BAGDAD - De inwoners van de Iraakse hoofdstad Bagdad maken zich op voor bombardementen en ander oorlogsgeweld. Enkele uren voordat Amerikaanse ultimatum aan het Iraakse regime afloopt, waren woensdagmiddag veel straten in Bagdad al leeg en verlaten. Veel winkeliers hebben hun zaken met planken dichtgetimmerd, vooral uit angst voor plunderingen nadat de oorlog is uitgebroken.
De sfeer in de hoofdstad is de afgelopen dag volgens Westerse waarnemers enorm gewijzigd. Waar veel Irakezen eerder vooral nonchalant reageerden op de dreigende militaire interventie, is er nu ook ruimte voor zichtbare angst en nervositeit. Op verscheidene plekken in de stad is er militair verkeer, maar de Republikeinse Garde, het elitekorps dat de stad en de president moet verdedigen, is nog niet waargenomen.
Volgens een journalist van het Franse persbureau AFP in Bagdad besloten ook woensdag duizenden mensen de stad te verlaten. Met huisraad en al zoeken ze een veilig heenkomen. Hulpdiensten als politie en brandweer zijn volledig gemobiliseerd om hulp te kunnen bieden na een bombardement. Hun uitrusting laat echter nogal te wensen over.
Volgens een verslaggever van de BBC is er geen sprake van paniek onder de Irakezen in de hoofdstad. Hij constateert vooral gelatenheid, maar ook angst voor het onafwendbare geweld.
In Bagdad wonen naar schatting vijf miljoen mensen. Er zijn speciale schuilkelders ingericht voor de bevolking, maar die zijn niet toereikend.