Koekje van eigen deeg
voor Cor van Hout

Cor van Hout (38), de Heineken-ontvoerder die woensdagmiddag voor zijn woning in de Deurloostraat in Amsterdam bijna werd geliquideerd, maakte kort daarna in het VU-ziekenhuis alweer volop grapjes tegen zijn vrienden.

Toch moet de kidnapper op z'n minst een onprettig gevoel overhouden aan de aanslag, die hij uitsluitend door puur geluk overleefde. Voor de ogen van vriendin en kind bijna te worden vermoord, gaat zelfs de meest doorgewinterde crimineel niet in de koude kleren zitten.

Van Hout en zijn mededaders Willem Holleeder, Frans Meijer, Martin Erkamps en Jan Boellaard hielden Nederland in 1983 wekenlang in angstige spanning, tijdens de ontvoering van Alfred Heineken en diens chauffeur Ab Doderer.

Het vijftal kreeg na het laffe misdrijf forse gevangenisstraffen. Maar de jarenlange detentie van de kidnappers betekende allerminst dat zij nadien het criminele pad verlieten.

door John van den Heuvel en Theo Kuijpers - AMSTERDAM, zaterdag

De Deurloostraat in Amsterdam-Zuid ademde gisteren alweer een serene rust uit. Het kalme buurtje op een steenworp afstand van de RAI werd woensdagmiddag even na het middaguur opgeschrikt door zeven luide knallen. Een donkere man, gekleed in grijze broek en blauwe jas, trachtte de Amsterdammer Cor van Hout (38), een van de mannen die in 1983 Alfred Heineken en diens chauffeur Ab Doderer ontvoerden, te liquideren.

Mevrouw P. Sleven, al 35 jaar woonachtig in de Deurloostraat, kent haar buurman Cor van Hout al enige jaren goed van gezicht en wist dan ook onmiddellijk na de schietpartij dat hij het slachtoffer was.

"Ik stond er bijna met m'n neus bovenop omdat ik het raam had geopend en van het zonnetje genoot. Plotseling hoorde ik een serie knallen en keek meteen uit het raam. Ik zag mijn buurman uit zijn auto komen, terwijl hij zijn met bloed besmeurde hand tegen de schouder drukte. Ook zijn vriendin Sonja stapte uit de wagen en begon gelijk luidkeels om hulp te roepen. Op dat moment rende de dader in de richting van de Dongestraat, waar op de hoek met de Deurloostraat een fiets tegen de muur stond."

Ze vervolgt: "Ik zag de man, die een muts op het hoofd had, op de fiets springen en de Dongestraat inrijden. Ik zag hem tot hij linksaf de Geulstraat inging. Cor van Hout strompelde nog bij zijn auto terwijl zijn vriendin nog steeds om de politie gilde. Binnen enkele minuten was het een gekkenhuis voor de deur. Van alle kanten kwamen politiewagens aanrijden terwijl ook een helikopter vlak boven de woningen rondcirkelde."

Toen de agenten ter plaatse arriveerden, werden de vriendin en het zoontje van Cor van Hout onmiddellijk opgevangen. De eerste woorden die het doodsbange joch naar de agenten riep: "Mijnheer niet meer schieten, niet meer schieten!"

Kansloos

Cor van Hout had woensdag alle geluk van de wereld. Met iets meer kalmte van de dader, was van Hout waarschijnlijk kansloos geweest. De schutter, die de kidnapper stond op te wachten, aarzelde een moment toen hij zag dat zijn doelwit niet alleen, maar met vriendin en kind in de auto zat. Van Hout, die onmiddellijk begreep dat hij in levensgevaar was, dook weg en wist de eerste schoten te ontwijken.

De drie kogels die hem wel in hoofd en bovenlichaam raakten, waren niet fataal. De Heineken-ontvoerder mag binnenkort, wellicht al dit weekeinde, het VU-ziekenhuis weer verlaten.

De uiterst gewiekste Cor van Hout geldt als het brein achter de ontvoering van biermagnaat Alfred Heineken en diens chauffeur Ab Doderer. Samen met zijn 'gabbers' Willem Holleeder, Frans Meijer, Jan Boellaard en Martin Erkamps hield hij Heineken en Doderer in 1983 onder erbarmelijke omstandigheden gevangen in een ijskoude Romney-loods op het industriegebied De Heining in het Westelijk Havengebied van Amsterdam.

De kidnappers incasseerden 35 miljoen gulden losgeld van het Heineken-concern, waarvan tot op heden nog steeds acht miljoen gulden spoorloos is. Volgens de toenmalige politiecommissaris Cees Sietsma ontving de Amsterdamse recherche al tijdens de ontvoering een anonieme tip (aangeduid als nummer 547), die uiteindelijk leidde tot een bevrijdingsactie van Heineken en Doderer.

