telegraaf.nlDe krantLaatste nieuwsSportPriveDFTDigi






Vrouw en Relatie 
Reportages 
Uw mening 
Reageer 
WWW de Ware 
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Autopagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Headlines 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo  
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 

     

Deze pagina wordt de komende week dagelijks bijgewerkt.

'Oud hoef ik niet te worden!'

Sommig leed valt niet te relativeren. Een kwinkslag, een vrolijke noot; ze zouden slecht op hun plaats zijn in dit stukje over uw reacties op onze reportage van vorige week. De dood van een kind is zo triest dat wij echt even van slag waren nadat we uw brieven en mails hadden gelezen.


Kinderen die zijn verongelukt of gestorven in de baarmoeder, aan kanker, door zelfmoord en uw voortdurende worsteling om toch overeind te blijven. Zoals Els Heskes die haar zwangere dochter verloor aan een zeldzame hartziekte: "Ik mis haar nog elke dag. Ook heb ik het moeilijk dat ik er niet was op het moment dat ze benauwd werd en in coma raakte, in mijn gevoel is ze alleen heengegaan, ik had nog graag met haar gesproken."

Ina Borsboom-Sannes verloor haar dochter bij een ongeluk op de A9. Ze schreef ons over het ongeloof: "Het is niet waar, ze komt zo weer thuis, ze houdt me voor de gek. Dat gevoel heb ik lang gehad. Ik weet nog dat toen de plaat op haar graf werd geplaatst, ik in paniek was, want stel ze wil eruit, dan kan dat niet meer."

Voor Ans de Valck was het leven niet erg vriendelijk. Ze verloor achtereenvolgens haar dochter van 11 aan leukemie, haar zoon van 14 aan een hartkwaal, haar man en haar ex-man, die inmiddels een goede vriend was geworden, aan kanker. "Ik ben van een lief en aardig mens een harde vrouw geworden. Neem niets meer aan van vrienden, mijn verdriet houd ik voor mijzelf, ben graag alleen en heb sinds kort een hond aangeschaft, zij is mijn grote vriendin. Ik loop uren buiten door weer en wind. Mijn gezondheid interesseert mij niets, ga zelden naar een arts, rook veel en leef mijn leven wel uit. Ben trouwens blij dat het al aardig opschiet; oud hoef ik echt niet te worden, hoor!"

Cees Bravenboer vindt dat wij te veel nadruk leggen op de rouw van moeders en het leed van vaders niet erkennen. Zo was onze reportage echt niet bedoeld. Een citaat uit zijn brief: "Vaders lijden ook, misschien durven ze onder druk van onze Nederlands machocultuur hun emoties niet aan te geven. De man is degene die tenslotte het gezin bij elkaar houdt. Men bepaalt dat de moeder mag huilen en verdriet mag hebben, van vader wordt verwacht dat hij na drie weken op kantoor weer de oude is. Veelgebruikte clichés zijn: 'Joh, werken is de beste oplossing. Je kan maar beter bezig zijn, je moet verder, het leven gaat door. Over een paar maandjes zijn de scherpste kantjes er wel af. Je moet het een plekje geven.' Goedbedoelde en domme teksten van mensen die al in de war raken als de wind van de verkeerde kant komt. In eerste instantie probeer je de mensen les te geven in rouwleer, word je kwaad als zij je niet begrijpen. Een plaatsje geven? Waar, in de garage? Op zolder? Wat bedoel je nou? Nu is er de gelatenheid."

Tot slot de contactadressen, want velen van u vroegen ons die nog een keer op een rijtje te zetten. De website van ouders die een kind hebben verloren is www.vook.nl, Lieve Engeltjes is te bereiken via www.lieve-engeltjes.nl, het boek 'Lieverd, ik mis je zo' kan besteld worden via www.verliescommunicatie.nl. En wie meer wil weten van Tonnie en het boek dat zij aan het schrijven is, kan terecht op www.stichtingjaimy.nl.

Uw reacties:

PIM

Onze zoon en broer is op 31 januari 1995 vlak bij huis onder een vrachtwagen gefietst en ja, bij elke gebeurtenis nadien denk je wel hoe hij daarop gereageerd zou hebben. Hij was 12 november 1994 19 jaar geworden. Wij hebben nog twee dochters die inmiddels getrouwd zijn en ons drie kleinzonen geschonken hebben, waar we dol op zijn maar nooit de plaats van onze eerstgeborene in kunnen nemen. Pim blijft gewoon Pim. Alleen knuffelen en gesprekken zijn 'n beetje moeilijk, maar doordat we hem overal bij blijven betrekken, blijft hij een deel van ons gezin.

MIA VAN DER LEE

25 JAAR

Zestien jaar geleden is mijn dochter Liesbeth op 25-jarige leeftijd overleden, kort daarna volgde mijn echtscheiding en moest ik gaan werken om in mijn onderhoud te voorzien. Met hard werken heb ik getracht het verdriet te verwerken.

Een jaar later heb ik een fijne man ontmoet met wie ik nu dertien jaar samenwoon en met hem kan ik gelukkig over Liesbeth praten en samen bezochten wij regelmatig haar graf.

Drie jaar geleden kwam mijn zoon Peter (het enige kind dat ik over heb) ons geheel onverwacht vertellen dat hij na achttien jaar huwelijk ging scheiden en een nieuw leven begon met een zestien jaar jongere vrouw en in Brazilië ging wonen. Een paar dagen later is hij vertrokken en mijn twee kleinkinderen (toen twaalf en negen jaar) en mijn schoondochter bleven achter met een groot verdriet, wat ik mezelf heel erg aantrok, want het was tenslotte mijn zoon die dit veroorzaakt had.

Mijn partner en ik hebben zoveel mogelijk getracht ze wat afleiding te bezorgen om deze begintijd door te komen, wat met veel emoties gepaard ging. Huis verkopen, huurhuis inrichten, financiële achteruitgang e.d. Op het ogenblik krijgt mijn schoondochter (zo blijf ik haar noemen, want het contact is gelukkig erg goed) haar leven weer op de rails, wat ook mijn kleinkinderen ten goede komt. Maar het is nu net of ik nu pas aan mezelf toekom, want ik krijg mijn gevoelens niet in balans, verdriet, teleurstelling en woede wisselen elkaar af door de gedachten dat ik mijn dochter heb verloren, maar ik ook mijn zoon min of meer kwijt ben. Met deze brief probeer ik het enigszins van mij af te schrijven, want ik zou zo graag weer wat plezier in het leven willen hebben.

MW. J.C. MOL

KLEIN

Ik heb met tedere gevoelens het stuk in de krant gelezen. Over de moeder van Jaimy die een van haar drie lievelingen weer af moest staan. Een verdriet dat nooit meer weg gaat. Ik denk soms dat het heftiger wordt, vooral als je er iets over hoort of leest. Mijn zoon is al 47 jaar geleden overleden in Nieuw-Guinea. Hij was op 2 febr. 1957 geboren en 14 april 1957 overleden. Soms zeggen mensen 'dus hij was nog klein'. Maar een kind is een kind zeg ik dan. Hij is daar begraven. Ik ben 14 jaar geleden terug geweest. Vanaf toen is het voor mezelf wat rustiger geworden. Maar ik praat er nog wel heel vele over als iemand ook zoiets is overkomen en ben dan toch nog geëmotioneerd. Dat zal wel blijven.

MW. GEUSWEERD

HULP

Ik wil graag reageren op jullie oproep en gelijk op die van vorige week, liefdesverdriet. Want dit gaat ook wel eens samen. Zal ik het uitleggen?

Mijn man en ik hebben 21 november '94 onze zoon gekregen, die helaas na 4 dagen is overleden. Daarna nog vijf zwangerschappen waarvan drie buitenbaarmoederlijk - operatief - verwijderd. Ivf geprobeerd enz. Niet meer gelukt om zelf kinderen te krijgen. Uiteindelijk twee kinderen geadopteerd (broer en zus). Gaat gelukkig goed met de kindertjes en met mijn huwelijk, dacht ik. Tot ik vorige week te horen kreeg dat mijn man mij gaat verlaten, want hij gaat een nieuw leven opbouwen. En dat na 23 jaar samen en 14 jaar huwelijk! Ik wijt dit toch aan het verlies van dat kleine jochie. Rouw zit in jezelf en is heel moeilijk te delen. Mannen en vrouwen zijn nu eenmaal anders en zeker wat rouw betreft. Veel mannen kroppen het op. Vrouwen zoeken praatgroepen. Ik ben pas (door die bewuste vriendin) bij de vereniging v.o.o.k. geweest en vond het een openbaring! Bijna alleen vrouwen waren daar trouwens. Ik kwam dus thuis met 'blije' verhalen en zag mijn man verstijven op zijn stoel! Dan merk je toch dat het bij allebei anders zit. Ik heb de afgelopen jaren veel om mij heen geluisterd om erachter te komen of de dood van zo'n jong kind veel anders is dan de dood van een ouder kind. De conclusie is dat wij lijden onder het nooit zullen weten, geen herinneringen, en anderen weer lijden onder herinneringen. De conclusie is min of meer toch: het maakt je leven kapot... En het zal nooit meer hetzelfde worden. Ik ga dus nu pas hulp zoeken, ook omdat ik het gevoel had dat ik het goed had gedaan, maar nu mijn huwelijk kapot blijkt te zijn, is dat misschien toch niet zo.

ANONIEM

KANKER

In oktober '91 sloeg het noodlot toe. Mijn dochter, een van een tweeling, kreeg borstkanker in een heel agressieve vorm. In december '91 kregen wij te horen dat mijn man longkanker had. In januari '92 kreeg mijn dochter de borstamputatie, gelijk met het bericht dat voor mijn man niets meer kon worden gedaan, het was al te ver. U zult begrijpen in wat voor een toestand wij allemaal geleefd hebben. Mijn man heb ik thuis verzorgd tot zijn overlijden op 4 maart '92. Hij was pas 65 jaar. Daarna heb ik mij helemaal op mijn dochter gericht, die heeft het hele circuit doorlopen. Elke strohalm heeft zij geprobeerd, altijd nog positief gebleven en na 1½ jaar tussen hoop en vrees te hebben geleefd, verloor ook zij de strijd, op 4 juni 1993, 31 jaar jong, man en twee zoontjes van 3 en 5 jaar die zij moest achterlaten. Ik dacht dat ik gek werd, dit kon niet waar zijn, ook nog mijn kind verliezen, ook haar tweelingzus voelde zich geamputeerd, ook mijn zoon, zo veel verdriet voor ons in korte tijd. Ik heb eerst in een soort roes geleefd, ik huilde maar kon er niet over praten zonder te huilen en gillend door mijn huis gelopen van onmacht. Hoe moet je verder? Wij zijn bijna 11 en 12 jaar verder, maar over gaat het nooit, ik weet precies wat alle mensen die een kind verliezen voelen, je hebt echt levenslang. Ik had nog kinderen en kleinkinderen, daar moest en ging ik voor verder, want ook voor de kinderen van mijn overleden dochter heb ik gedaan wat ik kon. Logisch, daar ben ik oma voor. Mijn andere dochter kreeg daarna ook nog twee kinderen, dus alles met elkaar heeft dat ons allemaal erdoorheen gesleept en mij op de been gehouden. Maar het is nooit meer geworden zoals het was. Je denkt er altijd aan. Ik teer op een goed huwelijk van 35 jaar en op mijn beste herinneringen, aan mijn man en lieve dochter, want die heb ik godzijdank genoeg.En ik zie gelukkig ook een paar keer per week, maar zeker een keer, de jongens van mijn overleden dochter, net als mijn andere kleinkinderen, dus daar prijs ik mezelf gelukkig mee. Ik ben nu 74, maar al die klappen hebben wel hun tol geëist.Ik ben altijd maar doorgegaan voor iedereen, maar nu moet ik een stapje terug doen. Dat is niet erg. Als ik nog maar een poosje op deze aarde mag blijven, voor al mijn dierbaren.

MW. C. G. BENJAMINS

RUST

70 jaar ben ik nu. De moeder van Nico - haar overleden zoontje - is vorig jaar op 93-jarige leeftijd overleden. Ik ben Chris, haar dochter. Moeder is vaak depressief geweest (postnatale depressies?), vaak een tijdlang naar Dennenheuvel om het gezin even achter zich te laten. Twaalf jaar was ik toen ik van school werd genomen en voor het gezin, zeven kinderen, ging zorgen. De kleinste kinderen waren biologisch mijn moeders kinderen. Toch was ik hun 'kleine moedertje' tot mijn 19e jaar. Het waren mijn jongetjes, ik verzorgde en knuffelde ze. Mijn hele leven is dit een pijn geweest die altijd terugkwam. Mijn zoon, nu 44, ik durfde hem geen fiets te geven. Nu is mijn kleinzoon 8 jaar geworden en hij kreeg een fiets (de dag dat Nico verongelukte). Weer komt alles terug en neemt bezit van mijn gedachten. Toen moeder was overleden, ben ik gaan schrijven. En doordat al de herinneringen me nog scherp voor de geest stonden, ben ik met het schrijven het leven van moeder en mezelf gaan terugzien. 50 jaar is het nu geleden! Al die dingen die voorbij zijn! Vaak heb ik met moeder, die nooit meer écht blij leek te zijn, willen praten. Maar altijd zei ze: "Houd er over op, Chris. Voor mij is het een 'lieve' gedachte." M'n hele leven heb ik moeder verwend, verzorgd, mee op vakantie genomen, bezoekjes als ik vrij had van school, hup, in de trein (tot m'n 60e stond ik voor de klas). Een soort boetedoening? De laatste drie jaar zorgde ik iedere maand drie dagen voor haar (1½ uur op en neer Apeldoorn - Leiderdorp). Het gevoel dat het aan mij lag dat ze verdriet had, stil was, is moeilijk geweest. Toch was het geen bevrijding dat moeder niet meer leeft. Ik mis haar nog steeds. Maar eindelijk ben ik niet meer dat kind van haar dat niet goed oppaste. Maar ik denk dat ze er zelf onder geleden heeft dat ze was uitgegaan. Nu, achteromziend, heeft het me geholpen om alles te herbeleven en op te schrijven en denk ik, zoals moeder zei: "Het is een 'lieve' gedachte geworden." De rust heb ik terug. Moeder was 40 jaar weduwe.de kleine moeder van een prachtig jongetje Nico

Zij die we liefhebben gaan niet weg
Elke dag, lopen ze naast ons
Ongezien, ongehoord, nog steeds daar
Nog steeds geliefd, nog steeds gemist
Oneindig dierbaar!
Het geheime verdriet van moeder en Chris

Ga toch lekker samen weg. Dat kan nu toch. Ik heb toch vrij. Prachtig zomers weer. Vader en moeder gaan op reis. Ze gaan naar Jan en Suus van Drongelen die in Terneuzen wonen. Zomers hebben we met hun gezin vakanties doorgebracht in Cadzand aan Zee. Ik zwaai ze uit. Geslaagd voor de akte van kleuterleidster en geen stage meer lopen, dus heerlijk vakantie!

Het zorgen voor ons gezin was al van mijn 12e jaar mijn taak. Chris zet die oude fiets in de garage, roept papa uit het raampje. Roel had een nieuwe voor zijn verjaardag gekregen, 28 juni. Gelijk ging ik aan de gang. Bedden opmaken en voor het warme eten zorgen, want we aten 's middags warm. Gebakken aardappeltjes, sla, appelmoes en een eitje. Gien werkte als secretaresse in Amsterdam, bij prof. Waterink.De kinderen komen thuis en gaan aan tafel. Nico is niet dol op sla en warm eten, dus gaat naar school met een lege maag. Ik breng Jan naar de kleuterschool en smeer voor Nico drie dikke boterhammen met bruine suiker. Ze gaan in een bruine papieren zak. Daar zit hij bij de dikke eikenboom op het schoolplein. Nog zie ik hem voor me, dat knappe donkere jongetje met kastanjebruin haar. Hij kijkt in de zak. Z'n ogen lachen en hij neemt een grote hap.De laatste blijde herinnering aan mijn broertje.De volgende dag is het prachtig weer en het plan is met iedereen naar het bosbad. Het is woensdagmiddag. Daar gaan we. Jan achterop, Jantine bij Anne en Roel op de nieuwe fiets. Nico zwom altijd in het zwembad op de Badhuisweg en had daar les met een vriendje. Vlakbij. Hij ging er altijd zelf heen en vroeg of het mocht. We zijn nog maar kort in het bosbad of er wordt omgeroepen dat de Van de Veentjes moeten thuiskomen. Ik denk er is iets met papa en mama gebeurd. Als we op de Soerenseweg fietsen, is er voor het huis van dr. Knuttel een oploopje, politie en ziekenwagen. Kom maar, we rijden wel om, hier kunnen we niets doen, zeg ik. We wisten toen niet dat daar onze Niekje lag, aangereden door een leraar van 't gymn. Z'n fietsje, o, o grote schrik, de te grote oude kapotte fiets van Roel had hij gepakt en was van plan daarmee naar het zwembad te rijden. Hij is er niet aangekomen en ik had de diets niet achter slot en grendel gezet in de garage. Wat voelde ik me schuldig. Mijn schuld, mijn schuld hamerde het in mijn hoofd.Als we thuiskomen, is meneer Kruijswijk er al en ook onze Rie van der Sluis, die in opleiding was voor gezinsverzorgster en bij Lotte Lenkeek woonde, kwam. Dan moet er naar het ziekenhuis worden gegaan, oom Wim gaat mee om te identificeren. Een kind geheel in verband, onze Niekje ligt daar, hij is dood. De politie neemt hem in beslag. Er mag niemand meer bij. Ook vader en moeder niet.Het opsporen van onze ouders viel niet mee. Ze waren een dagje naar Knokke gegaan. Pas 's avonds kwam de politie ze op het spoor. Papa belde op: wat is er gebeurd!? Wat moeilijk om het vreselijke nieuws te vertellen. We komen naar huis, leeft hij nog? Nee, niet meer. Dan kunnen we rustig rijden, zegt papa.Wat er op deze verdrietige terugtocht gezegd is, weet niemand. Indroevig, midden in de nacht komen ze binnen. Er zit familie, oom Klaas en Catrien, Rie en de buren. Ik voel de ogen op me. Veel ogen. Mijn schuld, MIJN SCHULD, had ik de fiets maar binnen gezet. Het heeft me mijn hele leven achtervolgd.Moeder dacht, mijn schuld, MIJN SCHULD, was ik maar niet weggegaan. Het is Gods wil, het is Zijn wil, ik hoor het zeggen, weer en weer. Zo dachten de mensen toen. God beslist. Je hebt je bij Zijn wil neer te leggen. Ik dacht zo niet. Ik wil zo'n God niet, een God die een eerste vakantiereisje van ouders bederft, zo straft! Ik had verdriet, maar was ook boos. Boos dat het gebeurd was. Boos op zo'n God. Mijn schuld! Als God op iemand boos zou zijn, was het op mij, ik had iets nagelaten te doen, wat papa mij had opgedragen. De liefde van God kon ik niet meer voelen. Zijn wil? Een God die expres een mooi jong kind liet verongelukken, dat was geen God die ik wilde. Heel lang heb ik daarmee geworsteld, jaren.

Het waren indroevige dagen. Moeder liep stil en in zichzelf gekeerd door het huis. Papa regelde en praatte met de bezoekers. Vrienden, familie, buren, steeds het verhaal. Steeds horen. Chris paste op, zwembad, Soerenseweg, mijn schuld, MIJN SCHULD. Ik kwam er niet los van. Ik begon te huilen, kon niet meer ophouden. Moeder nam me niet in haar armen. Mijn hunkeren niet verstaan. Maar heb ik het toen bij haar gedaan?

CHRIS REUGEBRINK-VAN DER VEEN

ONMENSELIJK

Nog geen drie maanden geleden hebben mijn man en ik na een volledig gezonde zwangerschap een prachtige dochter gekregen, 4040 gram. Ze heeft alleen maar anderhalve dag mogen leven, wegens zuurstoftekort bij de geboorte. Zij was ons eerste kindje. Ik ben in het ziekenhuis bevallen, poliklinisch, dat maakt dus niet zo veel uit met thuis want ze luisterden af en toe naar haar hartje en niet ook tijdens de weeën. Zelf heb ik een paar keer aangegeven dat ik het hartje niet goed vond klinken, maar de dokter zei, dat is normaal. Uiteindelijk was het dus niet normaal. Het verdriet is heel erg groot. We proberen er zo goed mogelijk mee om te gaan en er een positieve draai aan te geven zodat Amelie-marie de mooie plek in ons hart zal hebben die zij verdient. Toch is het elke dag weer een gevecht om niet verbitterd te raken. Overal om ons heen zijn baby's ook veel in de media, en zwangere vrouwen. Het gemene is dat op het moment dat je je kind krijgt hou je er zo verschrikkelijk veel van dat het onmenselijk is dat je het een dag daarna in je armen moet laten sterven, we hadden niet gedacht dat wij over deze oerkrachten beschikten. Vannacht droomde ik dat ik haar vasthield en in mijn droom wist ik al dat er iets niet klopte en dat ik haar heel stevig vast moest houden, en dan word je wakkker.... We richten onze blik op de toekomst en laten de natuur zijn gang gaan en hopen dat het ons gegeven is om nog zo een prachtig kind te krijgen dat we dan wel mogen opvoeden en oneindig veel kunnen kussen. Maar deze pijn wordt wat draagelijker, we krijgen erg veel steun van alle kanten, maar het gaat niet weg, we missen haar en de met haar bedachte toekomst verschrikkelijk, er zit een gaatje in mijn hart, een heel erg groot verdriet, zij was ook klaar om de wereld aan te gaan, maar door die stomme navelstreng.., Ja, het gebeurt dus nog steeds.

C.E. BOOMSMA

KLEURLOOS

Onze lieve enige dochter Larissa overleed bijna twee jaar geleden aan de gevolgen van een stofwisselingsziekte. Hierdoor was zij gekluisterd aan een rolstoel en was doof. De artsen deelden ons zo'n 18 jaar geleden mee dat zij steeds slechter zou worden en jong zou overlijden. Hoewel wij 'voorbereid' waren, kwam haar dood toch nog heel plotseling. En ondanks dat het een zorgenkind was, mede door de epilepsie, voel ik me nu veel zorgelijker dan voorheen. Echt blij of gelukkig, wat is dat ook alweer? Het allerliefste wat ik had, waar ik voor leefde, zij die mij zo veel liefde gaf, is er niet meer. Mijn wereld is vormloos en kleurloos geworden. Ook ben ik kwetsbaarder, gevoeliger en helaas ook harder geworden. Toch is er iets wat mij ondanks de ups en downs op de been houdt. Het geloof in een Schepper. Hij heeft ons de bijbel gegeven en wordt de God der vertroosting genoemd. Gelukkig weet ik dat Larissa in Zijn herinnering is en Hij beloofd heeft dat er een opstanding zal zijn. Aangezien Hij niet liegen kan, verheug ik me op de tijd dat ik samen met mijn man haar gezond en wel in mijn armen kan sluiten. Tot die tijd zal ik mijn verdriet houden en geduld moeten oefenen. Het gemis en heimweegevoel is zo groot maar toch als ik die hoop niet had, zou ik niet weten hoe ik verder zou moeten. Wat zou het leven dan zinloos zijn!

LOES VAN WIEREN

DRIE KEER

Ik verloor van m'n zes kinderen er drie! Twee waren nog baby's en een heeft 't niet gehaald d.m.v. een vroeggeboorte. 't Is lang geleden; ze zouden inmiddels dertigers en veertigers zijn geweest. De andere drie zijn heerlijke kinderen en er zijn inmiddels vier kleinkinderen. Het duurt heel erg lang voor alles destijds een plaatsje kreeg, want de gebeurtenissen herhaalden zich tot drie (!) keer aan toe. Wij zijn gelovig en op den duur heb je daar heel veel aan. In het begin zeker niet, een van m'n schoonzussen meende te moeten zeggen: 'Die van jullie mag al juichen'. Onbegrijpelijk, of niet soms? Deze aangrijpende gebeurtenissen hebben mijn leven blijvend veranderd. Ik werd een ander mens, zoveel milder en zachter. 't Maakte mij niets uit of ze geweldige cijfers haalden op school. Ik vond andere dingen veel belangrijker, zoals bijvoorbeeld of ze gelukkig waren en of ze lekker in hun vel zaten. Verjaardagen en sterfdagen blijven, denk ik, een leven lang pijn doen, maar ondanks alles voel ik me een blij en gelukkig mensenkind. Ik weet wel zeker dat een en ander een rotsvast geloof bewerkstelligd heeft.

