Uw reacties op:Hip en oergezellig
Deze
pagina wordt de komende week dagelijks bijgewerkt.
WAT
BREIT U VEEL!
Mensen, mensen, wat breit u veel.
En dan dat haken en borduren. Zoveel reacties als
de redactie Vrouw deze week kreeg op de oproep 'wordt
er nog gehandwerkt?', heeft nog geen enkele eerdere
vraag opgeleverd. Daarbij waren vooral veel reacties
van ouderen die ons vertelden hoe zij in de oorlog
de op school gebreide truitjes weer uittrokken om
nieuwe kledingstukken te fabriceren of om de wol te
verhandelen voor voedsel. Maar ook jongere mensen
nemen nog regelmatig de pennen ter hand.
Smurfentrui
Tv-presentatrice Léonie Sazias bijvoorbeeld
kreeg jaren geleden al enthousiaste reacties op haar
tussen de bedrijven door gebreide truien, zo mailde
ze ons. Hoe mooi en kunstig Léonies truien ook waren
en zijn, tegen een anonieme mevrouw kan ze niet op.
De afgelopen 17 jaar breide deze actieve dame namelijk
maar liefst 570 truien. En nu maar hopen dat de ontvangers
van deze breisels daar blijer mee zijn dan de dochter
van Annie Ten Katen-Halma toen mama stiekem voor Sinterklaas
een Smurfentrui had gebreid. "Ik had een tekening
gemaakt, met veel moeite omgezet in een borduurmaaspatroon
en terwijl zij sliep of buiten speelde, stiekem een
mooie trui van dure wol, gebreid. Ze kreeg deze op
5 december van Sinterklaas, ze bedankte de sint uitbundig,
maar fluisterde mij in het oor: 'mam wanneer gaat
de sint weer naar Spanje? want ik vind het een stomme
trui, maar als hij hier nog is, moet ik hem nog aan
ook!'
Er waren meer 'treurige' handwerkherinneringen.
Vooral aan het bijbrengen van de eerste beginselen
door een strenge juf denkt niet iedereen met evenveel
liefde terug. "Had je een (stomme) pannenlap gebreid,
werd er een stuk ingeknipt zodat je het weer dicht
moest mazen", schreef bijvoorbeeld Hilde Baggers nog
steeds een beetje beledigd. En Tanja Mullis-Künz,
die tegenwoordig met haar man de wereldzeeën bevaart
en onderwijl een deken breit met daarin alle vlaggen
van de bezochte landen verwerkt, over de pop die ze
moest breien op de lagere school: "Het was voor mij
een waar drama. Pure ellende en huilpartijen omdat
ik er niets van terecht bracht en om de haverklap
steken liet vallen. Ik geloof dat uiteindelijk mijn
moeder de lapjes heeft gebreid om mij verdere vernedering
te besparen."
Kunstwerken
Met veel genoegen hebben we verder
de foto's van uw kunstwerken bekeken. Namens een van
de redactiedochters ook nog heel erg bedankt voor
het pietepeuterige babypakje voor een minipopje dat
werd opgestuurd en voor het gehaakte onderzettertje
dat ze nu als bloem in haar paardenstaart draagt.
Wij hebben zelf de steken inmiddels opgezet en plannen
een kerstkleed voor 2010.
De
uitgebreide reacties vindt u hieronder
HERVONDEN PENNEN
Naar aanleiding van
uw oproep in de Telegraaf van zaterdag jl. deel ik
u mede dat ik de breipennen hervonden heb. Vroeger
breide ik altijd: truien voor mijn man, mijn dochter
en de kleinkinderen. Mijn man is overleden, de kleinkinderen
wilden toen ze een jaar of 16 waren alleen maar truien
kopen en voor mijn dochter hoefde het ook niet meer.
Maar nu is mijn kleindochter in verwachting en oma
breit en haakt er weer op los. Truien voor mezelf
zie ik me nog niet breien, ik koop liever dan kun
je meteen zien hoe ze staan. Laatst kocht ik in de
uitverkoop 1 Di Gianni (mag geen reclame maken, geef
alleen de kwaliteit aan) trui en 1 idem vest voor
de somma van €97,50 samen, daar kun je haast niet
voor breien, want - nu ik weer bezig ben - zie ik
pas hoe duur het 'garen', zoals ze hier zeggen, is.
Ik vind het weer leuk. Het is jammer dat er zo weinig
patroontjes voor babykleertjes beschikbaar zijn. Een
borduurster ben ik nooit geweest. Mocht u dit kattebelletje
voor de krant willen gebruiken, dan svp geen naam
vermelden.
WOONTRUI
"Ik brei en haak al vele
jaren en met succes. Een voorbeeld: Mijn zoon heeft
een trui die ik heb gebreid in 1983, deze draagt hij
nog steeds al is het nu alleen nog op zijn werk. Het
is zijn woontrui. Voor mijzelf heb ik pas nog een
trui gebreid en ben ik bezig met een trui voor een
kennisje. Haken doe ik ook nog steeds al zijn het
nu meestal pannenlappen. Geen vierkante pannenlappen,
maar lange, die gretig aftrek vinden. Niet dat ik
ze verkoop, maar ik geef ze vaak cadeau. Ik hoop dat
dit schrijven u een beetje inzicht geeft in het handwerk
gebeuren. Er wordt dus nog steeds gebreid en gehaakt."
GRÉ URBAN
ZWARTE KOUS
"Interesse om te breien
heb ik pas gekregen op latere leeftijd. Als tienjarige
moest ik bij een buurvrouw elke middag een uurtje
gaan breien. Ik herinner mij nog die zwarte kous,
2i 2a. En dan kwam die hiel, vreselijk. Mijn vraag
is nu aan de vrouwen van mijn leeftijd, intussen 85:
Weet u nog hoe het moet met de minderingen van de
hiel? ik wens u allen veel breiplezier."
PEM BLOK-ROLING
ELKE DAG
"Mijn leeftijd is ruim
81 jaar. Ik brei, haak en borduur bijna elke dag (mijn
ogen en handen laten het toe). Creatief bezig zijn
is voor mij heel belangrijk. In mijn la ligt een gebreid
truitje dat ik voor mijn eerste kleinkind (nu 26 jaar)
breide. Het is een gemis dat de handwerklessen zijn
vervallen."
G. WOUWENAAR
EEN SOLO-SOKJE
"Het handwerken is me
als het ware met de paplepel ingegeven. En daar ben
ik nog steeds blij mee. Ik heb mijn moeder nooit anders
gezien dan met een handwerkje in haar handen. Prachtig
gehaakte kleedjes kon ze maken, ze stijfde ze met
S.B. stijfsel, vroeger een bekend stijfselmerk en
spande ze met kopspelden op een strek board. Ook breide
ze vele vesten, truien en sokken soms met een open
werkje, zoals ze dit noemden. ajour heette 't met
een deftig woord. Ik heb een sokje dat ze breide voor
mijn zoontje, de andere heeft ze er nooit bijgemaakt,
die koester ik nu nog. Want ook dat gebeurde, iets
niet afmaken. Ben ik trouwens ook heel goed in. Mijn
moeder heeft gehaakt, de laatste jaren heel veel pannenlappen
die ze aan een ieder uitdeelde tot haar 97-ste toen
ze dood ging. Ik begon in de eerste klas aan m'n eerste
handwerkje, natuurlijk breien, nog later een babyhemdje
van flanel met de flanelsteek omgehaakt en o wee als
je het niet netjes deed. Een keer vergat ik m'n handwerkles
en dat heb ik geweten. Een fikse lel om m'n kop kreeg
ik toen ik de klas binnenstapte. Later kreeg ik er
wel meer plezier in. Maar voor ik dit kreeg, heb ik
heel wat steken laten vallen, dat m'n moeder er dol
van werd. Weet je wat ze zei, als ik de juffrouw was,
dan sloeg ik je met de breinaalden om je kop. Later
breide ik truien, vesten en sokken en borduurde en
haakte ik of mijn leven er vanaf hing. Nog veel later
voor m'n kleinkinderen. Ik kreeg er vier in een jaar.
Nu brei ik ik geen grote stukken meer. Hoogstens voor
de barbie. En misschien wie weet wat ik nog eens op
de pennen ga zetten. Tot slot doe ik er een foto bij
van m'n geborduurde wandkleed dat ik in 1995 maakte
ter herinnering aan oorlog en bevrijding. Die oorlog
maakte ik zelf mee. Ik ben er zomaar aan begonnen,
zonder uitgewerkt patroon in kruissteekjes, soms van
een plaatje uit een of ander blad of boek (ansicht)
en dit werd het resultaat. En nog ben ik niet opgehouden.
ik vind het zalig om te doen met m'n 66-ste jaar.
Al zijn m'n breiwerkjes wat geslonken zoals je ziet,
een klein presentje dus."
HENNY VAN YPEREN
p.s. Het zou goed zijn
als er weer wat meer op de scholen aan handwerken
werd gedaan, want het is een gemis, zo voel ik het
zelf. M'n kleinkinderen zie ik het niet doen.
ZIEK ZONDER BREIEN
Breien? Als ik geen breiwerkje
in m'n handen heb, ben ik ziek. Zodra ik dat weer
vast kan houden ben ik aan de beterende hand. Dat
weet mijn familie ook. Ik denk dat ik nog maar net
5 jaar was toen mijn moeder mij leerde breien, lapjes,
zij zette het in elkaar als poppenrokje en -jasje
en -dasjes in alle kleuren. In de oorlog was er weinig
garen, we hadden schapen, mijn moeder leerde me spinnen,
vele truien en sokken heb ik toen al gebreid. Ik ben
van 1931. Wat ik nu brei? Sokken, de een is nog niet
klaar of de ander is alweer op de naald. Niet meer
zoals vroeger, m'n vingers en tenniselleboog (natuurlijk
van al dat breien) willen niet meer zoals vroeger.
Het begint om plm. 20 uur met het nieuws, bij alle
Nederlandse programma's wordt er gebreid, geen sok
op een avond, toch zijn er zo al heel wat sokken klaar.
Ik denk wel 30 paar. een hele voorraad, voor man en
zoon (nu 45 jaar), sinds 1949 heeft mijn man niet
anders aan dan sokken van Noorse wol. Oude zoon heeft
ze aan op z'n werk en hier en daar geef ik er een
paar weg. Natuurlijk brei ik liever truien, hoeveel
ik er gebreid heb. Ik ben de tel kwijt. Makkelijke
en moeilijke patronen. Mooi ingebreid, heerlijk om
te doen. Soms bedacht ik zelf wat, dan maakte mijn
man een tekening, o.a. een paard dat over een hekwerk
moest springen, met meisje erop. Opdracht van onze
kleindochter. Het is teveel om op te noemen. Ik heb
weinig bewaard van het gebreide, zodra de kinderen
en kleinkinderen eruit gegroeid waren, ging het de
familie door of in de zak naar Polen. Een kindertruitje
dat ik voor onze eerste kleinzoon heb gebreid, heb
ik nog, omdat hij in 't buitenland geboren is en opgroeit
heb ik er een Nederlands kinderliedje ingebreid en
opgenaaid, een schaap en slaapkindje slaap. Daar buiten
loopt een schaap. Hij is nu tien jaar. Ik hoop dat
ik zolang ik nog te leven heb, af en toe breien kan.
Ik ben nu 71 dus misschien kan ik nog wel 71 paar
sokken breien. Komen de truien weer in de mode, dan
begin ik daar ook weer aan. Ik zie er naar uit. Ook
denk ik dat u bedolven wordt onder de brieven, want
volgens mij breien nog heel veel mensen met plezier.
M. WIJNNOBEL-WILMERINK
NIEUWE HAAKSTEEK
Ik brei, haak en borduur
al zeker vanaf mijn elfde jaar. Toen ik twaalf was,
heb ik een hele mooie stof gekocht en ik wilde een
tafellaken borduren. We hadden nog geen televisie.
Volgens mij was het er wel, maar mijn ouders wilde
het niet. Dus 's avonds borduren of lezen. Een grote
boekenkas vol maar borduren was ook erg leuk. Ik ben
nu 56 jaar. Ik heb diverse tafellakens, kleedjes,
kussens geborduurd. Ik heb een doos met allemaal zijde,
een grote doos voor kussen te borduren en een groet
doos voor diversen, bijvoorbeeld lakens, dekbedden
enzovoort. Plus nog een kast met heel mooi spul. Onze
zoon zit op schaken en zoals afgelopen keer was ik
9 dagen in Dieren en mijn mandje met breiwerk en borduurwerk
gaat mee. Als ik niets bij me heb, zeggen ze: 'is
alles af?' Ik koop zelf spullen bij de groothandel.
Ik vind het zo'n heerlijk tijdverdrijf dat ik voor
iedereen wat maak. Pas nog voor twee kinderen lekkere
sjaals gebreid en nu nog een voor de oudste dochter.
Dan weer een voor mijn tante en dan weer een voor
de pop. Het gaat zo maar door. Als ik dit niet meer
kan of mag doen, heeft mijn leven geen zin. Ik wil
creatief wat blijven doen. Wat dacht u met kerst kaarten
borduren en met stof maken? Ongeveer 200 stuks. Ik
werk er rustig een nacht voor door om het af te hebben.
Mijn dochter heeft voor haar bank vier Winnie de Pooh
kussens, haar vriend vindt het ook wel leuk. Ik heb
al eens een nieuwe haaksteek uitgevonden. Ik heb daar
een vest van gehaakt. Dat is erg leuk. Ik kan hier
nog uren over schijven. Dit is nou echt mijn hobby
en ik hoop dat de nieuwe generatie het toch weer zal
gaan doen.
MW. L.C. V/D BLOM-
V.D. POL
BREISTERRENCLUB
In september 2001 is
een wooncomplex d' Attenaer in gebruik genomen (alles
heel luxe) met een mooi atrium en brede gangen waar
leuke zitjes in zijn gedrapeerd. Enkele bewoonsters
zijn daar nogal eens aan het handwerken. In hoofdzaak
breien. Dat inspireerde toch steeds meer dames waarvan
velen zelfs alles wat met breien te maken heeft, hebben
opgeruimd, dus noodgedwongen werd nieuw materiaal
gekocht en aan de slag gegaan. Eén mevrouw kwam op
een gegeven moment op een leuk idee om een deken of
sprei te breien voor Roemenië. Wie mee wilde doen,
ieder een baan en één mevrouw zou dan alle banen aan
elkaar haken. Zo kwam een aantal dames wel 4 middagen
bij elkaar in het atrium om te breien en te keuvelen
en thee te drinken. De deken wat in korte tijd helemaal
klaar en het was nou een pronkstuk ook. Inmiddels
is men overgegaan op andere dingen zoals truitjes
en truien, sokken, mutsen en zo veel meer. Ieder werkt
er op een of anderen manier aan mee. Enkele maanden
geleden is door een groep personen uit ons dorp een
zending goederen naar Roemenië gebracht, waaronder
vijf volle dozen mooi breiwerk van onze eigen 'breisterrenclub'.
Heel jammer dat er op de scholen de brei- en haaklessen
niet meer worden gegeven. Van onze 13 kleinkinderen
zijn er nog steeds een paar die graag gebreide truien
van oma dragen, liefste met leuke figuren er op gemaasd.
MW. D. VISSER-V. PELT
OOK KATTENBERG
Ikzelf brei sokken voor
het Rode Kruis en vrienden en kennissen en maak poppenkleertjes
voor de kleuterschool. En ook truien en andere dingen
maak ik en ik draag ze ook zelf. En het is frappant
want ik heet van mijn meisjesnaam ook Kattenberg!
