|
Deze Amerikaanse soldaat ziet er na ruim een week oorlogsvoering in Irak behoorlijk vermoeid uit. (Foto: REUTERS)
|
AMSTERDAM - De geallieerde invasiemacht in Irak boekt nog steeds weinig vooruitgang in de opmars richting Bagdad. De heilige stad Najaf in Zuid-Irak is sinds maandag omsingeld, maar zit nog vol Iraakse elitetroepen. Ook Basra is nog steeds niet veroverd. De bombardementen op Bagdad en op stellingen van de Republikeinse Garde gaan intussen door.
Najaf stelt de Amerikanen voor een probleem. De stad is voor sjiieten heilig en bij een eventuele poging de stad in te nemen moeten de Amerikanen op eieren lopen om de plaatselijke, overwegend sjiitische bevolking niet voorgoed van zich te vervreemden.
In de 300.000 inwoners tellende stad is Ali begraven, de schoonzoon van de profeet Mohammed en volgens de sjiieten diens opvolger. Sjiieten willen bij voorkeur zo dicht mogelijk bij Ali worden begraven en daardoor ligt in een halve cirkel rond Najaf de begraafplaats Wadi es-Salaam, een van de grootste ter wereld. Een deel van de Iraakse troepen in Najaf houdt zich schuil op de begraafplaats.
De stad zelf is een wirwar van smalle straatjes en daardoor buitengewoon moeilijk in te nemen. Of de Amerikanen desondanks een poging gaan doen of het bij een omsingeling laten is niet bekend. Voorlopig doen zij weinig meer dan de bevolking van de stad met luidsprekers op te roepen Saddams strijders uit te leveren.
In Najaf hebben de Amerikanen zondag zo'n honderd paramilitairen gedood en vijftig gevangengenomen, meldde het leger maandag. Afgelopen weekeinde werden vier Amerikanen bij Najaf het slachtoffer van een Iraakse zelfmoordaanslag. Saddam Hussein heeft de dader postuum bevorderd tot kolonel, meldde de Iraakse televisie.
Ten noorden van Najaf trok het Amerikaanse leger maandag de stad Hindiyah binnen. Hevige gevechten volgden. Enkele tientallen leden van de Republikeinse Garde zijn door de Amerikanen krijgsgevangen gemaakt. Vijfendertig Iraakse strijders zouden zijn gesneuveld.
Meer naar het zuiden zijn Amerikaanse commando's maandagochtend vroeg het dorp Shatra binnengevallen omdat Ali Hassan Al-Majid zich daar zou bevinden. Al-Majid, beter bekend als Ali Chemicali, is een neef van Saddam en voert het bevel over de Iraakse troepen in Zuid-Irak. Over het resultaat van de actie is niets bekend. Shatra ligt even ten noorden van de stad Nassiriya, die nog steeds door de Amerikanen wordt belegerd.
De helft van de vluchten die Amerikaanse en Britse bommenwerpers in de nacht van zondag op maandag uitvoerden waren gericht op stellingen van de Republikeinse Garde tussen Karbala, even ten noordwesten van Hindiyah, en Bagdad, zei de Amerikaanse stafchef Richard Myers.
Eenheden van het Amerikaanse leger voeren verkenningsmissies uit rond de zuidelijke voorsteden van Bagdad, meldden bronnen bij het Pentagon maandag. Zij proberen de sterkte van de Iraakse troepen in te schatten en begeven zich daarbij in wat het Pentagon de "rode zone" noemt: het gebied waarin de in het nauw gedreven Irakezen mogelijk chemische wapens inzetten.
Bagdad zelf krijgt ook nog steeds Amerikaanse en Britse bommen te verduren. Maandagochtend vroeg werd het Iraakse ministerie van informatie geraakt, meldde het Amerikaanse leger. Er brak brand uit, maar die was na een half uur alweer geblust. Zaterdag werd het ministerie getroffen door een Amerikaanse kruisraket.
De inwoners van Bagdad worden niet meer met sirenes gewaarschuwd voor de aanstaande bombardementen, maar door een "God is groot" dat uit de minaretten schalt. Ten teken dat het gevaar van bomexplosies is geweken, klinkt "God is groot, ze zijn weg".
In het uiterste zuiden van Irak vormt Basra nog altijd een groot probleem voor de Britse troepen die zich al een week rond de stad bevinden. De Britten hebben te maken met een groep aan Saddam loyale strijders die ver in de minderheid is, maar desondanks volhoudt. De Britten rest daardoor weinig anders dan dorpen in de omgeving binnen te vallen en af en toe met tanks een kortstondige expeditie in de stad zelf te ondernemen.
De plaatselijke bevolking in Zuid-Irak biedt de geallieerden nauwelijks hulp. De Amerikaanse minister van Donald Rumsfeld sprak in Washington opmerkelijk klare taal over de reden daarvan. De bevolking van Basra en omstreken kwam na de Golfoorlog in 1991 in opstand tegen Saddam, daartoe aangemoedigd door de Amerikanen. "De Verenigde Staten en de geallieerde strijdmacht vertrokken, en zij werden afgeslacht", zei Rumsfeld. "Ik ben nu niet van plan mensen op te roepen in opstand te komen voordat wij vlakbij zijn en te hulp kunnen komen."
Tot nu toe zijn bij de oorlog in Irak 37 Amerikaanse en 25 Britse soldaten om het leven gekomen. Zeven Amerikanen zijn Iraakse krijgsgevangenen, veertien anderen worden vermist. Het aantal gesneuvelde Iraakse strijders is niet bekend. Bagdad geeft noemt alleen aantallen burgerslachtoffers.
In het noorden van Irak boeken Koerdische strijders wel vooruitgang in hun opmars naar de oliestad Kirkuk. De Iraakse troepen in het noorden zijn zich vermoedelijk aan het terugtrekken in de grote steden Kirkuk en Mosul. De Koerden stuiten daardoor nauwelijks op weerstand. Wel loopt hun opmars zo nu en dan vertraging op doordat zij op mijnenvelden stuiten, zei een Koerdische commandant.
De Koerden worden bijgestaan door zo'n 1200 Amerikaanse commando's en door Amerikaanse bommenwerpers. Maandag werden Iraakse stellingen in Kalak aan de rivier de Zab. Ook voeren de Amerikaanse commando's "gevoelige operaties" uit achter de Iraakse linies, zei Hoshiar Zebari van de Democratische Partij van Koerdistan, een van de twee partijen die in Koerdisch Noord-Irak de dienst uitmaakt.