|
De
Olympische Winterspelen zitten er op. De medailles zijn vergeven.
Nederland
kwam met acht medailles terug uit Utah, minder dan de expeditie
naar Nagano opleverde, meer dan tijdens de meeste andere winterolympiades,
De Telegraaf-i
zat dag en nacht met de blik op Salt Lake City gericht, bekeek
de prestaties van de Nederlanders en stelde voor ieder een
rapportcijfer op. Er zitten veel voldoendes bij, maar ook
enkele dikke onvoldoendes.
Wie het
ermee eens is mag het zeggen, wie het er niet mee eens is
ook: redactie@telegraaf.nl.
Jochem
Uytdehaage: Schreef historie |
Wikkelde de 5000 meter af als een robot in een nieuw
wereldrecord. Maakte daarna duidelijk dat hij ook terecht
deelnam aan de 1500 meter, door ook daar een wereldrecord
uit de benen te persen. Moest alleen een onwaarschijnlijk
snelle Derek Parra voorlaten. Dwong al respect af door
zeer sportief gedrag jegens de winnaar na die schaatsmijl,
maar maakte op de 10.000 meter duidelijk dat er maar
één de beste kan zijn. De eerste man die
onder de 13 minuten de 10 kilometer afraffelde. Spotte
met alle wetten die zeggen dat de Spelen alleen voor
specialisten zijn. Krijgt alleen geen tien, omdat-ie
de 1500 meter niet won. Sorry.
|
|
9¾
|
|
Gerard
van Velde: Keihard |
|
9½
|
|
Kukelde op de 500 meter, ondanks prachtige tijden,
net van het podium, leek de schlemiel van het toernooi
te worden. Sloeg op de 1000 meter ongenadig hard toe
en reed een onwaarschijnlijk wereldrecord en het snelste
schaatsrondje ooit. 1.07.18, het bleken getallen die
iedere 1000-meterspecialist de schrik om het hart deden
slaan. Zorgde voor aandoenlijke beelden door vriendin
huilend in de armen te vallen. Moeten we net onder Jochem
Uytdehaage plaatsen.
|
Gretha
Smit: Kan niet beter |
Begon op de 3000 meter met de naweeën van een
bronchitis nog in het sterke lijf. Reed desondanks een
redelijke tijd. In de twee daaropvolgende weken werd
Smit alleen maar sterker in de aanloop naar de 5 kilometer.
In de allereerste rit op het olympische ijs gebeurde
er vervolgens iets wonderlijks. Zeven (!) rondjes onder
de 31 seconden, dat had nog nooit een vrouw op de 5
kilometer gedaan. Een superrace, die eindigde in een
wereldrecord: 6.49.22. Een race die slechts werd verbeterd
door één vrouw: Claudia Pechstein, ook
een supervrouw.
|
|
9
|
|
Gianni
Romme: Overwon zichzelf |
|
8½
|
|
Zelden iemand zo kapot zien gaan op een 10 kilometer
en op zo'n prachtige tijd zien uitkomen. Verdient alle
waardering voor de manier waarop hij zijn titel probeerde
te verdedigen. Sloeg met zijn tijd van 13.10-en-een-beetje
alle aanvallen op zijn kroon af, behalve eentje. Zal
zich daarvoor zeker niet schamen. Zorgde daarmee ook
voor de enige medaille voor de SpaarSelect-ploeg. Daarvoor
hoeft-ie zich evenmin te schamen. Hulde aan een karaktermens.
|
Eline
Jurg: Terechte blijdschap |
Was ontzettend blij met haar olympische diploma
na een prima zesde plaats tussen de gerenommeerde bobnaties.
Mocht dat ook zijn, want als bobland stelt Nederland
natuurlijk niet veel voor. Niet in de laatste plaats
dankzij het duwwerk van remster Nannet Kiemel en door
prima stuurwerk kwam Jurg ruimschoots als beste Nederlandse
door. Verdient een dik cijfer, dus...
|
|
8
|
|
Renate
Groenewold: Prachtig gedaan |
|
8
|
|
Schoot
op de 3000 meter verschrikkelijk uit haar slof en maakte
Claudia Pechstein met een rechtstreekse aanval op het
wereldrecord bloednerveus. Strandde in het zicht van de
haven, maar bleef fier overeind en mocht zich terecht
verheugen op een zilveren plak. Dat haar 1500 meter al
eindigde voordat ze goed en wel op gang was, nemen we
voor lief. Het drukt wel een beetje op het eindcijfer,
want dat stond na de 3 kilometer nog ietsje hoger. |
Jan
Bos: goed toernooi |
Waarschijnlijk de meest talentvolle sprinter ter
wereld. Deed wat hij kon. Reed als een bezetene op de
1000 meter, maar moest daarop zijn meerdere erkennen
in een ongenaakbare Gerard van Velde. Baalde daar goed
van, hetgeen de grote sportman in Jan Bos tekent. Reed
ook een alleszins acceptabele 1500 meter en had alleen
op de 500 meter pech dat tegenstander Jeremy Wotherspoon
op zijn snufferd ging. Goed toernooi en dus een goed
cijfer.