MW. COLL LE FEBER
GEBORDUURDE HARLEY
Wil reageren over het
handwerken. Ja, ik heb breien op school geleerd. ook
verstelwerk en hempjes maken was verplicht. Moest
witte katoenen sokken op vier pennen breien en heb
tegen mezelf gezegd: dat doe ik nooit meer wat is
gebeurd. wel veel truien en vesten gebreid voor mijzelf
en mijn broers. Nu brei ik voor ons kleinkind en buurmeisje.
Haken heb ik van een vrouw geleerd en heb veel kleedjes
van handgaren gehaakt voor mijn moeder. Na de oorlog
was er geen haakgaren te koop. Borduren doe ik nog
steeds, kruissteek en heb een kleedje van de reddingmaatschappij
bijna klaar. Orchideeën voor mijn zuster gemaakt,
vuurtorens (De Brandaris) zelfs tweemaal en een motor
(Harly Davidson chopper) geborduurd voor mijn zoon
in Amerika. Handwerken doe ik graag en ben bijna 70
jaar. Een keer in de week borduur ik samen met een
buurvrouw die achter woont. Zij is bestuurslid van
de vereniging Merkwaardig (800 leden). Zij borduren
alleen merklappen. Verder maak ik nog raamhangers
van tiffanyglas en een grote lamp voor mijn zoon.
Kleding maken is wat minder geworden. Kaarten maken
van servetten, ook borduren. T-shirts schilderen enz.
enz., cursus lopen. Heb een hobbykamer waar alles
te vinden is, vervelen doe ik mij niet. Het ontspant
reuze goed als je handwerkt, wat echt waar is. Ik
draag het ook en heb nog dingen van vroeger. Ben blij
dat de jonge vrouwen weer gaan handwerken omdat het
voldoening geeft. Iets exlusiefs maken vind je niet
in de winkel.
MW. A.H. MERWE
NIEMAND KAN HET NOG
Uit de oproep in De
Telegraaf 'Wie, o wie doet het nog, nl. naaien, breien
en borduren. Nu, dat doe ik nog. Ben 71 jaar en naai
altijd voor andere mensen en voor winkels die hier
zijn. Ben gestopt toen ik 70 werd, maar doe dus voor
een winkel allemaal naaiwerk, zoals broeken verkorten,
en ritsen en andere klusjes. En ze kunnen tegenwoordig
niemand vinden voor zoiets. En nu ik wat meer tijd
voor mezelf heb, borduur ik met kruissteken en brei
er nog wat sokken tussendoor. Mijn dochter doet hetzelfde
werk als ik, altijd gedaan, maar wat meer nieuwwerk,
dat is echt haar hobby en dan haakt ze er ook nog
bij. Ik heb altijd vele jaren handwerkles aan de basisschool
gegeven, zoals breien en wat borduurwerk, maar helaas
is het toen gestopt en het wordt ook niet meer gedaan.
Ze doen nu knutselwerk. Mijn kleindochter probeer
ik dan nog wat te leren, omdat ze dat van mij ziet
en wil het dan ook wel proberen. Nu ik stop ermee,
hoop dat hier nog eens wat meer over te lezen Met
vriendelijke groet,
MW N. DE VRIES-HEGEMAN
BREIBOEKEN
Hier mijn reactie over
breien, ben 77 jaar en heb zolang ik mij kan herinneren
altijd gebreid. Nu nog! Jammer dat je geen breiboeken
meer kan kopen. Dit is mijn reactie
TO LIEMPT
BREIWEDSTRIJDJES
Ik ben geboren in 1924
(78 jaar). Je moest vroeger al heel vroeg beginnen
met breien, dat hoorde er bij. Dus met m'n zesde jaar
begon het al en nu brei ik nog steeds. Breien is iets
waar je bij kunt praten en tv kijken. Ik heb al menige
pop en beer aangekleed en ook beesten en poppen gebreid.
Op de lagere school begon je al in de tweede klas.
Dat was in 1932. Wat waren wij ingespannen bezig en
als de handwerkjuf dan weer wat nieuws deed, was je
één en al aandacht, reuzentrots als je het ook kon.
Al gauw breide ik een trui voor mezelf en iedereen
vond hem prachtig. Mijn moeder haakte veel en dan
waren we samen in de weer. Haken en breien, later
borduren en wandkleden knopen, maar breien was voor
mij het mooiste. Ik heb al heel wat truitjes en andere
dingen gebreid voor de Derde Wereld. Op school was
het bijna een wedstrijd met een vriendin, wie het
eerste klaar was en het mooiste breide, dat maakte
niet veel uit. We hadden altijd beiden een negen op
rapport. Ik vind het jammer dat er op school niet
meer gebreid wordt. Het heeft wel iets. Ik heb nog
steeds mijn handwerken van school bewaard, niet alles,
want in de loop der jaren is er wel wat weggegeven.
Maar breien doe ik nog steeds.
W. VAN SEBEN-KUIP
VERSLAVING
Hoe leuk is breien?
Héél leuk! In feite een vorm van verslaving, want
na elk breiwerk, trui of vest, zeg ik: nee, nooit
meer! Ik ben kapot. M'n nek in de knoop, kromme, verkrampte
vingertjes en altijd de meest spannende stukken van
de tv-film gemist! Mijn voorkeur gaat namelijk uit
naar ingewikkelde telpatronen. Dan kan het gebeuren
dat je na zo'n 20 centimeter breien een fout ontdekt.
Dus, uithalen en opnieuw beginnen. Een maand of wat
ga ik dan via een omweg naar het winkelcentrum, zodat
ik niet langs die mooie handwerkzaak kom. Maar na
verloop van tijd moet ik toch weer even kijken. Die
prachtige kleuren en al die verschillende breigarens.
En dan bezwijk ik weer voor de verleiding. Hoe anders
dan in mijn kinderjaren. Geboren in 1940. Er was niet
veel in de oorlogsjaren en ook daarna nog niet. Eten
kwam op de eerste plaats. Maar mijn moeder was vindingrijk.
Ze maakte van 'oud - nieuw' en ze kon prachtig breien.
Hoe gelukkig was ze wanneer mijn vader thuis kwam
met een zak schapenwol. Dat werd schoongemaakt, gewassen
en daarna gesponnen. Ook dat kon ze goed. Mooie, dunnen
draden. Er werd van alles van gebreid. Van ondergoed
tot noem maar op. Wij zagen er dus als kind echt 'eigengebreid'
uit, zoals dat bij ons genoemd werd. Het prikte vreselijk,
maar we waren toch wel trots op de spullen. Tot de
puberteit. Voor geen prijs, hoe mooi ook - er was
inmiddels natuurlijk prima breigaren te koop - wilden
we iets dragen wat moeder zelf had gebreid. Na mijn
30e kreeg ook ik 'het' helemaal te pakken. Mijn zwak
voor breien heb ik dus echt geërfd. Eén borduurwerk
van haar, nog op hoge leeftijd gemaakt, wordt door
mij nog altijd gekoesterd. Wat het voorstelt? Heel
toepasselijk. Een spinnende vrouw voor de open haard.
J.J. PAARDEKOOPER
NOSTALGIE
Nou, ik brei nog wel,
zelfs voor mijn dochter van 27 jaar. Haar vriendinnen
zijn er jaloers op. Vroeger had ik voor mijn kinderen
truien gebreid met Mickey Mouse, Donald Duck, Kwik,
Kwek en Kwak, Snoopey, Pink Panther, koala beertje,
een boot met een vuurtoren. Ze waren te klein, maar
ik kon ze niet weggooien en heb ze op zolder gelegd.
Vorige week heb ik ze naar beneden gehaald om te vragen
wat ik ermee aan moest. "Nou, bewaren!" Ze mochten
echt niet weg omdat ze nog precies wisten dat ze gedragen
werden. Dus er zit toch een goed gevoel en verhaal
van nostalgie achter. Zodoende liggen ze weer op zolder.
M.C. ZWAAN-KEUNE RUST
VOOR LICHAAM EN GEEST
Breien is heel erg leuk!
Je draagt truien en vestjes in een bepaald door jou
gekozen kleur en patroon, die eenmalig is, en niet
bij tientallen in de rekken in de winkels hangen.
Handwerken geeft rust aan lichaam en geest. Ik ben
79 jaar en handwerk nog dagelijks, breien, haken,
borduren, richelieuwerk. Het hele fijne werk doe ik
niet meer, omdat mijn ogen achteruitgaan. Sinds mijn
man 18 jaar geleden met pensioen ging, is het 's morgens
huishoudens en 's middags handwerken. Jammer dat vele
handwerkwinkels sluiten. Ik moet nu voor alles de
stad in (Utrecht). Ik hoop met u dat handwerken weer
terugkomt.
MW. M. MAKKINK-SALOMONSON
BEGIN EENVOUDIG
Jullie vroegen om reacties
over breien. Ik zeg: breien, de leukste hobby die
er is. Je kan het overal, buiten, binnen, in de trein,
in de wachtkamer, voor de tv, noem maar op. Je hebt
allen twee pennen en een bolletje wol nodig, past
in iedere tas. Het is heel gemakkelijk: er zijn maar
twee verschillende steken, rechtse en averechtse,
pas als je ze door elkaar gaat gooien, moet je een
beetje opletten. Ik was zes jaar toen ik leerde breien,
op mijn 13e jaar breide ik mijn eerste trui. Nu ben
ik 54 jaar en nu brei ik truitjes voor de generatie
die nu geboren wordt. De vriendinnen van mijn dochters
en mijn collega's willen alleen een eigen gebreid
truitje van mij krijgen. Van alle restjes, je hebt
altijd te veel, heb ik een lappendeken gebreid, lapjes
van plm. 15x15 cm en aan de achterkant even grote
lapjes katoen. Die heb ik cadeau gegeven aan mijn
jongste neefje, die vorig jaar met Kerstmis is geboren.
Ik heb een foto bijgesloten. Kortom: doen. Begin eenvoudig,
een das of pannenlappen en probeer steeds iets moeilijkers.
Gebruik je fantasie, is het niet wat je hoopte, haal
het uit en begin opnieuw, de wol kan er wel tegen!
TONNY KOENS
KRIEBELIG
Dan lees je een oproep
'Hoe leuk is breien?' Op school leerde je breien,
dat uurtje was voor mij het ergste wat er was, ging
altijd naast de bank staan, als kind zei je dan: ik
word er kriebelig van. De juf vond ik ook maar niets,
een knoedeltje van haar grijze haar gemaakt en zij
droeg een jurk die mijn moeder achter de tobbe droeg
als zij moest wassen. Wasmachine? Nooit van gehoord.
Op de dag dat wij weer handwerken hadden uitgekauwde
kauwgom op haar stoel gelegd. De rest kunt u wel raden.
Later leerde mijn oma mij haken, dat vond ik wel erg
leuk. Op twaalfjarige leeftijd haakte ik gordijnen
voor de hele familie, toen er genoeg gordijnen gehaakt
waren, werden het spreien. Heb heel veel baby's gehaakt,
poppenkleertjes, maak nog steeds geborduurde kaarten
voor de kerst. Voor vrienden en bekenden brei ik nu
nachtsokken op verzoek en nog altijd worden poppen
door mij aangekleed. Pannenlappen haak ik op verzoek
en heb nog steeds grote gehaakte kleden op mijn tafel
liggen. Of de brei- en haaklessen op school moeten
terugkomen weet ik niet. De tijden zijn nu zo heel
anders geworden. Je kunt alles heel leuk kopen en
het is betaalbaar en als je echt iets wil leren, dan
doe je dat. Er zijn nu zoveel andere dingen bijgekomen
waar je vroeger nooit van gehoord had.
GERRY VAN WIJL
GEEN SUF TUTJE
Hartstikke leuk dat
handwerken weer modern is!! Alleen jammer dat er op
scholen geen aandacht aan wordt besteed. Zelf ben
ik net 46 jaar en heb de technieken van m'n moeder
geleerd. Zij is nu 83 en borduurt en haakt nog steeds.
En hoe!! Op school heb ik er ook nog les in gehad.
Zelf brei, haak en borduur ik van alles. Ik ben beslist
geen suf tutje (heb onlangs met m'n zoon nog een concert
van Rammstein bezocht en ben fan van Bon Jovi). Het
is jammer dat handwerken zo'n suffig imago heeft,
alsof het alleen voor oude omaatjes is. Het is hartstikke
leuk om zelf een trui te breien, het is veel warmer,
veel sterker en de maat is altijd goed. En wanneer
je goed oplet op aanbiedingen, ben je heel goedkoop
uit. Ik heb weleens een trui gebreid voor 10 gulden
aan materiaal!!! En wanneer je dan hoort dat je zo'n
leuke trui aan hebt, dan heb je echt iets om trots
op te zijn. Het is alleen jammer dat er zo weinig
handwerkwinkels zijn. Gelukkig woon ik dichtbij Twello,
waar M+M is gevestigd. Een hele grote winkel, tevens
postorderbedrijf. Zij geven ook patronenboeken uit.
Een goed adres! Verder komen we regelmatig in Duitsland
en daar koop ik ook vaak materiaal. Vooral bij Karstad
kun je goed terecht. Ik hoop dat de scholen deze technieken
weer opnemen in het onderwijs, want de jeugd verveelt
zich suf (zie alle rondhangjongeren), terwijl ze zulke
leuke dingen kunnen maken. Iedereen is wel creatief,
maar je moet het wel eerst aanwakkeren. Computerspelletjes
gaan ook gauw vervelen, terwijl je met lekker creatief
bezig zijn, je heerlijk ontspant, tot rust komt en
je hebt iets tastbaars waar je trots op kunt zijn!
Ik moet er niet aan denken dat ik 's avonds met de
handen over elkaar naar de tv zit te staren! Ondertussen
zit ik heerlijk te 'prutsen' en 'brei' mijn garderobe
ondertussen uit! M'n spullen gaan zelfs mee op vakantie.
Ik kwam terug met een voorpand dat bijna klaar was!
Ook m'n borduurspul ging mee. Op het moment zijn dat
geborduurde randen op handdoeken. Heel leuk als geschenk
te geven. Ik hoop echt dat het onderwijs hierop inspringt,
want ik zou het hartstikke jammer vinden wanneer de
jeugd deze prettige ervaringen zou moeten missen en
wanneer ze creatief bezig zijn, hebben ze geen tijd
om crimineel bezig te zijn!
JEANET MÜLLER-ROSKAM
DAGDROMEN
Nog altijd brei ik vestjes
voor mijn kleindochters. Altijd weer een of twee maatjes
groter (1 kleindochter van 11 jaar en een van 7 en
een van 5 jaar). Zij mogen zelf het breimateriaal
uitzoeken en dat is zo bijzonder; de een wil dikke
wol en de ander hele dunne op naald nr. 2!! Het heerlijke
van breien is: ik kan dagdromen, denken over het verleden
en ook het heden. Wel zo nu en dan tellen natuurlijk,
maar één en al ontspanning! Ook borduur ik 5 grote
merklappen. Gedeeltelijk naar patroon, maar voor iedere
zus ook haar persoonlijke gegevens en haar gezin,
met kinderen en kleinkinderen, een groot karwei!!
Mijn oudste zusje heeft 7 kinderen met partners en
vele kleinkinderen. Twee merklappen in 1 kleur, leiblauw;
2 in oudroze-rood en nog 1 in antiek groen. Ik heb
overal foto's van. De kleindochters leer ik al borduren
en dat vinden ze erg leuk!
B. VAN BENTHEIM- VOORHOEVE
GEEN GROVE DINGEN
Jazeker, in ieder geval,
ik ben er. Mevrouw Klijn, 21-10-'27 die nog steeds
naait, echt alles, maar geen grove dingen, wel poppenkleertjes.
