WASHINGTON - De Verenigde Staten hebben een belangrijke Iraakse oppositiegroepering 4 miljoen dollar gegeven zodat die weer televisieprogramma's in Irak kan uitzenden. Dat heeft een functionaris van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken woensdag gezegd.
De beslissing is volgens de zegsman, die anoniem wilde blijven, genomen door onderminister van Buitenlandse Zaken Richard Armitage. Het Iraaks Nationaal Congres (INC), dat in Londen zetelt, kan met het geld de uitzendingen via satelliet hervatten. Die waren stopgezet in mei, nadat Amerikaanse subsidies waren bevroren.
Nadat een akkoord met het CNI was bereikt over het beheer van fondsen die het krijgt, keurde het ministerie eind vorig jaar een donatie goed van 7 miljoen dollar voor de oppositiegroepering tot juni van dit jaar. Het merendeel van dat bedrag bleef echter om administratieve redenen geblokkeerd, waardoor het CNI niet kon uitzenden.
Begin deze week hadden diverse Amerikaanse parlementariërs president George Bush gevraagd de fondsen voor het CNI zo snel mogelijk vrij te maken, vooral voor het televisiestation. Zij verklaarden dat die uitzendingen nuttig zouden kunnen zijn voor het Amerikaanse leger in de oorlog tegen Irak.
"Onze troepen zijn daar, Amerikaanse levens staan op het spel. Wij moeten hen steunen met alle middelen die tot onze beschikking staan", hadden senatoren maandag geschreven in een brief aan Bush.