Jan Boellaard en Martin Erkamps konden vrijwel direct worden gearresteerd en hadden een deel van het losgeld nog bij zich. De Amsterdamse politie opende een ongekende klopjacht op de drie overige daders. Frans Meijer meldde zich kort daarna vrijwillig op het hoofdbureau. De geslepen Meijer deed net alsof hij gek was geworden en beweerde een groot deel van het losgeld op een strand te hebben verbrand.

Niemand hechtte veel geloof aan het verhaal, zeker niet toen de Amsterdammer enkele maanden later ontsnapte uit de TBS-kliniek waar hij werd onderzocht. Frans Meijer dook vorig jaar op in Paraguay en moet nog steeds zijn gevangenisstraf van twaalf jaar uitzitten.

Van Hout en Holleeder, die begin 1984 in Frankrijk waren ingerekend, kwamen na een ellenlange uitleveringsprocedure en krankzinnige avonturen in het Caribisch gebied uiteindelijk terug in Nederland, waar zij in 1987 tot elf jaar cel werden veroordeeld. De periode dat ze in Frankrijk waren gedetineerd, werd op de straf in mindering gebracht.

Feest

Toen het duo in 1992, na het uitzitten van twee derde deel van de straf weer op vrije voeten kwam, organiseerde een vriend een feest in het Amsterdamse Mariott-hotel. De Amsterdamse politie, die dolgraag wilde weten wie er waren uitgenodigd, gebruikte de beveiligingscamera's van het hotel om het hele spektakel op video vast te leggen.

Volgens de Alkmaarse politieman Paul van Hove waren de Heineken- ontvoerders ook voor de kidnap al zware criminelen. Van Hove is ervan overtuigd dat Van Hout hem samen met Boellaard in oktober 1977 onder vuur nam in Amsterdam-Noord.

Van Hove reageerde deze week met gemengde gevoelens op de moordaanslag. "Als agent zeg ik dat het niet kan, iemand op klaarlichte dag neerschieten. Maar als mens denk ik, Van Hout heeft nu zijn verdiende loon. Hij ondervindt nu wat het is als iemand het op je leven heeft gemunt.

De politieman, toen nog marechaussee in Amsterdam, wilde in 1977 een verdachte groene Opel Record een stopteken geven, maar werd direct met automatische wapens beschoten. Bij het vuurgevecht dat ontstond, werd door de drie inzittenden 146 keer op de marechaussee en zijn collega geschoten. Munitie uit dezelfde wapens werd later aangetroffen bij een reeks van zeer gewelddadige overvallen in en rond de hoofdstad. Bij het gevonden losgeld van de Heineken-ontvoering werd een Browning aangetroffen, waarmee Paul van Hove was beschoten.

De jarenlange detentie van Holleeder, Van Hout, Erkamps en Boellaard na de ontvoering betekende allerminst dat zij na hun vrijlating het rechte pad gingen bewandelen.

In januari 1994 schoot Jan Boellaard tijdens een wilde achtervolging door de hoofdstad douanebeambte J. Holm dood. De douanier wilde een controle instellen bij een boot in het Westelijk Havengebied omdat er drugs aan boord werden vermoed.

Cocaïne

Toen Boellaard en een mededader van het schip kwamen en in een auto wegreden, zette Holm met een collega de achtervolging in. Bij het voormalige Wilhelmina Gasthuis ontstond een schietpartij, waarbij Holm om het leven kwam. Boellaard bleek na zijn arrestatie een smokkelvest met tien kilogram zuivere cocaïne te dragen. Tijdens de rechtszaak toonde hij geen enkel berouw. Jan Boellaard werd tot twintig jaar veroordeeld.

Martin Erkamps, een half-broertje van Van Hout, liep begin dit jaar in Spanje tegen de lamp. Erkamps werd in Andalusië aangetroffen in een konvooi van drie terreinwagens, waarin zich driehonderd kilogram hasj bevond. De jongste kidnapper, in 1984 tot acht jaar veroordeeld, hangt nu in Spanje een straf van twaalf jaar boven het hoofd.

Willem Holleeder werd in 1994 gearresteerd wegens poging tot doodslag op een agent. Hij was volgens de politie voor een Ajax-wedstrijd in het Olympisch Stadion ingereden op een agent, die hem een stopteken gaf. Zijn advocaat mr. Abraham Moszkowicz wist de officier van justitie ervan te overtuigen, dat er geen bewijs was en de zaak werd geseponeerd.