Breit voor groot en klein en zelf de gebreide spullen
ook draagt. Een trui van mijn moeder heb ik nooit
hoeven dragen, want van naaien en breien had zij geen
kaas gegeten. Zelf heb ik nooit naailes gehad, is
dus niet echt nodig. Breien is een rustige liefhebberij.
Je handen hebben wat te doen en onderwijl kijk ik
tv of luister naar klassieke muziek of denk intussen
iets nieuws uit (spaart heel wat nootjes en chips
uit!). Wandkleden gemaakt van gobelinwol en Sudan.
Handwerken liefst heel fijn, petit point, en gewoon.
Tot de wol op was heb ik vloerkleden van Smyrna gemaakt.
Dat is heel wat zult u zeggen, maar het is waar, kom
maar kijken! Op de scholen moet zeker weer geleerd
worden om met garen te spelen, kleuren kennen enz.
Vooral muzieklessen is erg belangrijk! De kinderen
zingen niet maar schreeuwen. Bij een quiz geldt diegene
als held die alles van de popartiesten weet, klassiek,
gedichten, handwerken, helaas verdwenen. Toen Bach
zijn nieuwe baan kreeg, moest hij ook Latijn doceren.
Dus wat voor mij geldt, meer verfijning van de opvoeding.
J. KLIJN OE
TRAINING VOOR DE HERSENEN
Om te beginnen wil ik
u eerst vertellen dat ik 92 jaar ben. Misschien een
reden om dit epistel maar meteen te dumpen, zo niet,
dan het volgende: Alle soorten handwerk is stimulerend
en geeft meestal voldoening. Ieder zijn keus, maar
al op zevenjarige leeftijd kreeg ik aan huis les in
handwerken, omdat mijn moeder de mening was toegedaan
dat meisjeshanden niet 'stil mochten staan'.... oef!
Toch ben ik haar dankbaar, want in mijn lange
leven heeft handwerken mijn leven verrijkt. Zeker
in moeilijke tijden... Resultaten hangen aan de muren,
liggen over meubels, hangen in de kasten of liggen
te vereenzamen in koffers.... 'k Ben
blij dat u opwekt weer aan 'het werk' te gaan, want
ingewikkelde motieven en moeilijke patronen geven
de hersenen de nodige training en, niet te vergeten,
het ego voldoening, waardoor jen
vrijmoediger de zaken aanpakt. Door de malaise in
deze hobby heb ik een andere gekregen, nl. veel reizen
en dus fotograferen! Dit geeft ook grote voldoening,
zelfs op mijn leeftijd.
NEL PLAS
GEPUNNIKTE VLINDER
Breien is net zo leuk
als welke andere vorm van creativiteit dan ook. Het
gaat om het plezier van het creatief bezig zijn en
ieder heeft daarin zijn of haar voorkeur. Mensen die
creatief zijn, hebben altijd iets te doen. Zijn bezig
dingen te bedenken en uit te voeren. Vervelen zich
volgens mij nooit. Wat mijzelf betreft: als kind al
was ik altijd bezig met breien, haken, borduren en
(toen dat een rage was) macramé. En dat is mijn hele
leven zo gebleven. Ook toen ik werkte en drie kinderen
had en dus weinig vrije tijd, maakte ik altijd wel
tijd vrij om iets te prutsen, zoals ik dat noemde.
Op vakantie ging er altijd wel iets makkelijks mee.
Ik weet ook nog dat ik als tiener (!) een keer tijdens
een lange treinrit zat te haken en dat een meneer
zei: 'Wat knus zo handwerken in de trein'. Ooit heb
ik nog sjaals, mutsen etc. gebreid voor een land in
oorlog. Je mocht daarvoor alleen echte wol gebruiken,
omdat wol slechts schroeit en niet brandt. Ik ben
nu 59; sinds ruim een jaar gestopt met werken en dus
weer volop aan het breien, haken en borduren voor
mezelf, maar ook voor anderen (recentelijk nog een
trui met paardenhoofd gebreid voor mijn zwaargehandicapte
buurjongen, die dol op paarden is). Ik ontwerp truien,
hesjes, vesten etc. voor mezelf. Op een van mijn hesjes
zit een gedeeltelijk gepunnikte vlinder, dus ook dat
wordt nog gedaan. Waarmee ik maar wil zeggen, breien
is hartstikke leuk en bepaald niet tuttig. Zeker niet
op dit moment. Kijk maar naar alle, voor mijn leeftijd
vele te korte, truitjes in de winkels. Dus wat doe
ik. Zelf maken, precies aangepast aan mijn eigen figuur
en smaak.
RIET BALSTER
BREIEN VOOR JIMMIE
Ik ben Hennie Nieuwenhuis-Tijms,
51 jaar jong en ik handwerk heel wat af. Ik heb in
mijn jeugd op school handwerkles gehad, sindsdien
borduur en brei ik. In het begin heb ik veel geborduurd,
later, toen ik op mijn 22e zwanger werd, periode 1973/1974,
heb ik veel babykleertjes gebreid. Onze zoon Mischa
werd op 10 mei 1974 geboren en voor hem heb ik heel
veel truitjes en sokjes gebreid. Toen Mischa een jaar
of 10 jong was, wou hij geen zelfgebreide truien meer
dragen. Ik heb in die tijd nog wel voor mijn twee
jongere zusjes gebreid, die vonden dat heerlijk. De
een wou graag langere truien en de ander moest truien
waar de mouwen niet zo lang van waren, de truien zaten
altijd perfect. In die periode nog wel een eenpersoons
sprei gemaakt voor op het bed van onze Mischa, in
de kleuren oranje, beige en bruin. Ik breide altijd,
of het nu winter was of zomer en 30 graden warm. Ik
heb in de jaren '80 heel veel modellen voor een winkel
gebreid, ook truien op bestelling, ik kreeg per trui
Hlf. 75, dat was mooi meegenomen, als ik klaar was
met mijn huishoudelijk werk, ging ik zitten breien
en met een week had ik een trui klaar, toen had je
nog garen van Annie Blatt, soms had ik voor Hlf. 600
aan garen om een trui op bestelling te maken. Toen
onze zoon Mischa 21 jaar was, vroeg hij weer voor
het eerst of ik een mooie dikke trui met kabels en
een grote col wilde breien, die heb ik toen in twee
weken tijd gebreid, Mischa vond de trui prachtig.
Aan iedereen liet hij de trui zien, zelfs in de winkel
waar ik de wol had gekocht. Mischa heeft toen de trui
amper een paar weken aan kunnen hebben. Hij is toen
samen met twee collega's op 2 oktober 1995 tussen
Blokzijl en Steenwijk verongelukt, tegen een boom
en in de brand gevlogen. Mischa droeg die avond zijn
nieuwe trui. Nu brei ik voor vrienden en kennissen
die kleine kinderen hebben, meestal truitjes met Nijntje,
Winnie the Pooh of kabeltruitjes, soms maak ik zelf
een breipatroon. Onze zoon was kok en heeft ook bij
Restaurant de Librije in Zwolle gewerkt, wij hebben
nog steeds goed contact met Jonnie en Thérèse Boer,
ze hebben nu een zoontje Jimmie, nu inmiddels 2 jaar,
voor hem heb ik al heel wat truitjes gemaakt. Thérèse
vindt de truitjes altijd mooi en ze passen ook altijd
goed, zelf kunnen ze het mooiste voor Jimmie kopen.
Ik heb zelfs een truitje gebreid met een Michelinmannetje
en twee sterren op de mouwtjes en het logo van De
Librije (breipatroon zelf ontworpen), de Librije
is namelijk een tweesterrenrestaurant, het was een
groot succes. Voor onze tandarts een truitje voor
zijn pasgeboren zoon gemaakt (zie foto), er hangt
in de wachtkamer van de tandarts een poster van Dick
Bruna van een poppetje met een tube tandpasta en een
tandenborstel in zijn handen, mijn man heeft de poster
nagetekend op schaal en ik heb er een breipatroon
op hokjespapier van gemaakt. Ik krijg meestal van
anderen het breigaren, alleen sokken breien doe ik
niet, op vier pennen breien vind ik niks aan, haken
doe ik haast niet meer, want dan kun je geen tv kijken,
je moet steeds opletten en borduren staat ook op een
laag pitje want er hangt al zoveel in huis. Nu zitten
er twee grote poppen met nieuwe gebreide kleertjes
aan. Nu brei ik af en toe weer modellen voor een winkel
want breien begint weer in te raken. Ik heb twee buurvrouwen
(zusters) die gaan zitten als het werk in huis klaar
is en dat is meestal al 's morgens om 9 uur, de een
gaat dan de hele dag kleren naaien en de ander doet
niets anders dan truien breien voor de Stichting Redt
een Kind. Resten wol van mij gaan naar hen, mijn zus
heeft een restaurant genaamd Herberg Nieuwe Ubbena,
iets buiten Assen, daar heb ik een poster opgehangen
met de tekst 'breigaren gevraagd', regelmatig krijg
ik dan zakken wol van mensen die zelf niet meer breien
en alles opruimen, een gedeelte gaat dan ook naar
mijn buurvrouwen. Het is bij ons zo dat als ik 's
avonds een keer geen breiwerk in mijn handen heb,
mijn man me vraagt of ik me soms niet lekker voel.
Als er iemand is die nog breigaren heeft, hou ik mij
aanbevolen, ook namens de Stichting Redt een Kind.
Ik vind dat de brei- en haaklessen en de eerste boekenlegger
maken toch eigenlijk wel weer op school terug moeten
komen in de groepen 6 en 7. Voor kinderen is dat ook
weer wat anders en iets meer ontspannen dan al die
studie. Ze moeten tegenwoordig al zo jong veel leren
en presteren. Maar ja, er zijn naar mijn idee waarschijnlijk
geen handwerkjuffen meer. Hopelijk hoor of krijg ik
nog reacties
HENNIE NIEUWENHUIS
VOLDOENING
Al vele jaren heb ik
de breipennen in de handen gehad voor de kleinkinderen,
maar ook voor de moeders van de kinders maak ik regelmatig
truien en vestjes. Ze vragen er zelf om en vinden
het leuk om ze te dragen. Nu staat er een kabeltrui
op de pennen voor mijn dochter van 42 jaar. En daarna
ga ik weer een trui voor mijzelf breien. Maar dan
ben ik er nog niet! Mijn kleinzoon wil ook nog een
trui en daarna een paar gebreide sokken. Want dat
doen we ook nog. Ook mijn schoonzusje is druk met
de breinaalden. We zitten dan ook vaak samen te breien.
Ook voor haar kinderen en kleinkinderen, die dat erg
leuk vinden. Daarnaast borduren we ook nog heel veel
en mijn schoonzus haakt daarbij nog. De oude technieken
en handvaardigheden verdwijnen langzamerhand uit de
samenleving in deze computermaatschappij. Misschien
is het wel leuk om op de basisschool weer wat brei-
en haaklessen te geven. Het voldoet altijd meer als
je zelf iets gemaakt hebt. Zo, ik hoop dat deze brief
wat bijgedragen heeft aan de vraag die gesteld is
in de Telegraaf.
LILLIAN CAMPFENS-FRANCISSEN
BORDUURVIRUS
Mijn naam is Renske Muller.
Ik las in de Telegraaf van afgelopen zaterdag jullie
oproep. Mijn man en ik zijn de trotse eigenaren geweest
van de enige borduurspeciaalzaak van ons land. Om
gezondheidsredenen moesten we helaas in 1998 stoppen
met onze winkel. Maar de liefde voor borduren zit
er nog steeds in. Vandaar dat ik op jullie oproep
wil reageren. Ik borduur al sinds ik een naald vast
kon houden (bij wijze van spreken). Op het moment
ben ik bezig met een project van dertig blokken (een
afghan, zoals dat in Amerika heet). Het stelt een
tropisch regenwoud voor. Ik heb al zeventien blokken
klaar, dus je kunt je al een beeld vormen van wat
het worden moet. Mijn man heeft de kaart van Zwitserland
geborduurd. Ook hebben wij nog steeds contact met
sommige klanten uit de winkel, inmiddels goede vrienden
van ons geworden en dat is ontzettend leuk. Mijn dochter
en ik zijn bezig met het ontwerpen van borduurpatronen.
Het borduurvirus zit dus aardig in deze familie. Ik
hoop dat jullie wat aan mijn reactie hebben en ik
ben natuurlijk altijd bereid om wat uitgebreider met
jullie te praten en uiteraard ons werk te laten zien.
RENSKE MULLER
PICOOTJE
Ja, ik handwerk! Heerlijk
ontspannend werk! En ik patchwork ook. Breien doe
ik niet (meer). Mijn dochter is ook een handwerkster.
Overigens, mijn kinderen droegen als baby een paar
voor mij door mijn moeder gemaakte jurkjes en ik zag
een van mijn kleindochters ook erin! Mijn schoonmoeder
van 97 draagt truitjes die nog door háár moeder werden
gebreid en oogst er nog bewondering mee! Haar moeder
breide tot op hoge leeftijd elke avond in bed! Ik
denk dat het randje een pico'tje heet en geen piketje!
Ben benieuwd naar het resultaat van de enquête. Blijf
er positief over.
MW. KRAFT VAN ERMEL
TRUI IN DE WEEK
Inderdaad heb ik bepaalde
kledingstukken door mijn moeder gemaakt of voor mijn
kinderen gebreid, bewaard! Er is alle reden om handwerkles
te geven. ÉÉN TRUI IN DE WEEK Naar aanleiding van
het artikel in de Telegraaf 'Wordt er nog gebreid
in Nederland?': nou en of!! Ik brei al vier jaar voor
lichamelijk en geestelijk gehandicapte kinderen in
Roemenië voor de Stichting 'Negru-Voda', genoemd
naar het gelijknamige dorp, tot stand gekomen door
mevrouw Riet Dalewey, die daar altijd naar een kuuroord
gaat en door een vriendin op deze ellende attent werd
gemaakt. Sindsdien maak ik mij verdienstelijk met
breien. Ik brei één trui in de week, ook sloffen,
mutsen, dassen en van de restjes lappen van 1 bij
1 meter voor de kinderen die in rolstoelen zitten,
zo blijven ze een beetje warm. Drie- à viermaal per
jaar gaat mevrouw Dalewey naar Roemenië om de toestand
een beetje te helpen verlichten. Dan neemt ze mijn
'kunststukken' weer mee. Momenteel ben ik alweer aan
mijn achtste trui bezig en de tafel ligt weer vol
met sloffen en mutsen. In september gaat het allemaal
weer weg. Aan de foto's die zij mee naar Nederland
neemt, zie ik dat het allemaal goed besteed wordt.
De kinderen zijn van 4 tot 18 jaar oud, dus breien
geblazen!! Reken maar uit hoeveel truien dat al zijn
in die vier jaar (zakken vol). Van het Roemeense Rode
Kruis heb ik ook al een bedankbrief gekregen. Ik wilde
hier toch even op reageren.
MW. VUGTS
KUNSTBORDUREN
Ik heb met veel genoegen
en interesse alles gelezen over het borduren en ben
erg blij dat er weer enige interesse is voor brei-
en borduurwerk. Zelf heb ik borduren geleerd van mevr.
