LONDEN - Vooraanstaande Iraakse ballingen en hoge Amerikaanse functionarissen zijn het er zaterdag in Londen over eens geworden dat grote internationale oliemaatschappijen een leidende rol krijgen bij de wederopbouw van de olie-industrie in Irak.
Voorts moet Irak lid blijven van de Organisatie van Olie Producerende en Exporterende Landen (OPEC). Het land moet dan echter niet worden beperkt in zijn productie. De bijeenkomst was er een in een serie over de olie van Irak die door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn georganiseerd.
De eerste taak is het op gang brengen van bestaande olie-installaties. Maar geprekken over langetermijnprojecten kunnen snel beginnen met oliemaatschappijen, zo concludeerden de aanwezige oliedeskundigen, zoals Fadhil al-Chalabi, een voormalig Iraaks onderminister van Olie.
Volgens hem moet de periode van interimbestuur zo kort mogelijk zijn. Dat bestuur zou onder Amerikaanse leiding komen te staan. Daarna, in de periode die over een half jaar begint tot maximaal 2,5 jaar later, zou een daadwerkelijk Iraakse regering contracten kunnen sluiten over buitenlandse investeringen in Irak.
Voor de olie-industrie zijn daarvoor de grote ondernemingen nodig, vinden de Iraakse oliedeskundigen in ballingschap. Die maatschappijen moeten met overeenkomsten over de verdeling van olieproductie worden aangetrokken. De olie in Irak staat wat de grootste producenten betreft, net als de olie van Mexico en Saudi-Arabië, nog niet open voor particulier kapitaal. Het is een staatsmonopolie, maar zodra dat na een machtswisseling in Irak verandert, zullen Amerikaanse ondernemingen als Exxon/Mobil, Chevron/Texaco en Conoco/Phillips concurreren om een aandeel in de oliewinning met BP (Brits), Shell (Brits-Nederlands), Total/Fina/Elf (Frans), Lukoil (Russisch) en Chinese maatschappijen.
De conferentie in Londen schat dat er voor een startproductie van 3,5 miljoen vaten per dag, 5 miljard dollar investeringen nodig is op korte termijn. Om de productie op te schroeven naar 4 tot 4,5 miljoen vaten per dag over een jaar of acht is tien keer zoveel investeringsgeld nodig.
Bij het begin van de wederopbouw lijken de deskundigen de bestaande structuren in Irak te willen handhaven, maar er moet wel snel worden gereorganiseerd. Wie dat als leider van de olie-industrie gaat doen, is niet ter sprake geweest. Daarvoor circuleren al de namen van de voormalige baas van Shell in de VS, Phillip Carroll en de Iraakse econoom Muhammad Ali Zainy.