WILLEKE HUIZER

KAPOT

Ziek van verdriet ben je zeker na het overlijden van je kind. Verdriet, elke dag weer. Het verdriet wordt veel en veel erger met de zin 'Moeder van gestorven kind loopt risico vroegtijdig te overlijden' erboven. Alsof je daarop zit te wachten. Los van deze zin, wat denken jullie van vaders die een kind verliezen? Ook wij hebben onze 14-jarige zoon, de jongste, aan acute leukemie verloren. Zo'n klap is niet denkbaar voor iemand die het niet heeft meegemaakt. Nu, na vier jaar, is de pijn en het intense gemis nog twintig maal zo erg en verdrietig als toen het gebeurde. En als je zo'n krantenbericht op zaterdagmorgen leest, is je weekend kapot en denk je aan al die anderen die samen dit gemis weer zo extra beleven, met daarbovenop de angst, het risico om vroegtijdig te overlijden. In de hoop dat redacties nadenken voor dit soort berichten geplaatst worden, is het niet mijn bedoeling jullie iets te verwijten, maar er lering uit te trekken. Dat je niet zomaar kan weten wat ouders van overleden kinderen voelen aan pijn en verdriet. Een verdrietige moeder die haar kind intens mist, zijn liefde houdt mij overeind. Het waren veertien prachtige jaren.

ANONIEM

STEUN

Ook wij hebben 't meegemaakt: onze 11-jarige dochter overleed na een nacht ziekzijn. Je begrijpt het niet, leeft in shock, doet alles op de automatische piloot, want je gevoel is weg. Als dat terugkomt, realiseer je je dat je nóg een kind hebt dat recht heeft op je aandacht en troost. Gelukkig dat hij er is, voor hem móet je verder, hoeveel moeite je dat ook kost. Je kan het toch niet maken hem in de steek te laten. Mijn relatie heeft onder grote druk gestaan. Ik wilde praten, hij niet. Dus praat je met anderen, met als gevolg dat ik er 'beter' overheen ben dan hij. Mensen moeten eens beseffen hoe belangrijk steun is in zo'n tijd en niet, zoals bij ons, na een jaar (of korter) niets meer laten horen. Ze maken je zo veel eenzamer dan nodig. Je weet dan inderdaad wie je vrienden zijn. Op één na niemand dus. Ik ben niet verbitterd, maar wel teleurgesteld in familie en vrienden.

KARIN

MARIANNE VAATSTRA

Ik ben de moeder van Marianne Vaatstra, zij is 1 mei 1999 in Kollum vermoord. Op de vraag hoe we daarmee zijn omgegaan, het volgende: voor ons is het na plm. drie maanden een gevecht geweest naar justitie toe, omdat we erachter kwamen dat het onderzoek naar de verdachten toe niet gebeurde, waar alles naar toe wees lieten ze zo liggen. Dan vecht je voor het recht van je kind, waar ze toch recht op heeft, en voor de duidelijkheid wat er precies is gebeurd, en hoe het is gelopen. De commotie liep hier hoog op, vooral naar het A.Z.C. toe, om dat de kop in te drukken, daar werd alles voor gedaan. Politieke belangen. Zo kregen wij als ouders en familie veel extra ellende erbij. Wij als ouders hebben levenslang, en ook de volwassen kinderen van ons. We hebben heel veel medeleven en steun gehad van heel veel mensen, dat geeft je mede de kracht om staande te blijven. Het verdriet is er elke dag. Bij alles wat je doet denk je aan Marianne, de vreselijke manier hoe ze om het leven is gebracht. Gedachten laten zich niet sturen. Je weet dat er geen eerlijk onderzoek naar de verdachten is geweest, dat is zó erg. Ook wij proberen weer de dingen op te pakken, maar je kunt nergens meer van genieten. Altijd de gedachten bij Marianne en het onrechtvaardige onderzoek die op haar dood volgde. Het houvast in het leven ben je helemaal kwijt. Vaak denk ik, red ik het wel, dit verdriet is te groot, maar je moet wel, ook voor de andere kinderen en kleinkinderen. De titel van een boek van Peter R. de Vries, 'Een moord kost meer mensenlevens', is wel van toepassing. Je leeft in een bodemloze put, waaruit niet te ontsnappen is.

M. VAATSTRA-TERPSTRA

SCHULDGEVOEL

Je mag er niet te lang over praten, alles moet na drie maanden weer gewoon zijn. Maar dat wordt het nooit meer, als je je kind verliest, zeven maanden en drie uurtjes oud.In de jaren zestig was erover praten een taboe, dat hoorde niet, dat bepaalde die ander voor je. Eigen gevoelens stopte je weg, als je dan weer kinderen kreeg, moet je de handen dichtknijpen. Maar je komt jezelf na jaren tegen, emotioneel kom je samen vast te zitten, niemand begrijpt je. Stel je niet aan, twee kinderen verloren door medische fouten, en later krijgen twee jongens beschadigingen aan de hersenen.Samen kwamen we vast te zitten, de kinderen worden ouder, een van de jongens wordt opgenomen in een kindertehuis. Het ergste is, ze weten het zo te spelen, dat wij ons schuldig begonnen te voelen. Financieel was het niet te dragen, vele schulden, zo veel angst en verdriet. Je man probeert zich van het leven te beroven, het lampje begon bij mij te flikkeren. Gelukkig leeft hij nog, volgens de omgeving is het aanstellerij, maar een paar weken later ging mijn man over de rooie door zich uit te leven op een van de jongens. Paniek bij iedereen. Na een koude douche zakte de woede. Huilen, want slaan deed hij nooit en praten helemaal niet. De volgende dag bel je een instantie voor hulp.Een uur later staan ze voor de deur, het werd een lang gesprek, een week later bleek mijn man zwaar overspannen. Het duurde een kleine twee jaar voordat wij goed samen konden praten, ook over onze gevoelens. Een rijke ervaring, het was van huis uit nooit geleerd om te praten, je had meer kans op slaag. Het is allemaal goed gekomen, je had later weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen. Zo ook toen zomaar zijn stem verdween, foto's gemaakt, de longarts vertelde dat het longkanker was. Een kus, hand in hand naar huis, geen woord, maar er werd met weinig woorden genoeg gezegd.Drie van de vier jongens komen nog thuis, ieder om de beurt zorgen ze voor ons. Samen hebben we altijd gepraat met de kinderen over onze schuldgevoelens, maar dat werd afgedaan als onzin, jullie zijn niet schuldig. 'Dankzij jullie hebben wij ook leren praten, en dat komt ons nu allemaal ten goede', zeiden ze. Eén zoon trouwde en samen besloten ze om niet meer thuis te komen omdat wij volgens hun wel schuldig waren. Samen hebben we er ons bij neergelegd, het is aan hem en haar de keuze. Mijn man wilde hem niet meer zien. Mijn zoon wel, hij had er spijt van. Zelf heb ik een foto en rouwkaart gestuurd. In dit geval zal de pijn en het verdriet blijven. Je kind leeft, maar in werkelijkheid heb je je kind verloren.

WIES MENNEGE-FEITSMA

ZUSJE

Toen ik negen jaar was, stierf mijn zusje. Drie jaar en vijf maanden was ze, op de dag af. 18 juni 1944 - 18 november 1947. Die data staan in mijn geheugen gegrift, al ben ik nu bijna 66 jaar. Nog steeds zie ik mijn moeder geknield voor haar zitten, terwijl ze haar manteltje (grijs met een zwart fluwelen kraagje) dichtknoopte. Thea hijgde en kreeg bijna geen lucht meer; met grote ogen keek ze mijn broertje en mij aan. Wij gingen naar de kerk om voor haar te bidden, terwijl mijn vader met haar (achter op de fiets) naar de dokter ging. Mijn moeder was zwanger van mijn jongste broer en zij moest thuisblijven, want ik had ook nog een broertje van (toen) bijna anderhalf jaar.Thea is gestorven in de spreekkamer van de dokter, mijn vader hield haar in zijn armen! Ik zie nog mijn moeder lopen tussen haar zusters in, toen we na de rouwmis uit de kerk kwamen. Radeloos huilend. Thea lag opgebaard in mijn kamertje. De juf van de peuterschool kwam op bezoek en toen zag ik mijn vader voor het eerst huilen. Een paar jaar later, ik denk dat ze zwanger was van mijn zusje, zag ik mijn moeder huilen en ze zei letterlijk: 'Het was toch mijn vlees en bloed!' Het schokte mij en nog ben ik altijd ontroerd als ik aan dat moment denk. Mijn moeder is er denk ik nooit overheen gekomen en ze is op 46-jarige leeftijd gestorven aan de ziekte van Hodgkin.Ons hele gezin heeft er onder geleden, vooral de jongste drie hebben een trauma opgelopen, want hoewel we een fantastische en wijze moeder hadden, hebben zij niet die aandacht gehad in het begin van hun leven die mijn oudste broer en ik wel hebben gehad.

G. GILING

DOLKSTEEK

Het verhaal van zaterdag jl. begrijp ik als geen ander. Het verstikte mij weer zo je begrijpt Tonny vreselijk goed. Ook ik heb mijn dochtertje Desiree na bijna vijf jaar verloren. Desiree werd 6 september 1980 geboren met een ernstige hartafwijking, zo onbegrijpelijk. Ze huilde niet, zag blauw en grauw en werd gelijk weggehaald. Daags na haar geboorte werd ze gekatheteriseerd, en de dag daarna geopereerd. Desiree heeft in haar jonge leventje in totaal 50 operaties gehad en de laatste die duurde bijna 24 uur en heeft ze niet overleefd. Wat er dan door je heengaat, is eigenlijk met geen pen te beschrijven. Het is net of je geamputeerd wordt of je een dolksteek in je hart krijgt.

De pijn en het verdriet om het verlies van Desiree is zo groot. Het niet willen aanvaarden, de boosheid, het gemis. Je hele lijf schreeuwt om je kind. Ja, ik heb momenten gehad dat ik dood wilde, maar ik moest verder voor mijn zoontje van elf maanden. Maar je bent apathisch en ging elke dag naar haar grafje om daar bij haar te kunnen zijn. Het liefst had ik haar eruit willen halen om tegen haar te zeggen 'Mama mist je zoveel, waarom mocht je niet bij ons blijven, je was nog zo jong'.

Je sleept je door de dagen heen. Ik ben vreselijk depressief geweest. Ik miste haar zo erg, juist omdat ze een zorgenkindje was. Ze had heel veel verzorging nodig en vele ziekenhuisopnames. En ja, het heeft me toen helaas na vier jaar mijn huwelijk gekost.

Mijn ex-man en ik konden er niet met elkaar over praten. Hij had na een paar maanden na haar overlijden weer z'n werk. Ik was thuis met een kleine jongen die nog niet kon praten. Dus Desiree's gekwebbel en alles wat we samen deden, miste ik zo verschrikkelijk dat het mij verscheurde. Ging dan ook twee keer per dag naar haar graf. Het is nu zo'n 18 jaar geleden, de scherpe kantjes zijn er af. Maar ik zal er nooit echt overheen komen.

Desiree heeft maar driekwart jaar op de kleuterschool gezeten. Af en toe een paar uurtjes. Na drie jaar gaat je zoontje naar dezelfde kleuterschool en kom je daar na drie jaar weer, afschuwelijk. Voor mijn zoon was het prachtig, voor mij een kwelling. Je zag vaak haar juf en klasgenootjes. Door de scheiding kom je met je zoontje in een heel andere wijk te wonen. Dus een ander huis, andere school en blijven alle herinneringen, de plekken waar Desiree is opgegroeid, haar overlijden, alles blijft daar achter. Ik heb het dan ook weer heel moeilijk gehad in die andere wijk. Werd weer depressief, was overbezorgd voor mijn zoontje. Eigenlijk heb ik er meer dan tien jaar over gedaan om het verdriet een plek te geven. Maar ik zal Desiree tot m'n laatste adem blijven missen.Ik heb ook nog veel kleertjes, speeltjes, poppen van haar, die zal ik ook nooit weg doen. Ik heb in al die jaren mij altijd afgevraagd wat zou er nu van Desiree zijn geworden. Een mooie jonge vrouw van 23 jaar. Wat voor schoolopleiding, zou ze al verkering hebben gehad en wat al niet meer. Ik weet nog een voorval van 2,5 jaar geleden. Was met een vriendin naar een lingerieparty. Kom daar een moeder met haar dochter tegen, Desiree's kleutervriendinnetje. Toen kreeg ik het te kwaad, want ik was ook zo graag daar met Desiree geweest. De avond was voor mij niet echt leuk meer.Gelukkig heb ik met mijn ex-man al vele jaren een heel goed contact. Kunnen we nu wel samen over Desiree praten, wat toch heel belangrijk is. Onze zoon niet, die heeft haar ook niet echt gekend. Hij was elf maanden toen z'n zusje overleed. Voor ons is dat wel eens moeilijk, want kunnen er met hem niet over praten. Maar voor hem misschien wel beter.Soms komt het verdriet in alle hevigheid terug zoals op haar geboortedag, overlijdensdag, de feestdagen.

RIA

EERBETOON

Ik las jullie oproep en voelde mij geroepen te reageren omdat ik tweeëntwintig jaar geleden een kind verloren ben. Ik ben een 42-jarige vrouw, moeder van drie kinderen. Tweeëntwintig jaar geleden ben ik na een zwangerschap van 37 weken bevallen van een zoon. Tijdens de zwangerschap was er niets aan de hand, de controles waren steeds goed en de baby groeide goed. Toch is mijn kindje twee uur na de geboorte overleden. Omdat hij blauwe handjes en voetjes had, dachten ze dat hij iets aan zijn hart had. Mij werd gevraagd of ik toestemming gaf om sectie op het lijk te plegen, om de mogelijke doodsoorzaak vast te stellen, maar dat wilde ik niet. Achteraf heb ik daar natuurlijk heel veel spijt van, ik wilde toch weten waar hij aan is overleden. Waar ik ook veel spijt van heb, is dat ik niet een foto van hem heb, en dat ik hem niet wilde zien. Soms denk ik, kon hij maar even terugkomen zodat ik een foto kan maken, dan kan hij weer gaan. Het enige tastbare wat ik van hem heb, is de controlekaart van de verloskundige en de beelden van vlak na zijn geboorte. Het is jammer, want beelden in je hoofd vervagen. Wat nooit zal vervagen, is het moment dat men mij het slechte nieuws kwam vertellen. Ik hoor de verpleegkundige nog zeggen: 'De kinderarts is geweest, maar het mocht niet meer baten'. Kunnen jullie je voorstellen dat ik dat woord niet meer kan horen, nog altijd lopen de rillingen over mijn rug als ik dat woord hoor. Na tweeëntwintig jaar mis ik mijn zoon nog steeds. Als ik een jongen van die leeftijd zie lopen, vraag ik mij af of hij ook zo eruitgezien zou hebben. Mijn zoon is op 5 september om 18.45 uur geboren en om 20.45 uur overleden. Elk jaar beleef ik zijn geboorte en zijn overlijden. De tijd heelt geen wonden, ik heb nog altijd verdriet om mijn kind. Ik ben kraamverzorgster in opleiding. In maart moet ik mijn eindscriptie presenteren. Ik heb bewust voor het onderwerp 'Rouwverwerking na het overlijden van een baby' gekozen. Omdat ik bang ben dat ik te emotioneel ga reageren tijdens de presentatie, heb ik twee collega's gevraagd om het samen te doen. Ik wilde een mooi werkstuk maken als eerbetoon aan mijn kind, dat ik nog altijd mis.

DORIEN CUDOGHAN

MOTTO

Ik heb ook mijn dochter verloren door kanker (20 jaar oud) en mijn leven is compleet veranderd. Een stukje uit je hart en elke dag verdriet en pijn en gemis. Je leven krijgt een andere instelling, je verliest vrienden en krijgt anderen er weer mee terug. Zelf moet je je leven weer op de rails krijgen nadat je er een poos naast zat. Het was ook net een weg waar jij niet op stond, maar er langs liep. De feestdagen zijn niet meer leuk en de glans is van het leven af. Je neemt sneller een beslissing, omdat het motto is 'doe het vandaag, want vandaag is de dag'. Niets meer uitstellen en niet veel te veel in de toekomst kijken. Het is het ergste wat je kan overkomen, je kind missen en niet te zien opgroeien.Mijn leven is nu opgevuld door de (zie)www.stichting-danielle.nl

GEA VAN DER ZWAAG

VADER

Wij verloren onze dochter en zus Annemarie (23). Ze kreeg de ziekte van Hodgkin en hoewel het genezingspercentage ± 85 procent is (zegt men...), behoorde zij tot de resterende 15 procent... Ik ga niet vertellen hoe haar ziekte, strijd, overgave en overlijden invloed hebben gehad en nog hebben op zo veel meer zaken, mensen, situaties en relaties dan ik ooit van tevoren had kunnen bedenken. Het is nu 1¼ jaar geleden en ik ben er dagelijks mee bezig. Gelukkig hebben we met onze vijf (levende) kinderen weer kunnen invoegen in de dagelijkse gang van zaken. Wat mij is opgevallen, en daarom schrijf ik u, is dat er voor een moeder veel meer aandacht is dan voor een vader. En een vader heeft evenveel verdriet als een moeder. Vast wel op een andere manier. Hij heeft het kind niet bij zich gedragen. Als u een pagina zou reserveren voor vaders, de manier waarop zij met hun verdriet omgaan, hun rituelen enz., zou dat voor ons, moeders, misschien wel eens heel goed kunnen zijn.

H. SMITS

NICHTJE

Bijna 24 jaar geleden gingen mijn zusjes en mijn moeder bruidskleding kopen voor de trouwerij van mijn jongste zusje. Ik ging niet mee, mijn zoontje was pas zes maanden oud. Toen ze thuiskwamen, lag het jongste dochtertje van mijn één jaar jongere zusje dood in haar bedje. Ze was verdronken in de vijver van de buren. Ze kon heel goed lopen, was heel bijdehand en stapelgek op water... Mijn oudste zus heeft het kindje in een dekentje in de armen van mijn moeder gelegd. Mijn vader werd een andere man. De immense schok, pijn en wanhoop waren zo groot, dat ik dat zonder moeite terug kan halen en staat die dag op mijn netvlies gegrift. Het kistje was te groot voor haar, ze was pas anderhalf jaar. Haar zusjes van vier en zes jaar te jong om het te begrijpen.

Wat mij het meest raakte, was de blik in de ogen van mijn zusje, de doffe pijn, de glans was weg. Jaren duurde het, toen dat weer een beetje terugkwam en we haar soms weer hoorden lachen. Daar schrok ze zelf van. Kun je troosten als je zelf alleen maar kan huilen? Ik durfde mijn zoontje niet te knuffelen waar mijn zusje bij was. Onze hechte familie is meegegaan in wanhoop en onmacht, pijn, verdriet en angst om onze kinderen.

Waarom, waarom? Hoe zou ze geworden zijn, hoe zou ze er nu hebben uitgezien? Mijn oudste zoon is een grote man van 23 jaar geworden. Maar haar leven en haar toekomst eindigden na anderhalf jaar. Waar is ze nu? Mijn ouders kregen twintig kleinkinderen, ze hoort daar gewoon bij. Altijd. Vanaf het moment van het ongeluk, als ik in de krant een bericht lees van verdrinking van een kindje, draait de hele film van dit drama zich in mijn hoofd weer af. Dan voel ik weer het hele drama achter zo'n klein berichtje. Vaders, moeders, zussen, opa's, oma's, vrienden en familie. De tranen. Iedere keer denk ik dan aan die ene dramatische dag in ons leven, toen het zomer werd en de zon zo vrolijk scheen.

P.S. De oudste dochter van mijn zusje heeft haar pasgeboren dochtertje naar haar verloren zusje vernoemd. Ze 'heette' Liselore-Sara. Lief hè?

C.S. ZOETERMEER

MOORDENAARS

Toen ik het verhaal van Jaimy las, toen dacht ik: dat is zo'n beetje mijn verhaal (als ik een rouwadvertentie in de krant zie, stuur ik vaak een kaart: Onbekend, een moeder). Mijn verhaal is een beetje anders gelopen. Kind (19) pleegt zelfmoord op de dag van vaders 50e verjaardag. Kind geboren op nieuwjaarsdag. Exact het verdriet van Jaimy's moeder, ook ziektebeeld. Toen ik er na jaren achterkwam dat vaderlief al jaren met de buurvrouw, zijn schoonzus, rommelde en dat mijn zoon hen toen betrapt had en dat pa mijn zoon met de dood had bedreigd, heb ik pa (na een huwelijk van 33 jaar) gelijk het huis uitgeknikkerd. Pa en zijn lief zijn de moordenaars van mijn zoon, vind ik. Als iemand vreemdgaat, dan heeft die al een keuze gemaakt. Ze wonen met z'n drieën samen, maar ik verhuis niet. Hij, zijn broer en zij. Een jaar na het overlijden van mijn zoon is mijn eerste kleinkind geboren op precies hetzelfde tijdstip. Geen seconde verschil. Dit kind weet zo veel, ik sta steeds verbaasd. Dit kind is naar hem vernoemd.

ANONIEM

ESTHER

Mijn ervaring dateert van 1965, maar na zo'n artikel komt er weer veel verdriet en woede naar boven. Een kind verliezen is een amputatie die je je hele leven blijft voelen. In 1964 werd ik zwanger van mijn derde kind. De jongste was 7 jaar en de vreugde was enorm. Na drie maanden zwangerschap heb ik mijn kinderen verteld dat er een zusje zou komen en we noemden haar Esther. Als ze 's avonds naar bed gingen, legden ze hun handje op mijn buik en zeiden: "Welterusten, Esther." Ze was er al voor ze er was. Een nieuwe babykamer werd ingericht en we streepten de dagen van de kalender. Toen mijn tijd gekomen was, heb ik de huisarts gebeld en om hulp gevraagd. Mijn voorgevoel zei me dat het kindje niet zonder hulp kon komen, maar de huisarts lachte me uit en zei: "Stel je niet aan, je moet de natuur op zijn beloop laten." Ik werd woest en riep: "Waarom ben je dan überhaupt arts geworden." Mijn man heeft me in de loop van de avond naar het ziekenhuis gebracht en 's nachts is het kindje levenloos geboren. Esther. Dankzij die katholieke kerk heb ik ook geen grafje. Niets.

Het leven gaat door en alles slijt. Maar elk jaar als op 31 januari de vlaggen uithangen voor Beatrix, dan voel ik mijn amputatie en denk ik met woede en wrok aan die domme huisarts en de r.k.-kerk. Misschien heb ik het nooit helemaal verwerkt, omdat er toen geen rouwverwerking 'bestond' en ik nooit enig medeleven heb bespeurd van wie dan ook. Daar werd vroeger niet over gepraat. Een doodgeboren kindje werd ook doodgezwegen. En huilen deed ik alleen overdag, weggekropen op zolder.

ANONIEM

TRANEN

Ik zit met tranen in de ogen te schrijven en blijf maar huilen. Het is echt zo dat een overleden kind je altijd onverwacht weer zo verdrietig maakt. Al is het lang geleden (1956). Mijn, of liever, onze oudste zoon was nog geen drie jaar toen hij stierf, in een kanaal gevallen en door het koude water gestorven. Hoe het precies is gebeurd, schrijf ik niet, want als ik dat vertel, komt het misschien in de krant en weet iedereen het hier. Zelfs bij de begrafenis heb ik geprobeerd mijn tranen binnen te houden. Ik was toen ook nog in verwachting van mijn oudste dochter, zij is heel veel ziek geweest en kan goed leren. Op het gymnasium, hoge cijfers halen, nog naar de universiteit geweest en probeerde veel werk voor patiëntenverenigingen te doen. Ze was zo lief en dapper.

Ze heeft veel in het ziekenhuis gelegen, zelfs eens bijna negen maanden. Ze stierf in de zomer van 1996, 39 jaar oud. Mijn man is bijna drie jaar geleden gestorven, met de crematie hield ik me zo sterk mogelijk, we waren net 48 jaar getrouwd. Hoe moet je je rouw verwerken? Ik weet het niet, ik probeer zo vrolijk mogelijk te zijn, vrijwilligerswerk te doen. Twee zoons heb ik nog, die me ongemerkt troosten. Ze hebben zelf ook hun verdriet en ik wil hun niet een verdrietig leven geven.

