AMSTERDAM - Britse troepen hebben donderdagmorgen veertien Iraakse tanks vernietigd die uit Basra probeerden weg te komen. Het was de derde uitbraakpoging vanuit de zuidelijke stad sinds dinsdag, zeiden militaire woordvoerders. De woordvoerder van de Britse troepen in Qatar, Al Lockwood, zei dat tanks van de Royal Scots Dragoon Guards alle veertien Iraakse tanks in een kort gevecht hadden uitgeschakeld. Hij zei dat de uitbraken duidelijk maken dat de Irakezen maar wat proberen en dat hun communicatie met Bagdad is verbroken. "Het is een suïcidale nadering, irrationeel en gespeend van elke militaire logica", zei hij. Volgens Lockwood bedreigen paramilitairen van de Baath-partij families van Iraakse soldaten om de soldaten te dwingen de militaire voertuigen Basra uit te rijden. Hij zei dat de soldaten worden gedwongen de strijd aan te gaan, "terwijl wij graag hadden gezien dat zij zich overgaven".
|
Amerikaanse militairen met op de achtergrond de stad Najaf. (Foto: REUTERS)
|
Soortgelijke beschuldigingen hebben Amerikaanse commandanten aan het zuidelijke front bij Najaf geuit. Zij hebben aan generaal Tommy Franks, de hoogste bevelvoerder, gerapporteerd dat Iraakse paramilitairen kinderen oppakken en Iraakse mannen met executie bedreigen als zij niet voor het regime willen vechten, zei de Amerikaanse woordvoerder Jim Wilkinson van het Centrale Commando in Qatar.
Woordvoerders van de Britse troepen bij Basra zeiden dat afgelopen dinsdag al een colonne van ongeveer negentien voertuigen die de stad probeerde te verlaten werd vernietigd. Woensdagavond vielen de Britten een tweede colonne aan. Aanvankelijk werd gemeld dat het ging om 120 tanks, maar later bleken het er slechts drie te zijn. Ze werden alle drie uitgeschakeld, zei de Britse minister van defensie, Geoff Hoon.
Een Iraakse legerwoordvoerder zei donderdagavond voor de televisie dat in het middenzuiden van het land een Apache-helikopter was neergehaald en bij Basra een onbemand spionagevliegtuig.
Uit Basra, waar tekorten zijn ontstaan aan voedsel en medicijnen en geen drinkwater beschikbaar is, is een uittocht van burgers op gang gekomen. Britse militairen zeiden dat burgers hadden geklaagd over intimidatie door Iraakse strijders.
De Britse legerwoordvoerder Brian Burridge zei dat Britse commando's en Amerikaanse mariniers het schiereiland Faw bij Umm Qasr in het zuiden van Irak grotendeels in handen hebben. In de wateren bij Umm Qasr werden buiten de reguliere vaarroutes twee mijnen ontdekt, waardoor volgens Burridge de aanvoer van hulpvoorraden vertraging kan oplopen. Hij zei ook dat drie brandende oliebronnen zijn geblust, maar dat zes bronnen nog in brand staan. Andere bronnen werden door militairen onderzocht op explosieven.
Hoon zei dat twee lichamen die waren te zien in door de Arabische nieuwszender Al Jazeera uitgezonden opnamen uit Irak, waarschijnlijk die van vermiste Britse militairen zijn. Hoon noemde de vertoning van de beelden door Al Jazeera een "flagrante en misselijke schending" van de Geneefse Conventies. Het betreft volgens Hoons ministerie vermoedelijk twee militairen die werden vermist sinds ze zondag bij Az Zubayr, in de omgeving van Basra, met hun voertuig in een hinderlaag reden. De dood van het tweetal betekent dat het dodental aan Britse zijde is opgelopen tot 22. Veertien Britten kwamen om het leven bij ongelukken, vier door schoten uit eigen gelederen en vier door vijandelijk vuur.
Al Jazeera toonde ook beelden van twee gevangenen, van wie werd gezegd dat het waarschijnlijk Kenianen waren die voor de Britse troepen werkten. Het Keniaanse ministerie van buitenlandse zaken meldde donderdag dat het om twee Kenianen gaat die in Saudi-Arabië wonen en die voor een Saudische firma hulpgoederen naar Irak vervoerden.