telegraaf.nlDe krantLaatste nieuwsSportPriveDFTDigi






Vrouw en Relatie 
Reportages 
Uw mening 
Reageer 
WWW de Ware 
---
Uit de krant 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Autopagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Headlines 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo  
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
 

     

Moeder van gestorven kind loopt risico vroegtijdig te overlijden

Ziek van verdriet

Het lijkt zo onnatuurlijk, de dood van een kind. Ouders horen eerst te sterven en pas daarna - veel en veel later - de kinderen, als die zelf weer ouder zijn. Dat rouwen om een geliefde pijnlijk is, weet iedereen die ooit met de dood te maken had. Rouwen om de dood van je kind is echter nog vele malen pijnlijker. Zo pijnlijk dat volgens een Deens onderzoek moeders die hun kind hebben verloren letterlijk kunnen sterven van verdriet. Het ondraaglijke verlies uit zich in tal van lichamelijke klachten.

Op het naambordje bij de voordeur staat nog steeds zijn naam: Jaimy. Zijn slaapkamer, geel van de Vitesse-vlaggen, is nog intact. En zijn racefiets staat er geparkeerd. Als Jaimy nog geleefd zou hebben, zou die waarschijnlijk in de schuur hebben gestaan. Of gewoon ergens tegen een heg hebben gelegen. Net als die van zijn broer Lars, die niet meer weet of hij hem voor of achter het huis heeft geparkeerd en mopperend naar buiten stiefelt.

Lars is twaalf. Net als Joey. En Jaimy zou dat ook zijn geweest. De drie jongetjes vormen immers een drieling. Drie jaar geleden overleed een van hen op 9-jarige leeftijd aan lymfklierkanker, een non-Hodgkinlumfoom na een relatief kort ziekbed. Eind april 2001 dacht men nog dat Jaimy beter zou worden, begin mei was het afgelopen, Nu er nog twee over zijn, weigeren die zich een tweeling te noemen. "We zijn nog steeds een drieling", zeggen Lars en Joey. "Ik zal altijd drie kinderen hebben", zegt moeder Tonny.

Het verdriet in huize Van Boxel is nog lang niet verwerkt. Waarschijnlijk zal de wond die geslagen werd met de dood van het kind, nooit helemaal helen. "Op het moment dat hij stierf, wilde ik met hem meegaan", zegt zijn moeder Tonny. "En iets in mij zou het nog steeds niet erg vinden als ik dood zou gaan. Ik ben niet bang meer voor de dood. Niet dat ik ooit actief zelfmoord zal plegen, maar als ik nu kanker zou krijgen, zou ik misschien wel de behandelingen weigeren. Ik ben niet levensmoe, wel moe van het leven."

Verwaarlozen

Volgens een onderzoek van de Deense universiteit heeft de moeder van een gestorven kind een grotere kans om zelf ook vroegtijdig dood te gaan. Zij zou meer lichamelijke klachten hebben dan vrouwen die geen kind hebben verloren. Tonny vindt dat geen opzienbarend nieuws. "Ik heb suiker en een te hoog cholesterolgehalte", zegt ze. "Vroeger nam ik keurig iedere dag mijn medicijnen in. Nadat Jaimy was overleden, werd ik daar veel slordiger in. Het kon me allemaal niet zoveel meer schelen. Ik denk niet dat ik een uitzondering ben. Ik denk dat veel ouders zichzelf en hun eigen gezondheid gaan verwaarlozen als ze een kind hebben verloren."

Anne-Marie Vermaat is rouwdeskundige. Ze schreef onder andere het boek 'Lieverd, ik mis je zo' en is betrokken bij de Stichting Lieve Engeltjes. "Rouw kan zich op vele manieren uiten", legt ze uit. "Naast 'normale' rouw kunnen mensen ook bijvoorbeeld verslaafd aan gokken of winkelen, een angststoornis ontwikkelen of depressief worden. Maar ook fysieke klachten komen voor. Die laatste worden echter niet altijd meteen in verband gebracht met het rouwproces wat iemand aan het doormaken is en wat uit verschillende fases bestaat. De artsen tot wie zo'n moeder zich wendt, proberen dan de klacht te bestrijden, maar eigenlijk zouden ze moeten helpen met de rouwverwerking van de patiënt. Als dat over het hoofd wordt gezien, kan de klacht blijven woekeren, want de medische behandeling zal niet helpen zolang de echte oorzaak niet is verholpen."