ANONIEM

MEEDRAAIEN

Zo herkenbaar. Weet je dat ik 'n licht euforisch gevoel kreeg bij de regel 'Moeder van gestorven kind loopt risico vroegtijdig te overlijden'? Er is geen sprake van 'leven' meer na de dood van je kind. Je 'bestaat', je 'draait mee'. Moe, altijd moe. De glans is overal vanaf. Ik verloor 10 december 1999 door een afschuwelijk auto-ongeluk op Texel mijn schat van mijn leven, m'n allerliefste dochter Annemarie. Ze werd slechts 23 jaar. 9 november was ze 23 geworden. Ik kan dit hele schrijfblok volschrijven, maar uw vraag was hoe ik hiermee ben omgegaan. De schok, het ongeloof, de pijn is ondraaglijk. Veel lieve mensen om me heen, toch voel je je zo vreselijk eenzaam, koud en vreselijk moe. Zware hoofdpijn, druk/pijn rond de hartstreek en borst, verwaarlozing van mezelf, innerlijk en uiterlijk. Labiel, dus 'prooi' voor een man. Wilde alleen een arm om me heen, bescherming. Voor ik 't besefte, zat ik in een relatie met alle beslommeringen die ik er niet bij kon hebben. Kortsluiting, onbegrip van de man; die zette me op een vernederende manier aan de kant, kwaadheid, woede, ik haalde de kracht om de dag door te komen uit mijn kwaadheid, putte mezelf totaal uit. Ging uit 'troost' eten, kwam 22 kilo aan. De dagen verliepen van keihard werken tot diep in de nacht (tuin en huis), tot wekenlang alleen maar op de bank liggen. De tuin en m'n honden, daarin vond ik 'troost'. Sluit me veel op in huis, weinig sociale contacten. In 't begin schreef ik veel, vooral gedichten. Sinds ik antidepressiva slik, voel ik me afgestompt, een robot. Emotieloos, hard. Ik mis mijn dochter elk uur van de dag. Ze was m'n beste vriendin, we deelden alles. Zelfde interesses, natuur, dieren. Mijn andere dochter verwijderd zich steeds meer van de vrouw die ik nu ben. Ik ben niet meer wie ik was. Word ik ook nooit meer. De Marion van toen is gestorven met Annemarie.

Annemarie's vriend is getrouwd. Het contact verwatert. Hij heeft een zoontje... dat had mijn kleinkind moeten zijn. Ik begrijp niets meer van het leven. Heb geen toekomstdromen. Het enige wat zeker is, is dat ik doodga. En Annemarie weer zal zien. Ik voel haar dichtbij me. Ik heb twee schatten van buurvrouwen. Met een van hen ben ik echt heel close. Door haar ben ik aan mezelf gaan werken, ik ben 23 kilo afgevallen. Verzorg mezelf redelijk. Eet heel gezond, slaap weer op de bank. Veilig opgerold, en 's nachts 'leeft' Annemarie. Elke nacht doen we alles samen, net als vroeger. Ik leef met de dag. Heb vaak zelfmoordplannen, maar daar ben ik te laf voor.

Ik moet nog hier blijven, voor mijn honden. Nog twee of drie jaar, dan gaan die ook dood. Kreeg laatste een oproep voor een uitstrijkje. Doe ik niet. Laat maar zo, het leven is niet meer belangrijk. Er is een deel van mijn gestorven op 10 december 1999. Voor iedereen gaat het leven door. Ik sta stil. Ik heb een leuk huis, woon in een gezellige buurt. Ik slaap, sta op, verzorg m'n honden, doe boodschappen, kook eten, tv interesseert me niet zo, ja, discussieprogramma's, films kijken lukt niet, boeken lezen gaat niet. Ik heb wel veel boeken over rouwverwerking. Pas nog een boek gekocht, 'Mama hierboven kan ik je horen'. In de kamer, overal hangen foto's en lieve dingetjes van Annemarie. Bij alles denk ik, wat zou Annemarie hiervan vinden? Zij was mijn leven! Zij is weg, mijn leven ook. Ik weet niet hoe 't verder zal gaan. Ben heel dankbaar dat ik twee lieve vriendinnen heb, die er altijd voor me zijn. Anders was ik echt alleen. Dit was in 't kort mijn verhaal over hoe ik ermee omga. Misschien kunt u er wat mee. Ik heb wel veel steun gevonden bij ouders van een overleden kind. Geabonneerd op 't blad. Lees 't niet meer zo frequent. Ik eindig nu maar.

MARION V.D. FLIERT

VERKEERSONGELUK

Mijn zoon overleed plotseling, hij was op slag dood tijdens een verkeersongeluk. Wat voor ons traumatisch was, is dat hij er het ene moment nog gewoon was en het volgende moment niet meer. Zo van: boem, weg. Weet je, we zaten met z'n allen op de bekende roze wolk van geluk. Net grootouders geworden en dan is het hard vallen. Je gaat naar de volgende fase in je leven, jouw zoon is vader geworden van een zoon. Voor mij is het meest pijnlijke dat ik niet meer zal zien hoe hij als vader zou zijn. Hij leek zo onkwetsbaar, zo trots en sterk na de geboorte van zijn zoon, niets kon er gebeuren.Weet je, het is pas drie jaar geleden, en mijn kleinzoon wordt al drie. Tijd in gedachten doet vreemde dingen met je gevoel over iets, en nog zijn het maar kleine woordjes. Mijn kleinzoon mist geen papa, hij heeft hem maar de eerste 28 dagen van zijn leven meegemaakt. Hij groeit op met de warme liefde van zijn moeder, grootouders en familie. Hij is stapelgek op zijn opa's. Als er een opa in de buurt is, ben je niet meer in tel. Hij zegt zelf dat hij geen papa heeft en dat zijn papa dood is, maar of hij begrijpt wat dood precies is, denk ik van niet.

Natuurlijk leven we door. We zitten niet verdrietig in een hoekje. Maar het is anders, we genieten intenser van de dingen. Het opkomen en ondergaan van de zon, de natuur in al zijn pracht, de seizoenen. Het is alsof ik het voorheen minder intens beleefde. Ik denk dat ik het toen meer als gewoon ervoer. Toch zijn er nu veel dingen die ik toch zie als drukte om niets. Ik vind dat men zich zo kan opwinden over drie keer niets. Doe je werk, doe de dingen die je wil doen en doe ze nú. Ik vind dat men zeurt, onterecht moppert om niets. Ik denk vaak: kom op, geniet toch, want het kan zomaar voorbij zijn. Wij weten nu uit ervaring dat het leven kort kan zijn. Het verdriet en het pijnlijke gemis blijven. De ene keer kan ik er beter mee overweg dan de andere keer. En soms droom ik over hem. Dat zijn fijne, warme dromen, waarin hij mij zegt dat hij nu bezig is zijn eigen dingen te doen en dat het onmogelijk is om nog bij ons te zijn. Meestal laat hij zo weten dat het goed is en dat hij gelukkig is.

Ik schrijf mijn kleinzoon brieven, in het begin bijna elke dag, maar nu nog maar eens in de twee à drie maanden. Daarin vertel ik hoe wij ons verdriet verwerken en over ons leven van alledag. Hoe we met elkaar omgaan, het plezier, waar we van genieten en hoe hij zich ontwikkelt. Misschien wil hij het ooit lezen, dat is goed, want het helpt mij ook. Want de dingen opschrijven, helpt mij het te verwerken en een plaats te geven.

ANONIEM

LEGE PLAATS

Moeder en dochter, vriendinnen. Behalve een grote fysieke gelijkenis een enorme geestelijke verbondenheid. Altijd samen. Veel lachen, veel en goed praten. Een warm, gezellig gezin met nog twee zoons, altijd vrienden en vriendinnen over de vloer, veel dieren. Maar als ze veertien is, sluipt de dood naderbij. Kondigt zich aan door een steeds intensere bleekheid, afgematheid, opeenvolgende infecties, koortsaanvallen. Na maanden van gesukkel en gedokter komt alles in een stroomversnelling. Een internist velt een vernietigend vonnis: leukemie. Acute opname, de prognose is van meet af aan slecht.Je voelde al een hele tijd dat er iets helemaal niet goed zat met je kind. Je moederinstinct had je al bij de eerste symptomen gewaarschuwd. Dat vreselijke weten waarvoor je niet eens de sombere gezichten van de behandelende artsen hoeft te zien, die moordende zekerheid die diep binnenin je wroette en een verlammende angst en paniek teweegbracht. Je probeerde nog te redeneren: nee, dit kan niet, dit mag niet, je kan niet doodgaan en... ik kan niet verder leven zonder haar. Maar het innerlijk weten liet zich niet sussen en terecht, zoals spoedig zou blijken. Op de een of andere manier ga je door, je bent sterk, je lacht, want je moet je dapper en positief denkend kind steunen en kracht geven.Na een jaar vol angst en pijn, heen-en-weer geslingerd tussen hoop en steeds weer teleurstellingen, sterft ze in je armen. En zo bitter was haar lijden dat je op dat moment blij voor haar bent dat ze verlost is. Maar dan komt voor jou de val in het niets, een toestand waarin je als een robot weliswaar normaal lijkt te functioneren, maar waarin je volkomen naast jezelf staat. Alles om je heen draait gewoon door en jij draait mee, maar je hebt er geen deel aan. Er is een scherm opgetrokken tussen jou en de buitenwereld. Althans, zo ging dat bij mij.Later hoorde ik dat vrienden en kennissen zich ernstig zorgen hadden gemaakt omdat ik zo 'onnatuurlijk normaal' deed. Dat was de shock. Ik voelde me voortdurend ziek, ik kon niet slapen. Nauwelijks een winkel binnengaan, ik kon niet lezen omdat het voortdurend flitste voor mijn ogen en ik draaide de hele dag muziek. Hoe harder, hoe beter. En er was voortdurend angst, overal voor, maar vooral om ook mijn twee andere kinderen te verliezen.Net als Jaimy's moeder voelde ik me vreselijk schuldig omdat ik haar in de steek had gelaten, omdat ze daar 'zo alleen' was 'zonder ons'. Maar tevens was ik woedend omdat ik me in de steek gelaten voelde, woedend op alles en iedereen. Dat ebt weg in de loop der jaren. Ik word alleen wel kwaad als ik mensen hoor emmeren over futiliteiten, maar kan dan ook weer relativerend denken 'ach, gelukkig voor hen dat het niet iets ergs is'.Het verdriet blijft. Het is nu ruim negentien jaar geleden, maar erover schrijven kost me enorm veel energie en spanning. Ik heb voor mijn lichamelijke klachten wel hulp gezocht, zo nu en dan, maar ik heb niet het gevoel dat iemand me echt kan helpen. Praten is goed en het allerbeste is praten met mijn echtgenoot. Samen hebben we ons erdoorheen geworsteld, elkaar gesteund en vastgehouden, gehuild en godzijdank ook weer gelachen. De pijn blijft en het gemis. Over alles ligt altijd een schaduw, er is altijd een gevoel van melancholie en heimwee. Het is een lege plaats die nooit meer opgevuld kan worden.Jaimy's moeder heeft precies verwoord zoals ik het voel: ik ben niet dag in, dag uit diep ongelukkig, maar ook nooit onbezorgd gelukkig. Ze is altijd in mijn gedachten. Een deel van me is met haar meegegaan en met het deel van me dat hier is gebleven, maak ik er het beste van. Ik tel mijn zegeningen, dat zijn er heel veel. Zo zou zij het ook gewild hebben.

SONJA M.D. NUHN

LAWINE

Zaterdags koop ik altijd De Telegraaf. Deze keer was het alsof het zo moest zijn. De oproep om te vertellen of ik ook zoiets meegemaakt had! Dat zou ik sinds vanmorgen (zondag dus) wel willen, maar ik weet niet waar ik beginnen moet.Twintig jaar geleden op mijn verjaardag mijn man verloren. Elf jaar geleden mijn jongste dochter, 29 jaar oud. Volgende maand drie jaar geleden mijn middelste dochter van 43. Hoe ik daarmee omgegaan ben? Krampachtig flink zijn, er zijn voor mijn kleinzoontje van toen drie jaar oud. Er zijn voor mijn middelste dochter, er zijn voor mijn schoonzoon, jezelf wegcijferen. En sinds vanmorgen kan ik niet meer, ben zo moe, zo oneindig moe. Maar ondanks alle verdriet leef ik nog steeds, heb inderdaad wel pijn in mijn rug en benen. Maar mijn oudste dochter is er nog, gelukkig, en mijn kleinzoon, nu al zo groot, van 15 jaar en mijn schoonzoon heeft me nog zo heel nodig.Ik zou alles wel eens willen vertellen, maar het is zo veel! Er is ook dankbaarheid. Vijf dagen en nachten Manon (29) bij me gehad, samen in een bed. Een hele week dag en nacht in het ziekenhuis bij Ellen tot ze in mocht slapen.En hoe nu verder? Ik weet het niet meer. Alles komt als een lawine op mij af, is dit nu eindelijk verwerken'? Hoe heb ik het allemaal gedaan? Soms lijkt het heel lang, soms is het of het gisteren is gebeurd. Nu twijfel ik, wil ik dit wel versturen? Het kan altijd nog erger, daaraan trek ik mezelf steeds op.

R. WESTLAND-DEUMERS

BROERS EN ZUS

Hierbij wil ik reageren op uw oproep. Ik las het stukje en moest weer vreselijk huilen. Ik ben een gescheiden vrouw van 60 jaar. Sinds 1 september vorig jaar in de vut. Heb drie kinderen en drie kleinkinderen. Mijn verhaal is: ik had drie broers en een zuster. In 1987 kreeg ik 's avonds telefoon: mijn oudste broer (51), had een hartaanval gekregen. U zult het niet geloven, maar 's nachts was ik wakker geschrokken. Mijn broer riep mij en het was net of ik stikte.In 1995 telefoon. Mijn tweede broer (55) was opgenomen, hartinfarct en herseninfarct. Hij heeft twee maanden in coma gelegen. Bij deze broer heb ik vreselijk gehuild en geschreeuwd dat het gemeen was, maar niemand kan je helpen. Ik heb er jaren mee getobd en af en toe moet ik weer huilen.In 1996 was ik 's avonds bij moeder, ja, die is er ook nog, telefoon ging. Of ik aan mijn moeder wilde zeggen dat mijn zus was overleden (63). Wat vreselijk voor mijn moeder, haar derde kind, en wat erg om dit te moeten vertellen. Ze reageerde door te zeggen 'ik wist dat er wat was, ik heb het al de hele dag koud en ik was nerveus en onrustig'.In 2001 was ik met de kinderen naar Brabant op vakantie. We kwamen vrijdags aan en zaterdagmiddag belde mijn zoon. Mijn jongste broer was overleden (51). Hij woonde nog steeds in het huis van mijn moeder, die zelf in een verzorgingshuis zit. Ik moest het haar weer vertellen.Ik ben blij met uw oproep. Zo kan ik mijn hart nog eens luchten, het lijkt nu ik met de vut ben of alles veel erger is. Ik realiseer me nu: ik kan nooit meer met mijn broers of zus praten, iets leuks doen. Ik voel me nu eenzaam. Ik heb natuurlijk mijn kinderen, maar dat is toch anders. Maar het allerergste vind ik het toch voor mijn moeder, die nu 93 is. Die kan en wil er niet over praten. Misschien zijn er nog andere gezinnen waar het nog erger is. Als je kind wordt vermoord of als je kind of een van de ouders verdwijnt, dat is toch nog veel erger, denk ik dan maar.

Mevr. C.K. v.d. Heiden

NAAM

28 februari 2004 is het precies tien jaar geleden dat mijn oudste dochter Marjolein stierf. Ik ben abonnee van De Telegraaf en dacht eraan een advertentie te zetten. De behoefte haar naam te noemen, haar 'levend' te houden, gaat niet over! Ze was zo vrolijk, grappig en koppig! Waarschijnlijk ook heel depressief, want ze maakte totaal onverwacht een eind aan haar leven. Ze werd 31 jaar. Ze had familie, een baan, huis, hond waar ze dol op was en twee katten. Nooit krijg ik antwoord op mijn vraag: waarom? Dat ik enkele maanden na haar dood hartklachten kreeg, verbaast me niets, mijn hart is gewoon gebroken of hoe je het ook noemt. Gelukkig heb ik nog een lieve dochter, schoonzoon en twee kleinkinderen. Die hebben dat gebroken hart gelijmd, maar de breuk blijft altijd zichtbaar. Ik zou heel blij zijn als haar naam genoemd zou worden: Marjolein Rutten. De mijne is niet belangrijk.

MAAIKE VAN VLIET

BANG

'Getekend door het leven'. Dat is waar! Ik ben zelfs mijn enigste zoon Richard van 17 jaar verloren door een auto-ongeluk. Mijn zoon was mijn leven. Het gebeurde 8 mei 1989. Na 24 uur, op 9 mei 1989, is mijn zoon overleden. De manier waarop mijn zoon is overleden, was zo onmenselijk. Dat is al een trauma op zich waar ik nooit overheen kom. Het is een hel. Ik hoop dat niemand dat mee hoeft te maken. Heb ook artsen uitgescholden, 'moordenaars zijn jullie'. Maar werd vastgepakt en kreeg een injectie en werd weggestuurd. Je komt in een roes thuis, waar de medicijnen al klaar lagen die ik in moest nemen van (nu) mijn ex-man. Richard is geb. op 2 mei 1972, zijn laatste verjaardag was dinsdag 2 mei 1989, gestorven op dinsdag 9 mei 1989.

Ik besefte niet meer wat er gebeurde, Alles werd geregeld zonder dat ik inspraak had, waar ik dagelijks nog mee bezig ben. Als ik dat allemaal op zou schrijven, ben ik nog weken bezig! Mijn band met mijn zoon was zo sterk. Moeder en zoon, maar ook vriend en vriendin. Ik had een tiran van een man en ik had maar één doel: als Richard 18 jaar is, gaan wij weg. Ik ben uit angst bij die man gebleven. Anders moesten we vluchten. En door mijn slechte jeugd wilde ik mijn zoon dat niet aandoen. En daar maakte mijn ex-man misbruik van. Uit liefde voor mijn kind kon ik dat allemaal opbrengen. Na de dood werd ik in september al in een psychiatrische inrichting gestopt, woog nog maar 40 kilo. En ook daar was geen begrip voor mijn zware verdriet en werd ik alleen maar volgestopt met medicijnen, waar ik nu al bijna vijftien jaar verslaafd aan ben.

Ben alles verloren, het huis waar mijn zoon in had geleefd. Mijn ex-man zei: 'Dood is dood, streep eronder en ik voldeed niet meer als vrouw en was gek'. Heb verschillende zelfmoordpogingen gedaan, zelfs nog in augustus 2003. Familie en vrienden lieten mij in de steek. Ik heb voor alles moeten strijden, zelfs voor het graf van mijn zoon.

Ik kom weken het huis niet uit, durf met niemand te praten. Drink weken achter elkaa veel alcohol, elke dag veel medicijnen, probeer via via aan medicijnen te komen en de psychiater schrijft mij ook medicijnen voor. Heb maagklachten, ben ziek, maar niet bang voor de dood. Als ik alcohol drink durf ik niet naar mijn zoon uit schaamte en laat ik dan weer een tijd de drank staan en ga naar mijn zoon toe. Vriendschappen durf ik niet aan. Ben wel weer opnieuw getrouwd met een lieve man. Hij heeft twee kinderen en twee kleinkinderen. Gun hem alle liefde van de wereld, maar ben ook jaloers. Hij kan zijn kinderen leuke dingen geven, ik kan alleen het graf van mijn lieve zoon verzorgen. Ik heb levenslang gekregen. Getekend voor en door het leven. Wat een hel is het op deze aarde. Bang voor de dag en bang voor de nacht, elke nacht nachtmerries die mij overdag de hele dag bijblijven. Ik ben mijn zoon en toekomst verloren. Mag nooit meer iets beleven met mijn kind, nooit! Dit is voor het eerst dat ik schrijf. En ook niet weet wat steun en begrip is, maar wel wat het is om misbruikt te worden. Ondanks deze hel zou ik niet willen dat iemand deze zware last ooit zou moeten dragen. Ik zou dan ook heel dankbaar zijn als mijn nachtmerrie op deze aarde wordt gelezen. En dat er iemand is die mij misschien een klein beetje begrijpt.

BETSY LEUS

HORIZON

Ik ben 50 jaar en de trotse moeder van drie dochters. De oudste heet Diana, is 27 jaar, de jongste heet Yvonne en is 17 jaar. Daartussen zat Kirsten, zij was 21 jaar toen ze stierf. Haar grootste wens was 21 jaar te worden en dat heeft ze ook gehaald.Kirsten is als normale baby geboren, maar kreeg een hersenontsteking twee dagen na haar eerste verjaardag. Je hele leven staat vanaf dan op zijn kop. Ze heeft twee maanden in het ziekenhuis gelegen en toen werd ons aangeraden om haar in een tehuis te doen. Dat hebben we geweigerd. Ze is tot haar zevende bij ons thuis geweest. Een normaal leven was niet mogelijk. Kirsten ging zes jaar lang iedere morgen naar therapie en had intensieve verzorging nodig. Ze was volledig afhankelijk van ons.Na zes jaar ging het dermate bergafwaarts met haar dat onze huisarts ons had aangeraden om haar toch naar een tehuis te brengen. Dit was de zwaarste beslissing die Hans en ik ooit hebben moeten nemen. Eigenlijk begin je vanaf dan al aan een rouwproces. Niet dagelijks meer in ons gezin, zo vreemd. Bovendien vond ik dat niemand beter voor mijn kind kon zorgen dan ik. Ze heeft het heel goed gehad op Zonhove in Son en Breugel. Ze woonde nog geen tien minuten van ons vandaan.Kirsten stierf op woensdag 14 maart 2001. Ze is heel vredig gestorven met ons alle vier erbij. Mijn zusje was erbij met haar man en kinderen. Op het moment dat ze haar laatste adem uitblies, zag je pas hoe hard haar strijd was geweest om hier te blijven. Haar hele verkrampte gezichtje was zo mooi en relaxed. Ik kon uren naar haar kijken.Onze Kirsten was een meisje met een boodschap. Ze hield iedereen een spiegel voor. Zoals zij in het leven stond, met helemaal niets, zo intens genieten van alles en iedereen om haar heen. Ik ben zo trots dat zij bij ons heeft mogen wonen. Een dag na haar begrafenis ging onze oudste dochter naar Australië. Die reis was al helemaal rond en het lijkt of Kirsten haar reis had geregeld, zodat Diana ook haar reis kon maken. Op dat moment had ik wel het gevoel dat er nog een kind was gestorven. Maar dan komt mijn fantastische man op de proppen. We hadden zo intens met Kirsten geleefd, dat je heel weinig tijd voor elkaar hebt. Dertig jaar zijn we in augustus getrouwd. Ik ben er wel achter dat ieder lid uit mijn gezin zijn eigen Kirsten heeft gehad en daardoor ook zijn eigen manier van verwerken. Hans en ik hebben nog nooit zoveel met elkaar gepraat en gehuild als toen. Yvonne verwerkt het op haar manier, er zo min mogelijk over praten en door door te leven. Diana is zelf verpleegkundige op de kraamafdeling van het Elckerliekziekenhuis in Helmond. Ze is dus wel het een en ander gewend, maar de dood van haar eigen zusje is heel hard aangekomen. Mensen denken ook dat na Kirstens dood wij eindelijk tijd hebben om leuke dingen te doen. Die deden we al met haar. Ons gezin was gehandicapt, maar zo voelde het niet. Nu hebben we een normaal gezin, maar nu voelt het gehandicapt. Ikzelf werk parttime bij Hunkemöller met heel veel plezier. Het is na Kirstens dood mijn redding geworden. Wij zijn allemaal na een week weer begonnen. Thuis zak je in zo'n diep gat waar je niet meer uit kunt komen. Kirsten zag in alles het mooie. Dat heeft ze ons zeker geleerd. Ze is nog dagelijks bij me. Zo voelt dat ook. Toen we in 2002 voor het eerst op vakantie gingen met de meisjes erbij naar Ameland, toen vloog er een bruin vlindertje met ons mee op de boot. En toen we weer teruggingen, vloog er weer een bruin vlindertje met ons mee. Er zijn dagen dat ik echt verdrink in mijn verdriet en dat mijn heimwee naar haar zo intens is, dat ik iets zou willen doen om haar weer te kunnen voelen, ruiken, zien. Het is zo vreemd, ze heeft bestaan, ik heb bewijzen, maar waarom moest ze zo vlug alweer weg? Aan de andere kant was ze op. Ze kon niet meer. Ze heeft zo ontzettend veel geleden en zoveel ziekenhuizen gezien. Nooit gaf ze op. Daardoor heb ik alleen al de kracht gevonden om verder te gaan, samen met mijn fantastische man en mijn andere twee heerlijke meisjes. Kirsten heeft diegenen die haar gekend hebben zoveel kracht gegeven. Alsof ze wilde laten zien, hoe erg je er ook aan toe bent, er is altijd een horizon. Ik probeer in elke dag iets leuks te zien en als we naar haar grafje gaan, kijken we nu hoe mooi het is. Er komen 170 verschillende bloembolletjes uit en als we weggaan, lijkt het of ze ons uitzwaait. We zijn nu op 14 maart drie jaar verder, het verdriet lijkt als dat van gisteren, maar we zorgen er wel voor dat we elkaar niet uit het oog verliezen. Dat zou Kirsten ook niet hebben gedaan.