Volkers uit Hoorn, haar man was kunstschilder. Zij
was nog de enige die echt kunstborduren kon en zij
was al 80 jaar. Zelf ben ik 78 en zie nooit mooie
borduurwerken. Dat werk wat ik nu nog doe, moet je
opspannen op een borduurraam en er zelf een patroon
op tekenen. Het borduurwerk moet je opvullen met steekjes
en daarover het borduurwerk. Een boom wordt dus echt
rond en ook de blaadjes moet je opvullen, zodat er
diepte op komt. Zoiets moet je zien om het een beetje
te begrijpen, maar géén kruisje. Een paar jaar terug
is er een tentoonstelling geweest in Amsterdam (ik
doe er een stukje krant bij in) en zelf heb ik ook
tentoonstellingen gehad. De meeste mensen weten niet
van het bestaan af en weten niet hoe of het moet.
Mocht er nog eens een tentoonstelling komen, wil ik
wel wat werk daarvoor afstaan.
MW. BLOEMENDAAL
POPPEN
Naar aanleiding van uw
oproep in de Telegraaf wil ik graag daarop reageren.
Mijn naam is Fennig Mulder, 77 jaar oud, woonachtig
in Den Haag, vroeger mijn jeugd in Joure (Fr) doorgebracht,
waar wij meisjes na het speelkwartier 's morgens nog
handwerkles kregen. Mijn eerste grote breiwerk was
een pakje voor mezelf, een rok en een trui. Ik was
toen veertien jaar. Daarna heb ik ontzettend veel
gebreid en gehaakt. Nu ben ik niet meer zulke grote
dingen aan het breien, maar maak ik veel poppen naar
eigen idee, waarvan ik u hier een paar afbeeldingen
stuur. Wat ik allemaal in mijn leven gebreid en gehaakt
heb, dat kan ik helaas niet allemaal vertellen, een
sprei voor een lits-jumeaux gehaakt, veel kleedjes
en ook pannenlappen. Ook vele theemutsen gebreid in
de vorm van een Friese boerin, met kantmuts en al.
Ook brei ik veel sokken, daar ik graag in huis op
sokken loop. Ik heb zelfs een paar handschoenen met
vingers en duim gebreid voor mijn man. Op het moment
weet ik niet veel meer. Niet dat u denkt dat ik de
hele dag zit te handwerken, dat is in totaal ongeveer
anderhalf uur. Ik zou het heel erg fijn vinden als
de meisjes op school weer handwerkles kregen.
MW. F. MULDER
NACHTZAK
Als 8-jarige borduurde
ik op school al een zogenaamde nachtzak Daar moest
dan je nachtjapon in. Ik ben nu ruim 78 jaar en borduur
en haak nog steeds. Breien mag ik helaas niet meer
vanwege een borstamputatie. De laatste jaren heb ik
zeker 4 tafellakens geborduurd en 4 spreien gehaakt
van allerlei kleuren wol of garen. Enkele daarvan
zijn naar een kindertehuis in Roemenië gegaan. En
ik heb zeker ook sinds enkele jaren meer dan 100 schortjes
gemaakt van couponnetjes. Ik geef de meeste weg en
sommige verkoop ik voor 5 euro (een beetje voor de
onkosten). Handwerken is heerlijk en geeft rust en
voldoening. Het is beter dan een hele avond beeldbuis
genieten! Ik raad dan ook iedereen aan die eens wat
anders wil of kan: ga handwerken!
M.J. EIKENAAR-BUSKOP
TECHNIEKEN
Mijn naam is Frida Nederlof,
52 jaar oud en ik handwerk bijna dagelijks (heb ook
andere hobby's). Op de lagere huishoudschool en daarna
op de vooropleiding voor lerares nijverheidsonderwijs
heb ik diverse technieken geleerd, o.a.: haken, breien,
macramé, hardanger, Perzisch-ajour, uitveranderen,
div. naaldvakken. Na mijn huwelijk is alleen breien
en haken als hobby overgebleven. Een jaar of 20 terug
heb ik mezelf het frivolitéwerk uit boeken geleerd.
Moeilijk uit boeken, maar de aanhouder wint en mijn
moeder kon het, dus ik moest het ook kunnen. Als je
deze techniek onder de knie hebt, werkt het verslavend.
Je kunt het overal mee naartoe nemen, in de trein,
wachtkamer ziekenhuis etc., een klein compact werkje
ter grootte van je handpalm. Zes jaar geleden; kind
groot, man een drukke baan en ik had veel tijd over.
De oude liefde voor het handwerken stak de kop weer
op naar aanleiding van een hernieuwde kennismaking
met de Hardanger- en Perzisch ajourtechniek via een
cursus van de Nederlandse bond van Plattelandsvrouwen
(voor mij een herhalingscursus). Hierna volgde al
snel andere technieken door zelfstudie en door cursussen
te volgen bij het Nederlands Centrum voor Handwerken
te Breda, te weten Schwälmer borduren, Marker stopwerk,
Richelieu, schaduwborduren. In 2000 is een enthousiast
lid uit de kantkloswereld en tevens een goede frivolité-ster
een kring opgestart voor mensen die het frivolitéwerk
een warm hart toedragen. Ik heb in het begin van dit
jaar voor de vereniging op een kantklosbeurs in Maarn
gestaan om de techniek te promoten. Op deze beurs
waren mensen aanwezig met kleine frivolitéprobleempjes
die deze kans aangrepen en ons om uitleg vroegen.
Ontzettend leuke dag gehad! Al deze technieken zijn
voor mij een ontspannende bezigheid, er groeit iets
moois onder je handen. Ik probeer iedereen in mijn
omgeving dan ook enthousiast te maken (lukt niet erg,
de meesten houden het bij kruissteekjes en dat ligt
mij niet erg). Ik vind dat het basispakket breien,
haken, kruissteek en knoop aanzetten en naadjes stikken
terug moet komen, of op de basisschool of op een vervolgopleiding.
Laat ze er op school mee kennis maken en er thuis
als huiswerk ook iets mee doen. Mijn dochter heeft
dat niet gehad met als resultaat: 'mam...!!!' Later,
als mam er niet meer is, wat dan? Weggooien? Ik
ervaar dit als een gemis. Met zoveel dingen, als we
niet oppassen gaan er een hoop technieken verloren.
M. NEDERLOF
VINGERHAKEN
Geweldig, haken, breien,
borduren. Veel geleerd van mijn moeder en knutselde
met mijn vriendinnetjes vroeger van alles in elkaar,
poppenkleertjes enz. Soms geen tijd om buiten te spelen.
Dit alles mist de jeugd nu, verveelt zich thuis, vandaar
veel problemen. Als kleuterleidster (37 jaar lang)
genoot ik van het vingerhaken enz. Gezellig in groepjes.
Wil je je geest opruimen, moet je met je handen beginnen.
Is voor velen zeer belangrijk. 's Avonds naast mijn
tv-stoel ligt mijn breiwerk. De moderne garens voelen
prima aan, dus geen priktruien meer. Graag in verband
met veel vrije tijd weer veel creatieve lessen op
de scholen. Kleuters gingen ook thuis knutselen en
werden rustiger volgens de ouders.
E.M. BORDEWIJK
WOL ALS RUILMIDDEL
Als 80-plusser ben ik
groot gekomen met haken en breien. Op school was toen
nog handwerkles. Tijdens de oorlog kon ik de wol van
uitgehaalde breiwerken gebruiken als ruilmiddel voor
voedsel. Ondanks televisie handwerk ik nog steeds,
maar mag ik uw aandacht voor het handwerk van de Kune-indianenvrouwen
uit Panama. De bovenstukken van hun kleding worden
helemaal met de hand gemaakt. Ze zijn adembenemend
mooi. Deze bovenstukken heten Mola's. Ik heb een hele
sortering van deze werkstukken. Dat is pas handwerk!
MW. VAN DER MOLEN
HANSOPJE
Vorig jaar hoorde ik
een oude dame die zat te breien zeggen, het bekort
de weg naar de eeuwigheid, waarbij ze bedoelde dat
het een prachtig tijdverdrijf is. Ik ben het daarmee
van harte eens. Mijn moeder is geboren in 1911 en
zij werd handwerklerares op een basisschool. Ik bewaar
daar nog enkele dingen van zoals een gebreid hansopje
en een poppencape. Gehaakte kleedjes heb ik in overvloed,
net zoals zakdoekjes waar een gehaakt randje omheen
zit. Mijn moeder overleed in 1978 en als zeer dierbare
herinnering heb ik een slip-over bewaard die ze breide
voor een van mijn dochters. Ze breide daarin een patroontje
met een verticale steek over een toer heen. Dit patroon
gebruikte ze ook al toen ik klein was. Ik ben nu 63
jaar en zelf oma. 'Beppe', zeggen we in Friesland.
Voor onze dochters heb ik veel gebreid en gehaakt
en gelukkig leerden zij op de toenmalige lagere school
de basis van het breien en het haken zodat ze, toen
ze 13 en 14 jaar waren, zelf en vest konden breien
en haken. We vergeten bijna het mazen waarmee prachtige
figuren konden worden gemaakt. Ikzelf heb de maaslap
nog van de lagere school. Ik ben nu in het heerlijke
bezit van een kleinzoon en vier kleindochters die
wel veel technieken van handwerken leren, maar geen
breien en haken. Omdat ik vind dat de basisschool
hierin tekort schiet leer ik de kinderen breien en
haken. Afgelopen week haakte ik voor Katy van 11 een
hoedje wat ze erg leuk vindt. Ik vond dat ik moest
reageren op uw oproep omdat ik zie hoeveel plezier
onze dochters hebben van hun vrijetijdshobby, ettelijke
borduurwerken hangen bij hun (en bij ons) aan de muur.
Als je zelf iets maakt, heb je iets exclusiefs.
K.L. SIKKEMA-GARDENIER
HANDWERKCLUB
In de A.N.B.O. te Diemen
hebben wij nog een handwerkclub van 20 dames die eenmaal
per 14 dagen bij elkaar komen in ons clubgebouw. Wel
is het zo dat die ochtend meer voor het sociaal contact
is en het breien, borduren, haken, kaarten maken etc.
thuis gebeurt en met veel enthousiasme. Tweemaal per
jaar staan wij dan in het W.C Diemen voor de verkoop
daarvan ten bate van de A.N.B.O. Ik denk dat wij zo'n
beetje de enigen zijn (in deze omgeving) die dit doen.
En wat betreft de leeftijd van de dames, die is van
71 tot en met 93 jaar. En wat betreft de uitvluchten
die ik zelf vroeger bedacht om maar geen (lach niet)
wollen onderbroeken te moeten dragen, die verstopte
ik onder mijn matras, die wol kriebelde namelijk zo.
Wat betreft het terugkomen van de handwerklessen,
zou niet zo slecht zijn, maar of dat tegenwoordig
nog in te passen is, daarover heb ik zo mijn twijfels.
En zijn er nog wel handwerkonderwijzeressen?
W. VAN BOGGELEN-LIPS
MOOIE SLOFJES
Ja, breien is leuk en
ontspannend. Mijn leeftijd is 88 jaar en ik brei ook
nog. Vroeger veel meer, mooie pakjes voor de kinderen,
jurkjes, truien en vesten. Dat hoeft nu allemaal niet
meer, maar ik brei nog steeds sokken voor mijn zoon.
Heerlijk voor in de winter voor in zijn stevige sportschoenen
naar zijn werk. Ik brei nu ook weer pantoffeltjes.
Dat heb ik jaren terug ook gedaan en dat had ik verleerd,
hoe dat moest. Maar ik heb het weer voor elkaar gekregen.
Een kennisje van mij is er heel erg blij mee. Ze had
altijd koude voeten, nu zegt ze 'ze komen niet meer
van mijn voeten af'. Dan zeg ik 'niet de hele dag
hoor, maar 's avonds heerlijk aan bij het tv kijken'.
Haken heb ik ook weer gedaan. Onderzettertjes voor
kop en schotel of glaasjes.
MW. A.VIOLET-KRUK
570 TRUIEN!!!
Breien is fantastisch,
het is ontzettend leuk, ontspannend en je kunt rustig
zitten, luisteren naar muziek en zelfs tv kijken.
Hoe moeilijker het patroon, hoe beter, hoe meer kleuren,
hoe fijner. Sinds mei 19 mei 1985 tot mei 2002 heb
ik 570 truien gebreid, een plakboek daarvan bijgehouden,
anders zou ik het ook niet meer weten. Voor 1985 heel
veel geborduurd. Geborduurd voor een bruiloft of verjaardag,
maar er hangen hier aan de muur ook nog 18 grote en
kleine werkstukken. Trouwens ook nog geborduurde kussens.
's Winters, van ongeveer september tot mei brei ik
nog altijd voor twee zaken. En in mijn kast liggen
nog vele mooie ajour truien of andere truien met meerdere
kleuren.
ANONIEM
VOOR DE ARMEN
Ik ben 72 jaar en brei
al 9 jaar poppenkleren. Ik verveel me nooit. Het gaat
naar ziekenhuis, dagverblijf, peuterzalen, voor gehandicapte
kinderen. Ook naar Polen zijn er poppen gegaan, Roemenië,
die kinderen maak je nog blij. Later krijg ik tekeningen
gestuurd, dat vind ik het leukste. Knopen koop ik
in een tweedehands hal. Elastiek haal ik in Kolhorn,
wol krijg ik ook wel en anders ga ik naar de rommelmarkt
maar ze hebben de euro voor de gulden gezet. Ik geef
alles weg en het wordt moeilijk om ergens aan te komen.
Maar ik blijf kijken.
M. DE ROO
MINIBREISELS
Ik brei dus nog en wel
al heel veel jaren en bovendien heel bijzonder: in
miniatuur. Ik ben ontwerpster en auteur van een groot
aantal brei- en haakboekjes met patronen voor poppenhuiskleding
en poppenhuishandwerkjes. Om u een indruk te
geven van mijn breiwerk: de maat van het werk is 11
steken en 12 naalden op één vierkante centimeter.
Het maken van een poppenhuis met alles wat daarin
hoort, is in Nederland een steeds grotere hobby. En
niet als kinderspeelgoed, maar voor volwassenen. De
maat daarbij is schaal 1:12. Mijn gebreide kleding
is daaraan precies aangepast. De grootte van de popjes
is dan baby's vanaf 3cm en volwassenen 13 en 15 cm
lengte. De breinaalden die hiervoor nodig zijn (o,
8mm) maken wij zelf omdat deze niet in de handel zijn.
CÉCILE VAN DONGEN
SCHATTIGE BABY'S
U heeft gelijk, tegenwoordig
wordt er helemaal niet meer gehandwerkt. De jeugd
heeft nergens zin in. Die kunnen nog gen knoop aan
een overhemd zetten (op een enkele na), laat staan
haken of breien. Ik heb heel mijn leven gebreid en
wat mooi. Tegenwoordig maak ik prachtige babyslofjes,
daar is iedereen weg van! Een baby zag er vroeger
schattig uit, dat zie je haast niet meer. Als ze vier
weken zijn hebben ze een spijkerpak aan, afschuwelijk!
Ik ben nu 92 jaar, voor mij is het een grote ontspanning.
Ik verzin de patroontjes zelf en de mensen zijn er
allemaal weg van. Het is net koopwerk. Ik ben er erg
trots op dat ik dat nog allemaal voor elkaar krijg
op mijn leeftijd. Als u zin heeft, komt u maar eens
kijken. Jaren geleden is in mijn borst een lymfeklier
weggehaald, ben ik direct weer gaan breien. Je moet
je hersens erbij gebruiken. Dankzij mijn hobby breien
ben ik zo oud geworden, geloof ik. Ik doe jonge moeders
met het breiwerk heel veel plezier. Het staat schattig
en blijft mooi.
