RIJSWIJK - Irak kan rekenen op grootschalige noodhulp als de oorlog tegen de geallieerden is afgelopen. Voor de wederopbouw zijn de plannen vager. Het is de vraag of de Amerikanen of de Verenigde Naties het voor het zeggen krijgen. Volgens deskundigen moet naast de economie vooral het herstel van de sociale verhoudingen hoge prioriteit krijgen.
"Het sociale weefsel van de Iraakse samenleving is in de afgelopen dertig jaar kapot gemaakt. De mensen vertrouwen elkaar niet meer", zegt B. Noorman, hoofd noodhulp van Cordaid, dat al twaalf jaar in het noorden van Irak actief is. "Er is veel aandacht nodig voor mensenrechten en verzoening. Misschien is de instelling van een Waarheidscommissie zoals in Zuid-Afrika een goed idee."
Ook woordvoerder R. Soeterik van het Midden-Oosten instituut MERA vindt het sociale aspect belangrijk. "De verhoudingen in het land zijn helemaal scheef getrokken. In Iran en het noorden van Irak wachten honderdduizenden mensen tot ze kunnen terugkeren naar hun huizen."
De Amerikanen willen Irak na de oorlog liefst zelf een tijd besturen. "De algemene kritiek is dat ze daar nog heel weinig over hebben nagedacht, terwijl ze volgens de Conventies van Genève de verantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van de bevolking", zegt Soeterik. Hij voorziet een anti-Amerikaanse stemming als de Irakezen niet bij de opzet van het landsbestuur worden betrokken.
Soeterik ziet meer in een internationale overgangsregering. De VN hebben daarvoor nog geen concreet scenario ontwikkeld. De organisatie heeft wel becijferd dat voor de wederopbouw de eerste drie jaar een bedrag van 30 miljard euro nodig is.
Hulporganisatie Cordaid constateert vooral problemen in de infrastructuur, gezondheidszorg, riolering en drinkwatervoorziening. MERA wijst op de te kleine landbouwsector. 60 Procent van de Iraakse bevolking is afhankelijk van de aanvoer uit het olie-voor-voedsel-programma, dat nu stilligt. Ook is er gebrek aan deskundige arbeidskracht. "De bevolking is de afgelopen decennia verdubbeld en bestaat voor de helft uit kinderen onder de vijftien jaar", aldus Soeterik.
De Amerikanen hebben wel nagedacht over de economische wederopbouw. Ze deelden al voor 1 miljard euro aan opdrachten uit aan vooral Amerikaanse bedrijven. Het is nog onduidelijk in hoeverre Nederlandse ondernemingen een graantje kunnen meepikken. Bij de enorme operatie van het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN om voor 1,3 miljard euro aan eten en drinken naar Irak te brengen, zijn nog geen Nederlandse bedrijven betrokken.
De overheid en werkgeversorganisatie VNO-NCW hebben wel een werkgroep samengesteld om te bepalen wat de Nederlandse rol moet zijn bij de wederopbouw. Verschillende bedrijven leveren al aan Irak, zij het op kleine schaal. Uit de meest recente cijfers van de Economische Voorlichtingsdienst EVD uit 2001 blijkt dat voor 5 miljoen euro aan landbouwproducten en voor 31,3 miljoen euro aan industriële goederen aan Irak is geleverd.
Of de Nederlandse bedrijven straks na de strijd betrokken zijn bij de wederopbouw, is de vraag, zegt Frans Kortekaas, informatiemanager Irak van de EVD. "Ze hebben nooit zo veel gedaan in Irak en de kans bestaat dat de Amerikanen al het werk naar zich toetrekken."