APPE (Association of Petrochemicals
Produceers in Europe, dus de afdeling van de petrochemie) en het
voorzitterschap van CEFIC (Conseil Européen de l'Industrie
Chimique, de Europese chemische industrie).
De in Zeeland (Koudekerke) geboren De Bree kwam na zijn
studie scheikunde aan de Technische Universiteit Delft en enkele vakken
economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam in '66 in dienst van
de toenmalige Staatsmijnen. Aanvankelijk op de afdeling research, maar
al snel verruilde hij die plaats in voor een op de commerciële
afdeling. Verkoop van technologie lag hem beter, zo vond hij, te meer
daar hij in zo'n functie zijn reislust kon botvieren. Daar kon hij zijn
haast tomeloze energie kwijt (De Bree is nog steeds een fanatiek
sporter: naast het fietsen is dat schaatsten; niet veel topmanagers
kunnen zich er op beroemen drie maal de Elfstedentocht te hebben
uitgereden).
De in die tijd gelegde contacten kwamen hem later
uitstekend van pas als lid van de raad van bestuur, een functie die hij
vanaf '86 bekleedde. Door deze contacten kon hij het van oorsprong
staatsbedrijf uitbouwen tot een wereldwijd opererend chemieconcern van
allure. Geen gigant tussen collegaconcerns als Dupont, Exxon, ICI en
Shell, maar toch kunnen bogend op wereldmarktleiderschap met een aantal
producten. Want speler nummer één zijn met je product was
hetgeen De Bree voor ogen stond.
Door die specialisatie werd het concern steeds minder
afhankelijk van bulkchemie, een sector die sterk beïnvloed wordt
door conjunctuurschommelingen.
De Bree hield dan ook zijn aandeelhouders regelmatig
graag voor dat zijn concern lang niet zo conjunctuurgevoelig meer was
als velen nog deden voorkomen. Een belangrijke stap in dit verband was
ook begin dit jaar het (succesvolle) bod op de aandelen van de
Koninklijke Gist-Brocades. Een combinatie waarvan je volgens De Bree
'alleen maar van kon dromen'. Daardoor ontstond een onderneming met een
jaaromzet van bijna 15 miljard, waarvan 3,7 miljard wordt
gerealiseerd in de farma-, voedingsmiddelen- en
veevoederingrediënten op basis van fijnchemie en biotechnologie.
De doorbraak voor DSM betekende eigenlijk de
privatisering. Want was de ombouw van mijnbouwonderneming (de laatste
steenkolenmijn Emma ging op last de regering Den Uyl in '73 dicht) tot
chemiebedrijf al een uitdagende klus, de mooiste kansen kondigden zich
voor de bestuurstop aan toen de staat besloot DSM naar de beurs te
brengen en het concern daarmee te privatiseren.
Dat betekende wel een hardere en meer commerciële
instelling van de concerntop. Dat mondde uit in het project Concern
2000, een beleidsplan dat moest aangeven in welke vorm en met welke
producten de markten moesten worden bewerkt. Dit plan betekende een
forse reductie van het personeelsbestand: van de 28.000 personeelsleden
die het concern in '88 nog telde waren er eind vorig jaar nog maar
18.000 over.
"Dat was moeilijk, maar nodig om het concern
weer op de rails te krijgen", verklaarde de Zeeuwse Limburger De
Bree na afronding van het project in '95. Aan zijn opvolger Elverding
nu dus de taak deze trein op het goede spoor te houden.
|