Hartinfarct
man zette Marjo Coerse aan tot schrijven boek
ALS DE TIJD
EVEN STIL STAAT
door Felix Wilbrink
Cor Coerse (58) is een hardwerkende
brigadier bij de Spoorwegpolitie. Wat heet, hij maakt
wel 10 tot 12 uur per dag. Zijn vrouw Marjo wacht
op hem. Straks als hij met pensioen is, hebben ze
weer meer tijd voor elkaar. Maar dan krijgt Cor een
hartinfarct. Hun leven staat op z'n kop. Marjo is
boos, angstig, kan nergens met haar onzekerheid terecht.
Ze wil zelfs weglopen. Over het jaar waarin wanhoop
uiteindelijk plaats maakte voor een nieuw leven en
nieuwe liefde met en voor elkaar, schreef ze De tijd
stond "even" stil. Het boek wordt verslonden, want
te weinig nog blijkt men in de medische wereld oog
te hebben voor de partner van de patiënt.
SITTARD - Zelfs in Limburg is de
Heilige Maagd Maria inmiddels ingeruild voor de Boeddha.
De winkelstraat van Sittard kent maar liefst drie
New Age winkels. Klankschalen, zachte plingplong-muziek
en exotische wierook. Binnen bij Marjo Coerse-Gerardu
is het al niet anders. In een sneeuwwit tafeltempeltje
staat de boeddha net zo mysterieus te glimlachen als
Maria dat eeuwen lang in deze landstreek deed.
"Nee," lacht Marjo Coerse, "Maria
is weg en een Heilig Hart-beeld zul je hier ook niet
meer vinden. Dat zie je bij de jonge generatie Limburgers
niet meer. Dit tempeltje kocht ik als kerstcadeau
voor mijn man Cor. Waarom weet ik niet, ik voelde
gewoon dat het hier moest staan." Jonge generatie?
Marjo is net als haar Cor al in de vijftig. Maar ze
voelen zich weer jong, dartel bijna en dat nadat Cor
anderhalf jaar geleden werd getroffen door een hartinfarct.
Marjo is een vrouw van wie je in eerste instantie
denkt dat zij de nuchterheid zelve is. Maar kijk je
verder in haar huis dan vallen nog meer boeddha's
op en vele, vele boeken over astrologie. Dat is dan
ook haar beroep, astrologe.
Onvermoeibaar
Wat een tegenstelling met die
grote vent naast haar. Cor is brigadier bij de Spoorwegpolitie.
Zo'n man die zijn brede schouders onder iedere mogelijke
klus zet. Sterk, onvermoeibaar. Altijd maar aan het
werk. En daar ging het dan ook net mis. Gewoontegetrouw
zat hij alweer vroeg op zijn kantoor. Hij werd draaierig,
begon te zweten, werd niet lekker en ging onderuit.
Kortom, een hartinfarct. Toegesnelde collega's zorgden
snel voor een ambulance.
Marjo Gerardu schreef op wat er daarna
met haar en haar relatie met Cor gebeurde. Het werd
een boek dat nu nog alleen in het Limburgse maar binnenkort
zeer waarschijnlijk door heel Nederland verslonden
zal worden. Vlot geschreven, zonder enige opsmuk.
Het verhaal van de partner, het verhaal van de angst,
van de domme dingen die je doet om je partner maar
te ontzien, van de onzekerheid die toeslaat en van
de spanningen die binnen de relatie ontstaan. En van
het volstrekte onbegrip dat Marjo van de arts van
Cor kreeg. "Hoezo komt mijn man nu alweer naar huis?
Hij is toch ziek, levensgevaarlijk ziek? Wanneer kan
ik eens met die dokter praten zodat hij me kan uitleggen
wat er met mijn man is? Wat kan hij aan, wat kan hij
niet aan? Wat is er fysiek met hem gebeurd, waarom
is hij zo vergeetachtig, kan hij ooit nog werken,
kunnen we nog seks hebben? Kortom, ik barstte zowat
van de vragen. Maar wat ik ook probeerde, die man
had of geen tijd of geen zin."
Later na veel aandringen, volgde
er dan eindelijk een gesprek waarin ze meer werd afgesnauwd
dan te woord gestaan. Eindelijk, na meerdere pogingen
ging de arts er voor zitten. "Die dokter," haar ogen
schieten nog steeds vuur als ze over hem begint, "legde
uit over de vervetting, over kransslagaders, over
hoe zelfs een licht infarct net zo levensbedreigend
is als een groot infarct. Maar alles ging zo snel
dat ik na afloop meer vragen had dan ervoor."
Nu lachen Cor en Marjo er om.
