BERLIJN - De Iraakse president Saddam Hussein kan in zijn bunkers in Bagdad alle bombardementen, ook die met Amerikaanse 'bunker busters', overleven, behalve misschien een voltreffer met een atoombom. Als een atoombom met de kracht van die van Hiroshima op 250 meter van Saddams schuilkelders terechtkomt, hoeft de Iraakse leider niet voor zijn leven te vrezen omdat de schokgolf de anderhalve meter dikke muren niet kan vernielen. Dat zei de Duitse architect van de schuilkelder onder het belangrijkste paleis van Saddam, Karl Esser.
De geallieerde militairen zullen volgens Esser op zijn minst grote moeite hebben de bunker binnen te komen door de drie ton wegende deuren die in Zwitserland zijn gemaakt. De paleisbunker, die vijftig mensen kan herbergen en die twee vlucttunnels heeft, is in 1982 en 1983 gebouwd door de Duitse firma Boswau und Knauer, die is opgegaan in wat nu de groep Walter-Bau AG is.
In die tijd was Esser adviseur van de Duitse overheid en had hij zijn eigen bedrijf, Schutzraumtechnik Esser. Dat bedrijf leverde apparatuur voor de bunker onder het belangrijkste paleis van Saddam in Bagdad. De bouw vond plaats in een periode toen westerse bedrijven Saddam legaal bevoorraaden met wapens en apparatuur tijdens de oorlog van 1980-1988 tegen Iran.
De 'bunker buster'-bommen zouden volgens Esser niet kunnen doordringen tot de schuilkelder omdat zij eerst nog door het paleis moeten dat er boven staat. "Het presidentiële paleis verschaft een natuurlijke bescherming. De bunker kan alleen door grondtroepen of een atoombom worden gekraakt", aldus de Duitse ingenieur. Het dak van de bunker is gemaakt van gewapend beton van meer dan 2 meter dik. Het is volgens de Duitser ontworpen om een voltreffer met een bom van 230 kilo te doorstaan.
Grondtroepen zouden de bunker in kunnen als zij de deuren kunnen vernielen met bazooka's en explosieven. Esser zei te vermoeden dat de bouwtekeningen van de bunker zich in handen van de Duitse geheime dienst bevinden.
Esser vertelde Saddam persoonlijk te hebben rondgeleid toen de bunker klaar was. Hij toonde zich toen zeer tevreden over de technische snufjes, waaronder watervoorziening, de elektriciteitsgenerator, de luchtfilters en het systeem dat voorkomt dat elektriciteit en computers uitvallen bij een explosie.
De Duitser heeft geen wroeging dat hij met zijn werk een dictator als Saddam bescherming heeft verschaft. "Het is niet een persoon die bescherming krijgt, het gaat om een aantal mensen, waaronder het paleispersoneel. Ik zie het als een prestatie op het gebied van bunkertechnologie."
Een gepensioneerde Joegoslavische legerofficier, die betrokken was bij de bouw van andere bunkers van Saddam, vertelde eerder ongeveer hetzelfde verhaal. Hij was een van de leidinggevenden in de jaren tachtig van de vorige eeuw toen Joegoslavië de defensie-infrastructuur van Irak opbouwde. De Joegoslaven bouwden verspreid over heel Irak een compleet systeem van ondergrondse commandoposten, schuilkelders tegen tank- en luchtaanvallen en ondergrondse ziekenhuizen.
De bunkers van de Iraakse leider liggen begraven onder minimaal 30 meter steen en zijn zeer moeilijk te vernietigen. Zij zijn gebouwd naar het voorbeeld van de bunkers die ook werden gebouwd voor de voormalige Joegoslavische president Tito, die tijdens zijn ambtsperiode nauwe banden onderhield met landen als Irak, Libië, Noord-Korea, China en India. Ze zijn voorzien van een mix van Russische en Amerikaanse technologie. De Amerikanen moeten inmiddels goed op de hoogte zijn van de constructies door hun ervaringen met vredesmissies in onder meer Kosovo en Bosnië.
Sommige schuilkelders kunnen tot vijfhonderd man herbergen. In de bunkers kan genoeg lucht, water, voedsel en brandstof worden opgeslagen om het een maand uit te houden. "Maar als alle uitgangen zijn afgesloten, kunnen ze het maar 96 uur uithouden", aldus de ingenieur, die zijn naam niet in de publiciteit wil hebben.