WILNA VAN VUUREN

NOOIT KLAGEN

Ik (man, 45 jaar) ben enig kind, mijn ouders zijn allebei overleden. Mijn moeder overleed in 1978 op 49-jarige leeftijd. Ik was toen 19. Mijn vader in 1993 op 68-jarige leeftijd. Ze hadden maag- en longkanker. Ik heb een zusje gehad die negen uur na de geboorte is gestorven aan een open ruggetje en waterhoofdje. Zelf heb ik aan een hersenvliesontsteking epilepsie overgehouden toen ik twee jaar was. Ik heb zelf tot mijn 17e regelmatig in het ziekenhuis gelegen, ben te vroeg geboren, woog maar 1170 gram, maar verder goed gezond. Onlangs heb ik voor het eerst in zeventien jaar een lichte aanval van epilepsie gehad. Dat was te wijten aan de spanning van een gesprek met iemand in de Klokkenberg. Familie heb ik bijna niet. Een tante die 20 km verderop woont, zie ik nooit. Ik heb ook nog een tante in Nieuw-Zeeland, de zus van mijn moeder, waar ik (misschien) via de Klokkenberg heen ga (daar ging het gesprek over, vandaar die aanval). Ik ben na het overlijden van vader in februari 1993 zelfstandig mogen blijven wonen via de thuiszorg en SPD (instantie voor mensen met een verstandelijke handicap). Dat heeft anderhalf jaar geduurd en heb sinds juli 1994 geen huishoudelijke hulp meer. Ik doe alles zelf, koken, wassen, strijken, poetsen enz. Financieel heb ik wat begeleiding en heb wat dat betreft dus geen problemen. Ik beheer alles zelf en heb een goede baan en red me helemaal zelf. De man van die instantie komt elke week en alles gaat goed. Ik heb gelukkig een heleboel fijne collega's, goede buren en klagen doe ik nooit.

FRANS HEERKENS

ZWANGER

Hoe moeilijk is het om een reactie te geven over doorgaan met leven na de dood van je overleden kind. Heel moeilijk, maar ik wil het toch proberen.Op 3 december 1996 is onze dochter, Jolanda 27 jaar oud, overleden. Zij was 5.5 maanden zwanger en had een perfecte zwangerschap. 'Alleen de lucht van gebakken aardappelen kan ik niet verdragen', was steevast haar reactie als iemand vroeg hoe het ermee ging. Na 5,5 maand zwangerschap kreeg zij op een donderdag symptonen van benauwdheid. De verloskundige weet dit aan het feit dat de baby groeide en meer plaats innam. Toen ik daartegen protesteerde was ik de overbezorgde moeder. Haar man verbleef op dat moment voor zijn werk in Engeland en zou de woensdag daarop terugkomen. Zelf had zij vertrouwen in deze verloskundige, maar de benauwdheid bleef. Op vrijdag hadden we afgesproken dat we, mijn man en ik, op zaterdag naar haar toe zouden komen om te helpen met de boodschappen en het huis op orde te brengen. Zij werkte vijf dagen per week en op ons verzoek deed ze het thuis rustig aan. Toen wij de bewuste zaterdagmorgen bij haar aankwamen schrok ik heel erg, alles was nog potdicht en ik vreesde het ergste. Bij binnenkomst zat Jolanda op de bank, zij zag er erg opgeblazen uit en was behoorlijk uitgeput en blij ons te zien. Ik ben direct gaan bellen voor hulp, maar de huisarts wilde niet komen en verwees ons naar de verloskundige, deze had ook geen interesse om te komen, zij had onze dochter donderdags nog gezien en ik maakte me zorgen om niets. Wij hebben haar toen meegenomen naar ons huis en gelukkig knapte ze enigszins op. Het weekend leek erg positief en ze had haar man ook gezegd dat hij niet eerder terug hoefde te komen omdat het weer wat beter ging, ze wilde zelfs 's maandags weer gaan werken, wat ik definitief niet heb toegestaan, erg moeilijk tegen iemand van 27. Maandagmiddag werd zij weer beroerd en ik heb direct onze huisarts gebeld. Toen deze hoorde wat er gebeurd was kwam hij onmiddellijk omdat hij het niet vertrouwde, zijn conclusie was opname in het ziekenhuis. Bij aankomst stond de gynacoloog ons op te wachten, deze vertrouwde het ook niet en haalde er een internist bij. Naderhand hoorde ik dat beide specialisten niet wisten wat er zij precies mankeerde en na overleg met de cardioloog werd zij naar de IC gebracht. Ze had inmiddels, omdat gedacht werd aan een longembolie, een bloedverdunnend middel gekregen en wist dat dit fataal was voor haar baby, maar de artsen 'gingen' voor de moeder. De baby had waarschijnlijk al schade geleden door de benauwdsheidsaanvallen die ze had gehad.

Ik verliet 's-avonds om 10.00 uur het ziekenhuis met het idee dat mijn dochter, nu ze in goede handen was, het wel zou redden maar met de wetenschap dat ons een zware taak wachtte omdat de zo gewenste baby er dan niet meer zou zijn. Het liep echter anders, 's nachts om 3 werden we gebeld het ging niet goed met Jolanda, bij aankomst in het ziekenhuis vertelde de artsen ons dat Jolanda weer een aanval van benauwdheid had gehad en dat ze in coma was. De komende uren waren bepalend voor haar, 's middags om 10 over half zes is Jolanda overleden. Ik kan het nog steeds niet begrijpen dat een kind wat nooit wat gemankeerd heeft zoiets kon overkomen. Ik weet zeker dat de artsen in het ziekenhuis alles voor haar gedaan hebben, maar mijn verwijt aan haar huisarts en verloskundige blijft, deze mensen gaven voorkeur aan hun 'vrije' weekend boven een bezoekje aan een patiente. De gynacoloog en internist hebben mij na het overlijden goed opgevangen en geinformeerd over de doodsoorzaak van mijn dochter. Toen ik echter drie maanden later te horen kreeg dat haar hartconditie erg slecht was begreep ik dat niet. Ik vertelde dat zij voor haar zwangerschap 3x per week aan arobics deed, waarvan 2x steps. N.a.v. deze opmerking is het stukje hartweefsel opnieuw onderzocht en daaruit bleek dat zij aan een weinig voorkomende hartziekte was overleden Giantcel Myocarditis, een hartziekte die toeslaat in een periode van verminderde weerstand. Op het moment van haar overlijden waren er slechts 21 gevallen bekend. Ik kreeg toen ook te horen dat al waren de arts en verloskundige de bewuste zaterdag wel gekomen, Jolanda het niet gehaald zou hebben. Waarschijnlijk zijn er meerdere mensen aan deze ziekte overleden maar omdat de symptonen veel overeenkomsten hebben met longembolie, dit als doodsoorzaak wordt opgegeven.

Het is nu zeven jaar geleden, ik mis haar nog elke dag. Ook heb ik het moeilijk dat ik er niet was op het moment dat ze benauwd werd en in coma raakte, in mijn gevoel is ze alleen heengegaan, ik had nog graag met haar gesproken. De opmerking van de moeder van Jaimy over de kwaliteit van het leven deel ik, alles is anders en je hecht minder aan het leven, en hoopt dat er iets is na de dood. Ik moet zeggen dat het me erg moeilijk leek dit op papier te zetten, ik heb ook wel wat traantjes gelaten maar het viel mee. Ik probeer te leven zoals het moet, maar heb hier nog vaak problemen mee, volgens mij is dit moeder-eigen.

ELS HESKES

MADELEINE

Iedere keer als ik het graf van mijn schoonouders bezoek kom ik langs de kindergraven, waar ik even bij stil sta en aan mijn tante denk, die bij iedere ontmoeting over Madeleine praat. Madeleine was de middelste van mijn nichten, petekind van mijn moeder, ik vond haar de leukste van de drie en vind het, na 39 jaar, nog steeds jammer, dat ik haar nooit echt mocht leren kennen. Ze stierf op 17jarige leeftijd aan leukemie.

Mijn oma van vaders kant overleefde haar beide kinderen om een paar jaar, verschrikkelijk, als je door de tachtig bent en overgrootmoeder, en je moet ziekbed en sterven van je eigen kinderen meemaken, terwijl je jezelf klaar vindt om dit aardse leven te verlaten. Ook al heeft men al lang volwassen kinderern en hoe oud menook wordt, ze blijven altijd je kinderen. Zo kan ik mij goed voorstellen, dat het verlies van en baby of een al wat ouder kind altijd diep in je hart blijft schrijnen, en dat is ook goed zo, want het was je bloedeigen kind.

HEIDI NIJHOF-MÜHLEMANN

VADERS

Het bevreemdt me altijd dat dit soort reportages door vrouwen beheerd worden. Ik ben een man van 47 jaar en heb twee kinderen op jonge leeftijd verloren. Het is bewezen dat verdriet heel persoonlijk ervaren wordt. Dat de vrouw schijnbaar meer over emoties kan vertellen, ook altijd de vraag krijgt van: 'Het moet verschrikkelijk voor jou zijn'. De meeste aandacht gaat uit naar de moeder. Naar andere gezinsleden wordt nauwelijks geïnformeerd. Vaders lijden ook, misschien durven ze onder druk van ons Nederlands machocultuur hun emoties niet aan te geven. De man is degene die tenslotte het gezin bij elkaar houdt. Men bepaalt dat de moeder mag huilen en verdriet mag hebben, van vader wordt verwacht dat hij na drie weken op kantoor weer de oude is. Veel gebruikte clichés zijn: Joh, werken is de beste oplossing. Je kan maar beter bezig zijn, Je moet verder, het leven gaat door. Over een paar maandjes zijn de scherpste kantjes er wel af. Je moet het een plekje geven. Dit zijn voor hen goedbedoelde en domme teksten van mensen die al in de war raken als de wind van de verkeerde kant komt. In eerste instantie probeer je de mensen les te geven in rouwleer, word je kwaad als zij je niet begrijpen. Een plaatsje geven? Waar, in de garage? Op zolder? Wat bedoel je nou? Nu is er de gelatenheid. Uw stukje heb ik aandachtig gelezen en het werd me duidelijk dat over vaders nauwelijks gerept wordt. Ik ben ook wel van mening dat de moeder door de zwangerschap, met het kind een speciale band krijgt, welke door vaders nu eenmaal niet op deze manier ervaren kan worden. Ik heb na het verliezen van mijn tweede zoon een boek geschreven, het eerste wat de journalist van het Brabants Dagblad vroeg: 'Ik dacht dat mevrouw dit geschreven had'.

Ik had schijnbaar met een vrouwenhand geschreven. Ik vroeg de reporter of een vader niet op deze manier, vol liefde, over zijn zoon mocht schrijven. Mijn hart is ook gebroken, de toekomst is duidelijk een andere geworden. In het algemeen gaat men stoïcijns met de opvoeding om. Het geld voor de studie wordt al tijdens de zwangerschap opzij gezet. Het liefst zou een kind drie maanden na de geboorte moeten praten, schrijven, voetballen of tennissen, of zelf naar de crèche moeten fietsen. Men beseft het voorrecht van een kind hebben niet. Dit zal natuurlijk niet voor iedereen opgaan. Na verlies van je kind of kinderen verandert je personage. De gesprekken met lotgenoten verlopen anders. Wat me opvalt is dat meestal vrouwen de gesprekstof beheren. De vaders zitten er vaak stil bij. Ik ga meestal de gesprekken met de vaders aan. Het blijkt dat veel vaders problemen op het werk hebben, thuis zo goed mogelijk de partner van steun te voorzien. Hierdoor ontstaat vaak een introverte houding. Dit wordt door onze snelle economische maatschappij sterk onderschat. Ook word ik kwaad als collega's soms respectloos over hun kinderen praten. 'Hij of zij kan niet naar de havo, hij of zij moet speciaal onderwijs hebben'. Als vader van overleden kinderen komt dit hard aan. Is dit liefde voor je kind? Uw reportage vond ik sterk, met name naar de moeders toe. Ik voelde me enigszins ongelukkig met het feit dat niet alleen de moeder het moeilijk heeft maar ook de andere gezinsleden. Ook voor hen is de toekomst een andere geworden.

CEES BRAVENBOER

KLEINDOCHTER

Vorig jaar is onze kleindochter Loesje na vier weken overleden. We wisten al vóór haar geboorte dat ze hooguit slechts enkele weken zou kunnen leven. Het proces van het doormaken van het leed van je eigen kind heb ik direct verwoord in een artikel dat een maand na de begrafenis is verschenen in het vakblad van mijn beroepsvereniging voor hypnotherapeuten (NBVH), Teth. Het was een registratie van mijn eerste reacties; nu zou ik er wat genuanceerder over publiceren.

JAN IN 'T VELD

SCHOK

Mijn zoon is op 11 september 2003 op 31-jarige leeftijd plotseling in zijn slaap overleden. Hij was eigenlijk nooit ziek. Hij zorgde alleen voor zijn twee kindertjes van vijf en zes jaar oud en is 's morgens door zijn zoontje van vijf dood in bed gevonden. Hij had na een paar hele moeilijke jaren zijn leven en dat van zijn kinderen weer op de rails gekregen en net toen het leven weer geordend was, ging hij dood. U zult begrijpen wat een schok dit voor mij en zijn zus van 32 jaar was die twee weken daarvoor haar man, die negen maanden in het ziekenhuis had gelegen met leukemie, had verloren. Zij bleef alleen achter met drie jonge kinderen waaronder een baby van zeven maanden oud die haar vader dus nooit heeft leren kennen. Mijn leven is nu het zorgen voor mijn dochter en kleinkinderen geworden, wat ik heel graag en met liefde doe, maar ik mis de steun van mijn grote sterke zoon verschrikkelijk.

ANONIEM

GEHAVEND

Een heel dramatisch klinkende kop voor deze oproep, maar iets dramatischer is er ook niet! Je bent echt getekend voor het leven. De kunst is deze vreselijke gebeurtenis deel te laten worden van jouw leven en daarbij langzamerhand dit leven van jou ook weer belangrijk te gaan vinden. Mijn prachtige zoon Marco verongelukte op vijftienjarige leeftijd door onverantwoordelijk gedrag van anderen en ook ikzelf pijnig mij nog steeds met schuldgevoelens. Ik mag wel zeggen dat de avond van zijn dood de meest gruwelijke avond van mijn leven was en zal zijn; te worden geconfronteerd met je leeggebloede kind met al een stokje onder zijn kin om zijn hoofd te steunen (terwijl ik dit tik begin ik te bibberen). Ons gehavende gezin leeft in twee tijden: voor en na Marco, ik denk heel herkenbaar voor lotgenoten... De eerste jaren kon ik niet anders dan er met iedereen over praten, ik zocht hem, 's avonds bij zijn school, in de stad, zocht overal in zijn kamer of hij misschien ergens iets had opgeschreven voor mij. Mijn verdriet ben ik nooit uit de weg gegaan en ik realiseer me heel goed dat dit vaak pijnlijk was voor anderen, maar wie had er meer pijn? Ik herinner me dat ook mijn hele lichaam zeer deed. Nu praat ik er veel minder over, maar dat komt ook omdat ik mij terdege realiseer dat mensen die dit verdriet niet hebben meegemaakt, niet kunnen invoelen wat jij meemaakt(e). Het 'grappige', als ik dit woord kan gebruiken, vond ik dat op dezelfde pagina een stukje stond over liefdesverdriet. Direct na de dood van Marco heeft zijn vader ons al liegend en bedriegend de rug toegekeerd en probeerde hij een nieuw leven op te bouwen in Polen, met dien verstande dat hij nooit duidelijk maakte aan mij wat hij echt wilde, zodat deze onzekere periode maar liefst zes jaar duurde, waarna ik de knoop doorhakte en een scheiding aanvroeg; ook dit was erg pijnlijk. Toch, de pijn van de scheiding is geheeld: je man is een deel van je huwelijk, relatie, maar je kind is een deel van je lichaam. Ik ben opnieuw getrouwd met een lieve, zorgzame man, een echte kerel, dus inderdaad: genoeg vissen in de zee. Maar met deze man kan ik niet de pijn delen over Marco, het verdriet dat de vader van Marco ook had, maar dit jammer genoeg niet kon delen met of uiten aan anderen. Deze pijn gaat nooit weg, ik begon al te huilen bij het vluchtig doorlezen van deze pagina. Ik hoop gelukkig wel op een lang leven, ben niet bang voor de dood, maar spring met het woord geluk heel voorzichtig om. Het verlangen naar Marco is erg, dat heimweegevoel, het onherroepelijke. Ook als je nu mensen ontmoet, die mij leren kennen in mijn huidige situatie, is het moeilijk te accepteren dat ze echt niet hoeven te weten hoe mijn leven er eerst uit zag: men kan zich hier toch geen voorstelling van maken, ze weten niet dat behalve mijn twee prachtige dochters ik ook een zoon heb, had, koester, hoe moet ik dat zeggen?

Ik zou nog uren door kunnen gaan, maar ik vermoed dat jullie genoeg reacties zullen krijgen. Jullie erkenning, dat het echt zo vreselijk is (ziek van verdriet), helpt ons ook een beetje.

R. MONDEEL-HERSCHEIT

MOE

Niet levensmoe, wel moe van het leven. Zo voelt dat inderdaad als je je kind verliest.Ik vond mijn 18-jarige zoon dood en ik voelde letterlijk mijn ziel uit mijn lichaam trekken. Ik moest mezelf uit alle macht dwingen adem te halen, om door te leven voor mijn andere kinderen. Het is veertien jaar geleden, maar nooit meer heeft iets echt mijn hart geraakt en nooit meer kwam er iets echt uit mijn hart, hoe wanhopig ik ook probeerde en nog steeds probeer. Ik houd echt hartstochtelijk veel van mijn kinderen, maar toch... dat ragfijne, intens voelen is voorbij; alsof mijn hart in glas gegoten is. Wat deed en doe ik met het verlies? Ik probeer ermee te leven. En ik schrijf, dit soort dingen:De eenzaamheid voorbij, de pijn van het gemis, de leegte van gevoelloos wachten op, weer houden van. Zo nooit.... wat dan?

ANONIEM

VERMOORD

Mijn zoon is vermoord, op 5 februari 2002, zijn dood werd op 6 februari vastgesteld. De mogelijkheid om de betreffende krantenartikelen bij te voegen, is er niet. Daar zou ik wel graag gebruik van maken.

NELL

COLLEGA

In mijn directe omgeving heb ik een vrouw gekend die zwanger was. De maanden verstreken en het zag er niet naar uit dat er complicaties zouden kunnen optreden. Alle controles verliepen spoedig, zonder problemen. Ze was zwanger van een tweede kind. Ze kende het klappen van de zweep. Wij, als collega's, waren erg benieuwd en nieuwsgierig naar de baby die komen zou. Zes weken voor de bevalling ging ze met zwangerschapsverlof. Enkele dagen voor de werkelijke uitgedokterde datum, ging er iets mis. In het ziekenhuis kwamen ze erachter dat het kind niet levensvatbaar genoeg was. Althans, het zou als een kasplant in leven gehouden worden. Het was voor mijn collega een enorm moeilijke beslissing of ze dat kind wilde behouden. Het kind koos zelf te sterven in haar armen. Een knop van een apparaat hoefde niet kunstmatig omgedraaid of stilgezet te worden. De natuur had zijn werk gedaan. Toch was het verdriet enorm. Want negen maanden verliep alles vlekkeloos. De doktoren ontdekten niets daarvoor. Wij kregen een paar dagen na de bevalling te horen dat het kind, een zoon, overleden was. Verslagenheid was groot onder ons. Als je zelf vader en of moeder bent, dan weet je hoe het is, als je kind ziek of verdrietig is. Maar een kind verliezen, dat moet men zelf ervaren om te weten hoe het is en voelt.

CLEO P.

STERRETJES

Samen met mijn echtgenoot heb ik zes kinderen. Helaas zijn drie van hen overleden.Een tweeling, twee jongetjes, vlak voor en na de geboorte. Waarschijnlijk door een complicatie. Later hebben wij een dochter gekregen die erg ziek bleek te zijn. Na 38 dagen is zij overleden. Het pijnlijke is dat het twee op zich staande redenen zijn. Wij hebben nog vaak verdriet over het verlies van onze kinderen. In juli 2003 hebben wij een kerngezonde dochter gekregen. Nu zie je pas echt wat het verlies van een kind met je doet. Elke mijlpaal doet veel pijn. Gelukkig kunnen wij er over praten en dat doen wij ook veel en verder zijn wij vastbesloten om onze kinderen en onszelf ondanks alles een fijn leven te geven. De geboorte van onze jongste dochter heeft ons hele gezin heel erg veel goed gedaan. Wij zijn erg blij dat wij deze stap hebben gezet. Ze is het derde zonnetje in huis. De andere drie sterretjes zullen wij nooit vergeten. Ze horen bij ons leven.

NANDA GRIP

DRAMA

Op 31 juli 1994 een drama op de snelweg van Haarlem naar Amstelveen. Een Porsche, met een snelheid van 220 km per uur, rijdt een bestelbus aan met daarin een vader, moeder en twee kinderen. De bus schaart en glijd het taluud af en komt op z'n kop in de sloot terecht. De vader en moeder overleven ternauwernood het ongeluk, maar de twee kinderen zijn dood. In een overlijdensverklaring van de arts is verdrinking de doodsoorzaak, maar wat de werkelijke oorzaak was zal nooit meer achterhaald kunnen worden. Een van die twee kinderen was mijn dochter Leonie van twaalf jaar. Ik heb het ongeluk niet zelf meegemaakt, het was haar vader met zijn gezin die dit drama overkwam. Hij verloor twee kinderen. Ikzelf was op het moment van het ongeluk met vakantie in Duitsland met mijn andere kinderen en mijn huidige echtgenoot een camping in Saarburg, Leonie zou een week later komen, omdat haar vader had besloten te gaan trouwen in dat jaar (1994) en daar wilde ze natuurlijk graag bij zijn. Het laatste telefoongesprek heb ik met haar gehad op woensdagavond, voordat ik op donderdag vertrok. Haar laatste woorden waren: 'Mam ik ben zo weer bij je, het weekend is zo om'. Ik moet nog vaak aan die woorden denken, ze heeft de betekenis van die woorden niet kunnen bevroeden, ook zei ze vaak: 'Als ik twaalf ben ga ik bij mijn vader wonen'. Ze was twaalf en ging bij me weg. Ik heb vaak gedacht of ze nu bij haar 'vader' woont, het is maar hoe je dat woordje vader uit wilt leggen. We kregen het bericht aan het eind van die zondagmiddag via een koeriertje van de camping. Ik zal het nooit van mijn leven vergeten: een jongen op een brommertje met een geel briefje in zijn hand met een telefoonnummer. We moesten bellen naar Nederland naar mijn ouders. In 1994 waren de mobiele telefoons nog niet aan de orde, dus wij naar een telefooncel. Mijn man belde naar Nederland en kreeg te horen dat Guus, mijn ex-man, een auto-ongeluk had gehad en we zelf naar Haarlem naar het Elisabeth Gasthuis moesten bellen. Op dat moment wist ik en zei dat ook 'ze is dood'; iets in me zei dat ze niet meer in leven was. Als moeder voel je dat direct aan, ik tenminste wel. Mijn man noemde zijn naam toen hij het ziekenhuis belde, werd direct doorverbonden en kreeg te horen dat ze er alles aan hadden gedaan, maar helaas waren de kinderen overleden. Wat er dan door je heen gaat is niet te beschrijven, de aarde gaat onder je voeten open, je wilt niet meer denken, alle spieren in je lijf zijn slap, je bent als een lappenpop. Dan begint het hele circus te draaien, je andere kinderen zijn dol van verdriet, gillen en schreeuwen, mensen kijken naar je, lopen voor je weg want verdriet en vooral iets als het doodgaan van je kind maakt je tot een eng object. We hebben een autorit van vijf uur gemaakt, het waren de zwaarste vijf uren van mijn leven.

Tot aan de begrafenis word je wel beziggehouden, er lopen vijf dagen mensen in en uit je huis, regelen van alles, zelf leef je in een droom, een roes. Het is niet waar, ze komt zo weer thuis, ze houdt me voor de gek. Dat gevoel van 'ze komt weer thuis op een dag' heb ik lang gehad. Ik weet nog dat toen de afdekplaat op haar graf werd geplaatst ik in paniek was, want stel ze wil eruit, dan kan dat niet meer.

