Juliana
baalde van de media
Natuurlijk bezocht koningin Juliana in 1971 tijdens
het staatsbezoek aan Indonesië op Java de Borubudur.
Eenieder die daar zijn arm door de opengewerkte stupa's
steekt en de Boeddha aanraakt, mag een wens doen. Juliana
had een hartgrondige: dat de pers zou ophoepelen.
|
Met
skivriendin Irma Moosbrugger. |
Uiteraard
kan een 'staatsbezoekend' staatshoofd net zo goed thuisblijven
als de reis niet wordt verslagen, maar Juliana haatte
het journaille zo, dat ze dat soms niet onder ogen wilde
zien.
Ze
baalde van het leven als publieke bezienswaardigheid
(daarom is ze ook nooit aan memoires begonnen, de mensen
wisten al meer dan genoeg). Het lag haar ook niet door
haar verlegenheid en slechte bespraaktheid. Als ze op
bezoek ging waar dan ook, wilde ze in alle rust met
de mensen kunnen praten. Onbespied en ongehoord.
De
Rijksvoorlichtingsdienst zat er zoals altijd, als een
buffer tussen. Wijlen Willem van den Berge, hoofd pers
en publiciteit tot 1981, kon ervan meepraten. Hij moest
redden wat er te redden viel toen fotografen haar te
dicht naderden en ze geen toestemming meer gaf voor
foto's: "Nee, mijnheer Van den Berge, ze hebben
het niet verdiend." Een andere keer nam ze, tijdens
een opening, gewoon letterlijk de benen. De plaat van
de vluchtende Juliana haalde alle kranten.
De
weerzin zou nimmer afnemen. Op de 85ste verjaardag van
prins Bernhard, toen alles wat veteraan en pers was
zich in de tuin van Soestdijk verzameld had, werd de
toen 87-jarige er knettergek van. Al dat geknip, al
dat geflits. Ze beschermde zich door de handen voor
de ogen te houden. Een veteraan, den vaderland getrouwe,
hield gedienstig het bord met de naam van zijn regiment
tussen beide partijen. Wat later werd het haar echt
te gortig en beende ze weg. Daarmee maakte ze een veteraan
op een trapje (om beter te kunnen fotograferen) zo aan
het schrikken, dat hij met leertje en al omkukelde.
De man bleef ongedeerd.
Juliana
kon evenmin verkroppen dat ze zich niet goed kon verdedigen
tegen al het geschrijf, waar of niet waar. Zelden was
ze zo kwaad als toen enkele jaren geleden haar geliefde
vader prins Hendrik in een krant 'flierefluiter' werd
genoemd. Hoewel dit niet bepaald een onthulling was
die in den lande opzien baarde, was Juliana buiten zichzelf.
Ze wilde zelfs een proces aanspannen.
Toenmalig
premier Lubbers en de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst,
Van der Voet, spoedden zich ten paleize en zouden de
grootste moeite hebben gehad de prinses tot bedaren
te brengen en van haar onzalige plan af te brengen.
Als compromis schreef Van der Voet een boze ingezonden
brief naar de krant.
Juliana
liet tijdens een tv-interview in 1987 nog eens ongezouten
weten hoe ze over de pers dacht. Op de vraag hoe ze
herinnerd wilde worden, zei ze: " Dat moeten ze
zelf weten, als ze maar niet al die onzin geloven die
er over ons geschreven is."
|