JAKARTA - Meer dan 100.000 mensen zijn zondag in de Indonesische hoofdstad Jakarta de straat opgegaan om te protesteren tegen de Amerikaans-Britse inval in Irak. De organisatoren schatten dat er 250.000 deelnemers waren aan de optocht, die van de Britse ambassade naar de zwaar bewaakte Amerikaanse missie leidde.
De meeste betogers waren moslims, maar er waren ook spandoeken te zien met citaten van paus Johannes Paulus II, die een fel tegenstander van de oorlog is. Sommige demonstranten hadden vergrote foto's van Iraakse burgerslachtoffers om hun nek gehangen. Er liep ook iemand die een apenpak aanhad met het opschrift 'Bush: oorlogsmisdadiger'. Anderen droegen T-shirts met het portret van Saddam.
Voorzitter Amien Rais van het Raadgevend Volkscongres (MPR) en presidentskandidaat zei dat "alle mensen in Indonesië, zonder uitzondering, willen dat Bush zijn troepen terugtrekt uit Irak".
Ook in de Chinese hoofdstad Peking waren zondag betogingen tegen de oorlog. De autoriteiten hadden toestemming gegeven op voorwaarde dat het aantal deelnemers beperkt zou blijven.
Ook zaterdag zijn in veel landen opnieuw honderdduizenden mensen de straat opgegaan om te protesteren tegen de Amerikaans-Britse invasie. De omvangrijkste betogingen waren in Duitsland, een van de felste tegenstanders van de oorlog. Daar gingen meer dan 100.000 mensen de straat op. Veertigduizend Duitsers vormden een menselijke keten van vijftig kilometer lang tussen de steden Münster en Osnabrück, waar de twee vredesverdragen werden getekend die een einde maakten aan de dertigjarige oorlog (1618-1648).
In Berlijn verzamelden zich 's middags meer dan 50.000 mensen bij de Sieggesäule (overwinningszuil) in het centrum van de stad. Eerder op de dag hadden zesduizend inwoners van Stuttgart al een menselijke keten gevormd bij het commandocentrum van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa. In Frankfurt was een kleine betoging van een- tot tweeduizend mensen.
Ook elders in Europa waren betogingen, maar overal was de opkomst wel minder dan kort na het begin van de invasie in Irak. In Athene betoogden ongeveer 50.000 mensen, voornamelijk jongeren, nog geen derde van het aantal demonstranten van een week eerder.
Ook in de Franse hoofdstad Parijs klaagden de organisatoren over de 'lakse houding' van de tegenstanders van de oorlog. Volgens de politie waren er 15.000 mensen komen opdagen, volgens de organisatoren 50.000, half zoveel als vorige week. In Marseille waren het er tussen de vijf- en tienduizend.
In diverse andere Europese landen waren ook betogingen, maar die waren kleiner van omvang. Niet alleen in Europa, maar ook in het Midden-Oosten gaven duizenden mensen uiting aan hun bezwaar tegen de oorlog. In de Libanese hoofdstad Beiroet kwamen vijfduizend Libanezen en Palestijnen bijeen en in de Libanese havenstad Tyrus zesduizend.
In Ankara sloeg de Turkse oproerpolitie twee betogingen uiteen. 32 betogers werden aangehouden. De politie 'merkte' de betogers met rode verf om ze later te kunnen herkennen.