GENEVE/LONDEN - Anderhalf miljoen Irakezen in het zuiden van het land zijn verstoken van drinkwater. Dit heeft een woordvoerder van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Iain Simpson, vrijdag in Genève gezegd. Niet alleen is drinkwater een allereerste levensbehoefte, door het tekort aan water is er volgens de VN-organisatie ook gevaar voor epidemieën in Zuid-Irak.
De voornaamste oorzaak van het gebrek aan water is dat waterpompen door de Amerikaans-Britse bombardementen zijn uitgevallen. De Britse onderminister van Defensie, Adam Ingram, zei vrijdag nog dat er geen humanitaire crisis in Zuid-Irak is.
Simpson van de WHO is ook bezorgd over andere plaatsen in het land, vooral Bagdad. Er zijn volgens hem nu ook problemen met de drinkwatervoorziening van de hoofdstad.
De stad van meer dan vijf miljoen inwoners heeft sinds donderdag geen elektriciteit meer. Een hoge Britse officier heeft op een persconferentie in Londen gezegd dat de stroomuitval in Bagdad vrijwel zeker het werk van het regime is. Het is volgens stafchef Peter Squire van de luchtmacht onmogelijk met één bombardement alle stroom in Bagdad uit te schakelen.