In de week dat ze nog niet was begraven, ben ik op een avond op m'n blote voeten naar de overbuurman gegaan, heb daar aangebeld en gezegd 'help me alsjeblieft, m'n kind is dood'. De buurman is psychiater, de beste man was overdonderd en zei: 'ik kom er zo aan'. Later vertelde hij dat hij compleet uit het veld geslagen was en even niet wist wat te doen, maar dat is allemaal goed gekomen. Ik ben ruim een jaar bij hem onder behandeling geweest en dat heeft me enorm geholpen. Helaas hebben niet alle ouders het geluk van professionele hulp. Drie maanden na de dood van je kind val je in een zwart gat, de maatschappij en je vrienden leven weer hun leven, wat ook heel normaal en goed is, maar mijn leven was op 31 juli 1994 een stuk opgehouden te bestaan. Ik ben zelf een stuk mee dat graf ingegaan, je gaat zelf ook een stukje dood. Mijn moeder werd ziek en ging precies tien maanden na Leonie dood, ze wilde niet meer en zei ook 'ik ga naar Leonie', en ze ging. Ja, rouwen om de twee meest elementaire en dierbaarste mensen in je leven die weggaan uit je leven. Rouwen om mijn moeder ging niet, dat is een onmenselijke opgave, daar was nog lang geen ruimte voor, en eigenlijk weet ik niet na negenenhalf jaar of ik er ooit aan toegekomen ben. Ik heb in de achterliggende jaren geknokt om het hoofd boven water te houden, ben ook met uw krant in contact getreden en jullie hebben er uitgebreid verslag van gedaan. Ik heb geknokt dat het recht moest zegevieren en dat de dader er niet zonder straf vanaf zou komen, en heb daarbij de media niet geschuwd. Naar aanleiding van uw artikel zijn er zelfs Kamervragen gesteld. Ik heb het gevoel dat ik er een klein steentje aan heb bijgedragen dat de wegenverkeerswet is aangescherpt. Verder ben ik van alles gaan doen, ben twee jaar vrijwilligster geweest bij slachtofferhulp. Heb heel veel geleerd over het invullen van je leven, bij de pakken neerzitten is niemand bij gebaat en zeker jezelf niet. Op dit moment schilder ik en wil ik een portret van Leonie gaan schilderen.

INA BORSBOOM-SANNESWIJ

JUSTIN

Ik ben mijn tweede zoontje verloren na 24 weken zwangerschap. Ik denk dat je na zo'n ervaring nooit meer hetzelfde bent. Zo ervaar ik het tenminste. Ik heb na Justin (ons tweede kind) toch nog een gezonde dochter gekregen, maar het verdriet blijft. Soms betrap ik mezelf erop dat ik toevallig een dag niet aan Justin heb gedacht. Maar over het algemeen gaat hij elke dag wel een keer door mijn gedachten. Ik denk ook vaak aan hoe zou hij er nu uitzien? Zou hij ook al kunnen lopen? Allemaal dingen die ik me weleens afvraag als ik naar mijn dochtertje kijk. Want eigenlijk had hij er nu moeten zijn. Ik ben ontzettend gelukkig met mijn dochtertje en mijn eerste zoontje, maar Justin had ik er ook zo graag bij gewild! Kortom, de stelling klopt: ik ben inderdaad voor het leven getekend!

MIEKE

GOD

In 1991 verloren wij onze zoon op 22-jarige leeftijd. Bij de dood van je kind staat heel je leven stil en zou je zelf ook het liefst dood willen zijn. Na nachten van slapeloosheid was daar die morgen dat ik de vogels weer hoorde fluiten en besefte dat ook ik leven mag. Er is niet één dag dat ik niet aan mijn jongen denk en zoveel hij van mij heeft geleerd, heb ik van hem mogen leren, een groot goed. Ook de herinneringen aan hem en de verhalen over hem, wij houden hem levend in ons leven en delen de liefde voor hem met onze kinderen, elkaar en de kleinkinderen, zo blijft hij met ons verbonden door de dood heen, want ik weet; hij leeft bij God en zo blijven we door de Liefde met elkaar verbonden.

RIA BERKELAAR-WIRSING

ANGST

Eind november 1991 is mijn jongste zoon overleden op 21-jarige leeftijd. Mijn man stierf twee maanden ervoor. De eerste jaren dacht ik 'gewoon' door te kunnen gaan, maar stortte uiteindelijk in. Nu heb ik mijn manier gevonden om er mee te leven. Als ik depressief ben - wat ook weer overgaat - laat ik dat gaan. Op Oliviers verjaardag koop ik een cadeau voor mezelf, iets blijvends, zodat hij nu en in de toekomst deel uit blijft maken van mijn leven en dat van mijn oudste zoon en zijn twee kinderen. De kleinkinderen zijn een troost en angst tegelijk. De angst die mij af en toe bevangt, duw ik weg omdat ik nu van die kleintjes wil genieten: geen zorgen voor morgen.Ook lichamelijk heb ik de afgelopen jaren qua gezondheid veel ingeleverd.

T. DOBBE

TABOE

Ik vind het heel erg goed dat daar eens aandacht aan besteed wordt. Het is een soort van taboe, het rouwen om een kind, en de maatschappij lijkt deze mensen buiten te sluiten. Ik reageer op uw oproepje: ik heb inderdaad ook een kindje verloren. Mijn kindje werd te vroeg geboren en moest daardoor overlijden. Het gat waar je in terechtkomt, de onmacht, het ongeloof. Het gemeden worden door mensen in de omgeving (zelfs familie!). Allemaal vreselijk. Het lijkt alsof niemand wil weten van al dit verdriet, niemand wil het horen lijkt het wel, er is geen ruimte voor. Net als Anne-Marie Vermaat ben ook ik verbonden aan Lieve-engeltjes.

SABINE

PIJN

Ook ik heb een kind verloren. Het is inmiddels ruim twintig jaar geleden, maar mis haar nog steeds. Dat gaat nooit meer over. Ook ik denk nog steeds hoe of wat zou Marjolein er van vinden. Bij bijna alles wat ik doe of wat er gebeurt, denk ik altijd aan Marjolein. Zou zij dit ook leuk vinden of erg? Ook dat blijft, net als de pijn. Ik noem het heimwee hebben. Kan ook nu nog steeds huilen als ik over Marjolein begin. Ook nu ik dit typ. Toch gaan in de loop der jaren de scherpe kanten van het verdriet eraf. Gelukkig maar. Anders is er niet mee te leven. Ik ben, omdat ik er alleen voor stond, op dat moment vrij snel weer gaan werken. Ik had het geld heel hard nodig, de afleiding ook. Had en heb nog een dochter voor wie ik moest zorgen. Ook de vriend van Marjolein die zij toen had, had mij nodig. Met ons drieën moesten wij hier doorheen. En het is gelukt. De buitenwereld vond het raar dat ik weer ging werken, volgens hun had ik gek of op z'n minst ziek moeten zijn. Maar Marjolein zit in mijn hart en hoofd, waar ik ook ben en wat ik ook doe. Toch denk ik dat Marjolein mij heeft geholpen. Ik kreeg namelijk op dat moment werk waarvan ik zeker wist dat zij dat fijn had gevonden. En volgens mij helpt ze nog. Ik heb inmiddels een kleinzoon en vertel hem graag over z'n tante. Bij mijzelf denk ik dan weer hoe zij dat gevonden zou hebben. Ook denk ik vaak of zij nu getrouwd zou zijn en misschien ook kinderen zou hebben. Zo heb ik nog steeds al Marjoleins spullen, kleren, alles. Ik kan ze niet weg doen. Net of ik haar dan ook weggooi. Marjolein is verongelukt op de markt in Eindhoven, ik was er zelf bij. Bij het slopen van een oud pand ging er iets vreselijk mis en daar werd Marjolein het slachtoffer van. Hoe vaak ik niet denk, waarom zij en niet ik? Wij liepen naast elkaar. Waarom niet een van die oude mensen die er stonden te kijken? Marjolein was pas 19 jaar, een heel leven voor zich. Ook het schuldgevoel blijft. Had ik haar niet om moeten duwen of misschien juist niet moeten zeggen dat ze moest bukken? Ik weet het niet. Het blijft knagen. Heb enige tijd gesprekken gehad met iemand, gehuild, gegild, gevloekt ook. Het luchtte soms op. Maar je moet het verder alleen doen. Ik ben er gekomen door het op mijn eigen manier te doen: afleiding zoeken als ik daar zelf zin in had. Wat een ander daar ook van vond. Marjolein heb ik thuis in een urn staan. Is er gewoon bij. Al is het maar voor mijn eigen gevoel. Ik wens iedereen die een kind kwijt is geraakt heel veel sterkte en steun toe. Doe het op je eigen manier. Er komen echt weer andere tijden. Vergeten doe je ze nooit. Mag ook niet. Zij zullen altijd aanwezig zijn in afwezigheid.

MARJO BROUWER

BUS

Op 24 juni 2002 hebben mijn vrouw en ik ons drieënhalf jarige dochtertje op een zeer gewelddadige manier verloren. Wij kwamen net terug van vakantie en liepen met onze bagage op het Schipholplein op weg naar de taxi. Mijn vrouw liep met de kleinste, net een jaar, voorop. Ik liep met de bagagetrolley achteraan. Mijn dochtertje van drie zat op de koffer op de trolley. We liepen op het trottoir. Wij hoorden een bus loeihard toeteren achter ons. Ik dacht nog: 'Gelukkig lopen we op het trottoir'. Het moment dat ik dat dacht, raasde de bus ons voorbij en wel zo dicht langs de stoeprand dat hij haakte aan het parasolletje wat ook op de trolley lag. In minder dan een seconde zag ik dat Janita opgezwiept werd en onder de achterwielen van de bus kwam. Ze was op slag dood. Ik zag dat de buschauffeur gewoon doorreed. Op uw vraag hoe wij daarmee zijn omgegaan: we zijn er nog lang, lang, niet mee klaar.

F. HESS

KRACHT

Ik ben Mien, de moeder van drie jongens. Willem Jan, de oudste, en Eric en Edwin,een tweeling. Edwin is op 30 september 1995 overleden aan een hersentumor. In april 1995 werd dit ontdekt. Van april tot september hebben wij een heel fijne tijd met elkaar gehad. Edwin heeft alles gedaan wat hij op dat moment nog kon als 15-jarige jongen. Opeens kan je niet meer goed lopen, het praten werd minder. Het was een jongen die op een gegeven moment zei: 'Mam, als ik niet kan lopen, oké. Als ik niet kan praten, dan schrijf ik het wel op. Maar als ik jullie niet meer kan zien omdat ik blind word, dan hoef ik niet meer'. Dit heeft hij gelukkig niet meegemaakt. Hij is thuis rustig ingeslapen. Wat voor Edwin het beste was. Er was geen toekomst meer in de zin van leven. Voor ons kwam een tijd van rouw en ongeloof. Ook mensen die je ontlopen, omdat ze er geen raad mee weten. Dan ben je op elkaar aangewezen. Wat belangrijk is, is dat je het allemaal op je eigen manier een plekje kan en wil geven. Edwin is altijd bij ons in de zin van voelen en praten. Wij hebben ook nog steeds drie jongens, dat verandert nooit. Van buiten zien de mensen niets, maar je bent onzichtbaar gehandicapt. Een plekje wat leeg aanvoelt, maar er ook wel weer is. Onze huisarts is de weken erna een keer per week langs geweest om te praten of alles wel ging. Dat is op zich wel prettig. Kennissen en vrienden kunnen er niets mee. Sommigen komen niet meer, dus er blijft weinig over. Het is nu negen jaar later; je staat ermee op en gaat ermee naar bed. Maar ons leven is er wel hechter door geworden. Wij hebben Edwin vijftien jaar mogen lenen en moesten hem weer veel te vroeg afstaan. Het leven is net een bibliotheek: het ene boek is dik, dan ben je oud, dit boek was dun, nog niet goed gelezen, veel te jong. Uit respect voor Edwin zijn wij er door gekomen en laten ons hoofd niet hangen. De kracht die hij had en heeft, leeft in ons vieren voort.

MIEN

WAAROM?

Helaas heb ik ermee te maken gehad. Mijn zoon is op 12-jarige leeftijd verongelukt en hij was op slag dood. Tja, hoe ga je daarmee om? Eerst leef je in een soort roes; je denkt steeds dat het niet waar is, maar langzaam dringt het tot je door dat het wel waar is en dan moet je verder. Maar hoe? Er is geen pasklare handleiding voor rouw(verwerking) en je doet het gewoon. En dan besef je dat je sterker bent dan dat je gedacht had. Je gaat door met leven. Het verdriet slijt langzaam met de tijd en je tranen drogen op, maar het gemis blijft. Het verdriet komt af en toe weer naar boven, vooral op feestdagen, verjaardagen of tijdens belangrijke gebeurtenissen. Dan is er steeds weer die vraag: waarom? Ik heb mijn verdriet een plaatsje gegeven door er over te schrijven in de vorm van gedichten. Ik heb ze op het internet gezet en deel zo mijn verdriet met vele andere lotgenoten. Zo wil en kan ik een schouder zijn voor hen die, net als ik, een dierbare hebben verloren.Een gedicht wat veel mensen aanspreekt die ermee te maken hebben, luidt:

IK MIS JE

Ik mis jouw rommel in de gang.
Ik mis jouw kusje op mijn wang.
Ik mis jouw kleren in de was.
Ik mis jouw vrienden uit de klas.
Ik mis jouw muziek.
Ik mis jouw kritiek.
Ik mis jouw stampen.
Ik mis jouw 'rampen'.
Ik mis jouw vragen.
Ik mis jouw klagen.
Ik mis, ik mis zoveel van jou,
voor nu en altijd
mis ik.... ik hou van jou.

Meer gedichten van mij vind je op www.dagliefje.nl

ANNITA WILS-VAN RUMPT

GEAMPUTEERD

Ik heb zeker een mening, maar kan mij gevoelens op dit moment niet goed onder woorden brengen door de pijn van mijn 'geamputeerde ziel' na de dood van mijn lieve zoon Maurits, die bijna 29 jaar geworden is. Dit artikel is zeker wel een enorme herkenning van alles wat tijdens het rouwproces met je gebeurt. Ik wil zeker een ander keer op mijn mening terugkomen, maar zou nu dolgraag meer willen weten over de Stichting Lieve Engeltjes van Annemarie Vermaat.

MILLETTE

MEDISCHE FOUT

Michiel Robin. Verwacht eind februari 1979, overleden 10 januari 1979.

Ook wij hebben een zoon verloren, maar dan een zoon die door een medische fout, na ruim 34 weken zwangerschap, niet geboren mocht worden. Maar ik moest hem wel baren. Wat waren wij jong, mijn man en ik. Totaal niet opgevoed met omgaan met gevoelens, verwerken van verdriet. Wat er dus gebeurde, was dat mijn echte binnenvetterman gewoon weer aan het werk ging. Toen we hoorden dat Michiel dood was, heeft hij in een razernij van verdriet de babykamer opgeruimd. En daar zat ik, alleen, met kranten, reclames en tv-programma's die allemaal over baby's gingen. Steun had ik niet. Mijn moeder en broers konden immers ook niet met gevoelens overweg? Mijn oudste broer is door die enorme bergen sneeuw die er toen lagen als enige bij me geweest, verder moest ik het zelf zien te klaren. En ik heb het dus niet verwerkt. Nu pas, sinds een jaar of vier (!), ben ik er achter dat dat niet betekent dat je het weg werkt, maar er leert mee om te gaan. En dat kunnen we nu steeds beter. Wat ik wil geven als mening: heb openlijk verdriet, praat erover zolang het nodig is, steeds maar weer. Maar vergeet niet dat het leven doorgaat, en geleefd dient te worden, dat het leven niet bestaat uit alleen verdriet, maar ook heel veel moois. En dat je dus toch nog gelukkig kunt zijn.

ANONIEM

VERBODEN

Zeseneenhalf jaar geleden is mijn zoon overleden aan aids, 32 jaar oud of beter gezegd 32 jaar jong. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk, mis hem ook nog steeds heel erg. Dat niet bang meer zijn voor de dood, ja zelfs er naar verlangen, is heel herkenbaar, ik heb eens tegen iemand gezegd 'gelukkig ben ik niet zo jong meer, dus heel lang hoef ik geen verdriet meer te hebben' (ik ben nu 63). Nu gaat het best wel goed, ik kan intens genieten van de kleine dingen, mijn huis, mijn dieren, de tuin, een mooie dag, een mooie film etc. etc. Dat houdt mij op de been. De eerste drieënhalf jaar heb ik als een soort zombie rondgelopen, realiseer ik me nu. Niets raakte mij meer echt. Daarna ging het langzaamaan beter. Wrang is dat ik inmiddels het contact met mijn nu nog enige zoon heb moeten verbreken. Moeten, want ik trok het niet langer meer. Zoveel onbegrip, zo vaak door hem gekwetst, hij verwijt mij van alles en nog wat. Zelf heeft hij meteen de dood van zijn broer verdrongen, paste niet in zijn leven. Druk bezig met zijn carrière, zijn gezin. Het was 'verboden' om over Stefan te praten. Terwijl ik juist, zeker vlak na zijn dood, er behoefte aan had om over Stefan te praten. Maar zoals gezegd, gelukkig gaat het nu echt goed en wat heel belangrijk is, ik sta weer open voor andere mensen.

ELLY STOM

VERLOREN

Ja, wat daar staat klopt precies, getekend voor het leven. En dat leven wordt nooit meer wat was. Hoe je ook je best doet de draad weer op te pakken het gaat niet over. En ik wil het eigenlijk niet ook. Zo noem ik het. Wij, mijn man en ik, zijn onze zoon verloren die toen 13 jaar was. Het mooiste mannetje van de wereld was het voor ons. En weg was-ie. Zelfdoding. Om ons achter te laten in een gat zo zwart en diep dat je hersenen dit eigenlijk niet kunnen bevatten. Zes jaar later verliezen we onze enige dochter van 31 jaar oud. Gezond geweest tot haar 13e levensjaar. Een zeer zeldzame hersenziekte maakte een einde aan alle functies na 18 jaar ziek te zijn geweest. Weer sloeg het noodlot toe. Ik werd zelf ook nog ziek, ja. Kreeg borstkanker. De tumoren kwamen steeds terug, ik werd negen keer geopereerd en ik moet u zeggen dat de laatste keren dat het er weer was het voor mij zelf niet meer hoefde, maar ik werd er attent op gemaakt dat ik een lieve man had die van mij hield en nog een zoon had die ook veel hield van mij en wij inmiddels een kleinzoon hadden gekregen. Ik dacht ik laat het komen zo het komt. Ik zou u een boek vol kunnen praten, en over de tranen niet gesproken. Maar ik ben er van overtuigd dat je niet doodgaat van verdriet, wel door die dingen die je dan nalaat te doen en die zouden dan het proces kunnen versnellen. Maar je kunt ook kiezen, ze in je hart vast te houden en ze nooit meer los te laten. Want dat hebben ze beiden echt verdiend. En ik ben blij dat iedere dag die erna is gekomen ik weet dat ik de liefste en beste moeder ben geweest die er was. Ik heb gevochten als een terriër voor ze. En ik had mijn leven voor ze willen geven, maar dat gaat niet. Dat zijn woorden. Maar ik heb verloren, dat wel. Want we hebben zo ons best gedaan om te houden wat we hadden, maar dat hielp niet. Maar wat ik zeker weet is dat we zoveel van hen hebben gehouden dat ik daar de rest van mijn leven die gedachten kan koesteren. Wij hebben zoveel van hen gehouden en nog. Maar dat hielp niet. Weg zijn ze uit ons leven. En je weet pas wat je kwijt bent als je het niet meer hebt. Ik ook heel veel gelezen en nagedacht en gesproken met mensen die het zouden moeten weten hoe het gaat met ouders die dit meemaken. Niemand kan je verdriet wegnemen, de tumor in mijn borsten wel en soms werkt dat. Het blijkt wel ik leef nog steeds. En ik moet er bijzeggen, ik ben niet ongelukkig. Hoe gek dit mag klinken. Het enige wat ontbreekt zijn mijn twee kinderen, maar dat kan ik niet veranderen en zal ook altijd blijven. Het is niet anders. Zelfs aan mijn kanker denk ik zelden ik volg wel alle ontwikkelingen op het gebied. En ik heb het toch echt gehad. Maar zelfs dat is vergeleken bij de dood van je kinderen niet zo erg meer. Wij zijn zo anders naar de dingen gaan kijken ik zal u zeggen dat mijn lijfspreuk is geworden deze. 'Het is heel erg dat ik twee kinderen heb moeten verliezen om te weten wat ik nu weet'. En dat is het. Wij weten nu waar het om draait in het leven. Geloof ons echt. En ze verdienen het dat ik nog elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconde aan hun denk.Ik hoop dat ik iets heb zou kunnen bijdragen voor andere vaders en moeders, broers en zusters en opa's en oma's.

COBY RIETDIJK-SCHOTEL

LEVENSLANG

Onze dochter Jessica was slechts 12 jaar toen zij onder een vrachtwagen kwam die rechtsaf ging. Zij was op slag dood. Het was een spring in 't veld. Een prettig mens. Ik heb haar met haar broer 's morgens uitgezwaaid toen zij naar school gingen en zag haar terug in het mortuarium. 16-10-02 voor mij is het nog gisteren. Ik mis haar nog elke dag en weet dat dit altijd zo zal blijven. Vol verbazing lees ik af en toe dat er zeer veel kinderen doodgaan, dan denk ik aan degene die achterblijven. Wij hebben levenslang, zonder dat wij iets misdaan hebben. Het leven is erg zwaar. Wij missen een dochter, zusje en nichtje en kleindochter. Het is niet te verteren. Dit hoort niet.

RIA SUURENDONK

KANKER

Het is nu alweer ruim 16 jaar geleden dat ons dochtertje van 8 maanden overleed aan kanker. Dat er nog een dochter (3 jaar) was heeft ons er doorheen gesleept. Je moet verder voor haar. Later kwam er nog een zoon en het leven gaat verder. Maar op sommige momenten, als je een programma op de tv ziet over kinderen met kanker, heb je het soms even te kwaad. Hoe zou ze er nu uit gezien hebben? Het verdriet gaat nooit over, maar de pijn van het verdriet wordt minder.

M. SAMSOM

BEWONDERING

Ik heb grote bewondering voor Tonny, de moeder van Jaimy dat zij zo openhartig en eerlijk haar gevoelsleven met ons deelt over het leven met het verlies van haar zoon.Zij put kracht uit alle signalen die zij van haar zoon doorkrijgt en van zijn laatste troostende woorden. Tonny, ik ben ervan overtuigd dat er genoeg lieve, zorgzame mensen aan de andere kant zijn die zich over Jaimy ontfermen. Denk bijvoorbeeld aan al die jonge moeders zoals Guusje Nederhorst die te vroeg sterven en hun kleintjes moeten achterlaten.