Maar toen sloeg de paniek dubbel dwars nog een keer
toe. Zo staat het in haar boek "De tijd stond 'even'
stil" (uitgeverij DrukVorm, Geulle): Vijf minuten
over twee gaat de deur open. Daar staat hij, met een
zak grond die eigenlijk veel te zwaar is. "Ze hadden
geen kleinere," verontschuldigt hij zich. Hij had
onderweg zelf gevoeld dat het teveel was. Als hij
zich bukt om de zak aarde in de keuken neer te zetten,
gebeurt het. Hij komt overeind! Ik zie hem wit wegtrekken
en meteen gooit hij zijn armen over mijn schouders
heen. Ik blijf stokstijf staan en ben bang dat we
samen tegen de grond slaan. Hij kan zich echter staande
houden en we strompelen naar de bank. "Goh," zegt
hij, "ik was me toch opeens duizelig, ik dacht dat
ik van de wereld ging." Ik vind dat hij de huisarts
moet bellen. "Dat kan ik wel doen, maar die is er
toch niet." Gelijk heeft hij. 's Middags moeten wij
niet ziek worden, want dan is onze huisarts niet meer
aanwezig en word je verwezen naar de volgende ochtend."
Cor ging maar vroeg naar bed. Pas
na twee dagen kwam er een dokter, die constateerde
dat Cor een gevaarlijk lage onderdruk heeft. Marjo
had de laatste weken zoutloos gekookt. Ze dacht dat
dat goed was, maar Cor had nooit te hoge bloeddruk.
Door het zoutloze dieet was zijn bloeddruk te laag
geworden. Marjo: "Zo'n incident laat zien hoe machteloos
je bent in dit soort gevallen. Je weet niets. Toen
pas gaf de dokter ons een telefoonnummer dat we in
geval van nood konden bellen. We wisten niet eens
dat zoiets bestond."
Marjo kwam onder druk te staan. "Het
ergste was dat ik er vandoor wilde gaan. Altijd maar
was Cor aan het werk en ik zat alleen thuis. Ik voelde
woede naar hem. Als hij dood zou gaan dan had ik voor
niks al die jaren zitten wachten. Zoiets tegen hem
zeggen kon natuurlijk niet, ik was bang dat mijn kwaadheid
het voor hem nog erger zou maken."
Cor intussen maakte een verandering
door. Hij merkte dat hij steeds meer ging genieten
van de rust en de stilte. Maar het werk riep alweer.
Werk waarnaar hij eigenlijk niet meer terug wilde.
Want daar had Cor zijn hartinfarct gehad, daar was
het ook waar hij dag in dag onder grote stress probeerde
te bewijzen dat hij nog niet oud en versleten was.
Het was de maatschappelijk werkster
die net op tijd ingreep. Ze sprak met Marjo en ze
sprak met Cor en langzaam begonnen die twee ook weer
met elkaar te praten. Nu wandelen ze veel. Of doen
samen boodschappen. Samen gaan ze naar het casino,
waar Marjo zo graag mag komen. Cor: "Ik werk voortaan
om te leven, vroeger leefde ik om te werken!" Marjo:
"Na dat moeilijke jaar zagen we eindelijk weer wat
licht. Ik was al aan het boek begonnen. Cor las met
me mee. Daardoor besefte hij ook dat er iets moest
veranderen. Omdat de maatschappelijk werkster ons
heeft leren praten, heeft dit boek een happy end.
Het mooiste moment was wel toen we het boek in het
ziekenhuis waar Cor had gelegen op de hartafdeling
mochten aanbieden. De directeur van het ziekenhuis
hield een prachtig verhaal over de noodzaak van zorg,
óók voor de partner van de patiënt. Vanuit mijn ooghoek
zag ik die ene dokter gauw maken dat hij wegkwam."
Kroon
De kroon op haar werk was dat in
Maastricht werd besloten om regelmatig een speciale
avond voor partners van patiënten te houden. "Het
was ze ook gebleken dat als de patiënten meekwamen,
de partners niets durfden te zeggen om hun man of
vrouw te sparen, maar eenmaal onder elkaar hielden
de verhalen niet op. Ik heb ervan geleerd dat je moet
doorvragen. Zeuren desnoods, je hebt er recht op te
weten wat er met je partner aan de hand is. En vraag
hulp als je er samen niet uitkomt."
"Gek hè, ik heb eigenlijk altijd
al geweten dat Cor er wel overheen zou komen. Ik wist
het al op het moment dat ze me het slechte nieuws
kwamen vertellen. Het was zijn tijd nog niet, dacht
ik. Tja, dat is katholiek, nog steeds, denk ik. Je
gaat pas, als het je tijd is..." De boeddha in de
hoek van de kamer glimlacht tevreden.