MW. J. VAN AALST-DE
GEUS
EEN ECHTE
Ik ben een vrouw van
65 jaar en haken en breien, en in mindere mate borduren,
behoren tot mijn leukste bezigheden. Haken van gordijnen
in bloemslingermotief of bloemstukmotief, haken van
tafelkleden en beddensprei. Dit jaar heb ik alles
na 22 jaar weer vernieuwd en dat gaf veel voldoening.
Breien doe ik nog voornamelijk pull-overs voor mijn
man. De eigengebreide vindt hij warmer en lekkerder
zitten. Naaien doe ik voornamelijk voor mezelf, rokken,
blouses, broeken, jurken. Dus kan ik echt wel zeggen:
ik ben een echte handwerker.
E.M.G. DEKKER-HOOGSTRA
KRANTENPOTJE
Ja ook ik handwerk graag
en veel. Zo heb ik de afgelopen winter 13 truien gebreid
voor diverse kinderen en kleinkinderen, een winterjas
gemaakt voor mijn kleindochter van 6 jaar, diverse
truien genaaid van fleece-stof en zowel mijn man als
mijn 2 zonen dragen nog eigen gebreide sokken. Zelfs
mijn dochter van 15 jaar kan haar eigen sokken breien,
maar ze vindt het leuker om zomaar wat te knutselen.
Ik vind het leuk om met garen en stof aan het werk
te zijn. Ook mooie dingen maken voor in het huis is
een dagenvullende hobby. Van huis uit werden ons de
nuttige dingen geleerd zodat je altijd in je eigen
onderhoud zou kunnen voorzien, zeker in tijden van
krapte. Op de huishoudschool hebben ze met les geven
erg hun best gedaan om dat plezier te vergallen. De
cijfers op mijn toenmalige rapport waren een 4 en
een 5 voor nuttige handwerken, zoals dat toen nog
heette. Later kwam het plezier van iets maken
wat een ander niet heeft weer terug en dat is nooit
meer over gegaan. Mijn krantenpotje (ik ben Telegraaf-bezorger)
is mijn hobbypotje zodat er altijd geld in de knip
is om een onverwacht voordeeltje te kunnen halen.
Lapjes of wol in de opruiming of iets dergelijks.
Eén keer per jaar ga ik met mijn schoondochter (die
zelf niet handwerkt) naar de lappenmarkt in Bolsward
en daar slaan we veel in om het hele jaar mijn kleinkinderen
leuke kleren te kunnen geven, want met de mode meedoen
en alles kant en klaar kopen, is niet te betalen.
Ook de overhemdblouses voor mijn man maak ik zelf.
Mijn man is vrachtwagenchauffeur met brede schouders
en naar verhouding een kort bovenlichaam, dus overhemdjes
kopen die goed passen is er niet bij. Verder vind
ik dat er in Nederland in vergelijking met Duitsland,
Engeland en Amerika weinig gebeurt op handwerkgebied.
Zo worden er in Engeland hele borduurwedstrijden gehouden.
Hier zijn weinig winkels waar zomaar van alles te
koop is. Als je vaste klant bent, willen ze na veel
aandringen nog weleens iets bestellen, maar over het
algemeen moet je erg vindingrijk zijn als je een bepaald
idee hebt dat je wilt uitvoeren. Een verademing vind
ik de uitgave Handwerken Handig, misschien een begin
voor een beter aanbod. Ook mijn wol bestel ik via
een postorderbedrijf, nl. Bergerre Franche, dit is
een wolzaak in Twello en die hebben een hele club
opgebouwd, waar ik uiteraard lid van ben en zo op
een voordelige manier aan goede wol kan komen. Ze
hebben uiteraard ook patronen maar daar maak ik zelden
gebruik van omdat wij meestal zelf iets bedenken.
Ook is het mogelijk veel van internet te halen, maar
dat is voor mij geen optie omdat wij zelf geen computer
hebben. Ik vind zeker dat handwerkles terug moet komen
in het lespakket op school, even als kookles, maar
dat is weer van een andere orde. Maar ik ben van mening
dat je kinderen en jeugd op een leuke manier de beginselen
bij kan brengen. Mijn kleindochters, 6 en 10 jaar,
maken bij mij op de naaimachine kleertjes voor de
barbies. Als ze de grondbeginselen kennen en ze vinden
het leuk dan zitten ze op latere leeftijd niet met
de handen in het haar als ze iets willen maken. Ik
hoop u hiermee voldoende op de hoogte te hebben gebracht
van het leven van een eenvoudige huisvrouw met een
nuttige hobby.
MW. HOEKSTRA
BREILES KADO
Toevallig dat ik sinds
een jaar aan het breien ben geslagen! Kreeg van een
vriendin breiles kado voor mijn verjaardag. Nu ben
ik in verwachting en brei ik gewoon door. We zitten
met een clubje meiden en het is echt hardstikke leuk.
Nog rustgevend ook trouwens!
ANNELIES
TUSSEN HET OMROEPEN
DOOR
Op deze oproep mòet
ik natuurlijk reageren. Want wat is het leuk dat breien
weer hip wordt. Dat het gezellig is, dat wisten we
allang. Dat maakt het extra jammer dat deze techniek
zo'n oubollig imago heeft gekregen. Steeds minder
mensen leren nog breien. Vroeger werd dat overgedragen,
van generatie op generatie. Die gewoonte is in onbruik
geraakt. Breien is nu alleen nog maar voor tutten
en oude vrouwen. Vroeger was dat anders. Mijn vader
was toen kapitein op de grote vaart, en bleef met
zijn bemanning vaak maanden weg. Hij had een eerste
stuurman die altijd zat te breien op de brug. Hij
breidde alleen maar sokken voor zijn gezin en hij
was er niet minder stoer om. Bij elke haven die ze
aandeden stuurde hij de nieuwe sokken met de post
naar huis. Breien is een fascinerende techniek door
de eenvoud en de oneindige mogelijkheden: je hebt
één draad en die lus je alsmaar in elkaar, waardoor
er een oppervlakte ontstaat. Daarin heb je eigenlijk
maar twee soorten lussen: recht en averecht, en net
als bij computertaal, die ook binair is, zijn de combinaties
van die twee eindeloos. De gerstekorrelsteek, de patentsteek
(halve, gewone, dubbele en netpatent), de luie wijvensteek
en ga zo maar door. Breien is heerlijk. Je kunt erbij
blijven denken, praten of televisie kijken; en ondertussen
groeit er iets onder je handen. Toen ik nog omroepster
was kreeg ik altijd ontzettend veel reacties op mijn
eigengebreide truien. Ik zat natuurlijk hele avonden
in de studio om maar af en toe een minuutje wat te
zeggen. Omdat ik heel moeilijk stil kan zitten
met mijn handen in mijn schoot, zat ik hele avonden
te breien. Erg leuk dat zo'n handig gebruik door deze
jonge mensen uit het stof wordt gehaald.
LÉONIE SAZIAS
DRIELUIK VAN OVERLEDEN
ZOON
Ja, er wordt nog steeds
gehandwerkt!! Mijn betrokkenheid met de vervuiling
van de natuur, bijvoorbeeld de zee, de bedreiging
van vogels in hun bestaan heeft er toe geleid deze
drieluiken te creëren. Vooral in dergelijke tijden
van depressie maakt men de mooiste kunstwerken. Na
het overlijden van onze zoon Leonard, heb ik een drieluik
(met de respectieve foto's) van hem geborduurd. Het
eerste tripliek was op zijn zeventiende, blij, en
onbezorgd. Het tweede tripliek was zijn optimistische
levenslust, waarin het opkomen voor rechtvaardigheid
voor de minderheden in de maatschappij tot uiting
kwam. Het derde tripliek was dat er door onzorgvuldig
"samenwerken" van bedrijven en instanties in een harde
maatschappij, voor hem vol onrechtvaardigheid, hij
zijn levensdraad volkomen kwijt raakte.
LOKKE KOOPMAN-VEENSTRA
KLEREN VOOR SPEELGOEDAPEN
Naar aanleiding van
uw oproep "hoe leuk is breien"het volgende: Sinds
mijn jeugd (ik ben nu 57) ben ik al aan het breien.
Later voor mijn vriend (nu mijn man) truien, truien
voor de man van mijn beste vriendin, en voor iedereen
die het maar wilde. Toen mijn kinderen klein waren
breidde ik kleertjes voor hen en poppenkleertjes,
kleertjes voor speelgoedapen en nog veel meer van
dit soort zaken. Ontelbare truien, vesten e.d. heb
ik de loop der jaren gebreid. Mijn man wil al jaren
dat ik een bikini ga breien want dat staat volgens
hem zo leuk in het water ??!!De laatste jaren brei
ik nu beesten (muizen poezen e.d) voor (klein)kinderen
van mijn vriendinnen en kinderen van vriendinnen van
mijn kinderen. (kunt u het nog volgen?) Ik beleef
er nog steeds veel plezier aan. Het is absoluut geen
tuttige bezigheid. Bovendien kan ik toch niet stilzitten
en ben zo nuttig bezig en maak een aantal mensen blij.
Gelukkig merk ik ook dat alle zaken die ik brei ook
werkelijk gedragen worden !! Helaas merk ik nu wel
steeds vaker dat breiwinkels langzamerhand aan het
verdwijnen zijn en het op deze manier steeds moeilijker
wordt om aan wol te komen. Kortom breien isFUN
!!!
ELLEN LUDWIG VAN VLOTEN
NIET IN HET VAKKENPAKKET
roeger, in oma's tijd,
waren gebreide hemdjes, truien, sokken e.d. voor de
"gewone man" duur. Tegenwoordig wordt alles machinaal
gefrabriceerd en zijn die artikelen betaalbaar geworden.
Mijn oma vindt het echter nog steeds raar dat ik sokken
niet stop maar weggooi als er een gat in zit. Ooit
heeft zij toen ik nog kind was een trui voor me gebreid.
Ik heb hem nooit gedragen want hij kriebelde verschrikkelijk.
Zij begreep dat niet en vond me toen erg ondankbaar.
Toen ik een jaar of twintig was heb ik ooit valletjes
gehaakt naar een patroon dat stond in een bekend damesblad.
Ik ben daar maanden mee bezig geweest. Toen ik ze
eindelijk af had, zag ik ze in bijna iedere stad en
dorp achter de ramen hangen. Ik heb ze nog wel opgehangen,
maar na 1 x wassen heb ik ze opgevouwen en ergens
op zolder weggelegd. Toen ik ze na jaren weer eens
terug vond, waren ze half vergaan en toen pas heb
ik ze weggegooid. Ook kanten valletjes zijn tegenwoordig
in allerlei motieven kant-en-klaar te koop (en ze
zijn helemaal niet duur). Je hoeft ze niet eens meer
te zomen; je kunt ze zo aan een roetje schuiven. Breien
en haken zijn in deze tijd dus echt een hobby geworden
en hoeven dus, net als iedere andere hobby, niet meer
in het vakkenpakket op de basisschool te worden opgenomen.
CHRISTA
MIJN VADER BREIDE
Breiend groot gebracht,
mijn vader breide voor zijn 5 kinderen truien, rokken
en broeken, in de jaren 50. Ik heb op de lagere school
breien, haken, borduren etc. geleerd en mijn kinderen
heb ik, als vrijwilliger handwerkjuf/moeder op school
met handenarbeid leren breien, haken etc. Momenteel
ben ik het Kikker ABC aan het borduren en het geeft
mij de nodige ontspanning. Mijn moeder zei altijd,
deze hobby is schoon en kun je overal mee naar toe
nemen.
JANE VAN DER STER
GENEZINGSPROCES
Handwerken blijft mijn
grootste hobby van jongs af aan ben ik met draad en
naald bezig en nog steeds met veel plezier, het is
voor mij een heerlijke ontspanning. Uiteraard van
mijn moeder geleerd, zij was nog creatiever dan ik,
heeft zelfs een eigen breipatroon ontworpen voor het
Blad Rijk der Vrouw, dit blad heb ik nog steeds in
mijn bezit. De noorse truien heb ik ook samen met
haar gebreid, diverse mooie borduurwerken, kussens
en lopers geknoopt, ronde kleden gehaakt, valletjes
voor in de kast, kortom alles op creatief gebied,
het hoogste cijfer op mijn rapport was dan ook altijd
voor handwerken, mijn dochter heeft helaas niets hiervan
meegekregen, maar vroeg toch laatst of ik voor haar
een zomertruitje wilde breien met een kort topje,
soort bikini (erg leuk geworden) ze stond er versteld
van dat je zoiets kan maken van een knot katoen. Nu
zijn er zoveel leuke andere hobbies, ik ben overal
voor te porren droomboeken, kerstkransen, droogbloemen,
kussens van mos met plantjes voor in de tuin, kralenkettingen
maken, oorbellen maken van fimo-klei, Ik hoorde ook
vertellen dat links-handige mensen kreatief zijn,
misschien zit daar wel wat in, Ik weet wel dat je
vroeger in de tijd van mijn moeder, (ik ben nu vijftig),
heel vindingrijk moest zijn om van niets iets te maken
en zelfs kleding vermaakte om er nog langer plezier
van te hebben en dat maakt je ook creatief. Ik heb
ook nog een gehaakte roze baby-cape van mijzelf en
zo'n geborduurd wandkleed voor boven de kommode zag
je ook bij iedereen (vijftig jaar oud). Ook een heel
bijzonder verhaal vind ik zelf, toen ik inverwachting
was van mijn eerste kindje (1978) werd mijn moeder
ernstig ziek en het zag er naar uit dat ze misschien
geen oma zou worden, toen wilde ze iets moois borduren
het is een meetlint geworden waar ze heel intensief
mee bezig is geweest en na de vervelende ziekhuisperiode
heeft ze zich er doorheen geworsteld en kon ze toch
van haar kleinkind genieten, dit meetlint heeft voor
mij een hele speciale plek in mijn herinnering, ik
wil hiermee zeggen als je je ergens intensief mee
bezig houd, dit de helft van je genezingproces kan
zijn, ja heel bijzonder en ze heeft haar kleinkind
zien opgroeien en lang van haar eerste kleinkind kunnen
genieten.
YVONNE
FC TRUI
Natuurlijk is breien
leuk, zeker als je een kleindochter hebt die helemaal
weg is van FC UTRECHT brei je daar toch met liefde
een FC trui voor? Helemaal als ze die op haar verjaardag
krijgt en dan ondanks het warme weer de hele dag de
trui draagt en haar vriendinnen ook graag zo'n trui
willen. (9 juli van dit jaar) Bovendien is breien
ontspanning voor mij en mijn moeder die al jaren geleden
gestorven is was net als ik een handwerkmens. Ik bewaar
nog steeds een door haar gebreid schoudermanteltje
en diverse gehaakte kleedjes. Borduren en breien blijft
een pracht bezigheid, jammer dat zoveel wolwinkeltjes
verdwijnen.
D. KANAAR
17 DRADEN
Wat zou ik graag zien,
dat mijn kleinkinderen zouden breien. Beppe doet het
al jaren.(dat ben ik dus) Ik brei heel veel truien
en vesten, alleen voor dames. Er zijn patronen bij,
waarbij ik met 17 draden (verschillende) werk. Er
is een tijd geweest, dat het geen mode meer was. Toch
ben ik ze altijd kwijtgeraakt, omdat men het prachtig
vond. Als ik s'avonds bij de t.v. zit, vind ik het
heerlijk om dan te breien.
IDA KINGMA
ALS IK ER ZIN IN
HEB
Als je breit of haakt
wordt je gezien als een oma, nou dat ben ik nog lange
niet, maar handwerken heb ik altijd als een leuke
hobby gezien, helaas is het nu UIT. Inderdaad, wie
doet het nog, nou ikke hoor. Ik ga rustig zitten breien.