SANDY VERBURG

VERHARD

Mijn naam is Ans, en inmiddels 61 jaar, en heb de dood van mijn twee kinderen overleefd. Ik zal proberen om bij het begin te beginnen, er is inmiddels al zo veel gebeurd. Was heel gelukkig getrouwd en samen kregen wij drie kinderen, keurig om de twee jaar, er kwamen twee dochters en een zoon, waar wij zo trots op waren. Eindelijk een zoon, die de naam kon doorgeven, omdat onze hele familie uit meisjes bestond! Mijn man had een goede baan en we werden uitgezonden naar Zuid-Afrika, een prachtig huis, konden ons geluk niet op. Na drie jaar terug naar Nederland om de kinderen een goede toekomst te geven. Niet te weten dat ons leven totaal zou veranderen in een soort horrorfilm. Onze middelste dochter werd ziek en had leukemie, een jaar lang leefden wij in het ziekenhuis en wisselden elkaar af, m'n zoon viel steeds flauw en dachten dat het door de spanning was. Voor hem ook onderzoeken tussendoor, en werd opgenomen in Heemstede voor epilepsie, na onderzoeken bij hem uitslag: hartritmestoornis. Mijn dochter overleed na een vreselijke lijdensweg in februari 1981, zij is 11 jaar geworden. Mijn zoon ging steeds meer achteruit en de aanvallen kwamen sneller op elkaar terug. Inmiddels na velen onderzoeken had hij een levensgevaarlijke ritmestoornis. Een ziekenhuisopname in Dijkzicht ziekenhuis en moest direct naar Utrecht Academisch ziekenhuis voor behandeling. Ik had gevraagd om een controlekastje, maar dat was niet beschikbaar. Had ook nog verteld dat hij vaak op het toilet zo'n aanval kreeg. Ook dat liep mis, en na uren vonden zij hem op het toilet, te laat om hem te reanimeren. Hij stierf op 14-jarige leeftijd, drie jaar na zijn zusje. Mijn huwelijk liep mis en na 25 jaar volgde een scheiding. Mijn oudste dochter bleef bij haar vader met het oog op haar studie. Ik ben zonder geld of goederen helemaal van de bodem af weer opgekrabbeld, keihard gewerkt en geknokt om m'n hoofd boven water te houden. Ben gaan werken in een bejaardenkapsalon en sloot mijn gevoelens totaal af. Ik was boos of liever gezegd woedend op het leven, en hoorde met een strak gezicht alle ellende aan van de oudjes! Ik leerde een andere man kennen en ging met hem de wereld rond zeilen. Ik paste goed in dat leven van spanning en afzien, storm en levensgevaarlijke situaties ging ik te lijf, zonder een greintje angst. Wat kon het leven mij nog meer aandoen? Kom maar, daag me maar uit, enz. Toen m'n man terug naar Holland moest voor een hartoperatie, ging ik mee. En tragisch genoeg lag hij op dezelfde ziekenhuis kamer in Utrecht waar m'n zoon had gelegen. Kon er ook nog wel bij! Hij is jammer genoeg na 5 jaar huwelijk overleden toen wij met de boot in Cyprus aankwamen. Ik was ook m'n maatje kwijt! Ik had nog niet genoeg geknokt en zeilde zelf ons schip terug naar Holland in de winter. Weer afzien, maar ik wilde dat zo. Ik probeerde mijn leven weer op poten te krijgen en kreeg een goed contact met mijn eerste man, de vader van mijn kinderen. Wij hadden samen een hele omzwerving gemaakt om ons verdriet te verwerken en werden fijne vrienden. Hielpen elkaar waar het kon en maakten weer plannen voor de toekomst. Een schok toen ook hij een agressieve vorm van kanker bleek te hebben. Hij heeft na de diagnose nog drie maanden geleefd en heeft alle behandelingen afgewezen. Ik heb hem beloofd om te blijven leven zolang als mogelijk is om voor onze enige dochter een goede moeder en oma te zijn. Als ik zo op mijn leven terugkijk, ben ik van een lief en aardig mens een harde vrouw geworden. Neem niets meer aan van vrienden, mijn verdriet houd ik voor mijzelf, ben graag alleen en heb sinds kort een hond aangeschaft, zij is mijn grote vriendin. Ik loop uren buiten door weer en wind. Mijn gezondheid interesseert mij niets, ga zelden naar een arts, rook veel en leef mijn leven wel uit. Ben trouwens blij dat het al aardig opschiet; oud hoef ik echt niet te worden, hoor! Een triest verhaal, en dit is de eerste keer dat ik het zo uitgebreid vertel. Maar schrijven gaat beter af dan erover praten. Ik heb het wel eens geprobeerd, maar ik heb geen zin om een anders ellende dan te moeten aanhoren, waar het altijd op uit draait. Ieder verwerkt het verdriet op zijn eigen manier. Het artikel in De Telegraaf vond ik goed. Er wordt tegenwoordig meer gedaan aan rouwverwerking. In mijn tijd kon je de as alleen uitstrooien op een gezamenlijk veldje na een crematie, nu heb je mooie tuinen met urnen. Ik kan nergens meer heen, en wandel maar aan zee en kan dromen over de fijne tijd met een compleet gezin! Ik leef het leven wel uit. Ze zeggen dat als je de helft van je leven gelachen en gehuild hebt, je een vol en goed leven hebt gehad. Nou, dat eerste had ik graag overgeslagen maar het komt op je pad, en je zal het er mee moeten doen.

ANS DE VALCK

<B>MOED </B>

25 jaar geleden is mijn eerste kindje een half uur na de geboorte overleden. En ja, ik zeg ook nog steeds dat ik drie heb (gehad). Maar ik gaf me toentertijd niet de gelegenheid om te rouwen. Ik wilde flink zijn en ging anderen die ook verdriet hadden troosten. Ik sloeg mijn armen om hen heen, droogde tranen en sprak bemoedigende woorden. Jaren later stortte ik in. Ik trok het flink zijn niet meer. Ik wil dan ook alle ouders die dit overkomen (zijn) de moed van de ochtendzon toewensen. De moed van de ochtendzon, die ondanks alle moeilijkheden in de wereld toch elke dag weer opkomt. Heel veel sterkte. Maar geef toe aan het verdriet en beleef het zoals je het voelt. Kijk niet naar de ander. Die voelt niet wat jij voelt!

LENY

LEVENSPAP

Ja, ook wij zijn ouders die hun (enig) kind hebben verloren. Zij mocht maar 32 jaar worden en is overleden aan hersentumoren, maar is eigenlijk elf jaar min of meer ziek geweest. Het begon met het weghalen van een melanoom, na 5 jaar controles is ze zelfs 'genezen' verklaard(!) Ze had samen met haar man een zoontje van - toen - 6 jaar en ook voor onze schoonzoon en hun kindje was het een drama. Inmiddels is schoonzoon hertrouwd (zijn goed recht) en met zijn gezin naar Nieuw-Zeeland vertrokken. En, en dát is nog het ergste, is het contact met onze kleinzoon verbroken, gestopt, door hem, wij blijven kaarten en brieven sturen, maar horen niets terug. Wij horen niet bij hun nieuwe leven. Dat is erg, maar... wat doen ze dat kind aan? Zelf ben ik op jonge leeftijd mijn moeder verloren, ook aan kanker en dus kon ik - ondanks ons eigen verdriet om ons kind - onze kleinzoon heel goed aanvoelen. Dat werd ook gewaardeerd door schoonzoon tot er een andere partner kwam, toen sloeg hij om als een blad aan een boom. Wat moet er van onze kleinzoon worden. Rouwen om je kind doe je levenslang, wij proberen het 'beheersbaar' te houden zeker t.o. derden want je kunt niet aan blijven komen met je verhaal. Maar accepteren kun je het nooit, je leeft nog maar half. De andere helft is weg. Het toegevoegde verdriet om onze kleinzoon benadrukt dit extra, ik vecht al jaren om ons kleinkind er nog en kan er inmiddels een boek over schrijven, zo'n dik dossier met foto's, brieven, facturen van advocaten e.d. en m'n 'dagboeken'. De kinderrechter? Dat doe ik dat kind niet aan, dan weet hij het helemaal niet meer. Hij wordt al ruim 5 jaar 'verkeerd voorgelicht'. We kunnen alleen maar hopen dat hij het redt, 'down under'. Tot nu toe lukt het ons om door te gaan, wij zijn financieel onafhankelijk en mijn man heeft veel hobby's waar hij zich in kan vinden. We reizen veel en samen blijken we toch sterk te zijn. We proberen om de krenten uit de 'levenspap' te halen, maar het blijft proberen.

LENY BAKKER-VAN NUNEN

AANWEZIG

Op 17 januari 2003 is onze zoon Christiaan door een ongeval om het leven gekomen. Hij was 21 jaar en stond op het punt zijn vleugels uit te slaan. Wij waren die dag 23 jaar getrouwd, dus voor ons is 17 januari een dag met dubbele gevoelens. Dit jaar op de 17e januari hebben we dat voor het eerst meegemaakt, ik kan je zeggen dat het een mooie en ook pijnlijk, verdrietige dag was. De trouwdag stond in de schaduw van de overlijdensdag van Christiaan. Hij is nog iedere dag in mijn gedachten, want je kind vergeten, dat kan niet. Er veel over praten zodat zijn naam genoemd wordt door iedereen die hem gekend heeft of mij kent, doet je heel goed, want ook al is hij niet aanwezig, in gedachten zal dat altijd wel zo zijn. Het afgelopen jaar zijn er dingen gebeurd waarvan ik denk dat Christiaan daarbij geholpen heeft en dat geeft een goed gevoel. Ik wens al de lotgenoten sterkte en kracht om verder te gaan.

MARISKA V.D. KNAAP

THERAPIE

Wij hebben ook een verlies van ons kind (meisje van 3,5) te verwerken. Op 24 juni 2002, net terug van vakantie, is ons dochtertje op Schiphol Plaza voor een bushalte door een bus geschept en voor onze ogen doodgereden, waarna de buschauffeur is doorgereden. Wij, ouders, zitten nog allebei in therapie om deze traumatische gebeurtenis te verwerken.

F. HESS

BULLSHIT

De moord op je kind is niet te verteren. Wanneer de plaatselijke krantenberichten het voorval afdoen als een ordinaire burenruzie en er door De Telegraaf nota bene een artikel, ter verheerlijking van het doel van de dader om een pelgrimstocht te maken, wordt geplaatst. De dader heeft 4 jaar gekregen en daarna onvoorwaardelijk tbs met dwangverpleging. Wij hebben levenslange pijn. En bovendien mensen die ons ontwijken omdat ze niet weten hoe met je om te gaan. En het leven gewoon door moet gaan, zoals iedereen zo poëtisch weet te melden. Vooral omdat je kind niet zou hebben gewild dat je leven zou stoppen. Bullshit, allemaal. Je doet het op je eigen manier, en niemand kan je daarin de weg wijzen, want die weg ben je tegelijk met je kind kwijt geraakt.

NELL VAN NIEUWBURG

LIEFDESVERDRIET

Je weet nooit, waarom iemand is doodgegaan. Als je de rouwadvertenties leest, leef je eigenlijk bijna altijd wel mee. En al helemaal als je een leeftijd leest van iemand die eigenlijk veel te jong gestorven is. Het feit dat sommige mensen sterven, doordat ze letterlijk te veel liefdesverdriet hebben, is heel goed mogelijk. Mensen hebben zoveel pijn dat ze er alles voor over hebben, om de pijn van liefdesverdriet niet meer te voelen. Soms is het enigste medicijn hiertegen sterven. Ook al vinden, mensen zonder dit verdriet, dit ongeloofwaardig. Sommige mensen hebben echt een uitweg nodig en denken niet dat het ooit nog goed komt. Ze willen niet meer leven, omdat ze denken dat hun leven niets meer waard is zonder liefde. Terwijl ze soms niet eens weten, dat er nog meer liefdes bestaan, die hen geweldig vinden. Het feit dat ze denken dat ze niet geliefd zijn, geeft meestal de doorslag, terwijl dat niet nodig is. Want op ieder potje past een dekseltje! En dat is echt waar!

ANONIEM

ZELFHULPGROEP

Ook ik heb mijn mooie jonge volop in het leven staande 24-jarige dochter twee jaar geleden verloren, zomaar in een week tijd een longontsteking die gepaard ging met, wat ik achteraf heb vernomen, een stafilokokkenbacterie en daar is letterlijk niets tegen gewassen! Ze begon net aan haar toekomst, samen met haar vriend een huisje gekocht, moest nog gebouwd worden maar ze was al druk met het uitzoeken van de keuken, drie weken eerder haar propedeuse gehaald op de universiteit! Ik stond erbij en keek er naar en ineens was het allemaal voorbij, het ongeloof, waarom, het schuldgevoel dat ik niet genoeg had gedaan om het te voorkomen! De vreselijke pijn diep in je hart, in je lijf die fysieke pijn die je verscheurt, met de gedachte lopen dat het allemaal niet meer hoeft, de andere kinderen, niet meer beseffen dat ook zij een moeder nodig hebben. Ik weet niet eens hoe ik zomaar deze twee jaar ben door gekomen maar het lukt of je wil of niet! Maar ik heb ontzettende steun gehad aan de vereniging waar niemand lid van wil zijn volgens eigen zeggen en dat is de Vereniging voor Ouders van een overleden kind, het is een zelfhulpgroep van mensen die allemaal hetzelfde hebben meegemaakt, namelijk hun kind verloren. Ik kan een ieder die daar behoefte aan heeft aanraden eens met deze fantastische mensen in contact te komen. Het verdriet blijft en zelfs de pijn maar het is goed dat er mensen zijn die naar jouw verdriet willen luisteren en je ook kunnen troosten. Want mensen die het niet hebben meegemaakt, kunnen het verdriet nooit helemaal begrijpen

MARGA VAN 'T WOUT

SCHADUW

Ook wij hebben een kind verloren, 23 mei 2003 is onze zoon Nick net 19 jaar overleden aan een zeer agressieve kanker. Het gemis is heel erg, het is net of er iets zwaars in je lichaam zit wat pijn doet. Maar ook hebben we het geaccepteerd. Nick heeft heel veel pijn gehad en als je dan zo een mooi jong lichaam verwoest ziet worden, dan hoop je nog op een wonder maar diep in je hart weet je dat het niet kan. Ondanks dat Nick zo ziek was, was hij heel moedig en zat vol humor en dat gaf ons weer kracht. Maar nu pakken wij de draad van ons leven weer zo goed mogelijk op, dat had onze Nick zo gewild. Iedereen zegt altijd het leven gaat door, en dat is ook zo, of je wil of niet. Ook wonen wij in een dorp waar iedereen met je meeleeft, dat is heel fijn. En we gaan zoveel mogelijk naar het kerkhof, dat geeft ons een goed gevoel. Maar wat Anne-Marie Vermaat schrijft dat is ook zo: het verlies van Nick zal als een schaduw levenslang bij ons blijven!

THEA ZUURBIER-JONKER

FOTO'S

Natuurlijk heb ik alle respect voor het verdriet van Tonny. Alleen hebben moeders die een doodgeboren kindje hebben gekregen geen foto's, kamers met spullen of herinneringen aan hun kindje en daar wordt in uw verhaal niet over gesproken. Wij hebben 15 jaar geleden een doodgeboren jongetje gekregen. Ricardo kwam ter wereld na 36 weken zwangerschap door nalatigheid van de verloskundige. Wij konden met ons verdriet bijna nergens heen. Nog steeds voelen we het gemis als we jongens van dezelfde leeftijd zien lopen, we vragen ons af hoe hij zou zijn geworden. We hebben geen foto's om hem nog eens terug te zien en heel langzaam vervaagt het beeld van hoe hij eruit zag. Mensen zoals Tonny krijgen meedeleven, bij ons wordt er bijna niet meer over gesproken. Ik heb nog steeds het idee dat ons verdriet niet meer mag. Ik zou niet met Tonny willen ruilen, helemaal niet, maar verdriet is niet te meten. Verdriet telt voor iedereen even zwaar.

ASTRID VAN ROSMALEN

OVERLEVEN

Ik kan niet uit ervaring spreken, maar ik heb wel mijn eigen moeder zien rouwen om de dood van mijn broertje van 11, nu 16 jaar geleden. Ik zie dat ze er nog steeds onder lijdt en dat het nog steeds aan haar vreet. Ik rouw heel af en toe nog om mijn broertje, maar heb zijn dood nu eindelijk kunnen verwerken. Ik werd hierin beperkt doordat ik in coma heb gelegen en allerlei verwondingen heb gehad, vlak na mijn broertjes dood. Ik weet nu dat je eerst in letterlijke zin overleeft, en dat daarna pas tijd is voor psychisch letsel. Ik wens een ieder die pijn en verdriet mee moet maken heel veel sterkte. Houd je vast aan die zon die ALTIJD weer gaat schijnen, daar, ver achter die wolken. Zoek hulp en steun bij organisaties. Je vindt zeker weer een weg na 'de dood van'.

SONJA EILANDER

MEDELEVEN

Op 14 december 2001 gaat 's morgens om 05.45 uur de telefoon. Al direct weet je 'dit is niet goed'. "Pap, mam, Floortje is vannacht in haar slaap gestorven. We hebben haar dood in haar bedje gevonden." Op dat moment gaat er van alles door ons als oma en opa heen. Alles: verdriet, wanhoop, waarom, woede, onmacht. Je leven staat dan stil. 't Was veel te vroeg, pas 9 weken oud. Haar leventje was pas ingezet en er moesten minstens nog 70 jaren achteraan komen. Hoe gingen en gaan we nu verder? Verdriet om iets liefs is zo ingrijpend, dat 't bijna niet te verwoorden is. Medeleven, erover praten, luisteren, samen huilen, samen boos zijn en ook samen mijmeren over hoe haar leventje geworden zou zijn. Maar vooral moesten we er zijn als de kinderen ons nodig hadden en jouw verdriet komt dan op de tweede plaats. Er zijn ups en downs en soms gaat 't beter, maar een kleine gebeurtenis, een advertentie, de naam Floor en meteen is het weer een warboel van toch nog niet verwerkt verdriet. In het begin heb ik veel opgeschreven, gedichtjes gemaakt, met Floor gepraat, die woont ergens achter een grote ster, volgens haar zusje. Vorig jaar maart is onze derde kleindochter geboren, waar we heel intens van genieten. Een plekje opvullen kan ze niet, maar het nieuwe kindje is nu ons sterretje. Misschien is mijn brief verwarrend en niet logisch opgesteld, maar alles weer eens opschrijven hoort ook bij verdrietverwerking.

WILLY MARTENS-STOLWIJK

LIEFDE

Getroffen door het verhaal over moeders van overleden kinderen geef ik gehoor aan uw oproep. Ook ik ben een moeder die haar kinderen verloor, zowel door de dood als door het leven. Maar ik heb het overleefd dankzij de liefde van mensen om me heen, een positieve levenshouding. En vooral een goede gezondheid. Ik trouwde heel jong in 1958 met mijn jeugdvriendje en we kregen in zes jaar tijd vier kinderen, drie zoons en een dochter, waarvan er twee overleden; het tweede kind, een zoon en het vierde kind, een dochter. De kinderen stierven allebei op driejarige leeftijd aan een erfelijke hersenziekte. Het eerste kindje was zes weken oud toen het ziek werd, men wist toen nog niet wat de oorzaak was. Zijn leventje was heel naar, hij had stuipen, kon zelf niet eten en was altijd benauwd. Uiterlijk was het een mooi kind, maar het kon niets zelf, alleen lachen, dat was de enige manier waarop je contact met hem had. Wij waren radeloos en dag en nacht bezig om hem te verzorgen, daar wen je nooit aan, al waren we toen nog jong en sterk. Onze ouders pasten vaak op en leefden met ons mee. Zij hadden ook verdriet om dit kindje. Wij hebben een christelijke achtergrond en kregen als reden voor dit verdriet de boodschap: de zonde der vaderen wordt bezocht aan de kinderen. Dat was wreed en dom, wij geloofden niet dat zoiets de wil van God kan zijn. Het kindje werd dan ook verzwegen voor de gemeenschap. Wij kwamen daardoor in een geloofsconflict en zijn daar dankzij gesprekken met verstandige, realistische mensen zo goed als mogelijk is uitgekomen. Toen onze zoon stierf op driejarige leeftijd, waren wij verdrietig maar ook heel dankbaar dat het lijden voor hem voorbij was. We waren doodmoe en ziek van alles en probeerden uit alle macht er weer wat van te maken. Ons oudste zoontje werd erg gekoesterd. Er werd van alles gedaan opdat hij niets aan aandacht tekort zou komen. Hij was een gezellig leuk kind en we waren allemaal dol op hem! Ons derde zoontje werd geboren. Wat waren we blij met dit kind, na al dat verdriet. We genoten van alle kleine dingen en beschouwden ze als wondertjes. We hadden nu twee zoontjes, die gezond waren en het leven ging verder. Na weer drie jaar kregen we er een dochter bij. Wat waren we blij met haar, na drie zoons! Een prachtkind, 9 pond en gezond, althans zo leek het. Na zes maanden kreeg ook zij de gevreesde symptomen van haar broertje. Onze wereld stortte weer in, want je kent het vervolg. Deze kinderen verlies je tweemaal: eerst als blijkt dat zij een fatale ziekte hebben en je verliest al je dromen en verwachtingen van dit kind. Je weet dat je ze weer moet afstaan. Later, na drie jaar, overleed ook onze dochter. Je voelt je zo te pakken genomen, het is zo oneerlijk. Tijdens haar leventje hebben we weer dag en nacht voor haar gezorgd. Om de twee uur mondvoeding, epileptische aanvallen en longontstekingen behandeld met de hulp van de huisarts, die een huisvriend werd. Altijd leven met spanning, angst, verdriet. De twee jongens mochten niets tekort komen, daar zette iedereen zich voor in. Ze gingen mee op vakantie en logeerden in moeilijke tijden bij opa en oma. Toen onze dochter overleed, overheerste eerst weer de opluchting: gelukkig het is voorbij voor het kind. Maar als ouders heb je verdriet, want het is wel je kind. Dat durf je haast niet te zeggen want dan werd je als egoïst beschouwd. Het blijft je kind en je had ook liever anders gehad, daar gaat iedereen aan voorbij! Als je kind sterft, sterft er een stuk van jezelf! Met de medische kennis van nu weten ze wat de waarschijnlijke reden van hun ziekte was. Destijds was dat onbekend.

Na het overlijden van onze dochter kreeg ik een paar ongelukken, waarbij mijn benen erg verwond werden. Ik moest daardoor rust houden. In die tijd was ik gedwongen om rust te houden en toen moest ik wel nadenken en alles proberen te verwerken. In die tijd was ook mijn man altijd moe en reageerde overspannen. Die vermoeidheid bleek later multiple sclerose te zijn!

Toen onze twee zoons groot genoeg waren, ben ik weer gaan studeren en parttime gaan werken als maatschappelijk werkster. Het gaf me veel voldoening en ik kreeg er weer zelfvertrouwen door. Ik kon ook eens iets goeds doen, want ik voelde me eigenlijk niet zo veel waard. We konden eindelijk ook eens leuke dingen doen, alleen mijn man was altijd maar zo moe. De kinderen deden het heel goed op school en groeiden op. Toen ze gingen studeren moesten ze het huis uit en op kamers wonen. Wij waren jonge ouders en namen ons voor om alles in te halen en ook eens fijn te gaan genieten. Daar hadden we nu tijd voor. Maar dat ging niet door. Bij mijn man werd de ziekte ms vastgesteld. Hij had het in een progressieve vorm en overleed na 15 jaar. Dat waren weer zware en verdrietige tijden, waarin ons huwelijk behoorlijk op de proef werd gesteld. Maar we hielden het hoofd boven water met veel moeite en kregen ook nu weer veel hulp en steun van allerlei mensen. Werken was er voor mij niet meer bij.

De combinatie was te zwaar. Zijn overlijden was voor mij weer een verlies. Maar nu van je man. Kinderen zijn een stuk van jezelf, het is heel anders maar even erg. Niet te vergelijken. Ook nu weer: wees dankbaar, dat het voorbij is. Treuren leek haast ongepast. Maar 36 jaar huwelijk poets je toch niet zomaar weg? Ik werd zo langzamerhand ervaringsdeskundige in het verliezen van dierbaren.

De kinderen namen in die tijd afstand van ons. Hun eigen leven was ook belangrijk voor ze. De oudste verhuisde naar Frankrijk en wij waren uit zijn oog en hart. Hij verweet ons geen goede jeugd gehad te hebben en verkoos de afstand. De jongste zoon was aanvankelijk nog zorgzaam. Na zijn afstuderen een eigen gezin, werk. De gevoelsmatige band verflauwde en kwam nog maar af en toe na afspraak.

Na een huwelijk van 36 jaar was ik op 54-jarige leeftijd weduwe en woonde alleen op het platteland. Ik hield van het buitenleven, van mijn honden die ik fokte en alle leuke contacten die ik daardoor kreeg. Ik werkte keihard en het deed me goed. Ik had goede ervaring met stressverwerking door heel hard te werken. Bijv. houthakken werkt prima! In die tijd had ik last van duizeligheid. Bleek later het syndroom van Meniere, ook gehoorverlies was daar debet aan.

Na drie jaar alleen te zijn leerde ik mijn huidige man kennen tijdens een kampeervakantie. Ik had een caravan gekocht om weer lekker te reizen. Op de allereerste reis kwam ik hem tegen. Hij was ook weduwnaar en we begrepen elkaar dus goed. Het klikte gelijk en we zijn sindsdien nooit meer alleen geweest. Mijn leven is nu heel anders en goed. Er wordt van me gehouden zoals ik ben. Hij kent mijn hele verhaal en heeft daar altijd veel respect voor. Dat heb ik nog nooit eerder ervaren en dat is zo fijn. We genieten van het leven en maken mooie reizen. Ik voel me echt vrij, niets moet er meer. Tot mijn grote verdriet hebben mijn kinderen het contact met mij verbroken. Ze kunnen mijn nieuwe situatie en relatie niet accepteren. Ze waren verwend en konden nog altijd op mama rekenen, nu is er nog een ander waar ze me mee moeten delen en dat kunnen en willen ze niet. Ik ben nu ook deze kinderen kwijt incl. mijn kleinkinderen. Dat is verschrikkelijk en ik kan er niets aan doen. Ze willen niet anders. Houdt het dan nooit op voor een moeder? We hebben alles voor ze over gehad en nu laten ze me gewoon vallen. Zijn ze dan alles vergeten? Gunnen ze me dit late geluk niet? Mijn man en ik kunnen heel goed praten over onze levens. We hebben samen ook veel plezier en dat is zo fijn om samen te kunnen lachen om niets! Ik ben heel dankbaar dat deze laatste levensfase wat rust en bemoediging geeft. Heb geleerd vertrouwen te hebben, dat eens alles toch nog goed komt. Ik ben nu 64 jaar en hoop gezond te blijven. Alles wat ik nu nog krijg is een toegift en de moeite waard. Onze familiespreuk was: 'Lach maar Paljasso, je hart is gebroken, wenend van smart'.

