BAGDAD/WASHINGTON - De coalitiemacht heeft donderdag opnieuw Bagdad zwaar gebombardeerd. Eind van de middag werden in de buitenwijken tal van explosies en intensief werkend luchtafweergeschut gehoord. Dat heeft een journalist van het Franse persbureau AFP in de Iraakse hoofdstad gemeld.
Volgens Arabische televisiezenders klonk er eerder op de dag ook luchtalarm bij het ministerie van Informatie. Het gebouw werd echter niet geraakt, zo bleek later toen er op het departement een persconferentie werd gehouden. In het centrum van de stad deden zich veel zware explosies voor. De aanvallen op de buitenwijken zouden zijn gericht op soldaten van de Republikeinse Garde die zich daar hebben ingegraven om de stad te verdedigen tegen de Amerikaanse en Britse troepen.
Inwoners van Bagdad die de stad willen ontvluchten uit angst voor de bombardementen, worden teruggestuurd door de Republikeinse Garde van Irak. Dat zegt een correspondent van het Iraanse persbureau IRNA. Iraakse militaire eenheden hebben zich volgens IRNA met raketlanceerinrichtingen in woonwijken gevestigd, om de burgerbevolking als menselijk schild te kunnen gebruiken.
De Verenigde Staten sluiten niet uit dat Irak ook zelf achter de raketinslag op een markt in Bagdad zat. Die kostte woensdag zeker vijftien burgers het leven. Op een persconferentie in het commandocentrum in Qatar zei generaal Vincent Brooks dat het "gezien het gedrag van het regime de laatste tijd" een opzettelijke aanval op de markt kan zijn geweest. Daarmee zouden de machthebbers de coalitie in een kwaad daglicht hebben willen stellen.
Bij de opmars naar Bagdad vanuit het zuiden hebben geallieerde troepen zware strijd geleverd tegen Iraakse militairen. Vooral om de stad Basra is weer hevig gevochten. In de stad bevinden zich volgens een Britse legerwoordvoerder gewone Iraakse militairen en bijzonder regeringsgetrouwe eenheden van de paramilitaire Fedayeen Saddam. Die zouden de gewone militairen dwingen de strijd voort te zetten.
Binnenkort zullen de geallieerden ook de aanval inzetten vanuit het noorden van Irak. In de nacht van woensdag op donderdag zijn ongeveer 1000 Amerikaanse parachutisten geland op het vliegveld Bashur bij de stad Arbil, in door Koerden gecontroleerd gebied. Een journalist van het Britse persbureau Reuters meldde dat Koerdische strijders de Amerikanen hielpen. De komende dagen zullen nog eens 1000 militairen en zwaar materieel worden overgevlogen naar Bashur.
Arbil is niet alleen een strategisch punt voor een opmars richting Bagdad, maar vanuit die stad kan ook de onrustige regio onder controle worden gehouden. Volgens The Washington Post moeten de Turken ervan worden weerhouden zich met de strijd in de Koerdische regio van Irak te bemoeien. Turkije heeft 40.000 man aan de grens samengetrokken. Verder liggen de Iraakse noordelijke olievelden niet ver van Bashur.
Bij de stad Kirkuk heeft een Koerdische militie een stelling van het Iraakse leger ingenomen. Die ligt op de grens tussen het autonome Koerdische deel van het land en het door Bagdad gecontroleerde gebied. Strijders van de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) veroverden de post in het bergachtige gebied nadat zij hadden gezien dat de Irakezen zich terugtrokken.