AMSTERDAM - Met de komst van de euro bekruipt veel mensen niet alleen de angst voor het onbekende, maar ook de angst voor valsemunterij. Niemand is immers nog vertrouwd met het nieuwe geld, dus de kans dat je een vals biljet in handen gedrukt krijgt, is niet denkbeeldig. Zeker niet nu Europol onlangs waarschuwde voor valse biljetten van €50 en €100 uit de Balkan. Hoe kun je bepalen of een eurobiljet wel echt is? Voelen, kijken en kantelen zijn daarbij de sleutelwoorden. Wie voelt, kijkt en kantelt, kan redelijk eenvoudig bepalen of hij met een vals dan wel een echt bankbiljet te maken heeft.
Om vervalsing van de eurobiljetten tegen te gaan, zijn veel beveiligingskenmerken van de nationale valuta's van de lidstaten van de Europese Unie in de eurobiljetten toegepast. In totaal hebben de eurobiljetten veertig echtheidskenmerken. Dat is tweemaal zoveel als ons huidige papiergeld.

|
Dinsdag is het zover. Dan betalen we voor het eerst met de euro.
|
Enkele van die kenmerken zijn niet met het blote oog waar te nemen. Sommige worden wel herkend door automaten. Maar de belangrijkste veiligheidskenmerken van de eurobiljetten zijn simpel te controleren.
VOELEN is het eerste wapen in de strijd tegen valsemunterij. De bankbiljetten zijn gedrukt op speciaal, hoofdzakelijk uit katoenvezels vervaardigd papier. Dat papier voelt knisperend aan en kan niet vettig of slap worden.
Voelbaar zijn ook de naam van de Europese Bank in de diverse talen van de eurolanden, de cijfers die de waarde van het biljet aangeven en de afbeeldingen van ramen en poorten, omdat ze in reliëf zijn gedrukt. Dit is voornamelijk gedaan voor blinden en slechtzienden, maar dat het nu ook een echtheidskenmerk is, is mooi meegenomen. Er kleeft overigens één nadeel aan: door ouderdom en slijtage kan het reliëf wel enigszins verminderen.
KIJKEN levert ook de nodige gegevens op. Voorwaarde daarbij is, dat het biljet tegen het licht wordt gehouden. Dan worden diverse kenmerken, zoals het watermerk en de donkere veiligheidsdraad, zichtbaar. Watermerk en veiligheidsdraad zijn tijdens het productieproces in het papier ingebed, wat het namaken ervan extra bemoeilijkt.
KANTELEN levert weer andere kenmerken op. Zo verandert bij de biljetten van €50, €100, €200 en €500 de kleur van het waardecijfer rechtsonder aan de achterzijde van het biljet van paars in olijfgroen of zelfs bruin als het biljet schuin wordt gehouden.
Om te bepalen of een biljet echt is, dient meer dan één veiligheidskenmerk te worden gecontroleerd. Overigens is het natuurlijk een eerste vereiste te weten in welke landen de euro wordt ingevoerd. Buiten Nederland zijn dat Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Griekenland, Oostenrijk, Finland en Ierland. Dus mocht u een Britse, Deense of Zweedse euro in handen krijgen, dan weet u het meteen: die is vals, want die EU-landen doen niet mee aan de euro.