DEN HAAG - De Amerikanen en Britten stevenen af op een "historisch ongekende" overwinning, zegt luitenant-kolonel Frans Osinga, militair strateeg van het instituut Clingendael. "Zij kunnen alles doen wat ze willen." Volgens Osinga hebben de geallieerden al 80 procent van hun doelstellingen bereikt. Dat is heel snel tot stand gekomen met relatief weinig slachtoffers aan eigen kant.
Hij somt op: 'Regime change', de val van de dictatuur van Saddam Hussein, komt steeds dichter bij. Verder hebben de Amerikanen en hun bondgenoten weten te voorkomen dat Irak massavernietigingswapens zou inzetten, dat Israël werd aangevallen, dat er een grote stroom vluchtelingen op gang zou komen en dat de oliebronnen in brand zouden worden gestoken.
Van de Republikeinse Garde gaat geen militaire dreiging meer uit. Het verzet is licht en ongecoördineerd: burgervoertuigen tegenover Amerikaanse tanks. "Ze hebben geen schijn van kans." Doordat de Amerikanen vanaf het begin stelselmatig alle communicatiecentra en hoofdkwartieren van het Iraakse leger hebben gebombardeerd, zijn de troepen van Saddam "blind en doof".
De kritiek begin afgelopen week alsof het campagneplan van generaal Franks niet zou deugen, is al weer verstomd. De overmacht aan vuurkracht is ontzettend groot. Met precieze informatie kunnen tanks worden gelokaliseerd, die vervolgens vanuit de lucht worden uitgeschakeld.
Osinga wijst er verder op dat de Amerikanen tactisch het initiatief hebben gehouden. De openingszet, het bombardement op Saddams hoofdkwartier in Bagdad, was verrassend. Verder hebben de geallieerden in hun opmars naar Bagdad de steden in eerste instantie links laten liggen. Ze hebben bovendien niet gewacht op de komst van de 4e Divisie, ook een element van tactische verrassing.
De bevolking durft steeds meer. Iraakse burgers hebben de afgelopen dagen schoorvoetend hun gezicht laten zien. Zij merken dat het regime het land niet meer effectief bestuurt en dat zij niet meer bang voor represailles hoeven te zijn. Dat levert de geallieerden informatie op die nodig is als ze in Bagdad willen zijn. De Amerikanen hopen dat in de bevolking een proces op gang komt in de zin van: als er één schaap over de dam gaat.
De tocht van de kolonne Amerikaanse tanks door de straten van Bagdad op zaterdag was volgens Osinga ook bedoeld om de reactie van de lokale bevolking te taxeren. Van dergelijk machtsvertoon gaat verder een signaalwerking uit. In andere delen van Irak zijn die beelden ook te zien. De Irakezen zien dat er wordt geknaagd aan de resterende pilaren van het regime.
Osinga verwacht dat de Verenigde Staten in Bagdad geen haast zullen maken. Ze willen zoveel mogelijk vermijden dat er burgerslachtoffers vallen. "Waarom haasten als het regime toch afbrokkelt?" De zekerheid dat het regime valt, hebben de Amerikanen, aldus Osinga.
Uiteraard is het land nog niet veilig. De oprukkende Amerikaanse troepen worden nog steeds beschoten. Maar de verzetshaarden zijn redelijk snel uitgeschakeld. "Ik sluit niet uit dat er nog gekke dingen gebeuren", zegt Osinga, die het voor een aanval met chemische wapens te laat vindt. Dat heeft weinig militair effect. "Maar duidelijk is dat Saddam Hussein geen kant meer op kan."