A.M. ENGEL

<B>VERMIST </B>

Het is natuurlijk de zwaarste last in je leven om te dragen, het verliezen van je kind in de dood. Er begint een lange weg op zoek naar het waarom. Worstelen met je verantwoordelijkheid van 'had ik het kunnen voorkomen', had ik maar dit of dat gedaan en dan nog het berusten en accepteren van het verlies, gepaard met alle emoties die een mens bezit. Het is mogelijk voor sommigen mede door steun, liefde en opvang van vrienden en familie het rouwproces in te gaan en te doorstaan om uiteindelijk, zij het geamputeerd, verder te leven. Maar als je die hulp en begrip niet krijgt, is het praktisch onmogelijk. Zeker als je het gevoel hebt dat je kind niet is overleden door de dood maar levend begraven is. Ja, zo noem ik de situatie waar ik mee om moet gaan.

Mijn dochter besloot op 19-jarige leeftijd alles en iedereen te verlaten en is verdwenen. Sociale vermissing noemen zij dit. En waar moet je dan heen met je gevoelens. Je weet niet of je kan rouwen, want ze is toch niet dood, maar ja, dat weet je zelfs niet zeker. Ik volg de nieuwsberichten elke dag in de krant. Is er iemand van 22 jaar overleden d.m.v. een ongeluk. Programma's over drugsgebruikers of jonge prostituees kan ik niet naar kijken, bang dat ik mijn dochter op tv zie. Je staat alleen zonder hulp en begrip want de buitenwereld weet niet hoe hiermee om te gaan. Het lijkt wel of je voor 100% onschuldig moet zijn voor het verlies van je kind om gesteund en opgevangen te worden. Nu krijg ik af en toe het gevoel dat mensen denken dat ik mede verantwoordelijk ben voor deze situatie en daarmee staakt het medeleven.

Dus je verbergt je verdriet en angst en samen met het grote gemis stop je dit weg in je ziel en probeert zo moedig mogelijk elke nieuwe dag in te gaan. Maar o wat sta je alleen in het niet in te gaande rouwproces. De mensen zeggen dat het rouwen een pleister op de wond kan brengen voor genezing. Ik geloof dat ook maar wat als je niet kan rouwen omdat je kind niet is overleden maar levend begraven is?

M. HERMANS

STIL VERDRIET

Ze hebben jou voor je kon leven van mij afgenomen. Gewoon maar laten stikken in mijn buik. Nooit ben ik dit te boven gekomen, ze hebben gewoon mijn vertrouwen in hen misbruikt. Het hopen en wachten duurt zo lang op je eerste kindje. Het kopje was al te zien. Er was al negen cm ontsluiting, maar de weeën waren niet sterk genoeg misschien. Toen moest ze weg en ik even met een aspirientje slapen, o ja, even naar een ander kijken en zo weer terug... Terwijl ik van de pijn verging en lag te apegapen vergat ze ons gewoon en opeens ging alles o zo vlug. Ik kon niet meer en huilde wanhopig en lieve schat, jij werd zo moe van al het vechten om naar buiten te komen, te vechten naar mij, je mama toe. Er kwam toen snel een ziekenwagen, maar helaas het was voor jou te laat. Je vocht nog zwakjes, slechts bij vlagen. Je kon er niet uit, ik was te nauw en als we bij de dokter komen, hoort hij dat je hartje niet meer slaat. Vele pijnen heb ik toen geleden maar nog veel meer verdriet. Als je je kind niet in je armen kunt sluiten maar zelfs niet of nooit ziet. Alles zo anders is gelopen, kindje en zo heel veel anders gegaan. Had jij bij ons mogen blijven leven. Waren je vader en ik misschien nooit uit elkaar gegaan. Het mocht niet zo zijn, jij mocht niet leven, het lot heeft zo beslist maar weet wel mijn lieveling dat jouw moeder jou nooit zal vergeten en jou haar leven lang mist.

Voor mijn zoon

Na verdriet en dood van een heel klein mens, was er alleen die ene grote wens. Eindeloze marteling van negen maanden, hield alleen dat ene je nog staande, een zoon die gezond was die Carel (sterke) zou heten, die de zon voor zijn moeder zou zijn, haar deed vergeten verdriet om verlies en pijn.

Daar lag hij als een adelaarsjong in zijn nest, beschermd en behoed voor alles, wat deed zij haar best, hem te helpen bij zijn kinderverdriet. Te sparen voor geweld en voor pijn, ook al lukte dat altijd niet. Want niemand in dit leven wordt zonder vallen en opstaan groot. Het blijft vallen en opstaan tot aan je dood! Maar daar is je moeder, ze ziet je met liefde en trots, wat ben je toch mooi en sterk als een rots.

Je komt thuis met cijfers, diploma's, een fiets, je vriendjes, je meisje, dan lange tijd niets. Je wordt fors en kijkt al als een man, die denkt wie maakt me wat ik kan het leven an. Hij kijkt naar zijn moeder, wat leek ze opeens klein, ze was altijd zijn wereld, of was het maar schijn?

De adelaar kijkt rond, gereed zijn vleugels uit te slaan, spiedend door het leven, zag hij haar nog wel staan? Dan vliegt hij weg, heeft het druk met eigen vlucht en nest, hoger en hoger, wat deert hem nog de rest? Maar met dat hoge vliegen komt toch eens een stop, en als je hijgend uitrust daarboven op de top. Je grote vleugels pijn doen van het toch moeten doen, denk dan eens aan je moeder, die kleine vrouw van toen.

GENTIA GERARD

SURREALISTISCH

U vraagt om een reactie hoe iemand is omgegaan met het verlies van een kind. Volgens mij kan je het nooit in de voltooid verleden tijd zetten, daar blijf je mee worstelen. Eind 2001 is mijn jongste dochter Amber na een verkeerde diagnose drie maanden ervoor, met de bijbehorende angst en opluchting en weer angst, en toen een juiste, te late, diagnose na een ziekteperiode van vijf maanden overleden. Ze was toen 27 jaar en ze is de hele tijd heel sterk en positief gebleven, zij heeft ons gesteund en het is voor mijn gevoel toch een heel warme, intensieve periode geweest, waarin we heel veel bij elkaar geweest zijn. Na haar overlijden zij we naar huis gegaan, waar niemand haar kende omdat we een paar jaar daarvoor naar een andere provincie verhuisd zijn. Dat is zo vreselijk surrealistisch, iedereen gaat hier dus echt gewoon door met leven, voor hen is er niets gebeurd en zelf moet je ook door, terwijl je het wel uit wilt schreeuwen: Amber is dood!

Voor mij kloppen de uitspraken in het artikel ook helemaal, je hoeft niet meer zonodig te leven, want zij is daar ook helemaal alleen; je zit met een constante stress in je hoofd, ten dele ook omdat je zelf ook bang bent om kanker te krijgen, want als je kind er 'gevoelig' voor is...; ze heeft zelf geregeld dat we op erfelijkheid werden onderzocht, en daar is nog geen bewijs voor te vinden. Ik zou daar erg opgelucht door moeten zijn, maar in werkelijkheid voel ik helemaal niets, heb ook het idee dat ik het nog niet begrijp dat ik door leef en Amber, die net zo'n leuke toekomst, huis klaar, trouwen etc., voor zich had, er niet meer mag zijn. Mijn emoties zitten helemaal vast, voornamelijk doordat ik bijna vijf jaar geleden een whiplash heb opgelopen; maar ik voel dat ik eraan moet werken om wat te uiten, omdat het wel allemaal in mijn hoofd zit en ik bang ben om ofwel helemaal in te storten als het er in één keer uitkomt ofwel door te gaan als een zombie zodat ik het steeds niet kan beseffen. Ik wil het echt voelen, erdoorheen.

We hebben Amber beloofd om te genieten van elke dag, dat gaan we misschien ooit nog eens een beetje doen. Het enige waar ik van kan genieten, is van de hond, die ze als pup nog gekocht heeft en die ze aan ons heeft gegeven om te verzorgen, dat is voor haar en voor mij een gouden zet geweest, zo heb ik toch nog een lijntje naar Amber en het idee dat ik ergens voor nodig ben, al weet ik best (en dat geldt voor mijn man ook) dat we er ook voor onze andere dochter moeten (en willen) zijn en voor elkaar; we vinden niets meer belangrijk, je hecht nergens meer aan en zoekt er inderdaad ook naar of je Ambers aanwezigheid nog voelt. We proberen ons nu maar nuttig te maken als iemand aangeeft dat we ergens mee kunnen helpen.Al met al: ermee omgegaan BEN ik niet, maar we moeten proberen ermee te leven en dat dat zal altijd zo blijven.Heel veel sterkte voor iedereen die zo'n verlies heeft meegemaakt.

INGE KUIJTEN

'VRIENDEN'

Onze zoon Karel is op 8 september 1993 op 24-jarige leeftijd verongelukt, 's zomers afgestudeerd en net vijf dagen aan een goede baan begonnen. Je wereld stort in. Het is nu 10½ jaar geleden, maar mijn man en ik zijn er nog dag en nacht mee bezig: waarom zo'n jong leven, wat zou er van hem geworden zijn? Je zult er nooit antwoord op krijgen. Na zijn overlijden werden wij overvallen door Jehova's getuigen. Een groep uit Kerkrade en een vrouw uit Alkmaar (waarschijnlijk n.a.v. een rouwadvertentie in De Telegraaf) vonden het nodig ons schriftelijk lastig te vallen. Onze zoon had ervoor gezorgd dat de Jehova's bij ons niet meer aanbelden, maar toen hij overleden was, kwamen ze wel, zelfs twee dagen achter elkaar. Zulke toestanden krijg je er nog bij.

Ook leer je de mensen kennen. Een echtpaar van wie we dachten dat zij echte vrienden waren, heeft ons in de steek gelaten. De paar dagen voor zijn begrafenis hebben zij alles voor ons gedaan, maar daarna werd er niet meer over hem gesproken.

Als wij over hem begonnen, viel het gesprek dood. Wij konden dat niet meer aan en hebben zelf na anderhalf jaar een eind gemaakt aan een 19-jarige vriendschap. Op onze vraag waarom er niet meer over hem gesproken werd, was het antwoord: zo zitten wij niet in elkaar. Als het graf dicht is, is het verdriet niet over, dan begint het pas.

Dan zijn er ook nog mensen die in het begin, zodra zij je zien, vlug een andere kant opgaan, misschien uit angst voor tranen.

Het lijkt nu of er alleen maar nare mensen zijn, dat is zeker niet waar. Er zijn meer mensen die normaal reageren, want de dood hoort bij het leven, hoe triest sommige gevallen ook zijn.

ANK CHRIST-DIJKSTRA

WOND

Ik ben een gescheiden 57-jarige man. Ik had twee kinderen, twee zoons: Melle Thomas, geboren op 14 januari 1993 en gestorven op 11 december 1993; Jon Erik, geboren op 24 januari 1990 en gestorven op 2 september 2002. Beide kinderen zijn gestorven aan dezelfde ziekte: cardiomyopathie, een aandoening van de hartspier. Mijn oudste zoon, Jon, was 60% van de tijd bij mij na mijn scheiding en betekende alles voor mij. Zijn dood op de operatietafel van het L.U.M.C., na een mislukte harttransplantatie, luidde een tijd in die wellicht omschreven kan worden als 'ronddolen in emoties'. Nooit eerder heb ik zulke gevoelens gekend. Totale paniek, verbijstering, ongeloof, apathie; gevoelens van zelfdestructie, woede (tot op de dag van heden) t.a.v. een al of niet bestaande god, dankbaarheid t.a.v. goede vrienden die op een bepaald moment de regie van mijn leven even in handen namen.

In het boekje 'Schaduwkind' van Thomése wordt schitterend beschreven hoe ouders zich na het verlies van een kind voelen. Desondanks (zonder een 'kampioenschap ellende' te willen houden) hadden hij en zijn vrouw nog uitzicht op hoop. Er was immers een nieuw kind op komst. Ik heb heel sterk het gevoel dat de wond in mij verbloemd kan worden, maar niet kan genezen. De drijfveer in mijn leven is weg en ik besef heel sterk nu dat je alleen komt en alleen gaat op deze wereld.

Dit jaar verschijnt er een boekje over Jon. Het heet 'En ik droomde dat je leefde'. Het gaat over onze twee laatste reizen: de gelukkige reis naar het licht (reisverslag van onze laatste vakantie samen in mei 2002 naar Ierland) en de reis naar het donker (verslag van zijn ziek worden, zijn opname in het L.U.M.C. tot en met zijn overlijden na de harttransplantatie).

Wellicht is een en ander aanleiding voor u om eens contact met mij op te nemen. Praten over Jon is het voor je uit schuiven van de definitieve finishlijn, tevens zelftherapie, maar zeker ook een eerbetoon aan mijn snoepkampioen en Mr. Bean-imitator.

HANS DE WAART

VERLANGEN

Voor de eerste keer in mijn 72-jarig bestaan een schriftelijke reactie op een krantenartikel. Twee jaar geleden verloor ik mijn bijna 35-jarige zoon. Hij lag al plm. dertien uur dood voordat mijn schoondochter hem vond. Mijn zoon had maar één verlangen en dat was: een kind. Zijn kind was pas vijftien maanden oud toen zijn vader overleed.

Mijn zoon nam het leven gemakkelijk. Hij genoot ervan. Hij bleef, met onderbrekingen, tot zijn 30e thuis wonen. Toen zijn vader na een ziekbed van vijftien maanden overleed aan longkanker, probeerde hij dit verlies voor mij te compenseren met zijn liefde.

Bij het lezen van uw artikel viel mij op dat veel van de gevoelens die u beschrijft, ook de mijne zijn. De dood heeft ook voor mij niets afschrikwekkends meer. Ik ben vast van plan om, als ik gezondheidsklachten krijg, geen dokter te raadplegen, want de dood zal, als hij komt, een voor mij graag geziene bezoeker zijn. Zelfmoord is voor mij geen optie, want dan laat je de mensen om je heen te ontredderd achter, zoals ik uit ervaring weet.

W.H.A. van Trotsenburg-Muijrers

ZIEK

Ja, ik ben ziek van verdriet. Van mijn sterke persoonlijkheid is weinig meer over. Op 4 juni 1996 verloor ik mijn oudste zoon aan een hartstilstand. De klap kwam hard aan.

Mijn jongste zoon kon het niet verwerken en pleegde acht maanden later zelfdoding. Aanvankelijk ging het wel goed met mij. Maar zo veel leed kan een mens niet dragen. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik heb niemand meer, sta echt alleen op de wereld. Ben depressief, droom elke nacht over hen. Eerst waren het prettige dromen, maar het worden steeds meer nachtmerries. Medicijnen helpen weinig. Toch probeer ik nog plezier te hebben in mijn hobby (eieren beschilderen). Men zegt dat de tijd de wonden heelt, vergeet het maar. Ik zie wel waar het schip strandt.

GERDA SELHORST

JALOERS

Al vaker heb ik de behoefte gehad om te reageren op een artikel dat gaat over overleden kinderen of ouders. Ik heb nu de moed opgevat om dit ook te doen, misschien om ons verhaal nog eens te vertellen?

Het artikel 'Ziek van verdriet' heb ik met herkenning gelezen. Bijna 2½ jaar geleden verloren wij onze zoon Bram, die helaas maar 16 uurtjes bij ons mocht zijn. Hij is geboren toen ik pas zes maanden zwanger was, maar door de vele vleesbomen die ik had, had hij geen ruimte meer om te groeien. Bram is onze enige zoon gebleven, omdat twee weken na zijn geboorte bij mij de baarmoeder ook nog is verwijderd.

In uw oproep vraagt u om te reageren en te vertellen hoe je omgaat met het verlies van een kind. In ons geval kan ik u vertellen dat ik toen ik het artikel las over de moeder die een van haar drie kinderen verloor, me de tranen in de ogen schoten, toen ze vertelde dat ze het niet erg zou vinden als ze dood zou gaan. Toevallig heb ik het een hele tijd geleden hier ook eens over gehad met iemand en ik denk er ook wel eens aan, dat ik het ook niet erg zou vinden om dood te gaan. Voor mij staat het vast dat ik dan naar Bram ga. Maar dat wil niet zeggen dat ik nu niet gelukkig ben en dat ik degene die me lief zijn nu al wil achterlaten. Daarvoor houd ik te veel van Jos, mijn man, en vind ik het leven toch ook wel heel leuk.

Verder is het bij ons zo dat we veel steun uit onze omgeving hebben gekregen en nog krijgen. Mensen vragen nog steeds hoe het nu met ons gaat. Al deze steun doet ons enorm veel goed. Verder kunnen Jos en ik er heel goed samen over praten en dat is volgens mij ook wel erg belangrijk. De wetenschap dat er bij ons geen kinderen meer zouden komen, heeft er voor ons misschien ook wel toe bijgedragen dat we verder zijn gegaan met ons leven. We hoeven niet de hoop blijven houden of we nog wel een keer zwanger zouden kunnen worden. Adoptie willen wij allebei niet. Wat betreft een draagmoeder: mijn schoonzusje had aangeboden draagmoeder te zijn voor ons kind. We zijn hier toen nog even mee bezig geweest, maar de Nederlandse wetgeving heeft de keuze voor ons gemaakt, ik zou twee maanden nadat we naar de gynaecoloog zijn geweest om hierover te praten 41 worden en dan is het klaar voor de wensmoeder.

Ik ben in september 2003 gestart met de opleiding voor verpleegkundige, dit geeft me erg veel voldoening. Het wil niet zeggen dat ik nooit meer verdrietig ben. Soms biggelen er nog wel tranen over mijn wangen en er gaat geen dag voorbij of ik denk wel even aan Bram en dit hoeven niet per se verdrietige gedachten te zijn. Waar we nu moeite mee hebben, zijn jongetjes van 2½ jaar, met donkere krulletjes, waarvan wij denken dat Bram er zo zou hebben uitgezien.

Ik kan soms nog wel erg jaloers worden op vrouwen die zwanger zijn en dan niet eens op iedere vrouw, maar op vrouwen die ik niet zo leuk vind of het zwanger zijn niet gun... Schijnbaar is het voor vrouwen die nog meer kinderen hebben net zo moeilijk als voor iemand die helemaal geen kinderen meer kan krijgen.

MARY VERCAUTEREN-VOS

EENHEID

Ja, heel erg herkenbaar. Het verdriet dat spreekt uit het verhaal van 'Ziek van verdriet' van de zaterdageditie 21 februari. Ook ik heb een zoon verloren. Ik ben Sylvia Gerritsen en heb een zoon (overleden april 1998) en een dochter, die nu 23 is.

Onze zoon Dennis had een keelontsteking (vrijdags bij de huisarts geweest) en overleed maandagochtend om zeven uur aan een hartstilstand. Ineens 'dood', je weet niet wat je overkomt. Ik was al naar mijn werk en toen mijn man om kwart over zeven belde, was ik bijna twee kwartier onderweg om weer thuis te komen en daar werd gezegd: hij is al dood. Hij was om vijf over zeven al dood en ik ben om kwart voor zeven weggegaan. Want Dennis had gezegd: ik ben al 19, je hoeft niet (je mág niet eens) thuis te blijven. Gelukkig was mijn man er nog en onze dochter, toen pas 17 jaar. Zij hebben hem samen gereanimeerd tot de ambulance er was.

En dan is het alsof er een stuk van jezelf ook dood is gegaan. Een deel van mijn hart ben ik kwijt en het verdriet is nog steeds aanwezig. Zoals in het verhaal, het gaat op en neer. Het gevoel dat er maar weinig mensen zijn die je echt begrijpen. We zijn met z'n drieën één hechte eenheid geworden. Dat waren we daarvoor ook al met z'n vieren, maar nu is het anders. We willen absoluut niet zielig gevonden worden en maken weer wat van ons leven. Maar dat valt niet mee. Elke dag nog (aankomende 6 april is hij al zes jaar dood) doet het pijn. We zijn dood en doodmoe van onszelf. Emotionele vermoeidheid waar je maar niet van afkomt. Mijn man en ik werken allebei halve dagen. Dat is net vol te houden.

Onze dochter probeert echt te genieten, maar ook dat gaat niet altijd goed. Ze gaat graag stappen en ziet dat ook een beetje als haar uitlaatklep. Niet iedereen waar ze mee omgaat, weet van Dennis, want ze wil dat vrienden haar aardig vinden om wie ze is en niet om haar dode broer. Het staat er wel erg hard zo, maar zo denkt ze en ze heeft al zo veel meegemaakt in haar jonge leven. Toen ze twaalf was, is haar vriendinnetje overleden aan kanker en toen ze zeventien was overleed haar broer. Ja, zo'n artikel in De Telegraaf brengt heel wat los bij mensen zoals wij. Ik hoop dat het leesbaar is, het is rechtstreeks uit mijn hart geschreven. Als ik alles zou opschrijven wat er door mijn hoofd speelt, dan heb ik een heel schrijfblok nodig. Maar het heeft me goed gedaan om meteen te reageren.

SYLVIA GERRITSEN

VRAGEN

'Moeder van gestorven kind loopt risico vroegtijdig te overlijden'. Ik weet niet of dat zo is, ik weet wel dat dit ontzettend veel impact en verdriet met zich meebrengt. Wat zich vastkleeft vanbinnen. Een heel goede vriendin van mij heeft haar kind een week na de geboorte moeten verliezen. Een andere goede vriendin heeft haar dochter op 32-jarige leeftijd verloren bij een auto-ongeluk. Mijn moeder heeft haar zoon, mijn broer dus, verloren op 48-jarige leeftijd aan zijn hart.

Ikzelf daarentegen heb mijn dochter 'verloren' op een heel bizarre manier. Ze heeft mij na een ruzie zomaar haar rug naar toegekeerd, terwijl wij heel close waren (ze heeft het borderline-syndroom). Wat mij opvalt bij alle verschillende verliezen is dat je allemaal met een schuldgevoel zit, terwijl je er niets aan kunt doen. Buiten mijn moeder hebben wij allemaal psychologische hulp gehad. Je zit met zo veel vragen. En je vraagt je steeds af hoe je het had kunnen voorkomen, of had ik dit maar opgemerkt of had ik dat maar gedaan of had ik dit maar kunnen voorkomen. Je maakt jezelf gek daarmee, want je moet accepteren. En de moeder van Jaimy zal ongetwijfeld gezegd hebben: was ik er maar eerder bij geweest, dan had ik hem nog kunnen redden. Mijn ene vriendin zei laatst tegen mij dat het zo gek is voor mij dat ik geen afscheid kan nemen omdat mijn dochter (gelukkig) leeft. Maar net zoals mijn vriendinnen heb ik een rouwproces gehad en ook van mijn broer wat in dezelfde periode was.

Het is ook hoe je in het leven staat. Als ik naar mijn moeder en vriendinnen kijk, bewonder ik ze hoe ze ermee omgaan. Want verwerken is de realiteit accepteren, anders kom je er niet en dat vraagt heel veel kracht. Nu wil ik toch even wat anders nog toelichten, wat ik geleerd heb met kinderen, is het feit dat als je een kind niet goed behandelt ze heel loyaal zijn naar hun ouders toe om waarschijnlijk steeds erkenning te krijgen. Als je goed voor je kind bent, dan kunnen ze je zo aan de kant gooien. Want ze hebben die erkenning al gehad, maar al met al geloof ik sowieso dat zware verliezen in het leven absoluut geen goed doen aan je gezondheid!