Soms brei ik van hetzelfde garen wel drie truien (ik
haal het gewoon weer uit en begin opnieuw). Het is
voor mij een ontspanning, heb een drukke full-time
baan en een huishouden. TV is soms leuk, maar als
iedereen voor het kastje hangt, pak ik de breipennen,
het verzet de gedachten en ik word er rustig van.
Ik zie het als een soort anti-stress therapie. Bovendien
komt er soms wel eens iets leuks van de pennen af
(ik brei niet van een patroon, dus is het vaak gokken)
en als je dan complimenten krijgt is dat toch hartstikke
leuk. Het is alleen jammer dat je voor mooi garen
ver moet zoeken. De handwerkzaken zijn bijna allemaal
verdwenen. Of handwerken IN of UIT is, ik blijf het
gewoon doen als ik er zin in heb.
ANNE B.
FRYSLÂNTRUI
Hoe leuk is breien,
kan ik ruimschoots beamen. Elke morgen voor ik aan
mijn drukken baan in het onderwijs begin, brei of
borduur ik een poosje tussen 7.15 uur en 8.00 uur.
Heerlijk ontzettend. Ik heb zelfs nog een doos met
eigen gebreide truien op zolder zoals een Olympische
trui (Montreal Canada) van mijn toen denk ik 6 à 7
jaar oude zoon (ruim 20 jaar terug) en een trui, gebreid,
gehaakt en met opgemaasde figuren die het alfabet
voorstellen van mijn dochter en natuurlijk de Fryslân
trui. Op dit moment brei ik vooral Ierse truien (eigen
ontwerp). Ik borduur de meest uiteenlopende zaken,
zoals Finse bedgordijnen, leesplankjes en vertelselplaten
van Jezus.
NEELTJE HIEMSTRA
VEST-DRAMA
Op een vraag of er nog
menzen zijn die breien kan ik volmondigh met hja antwoorden.
Ik heb veel gebreid voor kinderen, klein- en achterkleinkinderen.
We hebben hier in Sliedrecht al zeker 20 jaar een
breiclubje dat we de Wolly Dots noemen, met vier caste
leden en sommioge parttimers. Elke dinsdagmorgen komen
we bij elkaar en er wordt wat afgebreid (tussen de
gesprekken door). De mooiste dingen komen uit onze
handen en we hebben er nog steeds zin in. Ikzelf ben
nu 80 jaar en zit nog volop babyslofjes te breien,
in alle kleuren en modellen en ze gaan alle kanten
op. Tientallen zijn er in jakarta aan babies gegeven
en zelfs kleine papua's in Nieuw Guinea dragen mijn
slofjes. Hier in Sliedrecht zijn er ook veel terecht
gekomen, van babymaat tot maat 41 aan toe. Wij beleven
er veel plezier aan en kijken ook steeds uit naar
de volgende dinsdag. Natuurlijk gaat er wel eens wat
fout. Daarover het volgende: Na 5 jaar weduwe te zijn
geweest leerde ik een leuke man kennen. Hij is een
Indische Nederlander en werkte toen in Jeddah, saudi
Arabië, waar hij toevallig op een KLM-kantoor mijn
advertentie in de zaterdag-Telegraaf las. Na een half
jaar schrijven en bellen zou hij dan eindelijk voorgoed
naar Nederland komen. Groot feest natuurlijk! Ik dacht
meteen dat hij het hier dan wel eens koud zou kunnen
hebben en besloot een mooi vest voor hem te breien.
Werk aan de winkel dus. Elke dag zat ik druk te breien
want het vest moest voor kerstmis klaar zijn. Nou
het werd een prachtexemplaar, met kabels en lussen
en zakken, gewoon een lust om te zien. Vol trots liet
ik het vest aan mijn dochter zien, maar die had haar
bedenkingen: "ma, zijn die mouwen niet wat kort. Ome
Cor is 1m80 en weegt 120 kilo, dus ik denk dat de
mouwen wel wat langer moeten." Ik vind het wel erg
om een breiwerk uit te halen en ik had nog maar zes
dagen voor kerst, maar ik moest wel. Met de grootste
speod heb ik de mouwen toch weer uitgehaald, tot vlak
onder de oksel. Toen een stuk aangebreid en opnieuw
de kop (met kabel) afgemaakt. Gelukkig, de eerste
mouw klaar. Een speld in de tweede mouw als grens
voor het uithalen. Dan eerst een lekker bakkie koffie
en een uurtje later snel de andere mouw uithalen.
Maar waar bleef die speld toch? Nog een stukje en
toen werd ik koud van schrik. Ik had de mouw uitgehaald
die ik met zoveel moeite had verlengd. Ik belde mijn
dochter en vertelde haar wat er was gebeurd. Huilend
en lachend en weer huilend lagen we samen te gillen
om zo'n stomme stunt. Toen maar weer met frisse moed
begonnen. Eerst de half-uitgehaalde mouw hersteld,
toen zorgvuldig de tweede mouw uitgehaald en weer
afgebreid. Één dag voor kerst was het vest dan uiteindelijk
geheel klaar en gereed voor gebruik. Nou, hij vond
het prachtig. We zijn nu 16 jaar verder en het vest
is er nog steeds. Het wordt niet veel gedragen, ik
weet nu langzamerhand dat hij de kleur wit niet zo
heel erg mag. Maar als het koud is, doet hij het vest
toch wel aan en zegt dan glunderend: "lekker warm
hè".
DE WOLLYWOTS (SUUS,
RIET, GON)
BRODDELWERKEN
Wat leuk dat er weer
aandacht wordt besteed aan het handwerken. Op de lagere
school was ik vreselijk onhandig in dat werk. We mochten
kiezen: breien, haken of borduren. In een schooljaar
presteerde ik het om op het eind drie vreselijke broddelproducten
te hebben gemaakt. Bij het borduurwerk zaten alle
draden in de knoop en bij het breien of haken eindigde
ik op de een of andere manier altijd met meer of minder
steken dan waar ik mee begonnen was en dat was, geloof
ik, niet helemaal de bedoeling. Toen ik achttien was
en zwanger van m'n dochter, heb ik de breipennen weer
opgepakt en een jurkje voor haar gebreid dat heel
schattig is geworden. Daarna heb ik nog een doopjurk
gehaakt. In de beginjaren van ons huwelijk borduurde
ik ook wel, onder andere merklappen. Omdat ik toen
thuis was voor mijn dochter en toch iets bij wilde
verdienen, ben ik truien gaan breien voor een ontwerpster.
Ik kreeg Hlf. 60 voor een trui die ik later in de
winkel zag hangen voor circa Hlf. 500, maar ik vond
het leuk om te doen, omdat het toch wel bijzondere
patronen waren. Op m'n 35e ben ik fulltime gaan werken
en bleef er naast werk, huishouden, vrijwilligerswerk,
man en kind, weinig tijd over voor zogenaamd fröbelwerk.
Op m'n 47e kwam onze dochter met de mededeling dat
zij zwanger was en dat was de aanleiding om de pennen
weer ter hand te nemen en vestjes en dekentjes voor
de kleine te maken. Het viel ons toen tegen dat
er zo weinig leuke patronen zijn; we hadden de boeken
van 30 jaar geleden nog wel kunnen gebruiken. Ook
voor mezelf heb ik diverse dingen op de pen gezet
en ook hier moet je zoeken naar originele dingen.
Een goedkope hobby is het zeker niet als je iets bijzonders
wilt maken. Op dit moment ben ik bezig een 'madeliefjesvest'
te haken voor Daisy (onze kleindochter) en ben ik
bezig aan een monnikenwerk, namelijk het borduren
van een Mother's tree. Het blijft ontzettend leuk
om te doen en ik denk dat kinderen op de basisschool
een keus zouden moeten kunnen maken of ze het willen
leren; dan zijn ze in ieder geval gemotiveerd als
het resultaat leuk is. Overigens, onze kleindochter
heeft vorig jaar nog 'geposeerd' voor de foto in de
doopjurk die ik ooit voor haar moeder heb gehaakt.
AGAATH SNOEK
BORDUURFANAAT
Eigenlijk was ik verbaasd
toen ik uw stuk las over handwerken. U schrijft dat
twee jaar geleden een soort hype is ontstaan om kleding
te borduren en op te leuken. Ik denk dat handwerken
van alle tijden is. Verenigingen van plattelandsvrouwen,
quiltclubs, buurthuizen in steden en dorpen, een cursussenaanbod,
niet te kort. De getoonde pannenlappen worden in menig
bejaardenhuis gemaakt en jaarlijks verkocht, bijvoorbeeld
op een Rode Kruis-braderie. Zelf ben ik een beetje
een borduurfanaat en wel omdat een klein borduursel
een kledingstuk 'uniek' maakt. In de hele wereld is
het niet te koop. Bovendien is een tweede nooit precies
hetzelfde als een eerste werkstuk. In mijn omgeving
zijn de vriendinnen die ik heb allemaal 'bijna' creatief
en altijd bezig met vooral handwerk. Wij zijn altijd
op zoek naar nieuwe ideeën. Ik doe vrijwilligerswerk
in een kringloopwinkel en het is merkwaardig dat de
bollen wol weer grif worden verkocht (meestal door
anderen). Regelmatig komen geborduurde schilderijen,
bellenkoorden (soms wondermooi geborduurd met veel
liefde en kleurgevoel) binnen, maar voor een klein
prijsje gaan deze zaken nauwelijks van de hand. Soms
zou ik zo'n geborduurd stuk zelf willen kopen, maar
dan alleen uit eerbied voor de ma(a)k(st)er. Breien
en haken heeft mijn belangstelling niet. Wel miniatuurborduren,
goud borduren, crazy quilts, maar de nieuwste hobby
is het maken van tuinbeelden van T-shirts. Van u zou
ik graag willen weten op welk nummer van de Amsterdamse
Nieuwezijds Voorburgwal de tentoonstelling, georganiseerd
door de heer Stef Bakker, gevestigd is. Als alle handwerksters
van Nederland zouden opstaan, konden we daar stadions
mee vullen, denk ik (maar wie ben ik?). In elk geval
vond ik uw artikel boeiend genoeg om erop te reageren.
Ik wens de tentoonstelling veel succes en verblijf,
hoogachtend,
M.P. VEEN-FRANKEVOORT
UNICA
Ja, ik heb heel wat
gebreid voor de kinderen en die hebben dat met plezier
gedragen. Nu ze volwassen zijn is dat voorbij, maar
daar zijn veel dingen voor in de plaats gekomen. Bijvoorbeeld
patchwork naar eigen idee, of 'blackwork', een fijne
borduurtechniek; het is tekenen met de naald en zwart
garen. Nu ben ik met tapisserie aan de gang, op eigen
manier met grof canvas waarop een tekening komt die
ingevuld wordt met vele kleuren wol, zodat een soort
schilderij ontstaat. Tijdens een lange vlucht naar
Australië houd ik mij daar op zeer aangename wijze
mee bezig, zodat de 24 uur snel voorbijgaan. Hierbij
zend ik u drie foto's om u beter te tonen wat het
is: haaientanden (Nieuwvliet-Bad), aboriginal motieven
en Australische motieven. Dit zijn echt unica, meer
werk heb ik natuurlijk nog in huis zoals Indian Designs
en nog meer aboriginal motieven.
A.Th. DE MEIJER-PIETERSMA
SHOW
Breien geeft voldoening,
mits hetgeen je voor een ander maakt, door die persoon
gewaardeerd wordt. Handwerken mag eigenlijk niet op
een lesrooster van de basisschool ontbreken. Hoe jonger
ermee wordt begonnen, hoe makkelijker kinderen het
zonder commentaar aannemen. Het is tegenwoordig al
gauw 'stom'. Leer hun in ieder geval met naald en
draad omgaan, leer hun mazen alsook knoopsgaten festonneren,
beide zijn heden ten dage nog bijzonder nuttig. In
1925, toen ik 6 jaar telde, vond een kind het wellicht
spannend om als een van de eersten de verschillende
breisteken op de pen te krijgen. De onderwijzeres
deed de steken in het groot voor. Aan het schoolbord
hing een breiwerk van 80 bij 80 cm van heel dikke
wol en gebreid met houten naalden maat 'pinkdikte'.
Op bevel werd door allemaal ingestoken, gevolgd door
omslaan en doorhalen. De motoriek is daarbij natuurlijk
van groot belang. Het was niet zo makkelijk werken
met stroeve, ongebleekte katoen als goedkoopste materiaal,
maar het lukte toch de hele eerste klas werkstukjes
te laten maken. Van een lapje recht toe recht aan
werden pannenlapjes, portemonneetjes, washandjes of
knikkerzakjes gemaakt. In de volgende klas een babybroekje,
in de derde sokken met hiel en in de vierde klas kousen,
diverse soorten van gaten werden erin geknipt die
wij leerden keurig in te mazen. Al mijn werkstukjes
heb ik zuinig bewaard. Door schaarste in oorlogstijd
heb ik mij bijzonder op mooie reparatie toegelegd
en ik heb een grote hekel aan wegwerpen. Nog steeds
weet ik kostbare truien een tweede leven te geven.
Familie en kennissen weten mij gelukkig nog te vinden.
Wat breien betreft, dat doe ik vrijwel blindelings
en ik kan mij, al doende, ook nog met iets anders
bezighouden. Mijn kinderen en kleinkinderen vechten
om mooie mutsen en warme truien en vertellen op school
vol trots dat hun grootmoeder de wol zelf heeft gesponnen.
Een schooljuf wil nog wel eens zeggen: breng die grootmoeder
eens mee, wij willen dat wel zien, hoe zij op een
spinnewiel werkt. Na zo'n show zijn de reacties geweldig
enthousiast en word ik verrijkt met prachtige kindertekeningen
en aardige brieven. Ja, spinnen en breien kunnen leuk
zijn.
M.A.A. VAN ZINNICQ
BERGMAN-LAPORTE
OORLOG
Al in de derde klas
van de lagere school, ik was toen 8½ , het was 1936,
werden ons de beginselen van het handwerken bijgebracht.
Het begon met breien en in het laatste leerjaar (de
7e klas) moest ook de merklap klaar zijn. Haken en
breien werd met katoen gedaan. Het waren geen prutsdingetjes,
maar luierbroekjes, kinderjurkjes en overgooiertjes.
Met haken waren de pannenlappen het eerst aan de beurt.
Helaas heb ik er, nu bijna 74 jaar, niets meer van,
want de oorlog kwam en alles werd uitgehaald en er
werden sokken en dergelijke van gebreid. Uitvluchten
hoefden we niet te bedenken want met de schaarste
op de textielmarkt waren we allang blij als we iets
nieuws aan konden trekken. Thuis hadden wij
schapen en van de wol die we destijds zelf mochten
houden werden truien, vesten en kniekousen gebreid.
Al dat handwerken heb ik altijd gedaan, maar door
een slecht gezichtsvermogen is het nu beperkt tot
sokken en sloffen breien. Eerst voor familie en vrienden
en nu van alle wol die ik krijg van vele mensen zijn
deze breisels bestemd voor een weeshuis in Roemenië.
Ook de jongere generatie, mijn schoondochter is 42,
breit nog wel, maar doordat de meesten een baan hebben,
niet zo veel meer. Zij vinden het meestal leuker om
van een lap stof iets te fabriceren vooral voor de
meisjes, voor de jongens wordt het nog weleens een
trui. Wat betreft het nu aantrekken van iets dat zelf
gebreid is, natuurlijk, het zit zo heerlijk, vooral
als het goed is uitgevallen! Van vroeger heb ik helaas
niets meer, maar ik heb wel in begin jaren vijftig
pannenlappen gehaakt zoals vroeger op de lagere school
en ik heb er zelfs nog nieuwe liggen.
