AMSTERDAM - Peuter Rochelle Rikkers is getuige geweest van de moord op haar zusje Rowena (4), het meisje van Nulde, en heeft tevens moeten aanzien hoe haar lichaampje aan stukken werd gesneden. Rochelle is daarna door haar moeder Wanda Rikkers (25) en stiefvader Mike J. (32) meegenomen tijdens autoritten naar Hoek van Holland en de Randmeren, waar lichaamsdelen van Rowena in het water werden gedumpt.
Evenals Rowena is Rochelle blootgesteld geweest aan voortdurende mishandelingen en nagenoeg zeker ook aan stelselmatig seksueel misbruik door Mike J.
Deze dramatische feiten staan in een onderzoeksrapport van klinisch psycholoog prof. dr. W. Wolters in Bilthoven, dat gisteren in handen van De Telegraaf kwam. Dit onderzoek, dat in februari werd afgerond, is verricht in opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming, dat de kinderrechter over voogdijmaatregelen voor Rochelle heeft geadviseerd.
Rochelle, inmiddels vier jaar, zou door de traumatische gebeurtenissen geestelijk zo zwaar beschadigd zijn geraakt dat het meisje wordt opgenomen in een kinderpsychiatrisch ziekenhuis in Barendrecht.
Toen de Bilthovense deskundige Rochelle tijdens het eerste gesprek vroeg naar haar moeder en Mike, verkrampte de kleuter en schreeuwde zij: "Ik heb geen mama." Alleen al het uitspreken van de naam Mike riep grote angst en ontzetting bij Rochelle op.
Ook Wanda Rikkers, die samen met haar vriend van de moord op Rowena wordt verdacht, is door de psycholoog ondervraagd. Moederlief wordt omschreven als een vrouw met een zeer gestoorde persoonlijkheidsontwikkeling, iemand met emotionele leegte en 'bijna bizar' gedrag. De specialist dicht haar een veel grotere rol toe in het 'macabere spel van sadisme en destructie' dan Wanda Rikkers wil doen geloven.
Pas toen de vrouw werd voorgehouden hoe groot de paniek en angst bij Rochelle is, herinnerde zij zich dat haar dochtertjes 'herhaaldelijk geestelijk en lichamelijk zijn mishandeld en geterroriseerd'. Ze gaf toe dat Rochelle 'iets' van de verminkingen heeft gezien. De psycholoog constateert dat er bij de moeder geen sprake is van 'doorleefd verdriet of rouwreacties'.