|
|
8½
|
|
Ids
Postma: Deed wat hij kon |
|
7½
|
|
Leverde net als Marianne Timmer zijn olympische
medailles in. Kwam net als Marianne Timmer uit een moeilijk
voortraject en reed net als Marianne Timmer op het Utah
Olympic Oval zijn longen uit zijn lijf. Deed
in Salt Lake City wat hij kon, sneller rijden dan ooit,
maar moest ook toegeven dat een podiumplaats er feitelijk
niet inzat. De 500 meter is nu eenmaal niet zijn domein,
voor de 1000 meter mist hij op dit superijs de basissnelheid
en op de 1500 meter waren er vier net even sterker.
Desondanks, ruim voldoende.
|
Rintje
Ritsma: Oude strijder |
Wist op voorhand al met een vrijwel onmogelijke
missie bezig te zijn: een medaille halen op de 1500
meter, in een wereld waarin specialisatie bijna geboden
is om succes te behalen. Hield zich als allrounder behoorlijk
staande in een veld van specialisten. Kon niet meer
doen dan een persoonlijk record rijden en deed dat dan
ook. Valt helemaal niets te verwijten. Presenteerde
zich in Slat Lake City als een groot sportman. Bovendien:
een man met een dergelijke staat van dienst kun je nooit
en te nimmer een onvoldoende geven.
|
|
6½
|
|
Marianne
Timmer: Ruim voldoende |
|
7½
|
|
Kwam sterker voor de dag dan mocht worden verondersteld,
na een lange en moeilijke aanloop, waarin hoofd- en
bijzaken zich met elkaar vermengden. Schaatsen stond
enige tijd niet op nummer één. Keek in
Salt Lake City weer redelijk fris uit de ogen en reed
daar ook naar. Reed een dik PR op zowel de 500 als de
1000 meter, ging strijdend ten onder op de 1500 meter.
Bewees eigenlijk ook dat Nagano weliswaar een uitschieter
was, maar geen toevalstreffer. Ruim, ruim voldoende.
|
Annamarie
Thomas: Vechtjas |
Is een knokker, blijft een knokker. Kwam op de 1500
meter niet in de buurt van het Nederlands record, reed
ook geen PR op die afstand. Kwam met een elfde plaats
ook niet geweldig voor de dag. Dat lukte eerder ook
al niet op de kilometer, waar een vijftiende plaats
haar deel was. Wekte echter niet de indruk als toerist
naar Salt Lake City te zijn gekomen. Was bloedserieus
bezig met haar races en presteerde naar verwachting.
Meer dan een zes kan het echter niet worden.
|
|
6
|
|
Andrea
Nuyt: Daar zat meer in |
|
6½
|
|
Jammer, jammer, jammer. Liet een medaille glippen
op de 500 meter door een dramatische laatste bocht op
de tweede dag. Hoopte op het zogenaamde Dan Jansen-effect,
maar kon zich op de 1000 meter niet revancheren. Werd
daarop niet eens de beste Nederlandse, omdat Timmer
sterker was. Komt daarom niet in aanmerking voor meer
dan een 6½, want er had zoveel meer ingezeten
voor de sterkste 500 meter-rijdster van Nederland.
|
Tonny
de Jong: Ruime voldoende |
Reed zich op de afstanden waaraan ze tot nu toe
meedeed bij de top-10. Presteerde daarmee boven verwachting.
Kon zich echter niet mengen in de strijd om de medailles,
hoewel ze op de 1500 meter zelfs de beste Nederlandse
was. Had op de afsluitende 5 kilometer een moeilijke
wissel met Anni Friesinger die haar op een diskwalificatie
had kunnen komen te staan. Dat lot bleef De Jong gelukkig
bespaard. Gerechtigheid wellicht, want ze verdient best
een ruime voldoende.
|
|
7
|
|
Cees
Juffermans: Ging niet af |
|
6
|
|
Trof het niet met de loting en liet zich eraf rijden
op de korte afstand. Stelde daarmee vooral zichzelf
teleur. Was diep onder de indruk van de olympische entourage,
maar zette zich daar overheen. Pakte best een leuke
revanche op de 1500 meter door in elk geval de B-finale
te halen en daarin de derde plek voor zich op te eisen.