LOES VANENBURG-VAN PUTTEN

VRIENDIN

Ik heb in de krant van zaterdag gelezen over het verlies van een kind. Wij hebben bijna vier jaar geleden onze dochter verloren van 39 jaar. Drie kleine kinderen had ze en we hebben vreselijk veel gehuild en nog soms. Ze was alles voor ons, voor mij was ze een vriendin. We woonden vlak bij elkaar en deden haast alles samen. Ik sta vaak met m'n jas aan en dan denk ik 'wat moet ik nu alleen' en dan blijf ik maar weer thuis. Er is een stuk van je lichaam meegegaan. Ze is een jaar ziek geweest en heeft er alles aan gedaan om voor de kindertjes beter te worden. Wij doen nu elke ochtend de kinderen verzorgen, om half acht stappen we bij onze schoonzoon binnen, eten met ze en verzorgen ze. Dat is nog waar we voor leven. Dan naar school brengen. Ik ben ook nog leesoma eens in de week, omdat ze als enige in de klas geen moeder heeft. Alles wat er maar te doen is met ze, gaan we naar toe, dat houd je op de been en de liefde die je van ze krijgt, daar leef je nog voor. Het is soms moeilijk, maar wij proberen toch nog vrolijk te zijn voor hen. Elke week gaan we naar haar graf en kijken omhoog en zeggen dan dat het goed gaat met de kinderen.

We willen ze zo stabiel mogelijk laten opgroeien, geen andere oppas, alleen als het nodig is. We hebben nog heel wat voor de boeg, maar dat hebben we er graag voor over. Wij hopen voor die mevrouw dat ze ook aan haar andere twee kinderen denkt, daar moet ze voor verder. Wij zitten bijna aan het einde van ons leven, maar we hopen dat we nog lang gezond blijven tot ze een beetje volwassen zijn en voor ons de taak er opzit.

FAM. DOESBURG

KRUIS

Ook ik ben een moeder van een gestorven kind. Uit mijn eerste huwelijk 2 zonen. De lange voorgeschiedenis zal ik besparen. Het zou een boek worden.

Het is nu 32 jaar geleden. Mijn toenmalige man en ik besloten te gaan scheiden, omdat er best veel ruzie was. Mijn 2 zonen waren toen 6 en 10 jaar. Zij gingen naar hun grootouders. Mijn ex-man probeerde me bij iedereen zwart te maken, familie, vrienden. Bij een paar lukte dat niet, met die mensen heb ik nog altijd goed contact.

Ik ging elke week van Den Haag naar Den Ilp met de trein om de kinderen op te zoeken, waar ik na een bepaald moment ook niet meer welkom was. Opa, hun vader en de oudste zoon bleven op de hoek van 't huis staan, zodat mijn jongste zoon naar mij toe kon komen. Verdriet onvoorstelbaar. En na nog geen 5 minuten werd hij teruggeroepen.

Ik had een vriend leren kennen, die niet Hollands was, ze kenden hem helemaal niet, overal voor uitgemaakt, ze zijn bezig geweest hem het land uit te krijgen. De papieren waren allemaal in orde. Wij bleven bij elkaar en kregen een dochtertje. De jongens (zonen) zijn 2 jaar in Den Ilp geweest. Ik zag ze ook niet meer. Aan de kinderen werden veel onwaarheden verteld, ik zou veel in kroegen zitten, ik werd door mijn eigen vader, waar mijn kids bij stonden, voor hoer uitgemaakt. Er werd een postbus aangeschaft zodat de post die ik stuurde in de postbus werd opgevangen, dus de post verdween, ook mijn post aan de kinderen. Na ruim 2 jaar zijn ze samen met hun vader en zijn nieuwe vriendin naar Hoorn verhuisd, waar hun vader vandaan komt.

Tussen alles door zijn er heel veel toestanden en narigheid geweest. Ik ben toen via het telefoonboek erachter gekomen waar zij zijn gaan wonen, inmiddels getrouwd. Ik ben kilometerslange brieven gaan schrijven. Van beiden kwam er nooit een antwoord terug. Zes jaar geleden ging mijn dochter uit mijn tweede huwelijk, nu 30 jaar, naar Hoorn, naar mijn oudste zoon, belde aan, hij deed zelf open. Zij maakte duidelijk wie zij was. Ook al eerder in 't programma 'Ik mis je zo' van Viola Holt voor de tv geweest. Ze zagen daar hun halfzus voor 't eerst. Hij schrok, tja, wat kwam zij doen. En Peter moet dit zo blijven? Ja, zei hij, ik heb het boek gesloten. Nee, zei zijn zus, dat kan niet, jullie hebben nog nooit een woord van ons moeder aangehoord, daar heeft zij recht op. Je moet haar ook die kans geven en dan kun je verder gaan met je boek. Nee, je kunt maar beter gaan. Het boek heb ik gesloten. Hij deed zachtjes en netjes, goedenavond, de deur dicht. Een grote zure appel!!

Ik bleef die andere zoon schrijven, ik ben erachter gekomen dat zijn schoonvader in Avenhorn woont, ook mijn andere zoon woont daar. Ik heb al een paar maal met die schoonvader gesproken, nette man, ik vraag hoe het met mijn zoon gaat. En zo vernam ik dat hij geen kinderen heeft en de oudste zoon heeft 2 zonen.

In augustus 1999 heb ik nog contact proberen te krijgen met mijn oudste zoon. Ik heb zelfs nog een briefje onder de wisser van zijn auto gedaan. Maanden verstreken. Niets vernomen. Kerstkaarten verstuurd.

Het was inmiddels februari 2000. Vrijdagochtend. Ben in mijn huis bezig. Post viel op de mat. Maak de post open waar onder andere en rouwkaart bij zat. Van wie kan die zijn?? Nee, dat kon niet waar zijn. Ik kan niet op papier zetten hoe ik me voelde, mijn hartslag, m'n kleur op m'n gezicht. Ik dacht, ik ga erachter aan. Het kon toch niet waar zijn, ja het wat tóch zo, mijn oudste zoon was overleden. 38 jaar. Vader van twee jonge kinderen, toen 11 en 9 jaar. Inmiddels was de crematie al achter de rug. Er zat een briefje bij over het ziektebeeld en het verloop ervan en de doodsoorzaak, niet gericht of van wie het afkwam. Het leek wel een boodschappenlijstje. Aan lymfklierkanker is hij heengegaan. Ik heb toen ook gelijk mijn dochter gebeld van haar werk. Zij was zó bij me. Ze kon 't ook niet geloven. Hij moet al ziek geweest zijn toen zij daar aan de deur was. Ik moest wat doen, maar wat??? Heb de krant opgevraagd in Hoorn, mogelijk advertenties van hem. Die is mij toegezonden. Veel advertenties stonden erin.

Ik kwam erachter dat de urn niet uitgestrooid werd, maar begraven. Dat duurde zeker nog 6 tot 7 weken. Ik heb in het kort mijn verhaal verteld aan de grafdelver. Hij heeft mij gebeld toen het graf in orde was. Ik ben toen meteen met mijn schoonzoon naar de Berkkontenweg (de begraafplaats) gegaan. Via een fotootje op de grafsteen kon ik zien wie mijn zoon was geworden. Ik heb echt een boom gezocht voor steun, dit gun je niemand. Vreeselijk, vreeselijk. Ik heb een foto van die foto gemaakt, zodat ik nu ook een foto van hem thuis heb. Ik ga regelmatig naar het graf met de trein, dan huur ik daar een fiets en ga ik naar het huis waar hij woonde, ik loop dan vlak langs de deur en zo nu en dan vang ik een glimpje op van zijn zonen (mijn kleinzonen). Veel verdriet!!! Maar ik heb mijn dochters ook nog, met 2 schatten van kleindochters van 6 en 8 jaar. Ik zit het echt allemaal alleen in huis te verwerken. Anderhalf jaar geleden een boompje voor het leven geplant. En zijn naam op een paneel laten slijpen, tussen zovelen in het koningin Wilhelminabos in Dronten. Het werd onthuld. Heel plechtig aangepast met muziek. Dat heeft mij heel goed gedaan. Dat was voor mij de crematie, ik ben niet bij zijn afscheid geweest. 28 jaar je kind niet gezien en nú nóóit meer. In november ben ik weer teruggeweest naar Dronten, waar weer panelen werden onthuld, dit eens per jaar. Dan worden allen weer herdacht, stilte in acht genomen. En dat doet goed. Maar het is ongelooflijk zwaar. Wel vaak zit je dan even in gedachten, hij komt nooit weer, dikke tranen. Wel wordt dat wat minder, dat moet gewoon. Ik ben nu zover. Ik kan met niet snel ergens druk om maken, want dít is het ergste in mijn leven. Niets is erger dan dit. Ieder huis heeft zijn kruis, zegt ik dan. Mijn kruis is o zo zwaar. En ik kan dat van een ander niet helpen dragen.

Ik zoek veel afleiding, stap vaak op de fiets. Vooral met de feestdagen. Pas nog, zijn sterfdag. Naar Hoorn, er lag sneeuw. 28-1-2000 het graf schoongemaakt, dan staat er een bos tulpen van zijn vader en vrouw, kaartje eraan van pa en 'ma'. Máááá!!! wat is dit nu allemaal. Héél boos word je dan. Het kaartje gepakt met een vochtige duim wrijf je dat woordje má weg. Zo loop je weer rood aan. En tussendoor weer schrijven naar m'n andere zoon, die morgen (22e ) jarig is die nu 38 jaar wordt. Nooit iets verneem je wat van hem, in totaal 32 jaar, zijn onvoorstelbaar moeilijk geweest. En nog geen einde. Ik ben toch blij nu hier aan mee te kunnen doen. Ook dat doet goed. Maar het is zeker niet van mij afschrijven, maar naar mij toe!!!

U begrijpt wel dat het een zwaar leven is. Maar mijn kleindochters helpen mij er ook doorheen. Leuke kindjes. Maar Peter is altijd bij mij, ik slaap slechts. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed!! Ik dank u hartelijk voor deze mogelijkheid, de tijd die ik van u roofde, want ik kan een dik boek schrijven.

Ik blijft gelukkig ook gespaard, want mijn gezondheid betreft, ik ben sterk. Veel om mij heen, doet mij niet veel. Ik zei het al, 'Mijn kruis weegt als lood!'

A. C. M. Esselman

VERSTOTEN

Als moeder van een zoon (37 jaar), die ik vier jaar en drie maanden niet één keer gezien of gesproken heb, wilde ik even reageren. Mijn zoon, enig kind, is zonder ruzie de deur uitgegaan. Daarvoor heeft hij een moeilijke periode gehad (werkloos, hts-werktuigbouw). We hebben hem opgevangen, gesteund en geholpen zo goed als we konden. Mijn man heeft zich in die tijd heel vaak opgeofferd door met hem te zeilen op de Wadden en op het IJsselmeer. Vijf dagen voordat hij het ouderlijk huis verliet, had hij een baan gekregen. Hij had inmiddels kennis gekregen aan een oudere gescheiden vrouw met twee dochters (toen 8 en 14 jaar). Diezelfde dag zei hij me nog, wat hij me zo vaak zei: "Mam, ik zal je nooit in de steek laten, ik zal je altijd helpen." Helaas zei hij dat toen in bijzijn van zijn vriendin. We waren en dat is algemeen bekend, een zeer hecht gezin. Wat ons wordt aangedaan, vindt men dan ook heel erg. Ze zijn getrouwd zonder aankondiging en hebben nu samen een dochtertje. Via een buurman die het toevallig van een ander te weten kwam, weten we dat we een kleindochter hebben. Hoe ze heet en wanneer ze is geboren, weten we niet. Men zegt: "Het verlies van een kind door de dood is erg, doch het verlies van een kind door als ouders verstoten te zijn, is vele malen erger." Je kan beter ruzie hebben gehad, dan dat een 'vrouwtje' onze zoon op slinkse wijze bij ons heeft weggehaald. De groep ouders die dat overkomt, behoort tot de groep verstoten ouders en die groep groeit. Onze zoon moet wel voor de keus gesteld zijn: "Je ouders of ik." Hij verkeerde namelijk in een toestand met rustgevende medicamenten en daar heeft zij toen misbruik van gemaakt. Door dit gebeuren ben ik ingestort en een wrak geworden. Lopen gaat heel moeilijk. Ik gebruik krukken. Mijn spieren en gewrichten doen pijn. Tot overmaat van ramp ben ik twee jaar geleden van de trap gevallen en daarbij heb ik de dood in mijn ogen gezien, en ruim een jaar geleden ben ik ook nog eens door het oog van de naald gekropen. Dankzij mijn nieuwe huisarts en de cardioloog leef ik nog. Mijn man heeft onze zoon een brief geschreven over de val van de trap en dat ik voor mijn hart opgenomen ben geweest in Utrecht. Tot nu toe heeft hij nog niet gereageerd. Nooit geweten dat een kind zich zo van je af kan keren. Ik ben 70 jaar. Veel leed heb ik gezien en meegemaakt, o.a. als kind van achtenhalf gevlucht met alleen wat ik aan had en daarna met mijn moeder, broer en zus van mijn negende tot dertiende jaar in het beruchtste jappenkamp doorgebracht. In Nederland gekomen te zijn tijdens mijn schoolopleidingen veel tegenslagen gekregen en teleurstellingen moeten verwerken. Na het overlijden van mijn vader voelden we ons verplicht mijn moeder in huis te nemen, om haar niet weer gevangen en eenzaam te laten zijn in een verpleegtehuis. Zeseneenhalf jaar hebben we haar liefdevol mogen verzorgen. Hoe moeilijk het ook voor me is, vooral met verjaardagen, met kerst en oud en nieuw, heb ik gelukkig heel veel steun van mijn man die zich bij deze situatie heeft neergelegd en ook van onze dierbare, trouwe hond Dustin, die me troost als ik het even te moeilijk heb. Genieten van de natuur in Friesland en van mijn tuin geeft me veel afleiding. Ik hoop dat u begrijpt waarom ik zo aangeslagen ben door het lezen van uw artikel. Vanzelfsprekend is het erg een kind te verliezen, doch er moet ook rekening worden gehouden met de twee andere kinderen. Ik heb geen kind meer. Ik ben mijn zoon, waar ik zielsveel van hield, kwijt. Ook ik zit in een rouwverwerking, terwijl ik weet dat mijn zoon nog leeft. Deze rouwverwerking is niet een-twee-drie door een programma als 'Het familiediner' op te lossen. Deze briefschrijfster is getekend door het leven.

G.M. SCHOLTE-KUIPER

MARIEKE

'Overleven', dat is wat mijn man en ik hebben gedaan de eerste jaren na het volkomen onverwachte overlijden van onze oudste dochter Marieke op 7 mei 1993. Marieke werkte vijftien maanden als secretaresse op de Nederlandse ambassade in Koeweit, ze heeft zich daar verloofd met een Engelsman, Gordon, en de trouwdatum was vastgesteld op 09-04-94. Op 1 juni 1993 zou Marieke met Gordon voor een week vakantie naar Nederland komen om o.a. een trouwjurk uit te zoeken... In april 1993 is Marieke begonnen met duiklessen en tijdens het behalen van haar eerste duikbrevet op 7 mei 1993 is Marieke aan een fatale hartaanval overleden. Ik kan mij nu, na zoveel jaren, troosten met de gedachte dat zij in de armen van haar geliefde verloofde is overleden. Als je het in een boek leest of op een film ziet, lijkt een dergelijke doodsoorzaak heel 'romantisch', totdat het je eigen dochter betreft. Mijn man en ik en onze jongste dochter Nicolien en haar vriend Thilo zijn twee maanden na Mariekes overlijden naar Koeweit gegaan, waar we ruim vier weken samen met Gordon in Mariekes appartement hebben gewoond. Ik ben samen met Gordon van de pier gesprongen waar Marieke en Gordon op de 7e mei ook vanaf zijn gesprongen. Het gaf mij een heel vredig gevoel om in dat warme water van de Arabische Zee te vertoeven en ik voelde Marieke heel dicht om mij heen. Obductie heeft uitgewezen dat Marieke al zeker vier of vijf keer eerder een lichte hartaanval moet hebben gehad, dat haar kransslagader voor 75 procent verstopt was en dat, als wij hiervan hadden geweten, zij in aanmerking zou zijn gekomen voor een harttransplantatie. De medici vermoeden dat er met de stofwisseling van Marieke iets niet in orde is geweest, waardoor haar lichaam waarschijnlijk al vanaf de geboorte de 'verkeerde' cholesterol aanmaakte, de zgn. hypercholesterolemie'. Onze Marieke heeft 23 jaar, 7 maanden en 1 dag met een tijdbom in haar lichaam geleefd. Via Australische vrienden van Marieke en Gordon kwamen we in contact met 'The Compassionate Friends', een internationale organisatie van ouders van een overleden kind en in 1994 zijn we lid geworden van de Nederlandse Vereniging van Ouders van een Overleden Kind. Veertien maanden na Mariekes overlijden waren mijn man en ik aanwezig bij de herdenking van 25 jaar 'Compassionate Friends' in Engeland, de bakermat van de organisatie. Met ruim 500 ouders uit veertien verschillenden landen herdachten wij onze overleden kinderen en door dat contact met lotgenoten vonden wij herkenning en erkenning van ons immense verdriet. Vanaf de dag na Mariekes overlijden heb ik zeer veertig schrijfblokken (A4-formaat) aan beide kanten volgeschreven om te proberen de chaos in mijn hoofd enigszins te ordenen. Ik heb jarenlang heel intensief gecorrespondeerd met veel ouders die wij toen in 1994 in Engeland hebben ontmoet en nu nog schrijf ik regelmatig met nog zeker honderd ouders in diverse landen. Ouders die al eerder door het diepe dal van verdriet waren gegaan en waar wij ons aan optrokken. Zij reikten ons een hand en liepen een stuk met ons mee op de weg van wanhoop, ongeloof en nog zoveel meer emoties die door je lijf gieren na het overlijden van je kind. Ik voelde mij geamputeerd en ik zeg nog steeds dat een deel van mijzelf gelijk met Marieke is overleden.

Mijn man en ik hebben een enorme strijd gevoeld om Mariekes dood te overleden, ieder op onze manier en maar zelden konden we het verdriet delen. We leefden elk op ons eigen eiland vervuld van pijn en we waren niet bij machte elkaar te bereiken. Tot overmaat van ramp werd mijn man ontslagen door zijn werkgever, want deze vond dat het verdriet na een paar maanden toch wel 'over' moest zijn! Rechtszaken volgden en met bovenmatige inspanning is mijn man een eigen bedrijf begonnen en hebben wij nu een zeer florerend bedrijf met zes medewerkers. De eerste jaren was ik zo ingekapseld in mijn eigen verdriet, dat ik totaal geen waardering had voor de vechtlust en het doorzettingsvermogen van mijn man, ik voelde mij eerder tekort gedaan. Hij wilde de vele boeken die ik las niet lezen, maar nu begrijp ik ook dat hij er geen tijd voor had. Hij probeerde immers te voorkomen dat wij ons huis moesten verkopen, het huis waarin we zoveel gelukkige jaren met Marieke hebben beleefd.

Professionele hulp wilde ik niet zoeken, ik was ervan overtuigd dat het tussen mijn man en mij wel weer goed zou komen, maar dat dit wel vele jaren kon duren. Ik prijs me gelukkig dat mijn man mij de ruimte heeft gegeven, zodat ik tot de bodem van het immens diepe dal vol verdriet kon gaan. Het intensieve contact met vooral lotgenoten, maar ook met een aantal dierbare vrienden en familieleden hebben ervoor gezorgd dat we langzaam, heel langzaam uit het diepe dal omhoog zijn geklauterd.

De Vereniging Ouders van een Overleden Kind geeft een tweemaandelijks contactblad uit voor lotgenoten en daar heb ik veel van mijn gevoelens in kwijt gekund, bovendien las ik de verhalen van andere ouders en werd ik bevestigd in mijn gevoel dat ik echt niet gek werd of gek deed!

Na een aantal jaren voelde ik mij sterk genoeg om te proberen andere ouders te helpen om een stukje met hen mee te lopen en sinds een jaar of vijf ben ik heel actief binnen de vereniging. Voor de provincie Noord-Holland ben ik de regiovertegenwoordiger en dat betekent dat alle ouders die in onze provincie om hulp en vragen bij mij terechtkomen. Als ze dit willen, bezoek ik hen, ik organiseer en begeleid gespreksgroepen en met een tiental andere ouders organiseren we twee keer per jaar een open middag ergens in Noord-Holland. Verder zit ik in een werkgroep die op landelijk niveau eenmaal per jaar een Landelijke Dag organiseert (dit jaar op 17 april in Barneveld).

In 2002 was ik ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de vereniging intensief betrokken bij de organisatie van een herdenkingsdag voor leden en een symposium voor professionele hulpverleners. In 2006 hopen wij het 25-jarig bestaan te gedenken, wederom met een symposium en een herdenkingsdag en ook van deze werkgroepen maak ik deel uit.

Verder heb ik in 2002 een boekje samengesteld met lievelingsrecepten van onze overleden kinderen, de ouders hebben daarbij een verhaal geschreven waarom hun kind dit recept zo lekker vond, er zijn foto's van onze kinderen bij afgedrukt en de recepten worden afgewisseld met spreuken en gedichten.

Mijn man en ik hebben elkaar gelukkig hervonden, we hebben geleerd te respecteren dat we elk op onze eigen manier met het grote verdriet om Mariekes dood omgaan.

Onze jongste dochter Nicolien is met haar vriend Thilo al zeseneenhalf jaar gelukkig getrouwd en wij zijn inmiddels de trotse oma en opa van vijf kleinkinderen! Een dierbare vriend én lotgenoot verwoordde dit kleinkinderengeluk voor ons als "bloempjes in onze lege weide" en ook zij hebben ervoor gezorgd dat wij van 'overleven' weer het gevoel krijgen te 'leven'. Dat het leven weer de moeite waard is geleefd te worden, ook al wordt het nooit meer zoals het was. De glans is er toch wel vanaf. Maar ik durf weer te genieten van alles wat op mijn levenspad komt zonder dat ik mij daar tegenover Marieke schuldig over voel.

Ook Nicolien en Thilo en hun kinderen dragen de dood van Marieke als zus, schoonzus en tante levenslang met zich mee. We hadden het graag allemaal anders gezien en het staat buiten kijf dat we ons leven van vóór Mariekes dood zó zouden inruilen voor het leven wat we nu leven. Soms zeg ik weleens dat ik dit nieuwe leven niet zou willen missen, maar wél met Marieke erbij!

Ons leven gaat door, zij het op een ander spoor, maar altijd is Marieke 'aanwezig in afwezigheid' en voel ik vaak via muziek dat zij om mij heen is en mij probeert te helpen. Ik ben dankbaar voor het leven wat wij met Marieke hebben geleefd, zij het dat we dit veel te kort hebben gevonden! De vele boeken die ik heb gelezen, hebben mij er echter van overtuigd dat het leven na de dood niet ophoudt, maar dat het in een andere vorm doorgaat en dat vind ik een troostgevende gedachte.

Ja, we zijn 'getekend door het leven', en ja, we hebben 'levenslang verdriet', maar dat betekent niet dat we levenslang ongelukkig zijn. We staan best wel weer positief in het leven en dat is ook wat ik met deze reactie probeer over te brengen. Voor ons heeft het leven weer zin gekregen en Jan en ik hebben allebei op ons eigen manier het gevoel dat Mariekes dood niet voor niets is geweest en dat wij aan ons leven weer een zinvol bestaan hebben gegeven.

BETSY DE JAGER

NOODLOT

Vreemd genoeg kijk ik zelden of nooit naar rouwadvertenties. Misschien een vorm van struisvogelpolitiek met in mijn achterhoofd het waanidee: ik heb nog even voor ik 85 wordt. Niets is minder waar en dat weet ik zelf maar al te goed. Ondertussen al redelijk 'belegen' en misschien een snellere verloop van mijn houdbaarheidsdatum. Ouders sterven voor de kinderen, maar soms heeft het noodlot een ander idee. Mijn dochter overleed op de leeftijd van nauwelijks een jaar, kort na haar verjaardag, zomaar! Een gezond kind ligt ineens dood in haar wiegje, wiegendood. Verbijsterd onderga je je lot! Boosheid en onmacht geven je een verlamd gevoel. Hoe kan je hiermee omgaan! Deel je je verdriet met je echtgenoot, of beleef je ieder je eigen emoties en gevoelens. Ik heb er tien jaar nooit over gesproken en beschouwde haar dood als een afschuwelijke nachtmerrie. Geen tijd nemend voor verdriet of rouw. Daarna overlijdt je echtgenoot aan een hartstilstand op jonge leeftijd. Je leven verandert in een totale puinhoop en je woede neemt de overhand. Waar bleef God met zijn eeuwige liefde? Ik denk dat hij mij veel heeft uit te leggen als ik straks het huidige met het eeuwige zal verwisselen.Dus rouwadvertenties zijn aan mij niet besteed, het blijft een circle of life!

ZAIDA


© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.