LONDEN - Tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is verdeeldheid ontstaan over de Amerikaanse plannen voor wederopbouw van de Iraakse zeehaven van Umm Qasr. De Britten willen dat Iraakse firma's de klus uitvoeren en niet een Amerikaans bedrijf dat deze opdracht kreeg toegespeeld, berichtte de Britse krant The Guardian vrijdag.
Het Amerikaanse bedrijf Stevedoring Services of America (SSA) uit Seatlle kreeg eerder deze week het contract van 4,8 miljoen dollar voor de wederopbouw van de haven. De Britse luchtmachtmaarschalk Brian Burridge, de hoogste Britse officier in de Golfregio, vindt dat Iraakse firma's de haven moeten herstellen. Dat zou volgens hem als voorbeeld moeten dienen voor de verdere wederopbouw van het land. De Britten zeggen dat ze niet willen optreden als imperialistische veroveraars. "Dit is geen Pax Brittannica. Ons uiteindelijke doel is alles over te dragen aan het Iraakse volk", aldus een andere Britse officier.
Al eerder verstrekte de Amerikaanse instantie die de opdrachten verdeelt, US Agency for International Development (USAID), een contract aan Kellogg, Brown & Root, een dochteronderneming van het Texaanse oliebedrijf Halliburton. Die toewijzing is omstreden, omdat de Amerikaanse vice-president Dick Cheney tot voor kort leiding gaf aan dit bedrijf en hier nog steeds een adviserende rol speelt. In totaal heeft USAID acht contracten te verdelen voor het herstel van onder meer bruggen en vliegvelden.
De wijze waarop de VS de opdrachten verstrekken, heeft in Europa tot grote frustraties geleid. Van openbare aanbesteding is geen sprake, terwijl Duitse en Franse bedrijven helemaal geen kans maken, wegens het verzet van hun regeringen tegen de Amerikaans-Britse aanval op Irak.