Goed voor een klassering in de top-10, te weinig voor
een diploma. Wel een voldoende.
|
Erben
Wennemars: Net niet |
Reed
niet echt slecht, maar kwalificeerde zijn optreden zelf
ook als onvoldoende. Kwam in Salt Lake City tekort voor
de absolute top. Zegt er alles voor gedaan
te hebben, maar ook dat het het "net niet"
was. Verdiende
weinig krediet door zijn commentaar op de plaatsing
van Jochem Uytdehaage voor de 1500 meter, de afstand
waarop Wennemars een week voor de Spelen nog een officieus
wereldrecord reed. Daarom, hoewel zijn tijden niet eens
zo slecht waren, toch net geen voldoende. Net niet.
|
|
5½
|
|
Marieke
Wijsman: Redelijk |
|
6
|
|
Mocht onverwacht toch meedoen op de 500 meter, had
zich al geplaatst op de kilometer. Reed op beide afstanden
een dik persoonlijk record, maar kwam niet in de buurt
van de top-10. Moet zich erbij neerleggen dat ze niet
tot de beste schaatssters ter wereld behoort. Mag zich
desondanks erop beroepen dat zij in Salt Lake City zeker
niet is afgegaan en verdient dus een voldoende. Meer
niet.
|
Arend
Glas: Onvoldoende |
Rekende in de tweemansbob op een plek bij de eerste
15, kwam daar uiteindelijk net niet aan. Rekende in
de viermansbob op een plek bij de eerste tien, kwam
dar uiteindelijk bij lange na niet aan. Brak in de derde
run het kabeltje van zijn duwbeugel, waardoor het ding
niet inklapte. Is natuurlijk pech, maar oogt weinig
professioneel. Kreeg na afloop van zijn teleurstellende
optreden ook nog eens figuurlijk het mes in de rug van
enkele teamgenoten, die aankondigden zonder Glas verder
te willen. Geen voldoende.
|
|
5
|
|
Ilse
Broeders: Blij dat ik glij? |
|
6
|
|
Trainde al niet lekker op de olympische bobsleebaan,
kon ook in de wedstrijd de juiste lijnen niet vinden.
Wekte na afloop de indruk al blij te zijn heel naar
beneden te zijn gekomen. Ging daarmee voorbij aan het
feit dat het motto van baron Pierre de Coubertin niet
meer van deze tijd is. Eindigde desondanks op een verdienstelijke
10e plek in Salt Lake City. Krijgt daarom alsnog een
voldoende. We zijn mild.
|
Carl
Verheyen: Magertjes |
Was wereldkampioen op de tien kilometer, maar plaatste
zich niet voor deze afstand op de Olympische Winterspelen.
Zocht daarvoor revanche op de vijf kilometer, maar kon
nooit in de buurt van het podium komen. Stelde daarmee
behoorlijk teleur. Kreeg voor zijn zesde plaats
wel een olympisch diploma, maar was daarvoor natuurlijk
niet naar Salt Lake City afgereisd.Kon als vriend Andrea
Nuyt ook al niet tot historische daden aansporen. Zal
niet vrolijk door het olympisch dorp hebben gelopen. Mager, mager,
mager.
|
|
5
|
|
Marja
Vis: Enige kans, niet gepakt |
|
5
|
|
Deed haar stinkende best, reed zich op de vijf kilometer
helemaal de vernieling in, maar stelde desalniettemin
teleur met een dertiende plek. Moet beter kunnen dan
7.19 op de langste damesafstand. Ging weg op een schema
van 7 minuten rond, maar moet zich afvragen of die opdracht
van coach Peter Mueller voor haar wel haalbaar is. Was
na afloop wel realistisch in haar oordeel: "Als
je niet weggaat op 7 rond of daaronder, doe je toch
niet mee om de prijzen." Daarom slechts een kleine
onvoldoende.
|
Nicolien
Sauerbreij: Zwak excuus |
Werd door vader en coach naar voren geschoven als
medaillekandidate op de parallelle reuzenslalom bij
de snowboarders en trainde ook voortreffelijk. Kwam
er in de wedstrijd niet aan te pas en realiseerde een
24e tijd. Dat is op zich nog niet zo erg, maar de zwakke
excuses (geschrokken van valpartijen van de concurrentie
en verkeerde wax onder het board aangebracht door een
Oostenrijker) leiden tot een dikke onvoldoende. Want
laten we eerlijk zijn: Als je altijd zelf je board in
de wax zet, waarom dan voor de belangrijkste race van
het jaar niet?
|
|
4
|
|
Bob
de Jong: Zakte door het ijs |
|
3½
|
|
Kwam
voor de medailles, zakte op de 5000 meter genadeloos
door het ijs. Wekte op die afstand zelfs niet de indruk
te willen vechten voor een betere klassering. Eindigde
dan ook in de achterhoede, was de slechtste van alle
rijders die niet vielen. Op de tien kilometer ging het
al niet beter, al reed De Jong zich daar zo te zien
wel compleet leeg. Zal middels een bloedtest moeten
laten uitzoeken wat hem mankeert, want zo slecht rijden
hoort niet bij Bob de Jong. Voor de vijf kilometer een
3, voor de tien kilometer een 4. Gemiddeld dus een 3½.
|
|
|
|