DEN HAAG - Het ministerie van Defensie heeft in totaal ruim driehonderd militairen opdracht gegeven zich voor te bereiden op een mogelijke humanitaire inzet in Irak. Dat heeft een woordvoerder van het ministerie gezegd.
Het gaat om het rampenteam van Defensie (Disaster Assistance Response Team - DART) en zogeheten noodhulpeenheden bestaande uit mariniers, genisten en geneeskundige eenheden. Wegens "prudente militaire planning" is de eenheden gevraagd te checken of ze eventueel snel zouden kunnen vertrekken naar Irak en alles daar op is voorbereid, aldus de woordvoerder.
Het Nederlands kabinet sprak eerder de principebereidheid uit om na afloop van de oorlog in Irak mee te helpen aan de wederopbouw van het land en aan humanitaire hulpverlening. Volgens minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken zou dat moeten gebeuren binnen een VN-missie en met een resolutie van de Veiligheidsraad.
Een verzoek voor hulp van bijvoorbeeld de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk is nog niet gedaan. "Defensie wil volledig klaar zijn voor het geval het kabinet besluit tot inzet en de Tweede Kamer daarmee instemt", zegt de woordvoerder.
Het DART-team bestaat uit ongeveer tien mensen en is altijd paraat om binnen 24 uur uitgezonden te worden. Het team kan in crisisgebieden (oorlog, aardbevingen, overstromingen) razendsnel in kaart brengen waar de grootste behoefte aan is bij de getroffen bevolking. Het team werd in september 1998 voor het eerst ingezet op de Cariben dat toen net door een orkaan was getroffen.
Verder heeft Defensie een groep van driehonderd 'noodhulpmilitairen' die binnen 72 uur kunnen vertrekken om de daadwerkelijke noodhulp te verlenen. In deze groep zitten geneeskundige eenheden, waterzuiveraars, genisten, en een groot aantal mariniers.