"Ik woon hier. Sinds kort. In een camper, even verderop. We werden moe van
het reizen, m'n moeder en ik. In de afgelopen twintig jaar hebben we Graceland
hon-der-den keren bezocht. Vanuit Chicago, 750 kilometer, acht uur rijden.
Werd te gek. Vandaar."
"Ik kom hier nu iedere dag. Nee, niet naar het huis, niet voor een rondleiding.
Naar het graf, 'up the hill'. Iedere ochtend, voor opening, kun je het graf
bezoeken. Kost niks."
"Mijn moeder heeft mij gehersenspoeld. Zij draaide Elvis permanent. Zijn
muziek was er altijd, het is me letterlijk met de paplepel ingegoten. Op
een dag, ik kon nog maar net lopen, nam ze me mee naar een drive in-bioscoop.
De vroege voorstelling, in de hoop dat ik op de achterbank in slaap zou
vallen en zij met mijn vader rustig naar de film kon kijken. Maar toen Elvis
begon te zingen, was ik klaarwakker. Ik keek in het levensgrote gezicht
van de man die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, dag en nacht, in
ons huis was te horen."
"1 mei 1977. Exact drie maanden nadat mijn vader overleed, zag ik Elvis
voor het eerst live, in het stadion van Chicago. Ik heb 32 uur in de rij
gestaan voor kaartjes. Mijn moeder stond op de eerste rij, die ging helemaal
uit d'r dak. Ik op de derde. Zij kreeg een kus en een sjaaltje en ik, ik
kon het niet houden, ik stormde naar voren en ik heb hem de hand geschud.
Fantastisch... De volgende dag, het tweede Chicago-concert. Daarna zijn
we hem nagereisd; Louisville, Philadelphia, Lincoln en Des Moines."
"Een paar maanden terug hadden we brand in huis. Mijn hele Elvis-collectie,
alle platen en cd's, talloze relikwieën, alles was in een klap weg. Maar
nu heb ik gesolliciteerd naar de baan van beveiligingsbeambte. Het zou fantastisch
zijn om op de loonlijst van Elvis Presley te staan. Alleen zal ik het eerste
loonstrookje niet innen. Dat gaat in een lijstje aan de muur."
|