G. HENGEVELD-ZWIJNENBURG
MUTSJE VOOR HUILBABY
Ik ben nu 55 jaar. Als
kind zocht ik breipatronen uit om die door een tante
te laten breien voor mij. Trots als een pauw was ik
daarmee. Toen kwamen de zogenaamde slobbertruien in
en lag het voor mezelf breien wat meer voor de hand:
dikke pennen, dikke wol = gauw klaar. Weer wat later
breiden wij, mijn zusjes en vriendinnen, weer wat
verfijndere truien voor onszelf. Ook naaiden we wel
eens eenvoudige zomerjurken. We vonden dat heerlijk
om te doen. Het was allemaal geen noodzaak, maar we
deden het voor de lol. Ikzelf heb altijd wel gehandwerkt
en het macramétijdperk was een leuke afwisseling Lekker
staand knopen, rockmuziek aan en dat uren achtereen.
Je gedachten kreeg je zo op orde, nieuwe gedachten
kon je uitdenken. Ook voor vriendinnen of zusjes met
een kindje maakte ik graag een truitje. Toen ik in
een Hans en Grietje-huisje kwam te wonen was het eerste
wat ik daar deed: gordijntjes haken.Nu heb ik schapen
en u snapt het al: spinnenwiel gekocht en wol gesponnen
om daar van te haken en te breien. Ik knoop daar ook
kleden van. Er is nu een nieuwe generatie jongeren
die verse ongeverfde schapenwol waardeert. Dus de
peuter- en kleuterpatroontjes heb ik maar weer te
voorschijn gehaald. En nee, die wol prikt niet. En
een schapenwollen mutsje maakte laatst een huilbaby
doodstil!! Wij rijden met paard en wagen, dan zit
je stil. Een zelfgebreide schapenwollen trui voorkomt
dat ik het koud krijg. In de jaren '70 was het zo
dat als je bij vrienden op bezoek ging, je je breiwerk
meenam. Tijdens vergaderingen op school zat ik trouwens
altijd te haken, stropdassen, dan kon ik mijn gedachten
er beter bijhouden. En als we een nieuw vriendje hadden
dan werd daar meteen een das voor gebreid, in mijn
eigen middelbare schoolkleuren. Ik kan nog vellen
vol schrijven, maar het is vandaag zo heet. Hopelijk
heeft u hier wat aan.
ANNE-LIES VAN DE VLEUTEN
MET UITSTERVEN BEDREIGD
Ik zou erg graag zien
dat de handwerkles weer werd gegeven op de scholen.
Ik ben zelf van 1923, op mijn vijfde jaar leerde mijn
moeder me al breien en borduren. Die eerste dingen
heb ik nog altijd bewaard. Zo ook de handwerken die
ik op de lagere school heb gemaakt. Ik heb 9 kinderen,
5 zoons en 4 dochters. De dochters heb ik ook op hun
vijfde jaar al leren breien voordat ze naar de grote
school gingen, zo noemde je het toen nog. Ik heb zelfs
twee linkshandige dochters en dat was wel een beetje
moeilijk met breien leren. Ik ben in 1943 getrouwd.
En mijn oudste zoon Henk (werkt al ruim 40 jaar bij
de Telegraaf) werd in 1944 geboren. Dat viel toen
niet mee in de oorlogstijd, de tweede 1946 en de tweeling
1947. Dat was toen helemaal erg, want er was nog haast
niets te krijgen of te kopen. Maar je werd altijd
wel weer geholpen. Zo kreeg ik af en toe wat wol of
katoen van een handwerkwinkeltje bij ons op de Ringdijk
Alleen als ik het af had moest het eerst een poosje
in de etalage liggen als vulling. Maar ja, ik was
allang blij, ik heb ook nog een bloesje bewaard, zoals
het toen ging van verschillende lapjes. Het duurde
nog heel lang voordat alles weer van goede kwaliteit
was en het was heel belangrijk dat je goed met naald
en draad kon omgaan. Tot hun 12e jaar heb ik alles
zelf gemaakt van stof die ik van mensen kreeg. Dat
was van betere kwaliteit dan die oorlogsrommel. Ik
heb 21 kleinkinderen en 19 achterkleinkinderen. Alleen
voor de nieuwe aanwinst maak ik nog altijd wat. Verder
heb ik voor de Koningskerk een kleed geknoopt (Samen
Op Weg) en voor de Emmakerk 6 wandkleden gemaakt (De
Schepping) en al 20 jaar leid ik een handwerkclubje
van dames, om de beurt bij elkaar thuis. En het geld
van de verkochte handwerken gaat naar een goed doel.
Ben nu aan mijn tweede klokkenkleedje bezig, die zijn
ook erg in trek. En de 3e is alweer in bestelling.
Zo, nu ziet u dat er nog steeds gehandwerkt wordt.
En als de kinderen er geen les meer in krijgen en
onze generatie is weg, dan ziet het er niet best uit.
Dan sterft het uit. Zo, dit wou ik even schrijven.
G.E. DIERDORP-MASSOLT
PRATEN ÈN BREIEN
Hoera! het mag weer!!
Breien kan weer en zelfs haken is niet meer iets om
in donkere achterafkamertjes te doen. Waar je een
tijdje terug nog meewarig werd aangekeken als je bekende
breien leuk te vinden, krijg je nu bewonderende blikken.
En geef toe, het ís leuk! Je kunt het doen tijdens
TV-kijken, muziek luisteren, treinreizen en een goed
gesprek (jawel, praten en breien kan tegelijkertijd).
Je handen zijn lekker bezig, dus nagelbijten, neuspeuteren,
haar krabben of andere onsmakelijke en ongezonde gewoontes
blijven achterwege (ik rook niet). En je creëert wat!
Wat is er tenslotte leuker dan een trui die niemand
anders heeft? Dus.... om terug te komen op jullie
vraag wie er nog handwerkt... ik dus! Maar... ik weiger
te borduren! Wie ooit dat vreselijke gefrunnik heeft
uitgevonden dat leidt tot onooglijke zaken, mogen
ze posthuum kielhalen. Zelfs mazen op een breiwerk
(wat verdacht veel op borduren lijkt) is mij al een
gruwel. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand dat
leuk vind! Je moet ook continu je aandacht en ogen
erbij houden, dus iets anders tegelijkertijd doen
kan niet. De draden knopen, je moet alles afwerken...
jakkes!
INEKE
VRIENDENKRING
Ten eerste vind ik het
heel erg leuk dat De Telegraaf ook eens aandacht besteedt
aan een onderwerp waarover over het algemeen denigrerend
en lacherig gedaan wordt. Echter, wanneer een kunstenaar
van een borduurkaart een kunstwerk maakt, schijnt
het ineens in te zijn en wordt het geaccepteerd door
degenen die er eerder anders over dachten. Nu is borduren
echter iets wat al eeuwen beoefend wordt. En het is
een hobby die al die tijd óók door mannen (ik ben
er één van) wordt uitgeoefend. Borduren is echter
niet alleen door de nieuwe rage een kunst geworden.
Er wordt niet voor niets over naaldkunst gesproken.
Mijn vrouw is bezig met een wandkleed (een Afghan)
met voorstellingen uit een tropisch regenwoud. Het
is al voor meer dan de helft klaar en wij nodigen
jullie van harte uit om eens een kijkje te komen nemen
en te zien wat voor een schitterende patronen er bestaan
en inmiddels ook door onze dochter worden ontworpen
met behulp van de computer. Nu valt de appel niet
ver van de boom, want totdat mijn gezondheid ons 4
jaar geleden noopte te stoppen hebben wij de eerste
borduurspeciaalzaak van Nederland gerund, waar wij
in 4 jaar tijd een klanten-, maar ook vriendenkring
tot in alle hoeken van het land opgebouwd hebben.
Dat tweede aspect maakt het borduren toch ook wel
bijzonder, het smeedt een echte band wanneer je borduren
als hobby hebt, waar geen sprake is van afgunst, jaloezie
of standsverschillen, en dat is nog altijd heel bijzonder
in de tegenwoordig verloederende maatschappij.
JONATHAN
MIJMEREN
Het is een beetje vreemd
om met deze hitte over winterkleding te beginnen,
maar een paar weken geleden bedacht ik dat het nu
tijd werd om aan een nieuw vest te gaan denken. Ik
had nog een oud zelfgemaakt vest maar dat was iets
gekrompen. Ook heb ik nog een vest van eigen gesponnen
wol, maar dat is wel erg dun geworden en de mouwen
zijn kapot. Aangezien alle betaalbare vesten tegenwoordig
van synthetisch materiaal zijn, besloot ik de gekrompen
trui uit te halen en over te breien. Het is dan natuurlijk
de kunst om de wol van de mouwen nu te gebruiken voor
het rugpand omdat die wol het meest versleten is en
op de rug het minst te lijden heeft. Misschien kan
het voorpand er niet meer uit maar dan maak ik dat
wel van een oude jas van een beetje leerachtige stof.
Staat nog leuk ook. Als dat af is kunnen er misschien
in het andere vest nieuwe mouwen van restjes schapenwol.
Zo ben ik toch weer aan het breien geslagen. Iedere
dag een paar pennen tijdens de reclame zorgt voor
minder stookkosten in de winter.
MW. IR. J. VERHOEF
HET KLEEDJE
Ik was 27 toen mij het
lot trof voor langere tijd (het werd 2½ jaar) ziek
te zijn. Het was, nu 53 jaar geleden, en in die tijd
was T.B.C. een ziekte om te moeten kuren. Je voelde
je niet ziek maar je moest toch het bed houden. Vol
met ideeën wat te willen doen, en wat zou je dan eigenlijk
op bed kunnen doen. Toen al was het zo, dat wat mijn
ogen zagen konden mijn handen maken. Met de hulp,
om het te leren, en ideeën van mijn aanstaande vrouw
ben ik gaan haken, en het lukte. Het was me zogezegd
op mijn lijf geschreven. Het ene kleedje na het andere
kwam van mijn haakpen. Liefst nog met zo dun mogelijke
garen. Zelfs kleedjes ontwerpen was aan me toevertrouwd,
maar ook reparaties heb ik uitgevoerd, Toch waren
patronen uit patronenboekjes een geliefd onderwerp
voor mij ondanks de fouten die er zo vaak in aanwezig
waren. En zo had ik een patroon wat vele mensen goed
in het oog lag, zo ook bij mijn vrouw. "Het kleedje"
is nu nog een sieraad in mijn huis is. Daarom is het
zinvol om te breien, haken of wat voor handwerk dan
ook te maken en te bewaren voor later als een aandenken,
al was ziek zijn geen leuke en zinvolle bezigheid,
maar het haken wel.
GER GEERS
BORSTROKKEN
Eens kreeg ik van Sinterklaas
twee knotten gele katoen om er een borstrok van te
breien. In die tijd droeg men 's winters een wollen
en 's zomers een katoenen. Als ik uit school kwam
moest ik vier pennen breien, dat was een hele klus.
Daar kwam nog bij, ik wilde er geen mouwtjes meer
in, maar met schouderbandjes van altijd nog 4 á 5
cm breed; die strijd won ik. In de oorlogstijd heb
ik noodgedwongen veel gebreid, en moest je je soms
veel behelpen. O.a. van een beige sjaal knipte ik
twee stukken, dan had je al bijna een vóór- en een
achterpand. Met een restje groene wol werden de zijkantjes
en de mouwtjes gebreid en zo had je weer een trui
erbij. Maar nu koop ik ze kant en klaar! Nu bij het
ouder worden en je veel dingen niet meer kunt ontdekte
ik kunstbreien van kleedjes, dat werd vroeger veel
gedaan. In de bibliotheek was een boekje om het te
leren. Tot mijn spijt heb ik nog maar één boekje kunnen
kopen, waaruit ik alle kleine kleedjes heb gebreid.
Dat was voor mij nog niet zo gemakkelijk, je kunt
het niet in gezelschap doen, het is tellen en opletten!
Het was niet alleen moeilijk om aan oude boekjes te
komen maar ook aan dunne breinaalden. Uit nood gebruik
ik de oude dunne stalen sokkenpennen. Mijn kleedjes
voorraad groeide, overal lagen op het laatst kleedjes.
Tot een kennis zei, ik geloof dat moeke ook kleedjes
breidde, ik zal het haar eens vragen. En ja hoor,
ze had twee boekjes voor me. Wat was ik blij want
er stond ook een patroontje in voor een schilderijtje,
dat was weer eens wat anders. Dit soort breiwerk geeft
mij nog steeds voldoening. Helaas lukt het niet een
foto van het schilderijtje mee te sturen. Ik vind
het breien zeker nog zinvol. ! Dit is mijn antwoord
op uw oproep.
G. ECKHART-KOOIJ
EEN DEKEN VAN VLAGGEN
Toen ik in de tweede
klas van de lagere school zat, moesten we met handwerkles
een pop breien. Een stuk of acht lapjes die dan aan
elkaar genaaid werden tot een pop. Het was voor mij
een waar drama. Pure ellende en huilpartijen omdat
ik er nietes van terecht bracht en om de haverklap
steken liet vallen. Ik geloof dat uiteindelijk mijn
moeder de lapjes heeft gebreid om verdere vernedering
te besparen. Toen we met een stel meiden in de tweede
klas van de havo bleven zitten en we niet meer die
verplichte dingen met de handarbeidles wilden doen,
hebben we onze (sympathieke jonge) leraar overgehaald
en zaten we met een stuk of vijf meiden een jaar lang
iedere week een uurtje te breien. Soms was ik er zo
op gebrand iets af te krijgen, dat ik stiekem onder
mijn tafeltje tijdens de Franse les zat te breien.
Inmiddels zijn we twintig jaar verder, ik ben
nu 34. In de tussenliggende tijd heb ik kleding genaaid
en af en toe wat gehaakt of gebreid, maar niet echt
noemenswaardig. Mijn Amerikaanse man en ik wonen sinds
drieëneenhalf jaar op onze catamaran Wild Wind III
en hebben we tweeënhalf jaar in de Cariben rondgezeild
en sinds één haar zeilen we in de Middellandse Zee.
Na een jaartje of wat aan boord heeft de 'breigekte'
toegeslagen. Ik verveelde me vaak tijdens de lange
'watches' en wilde iets om handen hebben (gaat de
tijd lekker snel). Ik heb al te veel om op te noemen
voor mezelf en voor andere gemaakt. Ik zou er uren
over kunnen vertellen, bijvoorbeeld over de oversteek
van de Atlantische Oceaan toen ik een ingewikkelde
Ierse trui maakte. Ik doe alles uit mijn hoofd, gebruik
nooit een patroon. Het meesterwerk is mijn plaid,
alle 'courtesy' vlaggen van alle landen waar we met
onze boot geweest zijn, heb ik nagebreid en aan elkaar
genaaid. Inmiddels bestaat mijn 'dekentje' uit 27
vlaggen en is 1.20 bij 1.60 meter. Zo lang wij zeilen
en nieuwe landen ontdekken, komt aan deze deken geen
einde.
TANJA MULLIS-KÜNZ
DE OUDJES
Hoe leuk is breien?
Erg leuk. Even voorstellen: mijn vrouw (79) is woonachtig
in een bejaardentehuis. Zelf ben in 82 en woon ik
een aanleunwoning bij dat tehuis. Mijn vrouw breit
al jaren sokken, sjaals etc. Ook borduurt ze. En de
producten gaan naar het Rode Kruis met bestemming
Polen, Roemenie. Zelf spaar ik postzegels en ik lever
een een bijdrage aan de bewoners van Het Dorp. Geen
kapotte, die gaan de papiermand in. Dus die 'oudjes'
doen het nog redelijk goed, dacht ik zo.
