- De metropool Bagdad telt ruim 5,5 miljoen inwoners en huisvest bijna een kwart van de 22,5 miljoen Irakezen. De stad is meer 1200 jaar oud en dankt haar bestaan aan de dynastie van de Abbasieden die Bagdad in 762 eerst op de westelijke oever van de Tigris stichtten. De stad was eens schitterend gebouwd en bloeiend centrum van het handeldrijvende islamitische wereldrijk. Haar roem reikte ver. In de Middeleeuwen in Europa kreeg Bagdad een sprookjesachtige naam dankzij de legendarische kalief Haroun ar-Rashid en de vertellingen uit Duizend en één nacht.
De greep van de Abbasieden op hun rijk verslapte echter in de 10e eeuw en in 1258 verwoestten de Mongolen Bagdad. Perzen en Turken betwistten de overblijfselen tot het Ottomaanse Rijk de streek kon inlijven in 1638. In Bagdad woonde toen nog slechts enkele duizenden mensen. Het werd een stoffige en vergeten provinciestadje.
Bagdad is nooit meer in de oude glorie van de 8e en 9e eeuw hersteld. De stad kreeg uiteindelijk wel een nieuw leven met de komst van Europeanen in de 19e eeuw, met name Duitsers en Britten. De vondst van olie in Mesopotamië bracht troepen van het Britse Rijk in de Eerste Wereldoorlog naar de streek. Plaatselijke opstanden werden neergeslagen met luchtbombardementen, destijds een experimentele, nieuwe krijgstactiek.
De Britten stichtten een koninkrijk Irak en Bagdad werd weer hoofdstad. Bij de onafhankelijkheid van het land in 1932 woonden er al weer 350.000 mensen. De stad groeide weer en de olie deed het geld rollen. Na een bloedige militaire staatsgreep in 1958 werd Bagdad de hoofdstad van een republiek. Deze republiek werd het toneel van een machtsstrijd die door de Arabisch-socialistische partij Baath en met name Baath-topman Saddam Hussein eind jaren zestig werd gewonnen.
In 1972 werd de olieindustrie genationaliseerd en delen van Bagdad werden een bouwput. De stad had al weinig historische bouwwerken en de nog resterende moesten grotendeels plaats maken voor brede boulevards en grote flats voor overheidsgebouwen met veel beton en weinig stijl. De bevolking steeg spectaculair door de trek naar de inmiddels weer grote stad. Talrijke wijken verrezen rond het oudere stadsdeel dat met tien bruggen verbonden is met de overzijde van de Tigris. Bagdad kreeg zo tal van centra zoals de drukke wijken rond de Sadoun- en Jamounstraten op de oostelijke oever.
De stad kreeg ook talrijke bunkers en kantoren van inlichtingendiensten. De nieuwe heerser Saddam Hussein voerde zijn land eerst in oorlog met buurlanden en vervolgens met de grote mogendheden en vooral de VS. Bagdad is sinds de jaren tachtig doelwit van talrijke bombardementen geweest terwijl de economie en delen van de stad ineenstortten.
Saddam Hussein ziet in de Amerikanen de Mongolen van onze tijd, maar in tegenstelling tot de Mongolen kunnen de Amerikanen weinig imposant cultuurgoed meer kapotgooien. Er staan nog wat oude moskeeën, een vervallen koloniaal geveltje hier en daar en het Saddam Husseinsportcentrum is ooit ontworpen door Le Corbusier. Maar over het algemeen is de stad al voor de veldslag kapotgeschoten en uitgewoond.
In deze treurige omgeving ploeteren de bewoners onder bombardementen verder. Een belangrijk deel van het leven wordt gedomineerd door de familie van president Saddam Hussein, met name zijn zoon Uday. De milities die hij leidt, zien er per wijk op toe dat de bevolking gehoorzaamt en op de markt liggen vooral goederen die Uday Irak binnen heeft gesmokkeld. Voorts pogen de knokploegen en wijkhoofden van de Baathpartij de bevolking in het gareel te houden. Dat verloopt de laatste tijd volgens waarnemers niet meer zo gecoördineerd. Uday's militie en de Baathpartij geven tegenstrijdige richtlijnen over wat te doen als verzet tegen de naderende vijand.