Tonny staart even voor zich uit. "Het voelt alsof ik Jaimy in de steek heb gelaten. Je hoort altijd van mensen met een bijna-doodervaring dat ze opgewacht werden aan de andere kant, dat ze in een warm bad terecht kwamen van de liefde van hun eerder gestorven dierbaren. Mijn ouders leven nog. Er is nooit eerder iemand doodgegaan in Jaimy's omgeving. Wie heeft er op hem staan wachten? De poes? Ik ben zijn moeder, ik had er moeten zijn."

Tranen

Het lukt haar niet helemaal haar tranen te verbijten. "Natuurlijk heb ik nog twee kinderen en natuurlijk hebben die mij ook nodig. Afgelopen vrijdag had Lars zijn vinger bezeerd met keepen en dan zit ik de hele middag bezorgd met hem in het ziekenhuis om te kijken of hij niet gebroken is. Dat is raar, als ik het even niet meer zie zitten, gebeurt er altijd wel iets met Joey of Lars waaruit blijkt dat zij mij ook heel hard nodig hebben. Ik heb toch het gevoel dat Jaimy daar op een of andere manier de hand in heeft."

"Maar Joey en Lars hebben ook elkaar en Jaimy heeft nou niemand meer. Ik zit nu mijn leven uit. Iedere dag die voorbij is, brengt me iets dichter bij mijn eigen dood, iets dichter bij Jaimy. Ik ben niet meer dag in dag uit diepongelukkig, maar ook nooit meer onbezorgd gelukkig."

Anne-Marie Vermaat weet waar Tonny het over heeft. Ook zij verloor ooit een kind en, hoewel inmiddels oma, komt het verdriet soms weer boven. "Ook als je het rouwproces hebt doorleefd, zal het verlies je levenslang als een schaduw bijblijven", legt ze uit. "Bij iedere mijlpaal zul je herinnerd worden aan dat kind dat er niet meer is maar dat je zo graag bij je gehad had."

Tonny: "Joey en Lars hadden afgelopen week de Cito-toets. En dan denk ik: 'Dat zou Jaimy nu ook gehad hebben'. Zo gaat dat met al die dingen. Iedere keer weer denk ik: 'Jaimy had erbij moeten zijn'. Als de Lars en Joey jarig zijn, is Jaimy ook jarig. Er hangen drie slingers, er staan drie taarten. In de tuin hebben we in zijn naam een boom geplant zodat hij toch met zijn broers mee kan groeien."

Iedere dag gaat de moeder naar het kerkhof. "Ik houd van alledrie mijn kinderen evenveel en ik vertel ze dat elke dag. En hoe trots ik op ze ben. Jaimy is voor mij vaak echt voelbaar aanwezig, ik herken in dingen tekens van hem, het beurt me op als ik me verdrietig voel. Zijn broertjes hebben dat ook. Die zeggen dan: 'Jaimy vertelde een mopje in mijn oor, mama'. Zelf voel ik hem soms in mijn buurt, als de wind mijn wang raakt, als de zon mijn hart verwarmt, als een ster fonkelt in de donkere nacht. Dan hoor ik hem in mijn hoofd zijn laatste woorden weer zeggen: 'Je hoeft niet te huilen, mam'."

Ze glimlacht even: "Wat zou hij boos zijn zeg, als ik mezelf zo verwaarloosde dat ik ook zou sterven. Hij, die zo gevochten heeft om te blijven leven. Hij wist van geen opgeven. Tjonge, hij zou me echt een rotschop verkopen als ik nu kwam aanzetten."


Wilt u reageren op dit artikel, klik dan hier


© 1996-2003 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.