ANONIEM
TENNISELLEBOOG
Breien is erg leuk en
het is jammer dat kinderen op school het niet meer
leren. Mijn breipennen zal ik niet meer opnieuw kunnen
oppakken vanwege een tenniselleboog.
F. BOUWMANS
MEDITEREN
Wat leuk dat er in de
Telegraaf van zaterdag een artikel stond over handwerken.
Jonge mensen breien of borduren niet meer. Jammer
dat ze daar geen plaats meer voor inruimen, want het
is zo ontspannend. OP de lagere school en op de mulo
vond ik handwerken verschrikkelijk en had ik altijd
onvoldoendes. Ik ben pas laat begonnen om het leuk
te vinden. Zo rond mijn twintigste. De borduurwerken
van Clara Waever kwamen toen (en van Eva Rosenstand).
Later ben ik merklappen gaan borduren, vooral die
van Jan Houtman uit Aerdt zijn schitterend. Jammer
dat ik geen plek meer heb in mijn huis om ze op te
hangen. Borduren is voor mij mediteren. Ik handwerk
elke dat een uur. Soms ben ik achter en dan haal ik
in. Soms borduur ik in het voren. Een beetje dwangmatig.
Ik heb zelfs geborduurd op de avonden van de begrafenissen
van mijn ouders. Het onpant me. Een trui die mijn
moeder voor mij in 1976 heeft gebreid, zal ik nooit
weg doen. Hij gebreid van bruin gemeleerde wol en
heeft bruine kanten tussenzetsen. Het is een ontwerp
van Anny Blatt. Beeldschoon.
Mevrouw A. JACOBS
DONKERE AVONDEN
Ik ben ook een fervent
borduurster, meestal borduur ik alleen in de winter;
donkere avonden en kaarsjes aan en dan met het borduurwerk
op de bank. Op dit moment ben ik bezig met het alfabet
van Winnie the Pooh, ik ben bijna 9 maanden zwanger
en vind het leuk om de babykamer te voorzien van een
eigengemaakt 'kunstwerk'. Helaas ben ik bang dat het
niet afkomt voor mijn uitgerekende datum maar dat
maakt niet uit, ik heb er veel plezier in en het ontspant
me!
LINDA TORTORELLI
DAAR STAAT HET MERK
Heel leuk het artikel
over breien. Mijn moeder en ik zijn er nooit mee gestopt,
maar je kan nu wel aan de breigidsen merken dat het
weer in is om zelf te breien. Sommige mensen denken
inderdaad dat breien voor arme mensen is, zelfs mijn
man dacht er zo over. Zelf draag ik alleen zelf gebreide
truien en vesten, of door mijzelf gebreid of door
mijn moeder. Nou moet ik toegeven dat wij wel heel
mooi kunnen breien hoor, ( sorry ik weet dat eigen
roem stinkt) ik zal er even èèn voorbeeld van geven.
Twee jaar geleden ga ik met mijn moeder even shoppen,
sta ik in een boetiek een spijkerbroek te passen voor
bij m'n nieuwe trui ( die ik draag). Vraagt de eigenares
aan me of ze misschien mag weten van welk merk dat
truitje is wat ik draag. Nou, is dat een compliment
of niet. Ze wilde het ook bijna niet geloven toe ik
naar m'n moeder wees en zei, "daar staat het merk".
In 1979 heb ik twee jaar in australie/Sidney gewoond,
daar heb ik een poos voor een boetiek in de Hilton
Arcade gebreid. Toende tijd lag dat land nog een paar
jaar achter op europa, dus waren mijn breiboeken het
neusje van de zalm en gingen de truien grof van de
hand.
NORA
HANDWERKJUF
Ik ben 41 jaar en heb
in de laagste klassen van de lagere school nog echt
handwerkles gehad, breien, borduren, haken, smocken
enz. Onze juf wist alles zo enthousiast te brengen
dat ik tot op de dag van vandaag nog altijd aan het
handwerken ben. Ik heb regelmatig mezelf moeten verdedigen
omdat er tijden zijn geweest waarin het volgens iedereen
echt niet meer kon. Ik zou het prachtig vinden als
er weer echt ouderwets handwerkles zou worden gegeven
op de basisscholen. Ik vraag me alleen af of de echte
handwerkjuffen nog niet uitgestorven zijn....
INEKE VAN LEEUWEN
GEDACHTEN OP NUL
Vanaf mijn 10e jaar
borduur en brei ik al en nog steeds, ik ben nu 47
jaar ik vind het heerlijk om te doen. De muren hangen
vol maar ik borduur ook wel eens wat voor andere mensen.
Haken mag ik ook graag doen. Ik borduur het liefste
moeilijke patronen en zo klein mogelijk. Ben nu bezig
met het kattenalfabet voor een vriendin, breien doe
ik alleen nog maar in kleine maatjes, voor babies
en kleuters, het is heerlijk om te doen, je ziet iets
moois verschijnen en tijdens het handwerken kan je
je gedachten lekker op nul zetten.
JOKE ELFERINK
UIT ARREN MOEDE
Daar het bloed bij ons
thuis altijd van de tv moest lopen en ik aan die serie's
zoals Tatort en Derrick moord en doodslag gangsterfilms
etc. geen lol beleefde ben ik uit arren moede maar
gaan borduren en haken. Voor wie wist ik niet als
ik maar niet naar dat bewegende behang moest kijken.Toen
mijn man stierf in 1997 heb ik die dingen ook meteen
weggegeven en sindsdien geen naald meer ter hand genomen.
RIA LINDNER
GELEERD VAN OMA
Mijn leeftijd is 36.
Van al mijn kennissen en vrienden ben ik de enige
die nog vaak aan het handwerken is. Ik brei al sinds
de lagere school, ik heb het geleerd van mijn oma
omdat het op school niet meer gedaan werd. Op dit
moment brei ik modellen voor een tijdschrift. Ik ben
ik het bezit van 2 breimachines en op de hand doe
ik ook veel. Mijn truien worden toch veel gedragen
en iedereen is er wel enthousiast over, en de prijs/kwaliteit
verhouding is natuurlijk voordeliger dan in de winkel.
PETRA DE WIT
STOMME PANNENLAP
Jammer dat breien zo'n
tuttig imago heeft! Dat gaat hopelijk weer veranderen.
Er was toch een tijd dat iedereen overal zat te breien?
Breien doe ik al zo'n 25 jaar, en ik vind het heerlijk
om te doen (vooral bij de televisie). Ik vind het
leuk om een trui te "ontwerpen" maar ook iets namaken
van een afbeelding. Je bent creatief bezig en je kan
het nog dragen ook! Ik draag altijd zelfgebreide truien
en vesten, daarbij volg ik wel wat er in de mode is
en kies ik voor mooi materiaal. Dus geen kriebelwol,
maar lekker katoen. Het lijkt me wel belangrijk dat
kinderen (meisjes en jongens) breien en haken op school
leren, maar ook het werken met een naaimachine. Maar
dan wel op een leukere manier dat wij vroeger kregen.
Had je een (stomme) pannelap gebreid, werd er een
stuk ingeknipt zodat je het weer dicht moest mazen.
Vreselijk was dat! Dat kan volgens mij op een leukere
manier geleerd worden.
HILDE BAGGERS
TENTOONSTELLING
Ik wil u attent maken
op de grote tentoonstelling in het Haarlemmermeermuseum
van ongeveer tachtig met de hand geborduurde boerderijen,die
geopend zal worden op 7 september a.s. Ongeveer zeventig
vrouwen en één man werkten hier aan. Deze tentoonstelling
in het museum in Hoofddorp wordt gehouden als onderdeel
van meer aktiviteiten omdat de Haarlemmermeer 150
jaar droog is. Overigens is borduren en ook breien
mijn vrijwel dagelijkse bezigheid. ZEVEN KRUISJES
Ik maak nog steeds 80% van mijn kleding, ik brei regelmatig,quilt
en borduur, ondanks het feit dat ik de 7 kruisjes
ben gepasseerd.
JOKE
WAAR ZIJN DE BREIWINKELS
Hallo, ik ben moeder
van twee kinderen en heb twee kleindkinderen van zeven
en drie jaar oud. Ja, mijn zussen en ik hebben altijd
de truien die onze moeder breide aangetrokken. Mijn
moeder was en is altijd een ster geweest in het breien
vooral in heel moeilijke patronen. Zij is nu 79 jaar
en breit op verzoek van schoonzoon alleen nog geitenwollen
sokken (nee hij hoort niet bij de club. lol) Ik heb
het breien over genomen en ben begonnen in 1968 Ontelbare
truien, voor manlief, kinderen en voor mijzelf. En
later ook veel voor mijn kleinkinderen. Een trui moest
beslist in één week af. Vertel me niet waarom? Met
de kleine maatjes was dat nog sneller dus die ging
ik, al gelang hun leeftijd opmazen. Ernie en Bert,
een Ajax trui, vrachtauto's (hun vader is chauffeur).
Zomers breide ik eigenlijk nooit, te warm en te zweterig
onder mijn armen en in mijn handen. Maar s'winters
ging ik weer volop in de pennen. Maarrrrrrr, toen
kwam de computer en ja ook oma schafte zo'n apparaat
aan. Je moet tenslotte een beetje bijblijven met twee
kleinkinderen voordat je het weet maken ze je uit
voor een oud mens (ik ben 55 jaar). Mijn dochter zei
laatst wel, ''zeg mam wanneer ga je weer eens breien
voor de kinderen''. Ja, dacht ik dat was toch ook
wel ontspannend ( het op mazen dan). Mijn man kreeg
wel eens de kriebels van het zenuwachtige konstante
getik van de breipennen. Dus op de oproep:''Hoe leuk
is breien?'' Kan ik nog steeds zeggen ''Heel erg leuk''
Maar ook wel aan mode onder hevig, want waar zijn
nu al die breiwinkels gebleven?? Vroeger in Zaandam
waar ik woon had je er wel meer als tien, nu heeft
zelfs de Hema amper breiwol, ja voor sokken, geitenwol.
HENNIE KRUIDENBERG-
DE GRAAF
SMURFENTRUI
Tuurlijk handwerken we
nog, dagelijks nog wel. Truien, sokken, mutsen en
sjalen. In de koude arme landen weten ze er wel raad
mee. In Uithoorn is Mevr. Boven van de Thamerlaan
van 's óchtends vroeg tot laat in de avond bezig,
en alles gaat zo nu en dan in dozen verpakt naar kindertehuizen
in Roemenie, of Polen, ook vriendinnen en kennissen
spoort ze aan om te handwerken, borduren doet ze ook
veel, een persoonlijke letterlap of merklap is een
geliefd cadeau. Zelf brei ik dagelijks, het is vroeger
begonnen als een moeten, je moest zoveel naadjes breien,
dan mocht je buiten spelen (ik ben nu 53 jaar), later
toen ik kinderen kreeg voorzichtig eens een leuke
trui geprobeerd met allerlei kleurtjes en er wat voorop
gemaasd donald duck, winnie de poeh enz. Zo de smaak
te pakken gekregen, dat er nog steeds een breiwerk
op de pennen staat, er gaat geen dag voorbij of er
wordt gebreid, zelfs op vakantie gaat het breiwerk
mee. De truien zijn niet meer te tellen, zoveel heb
ik er gemaakt. Een keer een blunder gehad, mijn dochter,
toen nog maar vier jaar, was helemaal gek van de smurfjes,
ik een tekening gemaakt, met veel moeite omgezet in
een borduurmaaspatroon, terwijl zij sliep of buiten
speelde, stiekem een mooie trui, van dure wol, gebreid,
ze kreeg deze op 5 december van sinterklaas, ze bedankte
de sint uitbundig, maar fluisterde mij in het oor,
mam wanneer gaat de sint weer naar spanje? want ik
vind het een stomme trui, maar als hij hier nog is,
moet ik hem nog aan ook! nou daar sta je dan met je
goeie werk. Het zou erg fijn zijn als er weer handwerkles
op school kwam,ik heb hier op school wel eens les
gegeven, en de kinderen vonden het best leuk.
ANNIE TEN KATEN-HALMA
HET MOOISTE COMPLIMENT
Mijn vrouw is niet los
op een computer, daarom mijn commentaar. Mijn vrouw,
58jaar, is echt een alleskunner met de breinaalden.
Voor onze kleinkinderen, inmiddels vier, heeft zij
erg veel gebreid. Voor onze dochter, 36, heeft ze
veel vesten gebreid die zo mooi en vooral goed gebreid
waren dat haar vriendinnen vroegen of haar moeder
voor hun ook zo'n mooi vest wilde breien, en waarempel,
ze deed het ook nog. Onze dochter begon die vesten
te dragen toen ze 18 was en er zijn er bij die ze
nu nog draagt, zij vindt ze heerlijk zitten en ze
staan altijd. Ik vind een mooier compliment is er
niet voor mijn vrouw. Dit wilde ik u even mededelen.
De afzender is van mijn vrouw.
ANNELIESE MEIJN-RASCH
EVEN IN HET WARME
WATER
Nou ik heb wat afgebreid,
quilten enz. Ben net aan het vijfde truitje begonnen,
want ik krijg er familie bij. Jammer genoeg willen
mijn handen niet zo erg meer, maar even in het warme
water en dan breien. Ik vind het heel leuk. Jammer
dat er zo weinig handwerkzaken zijn.
MW. J BERKHOUT
Over de oproep 'hoe leuk
is breien, kan ik alleen maar zeggen 'heel erg leuk'.
Als er een geboortekaartje in de bus valt, sla ik
meteen aan het breien voor een nieuwe baby en ik krijg
altijd leuke reacties. Ook voor mezelf en mijn dochter
brei ik truien, soms gewoon van een plaatje. Verder
borduur ik graag, maak bijna al mijn kleding zelf.
Ik ptachwork ook graag en maak kaarten. Kortom, ik
ben bijna altijd aan het handwerken, binnen of buiten.
Het maakt niet uit. Misschien komt het omdat ik vroeger
van mijn moeder niet stil mocht zitten, lezen was
voor de zondag, alle dagen moest je 'bezig' zijn.
Maar, ik doe ook niets liever en kom eigenlijk tijd
te kort. Ik hoop dat de scholen doorgaan met haken
en breien leren, want je beleeft zoveel plezier aan
je hobby.
CORRIE MOLENAAR
SOKKENBREIEN
Even reageren op uw
oproep in de Telegraaf van zaterdag 27-7-2002, 'Is
breien leuk?' Heel leuk zou ik zeggen. Ik brei iedere
avond bij de tv. Veelal truien, spencers voor mezelf.
Ik kan u zeker plm. 50 stuks tonen. Ook sokkenbreien
is leuk, doe ik niet veel meer. Mijn zoon heeft schoenmaat
48! Heb gehaakte valletjes in de keuken voor de ramen.
Een gehaakt tafelkleed voor de tuintafel. Ook veel
babysokjes en popjes. Ik heb 16 jaar les gegeven in
het Cultureel sociaal centrum hier in Didam aan dames
van 18 tot 80 jaar oud. Borduren is ook leuk, vooral
kaarten, die ik dan verstuur met kerst en oud en nieuw.
Heb eenmaal op een braderie gestaan, de verkoop kwam
ten goede aan de Poolse kinderen. Mijn specialiteit
is het breien van mutsen en wanten.
MIEKE BERENDSEN-V.D.
HORST