BASRA/BAGDAD/GENEVE - Zeventien Irakese burgers onder wie negen kinderen zijn zaterdag gedood door een luchtaanval van Amerikaanse en/of Britse vliegtuigen op Basra. Dit heeft een ooggetuige, de correspondent van de Qatarese televisiezender al-Jazeera, gemeld.
Acht huizen zijn door het bombardement getroffen. Van de zeventien doden behoorden er vijftien tot eenzelfde familie.
De Amerikaans-Britse coalitie heeft eerder op zaterdag gemeld Basra te hebben aangevallen vanuit de lucht en daarbij een van de woningen van een naaste medewerker van Saddam Hussein, Ali Hassan al-Majid, te hebben verwoest. Het is niet duidelijk gemaakt waarom dit pand een militair doelwit was. Basra wordt al twee weken belegerd door Britse troepen.
Het aantal burgerslachtoffers loopt zeker in de duizenden. Volgens schattingen zijn er meer dan 1300 Iraakse burgers gedood en vele duizenden gewond of verminkt. Door de voortdurende bombardementen zijn er volgens een verklaring van het Rode Kruis zaterdag in Genève alleen al in Bagdad zoveel gewonden dat de ziekenhuizen het niet meer aankunnen. Het gaat om honderden gewonden per ziekenhuis per dag, zo vreest het Rode Kruis. Voorts faalt de drinkwater- en stroomvoorziening wat hulp moeilijk maakt. De 'bommenregen' dwingt het Rode Kruis de hulpverlening in Bagdad te beperken.
Over het aantal militairen dat aan Iraakse kant is gesneuveld is weinig bekend. Amerikaanse legerwoordvoerders zeiden zaterdag dat alleen al op die dag bij gevechten in en bij Bagdad duizend Irakezen zijn omgekomen. De Amerikanen en Britten hebben zelf circa 130 man verloren en bijna twintig militairen worden er vermist.