Cor van Hout en Willem Holleeder, voor de ontvoering al boezemvrienden, trokken ook na hun vrijlating veel met elkaar op. Cor betrok samen met zijn Sonja (een zus van Willem Holleeder) een woning in de Deurloostraat. Het pand, dat eigendom is van drugsbaron Stanly Kai E., werd daarvoor bewoond door Etienne U., de voormalige rechterhand van mafiabaas Klaas Bruinsma.

De twee 'bloedgabbers' Cor en Willem gingen in zaken, geholpen door hun vriend Rob Grifhorst. Hun drie namen doken op bij de overname van het sekspaleis Casa Rosso op de Amsterdamse wallen. Hoewel door Grifhorst werd ontkend dat Van Hout en Holleeder (mede)-eigenaar werden, besloot het Heineken-concern de bierleveranties onmiddellijk te staken.

Nadien kwam Van Hout negatief in het nieuws, omdat ex-penningmeester van Ajax en zakenman Lou Bartels beweerde dat hij door de Heineken-ontvoerder was bedreigd. In november 1993 kocht Bartels de zogenaamde Wolkenkrabber op het Victoriaplein voor 22 miljoen gulden. In de bar van het Hilton Hotel werd de zakenman volgens zijn advocaat mr. M.E. van Huet aangesproken door Van Hout, die eiste dat Bartels de aankoop samen met een bepaalde aannemer zou doen. Tijdens het gesprek zou Van Hout hebben gezegd, dat er "vervelende dingen" zouden gebeuren, als Bartels niet op de verlangens in zou gaan.

In 1993 ontving de criminele inlichtingendienst van de Amsterdamse politie een tip, dat Van Hout en Holleeder zich voorbereidden op een overval op de bloemenveiling van Aalsmeer. Omdat voorbereidingshandelingen toen nog niet strafbaar waren, is de politie in arren moede maar op het duo afgestapt, om ze te waarschuwen van de overval af te zien.

Het tweetal is, als ze geen 'zaken' doen, vaak te zien op het ereterras van Ajax. Ook in de business-club van de voetbalclub Haarlem waren zij tot dit jaar regelmatig te gast, op uitnodiging van de van Ajax afkomstige spits Donny Huysen. Aan de bezoeken kwam een abrupt einde, toen Willem Holleeder op een zondag de vrouw van de toenmalige voorzitter van Haarlem, Frans Bastiaansen, tot op het bot beledigde. Toen de vrouw reageerde, kreeg ze van een vriend van Holleeder een keiharde dreun. De Haarlem-praeses durfde van het incident geen aangifte te doen.

Gokcircuit

Ook in het illegale gokcircuit duiken de namen Van Hout en Holleeder regelmatig op. Of het nu om paardenraces of voetbalwedstrijden gaat, Cor en Willem zetten fors in. En soms met succes, zo weten intimi. Zo zou Van Hout vorige week enkele tonnen hebben gewonnen in een illegale voetbaltoto.

Het is volkomen onduidelijk waarmee het duo de laatste jaren geld verdiende. Ze hielden er een zeer royale levensstijl op na, hetgeen de argwaan van de Amsterdamse politie wekte. Vorig jaar werd besloten een speciaal rechercheteam op te richten om een 'pro-actief'onderzoek te doen naar de vermeende criminele activiteiten van Van Hout en Holleeder. Dit onderzoek is nog in volle gang.

De politie achterhaalde dat zij vooral actief zijn in de schemerige seksbranche. Van Hout zou mede-eigenaar zijn van een bordeel in de Roompotstraat en enkele sekshuizen in Alkmaar. Het viel observatieteams van de politie recent ook op dat Van Hout in gezelschap van enkele bekende topcriminelen regelmatig opduikt bij een beruchte handelaar in zeer luxe auto's in Amsterdam-Noord.

Veel vijanden

Hoewel in de onderwereld veel ontzag bestaat voor het duo, bestaat bij de politie toch de indruk dat met name Van Hout behoorlijk verstrikt is geraakt in het criminele milieu, waarin hij door zijn bikkelharde optreden veel vijanden heeft gemaakt.

Bij Van Hout zelf lijkt de schrik er na de mislukte moordaanslag goed in te zitten. Nooit met de politie praten, dat was altijd zijn 'erecode'. Maar in zijn ziekenhuisbed liet hij woensdag plotseling deze houding varen. Tot verrassing van de rechercheurs bleek Van Hout dit keer wel bereid aan het onderzoek mee te werken en het volledige verhaal over de liquidatie-poging uit de doeken te doen.