Vader Vernon en zijn vrouw Gladys woonden na hun trouwen bij de ouders van
Vernon in. Vernon werkte als knecht voor Orville Bean, een welgestelde veeboer.
Toen Gladys in de lente van 1934 zwanger bleek, leende Vernon $180 van Bean
en timmerde hij met de hulp van zijn vader en broer een schamel hokje, bestaande
uit twee piepkleine kamers, aan de Old Saltillo Road naast het huis van
zijn ouders.
Dit huisje, dat jaarlijks vele honderdduizenden bezoekers trekt, ziet er
vandaag de dag heel anders uit dan in de nacht dat Elvis er werd geboren.
Een damesclubje dat wel brood en afleiding zag in het beheren van de nalatenschap
van hun beroemdste inwoner, vond dat het er afzichtelijk bijstond. Verveloos,
gescheurde planken, een kapotte vloer. De dames stuurden hun echtgenoten
erop uit om verse planken, spijkers en verf te kopen.
Ze hingen fris gesteven katoenen gordijntjes voor de ramen en zetten de
twee kamertjes vol met voorwerpen die de straatarme Presley's zich in die
jaren dertig nooit hadden kunnen veroorloven. Een ventilator en een radio,
een naaimachine, solide meubelstukken en een stevige kinderstoel. Tenslotte
hingen ze een twee persoons-schommel op de veranda en legden en passant
nog even een bloeiend tuintje aan. Zo werd het huisje een heus 'museum'
en tegenwoordig kun je er tegen betaling van $1 een kijkje nemen.
Het huisje wordt omzoomd door een parkje, uiteraard het Elvis Presley Park,
compleet met een ruim parkeerterrein, een kunstmatig meertje, een souvenirshop
en een camping. Bovendien verrees er in 1979 voor $800.000 een heuse kapel,
bijeengebracht door devote fans. Volgens Janelle McComb, een van de initiatiefneemsters
en toentertijd de buurvrouw van de Presley's, op verzoek van Elvis zelf.
"Vlak voor zijn dood vroeg ik hem eens hoe de mensen hem het best zouden
kunnen herdenken. 'In stilte', had Elvis gezegd, 'mediterend'." Zo ontstond
het idee voor de bruinrode houten kapel met glas-in-lood-ramen, zes blank
gelakte kerkbankjes, de onder een stolp tentoongestelde Presley familiebijbel,
een knielbankje met een rood kussentje en een gitzwart orgel.
De buurvrouw: "Het is heel vredig allemaal, het is goed voor Tupelo en het
geeft ons wat om handen. En ik weet zeker dat Elvis hier erg content mee
zou zijn."
Dat is echter de vraag. Elvis had een hekel aan antiek en oude gebouwen
en genoot oprecht als hij slopers de muren van het oude Memphis zag platwalsen.
Ooit bestuurde hij zelf een bulldozer om een oude schuur op Graceland met
de grond gelijk te maken. Volgens de overlevering met de woorden: "Toen
ik nog in Tupelo woonde, heb ik voor mijn hele leven genoeg tussen dat klote-antiek
gezeten..."
|