Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuwsCrazyLife






Vrouw en Relatie 
Reportages 
Uw mening 
Reageer 
WWW de Ware 
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Begroting 2002 
Over Geld 
Scorebord 
Autopagina 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Headlines 
---
Kopen 
 Speurders 
ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Dating 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 

     
Ouders die geen contact meer hebben met
hun kinderen vinden steun bij lotgenoten

"HET GEMIS IS ER
IEDERE DAG WEER"

Ouders van wie de kinderen geen contact meer met ze willen hebben, gaan door diepe dalen. "Dat je kind niet wil weten hoe het met z'n ouder gaat, doet nog het meeste pijn." De ouders blijven achter met veel vragen. Steun vinden ze bij elkaar en andere lotgenoten.

 Wilt u reageren op dit artikel, klik dan hier

STRAMPROY/EINDHOVEN - Het is al meer dan tweeëneenhalf jaar geleden dat Marleen (47) en Gerard (46) Saes hun dochter voor het laatst hebben gesproken. Een tijdje terug zag Marleen haar nog op de markt lopen. Hoe graag ook ze haar nog eens zou willen spreken, toch liep ze door, bang voor haar eigen reactie: "Ik kon het niet aan daar alleen te blijven staan en in tranen uit te barsten als ze niet met me zou willen spreken."

Het mag dan eind dit jaar drie jaar geleden zijn dat ze van huis weg liep, hun inmiddels 19-jarige dochter is nog dagelijks in hun gedachten. Gerard: "Ik zat altijd boordevol energie, maar nu voel ik me hartstikke leeg. Je probeert het gemis een plaatsje te geven, maar het blijft pijn doen." Via kennissen horen ze af en toe hoe het hun dochter, die in een naburige stad woont, vergaat. "We hoorden dat ze bij het koor is gegaan, daar waren we erg blij om." Ook de gedachte dat ze samen met haar vriend een eigen huisje heeft, geeft hen een goed gevoel.

Maar waarom hun dochter het contact compleet heeft verbroken, is hen nog steeds niet duidelijk. Marleen: "Het is er langzaam ingeslopen. Toen ze zestien was kreeg ze verkering met een vriend die zes jaar ouder is dan zij. 'Laat haar daar van genieten', was mijn eerste gedachte. Ik weet zelf nog hoe mooi die tijd is." Bovendien konden vader en moeder het goed met de nieuwe vlam van hun dochter vinden. Gerard: "Zowel hij als ik zijn gek van alles wat met auto's te maken heeft. Samen hebben we heel wat afgeknutseld en gingen we alle stockcarraces af."

Het meisje, dat in die tijd voor haar eindexamen zat, bracht veel tijd met hem door. "Ze kon goed leren, maar haar cijfers gingen naar beneden. Toen hebben we met haar de afspraak gemaakt dat ze haar vriend in het weekeinde en één avond in de week mocht zien, op voorwaarde dat ze haar huiswerk afhad." Maar dit werkte niet. Marleen: "Dan ging ze 's avonds met de hond wandelen en bleef anderhalf uur weg." Toen dochterlief zonder iets te zeggen bij het eten wegbleef, ontstonden de eerste ruzies. "Maar ik dacht altijd, en nog steeds overigens, dat ik een goede band met haar had."

Opwelling

Op een avond escaleerde de boel en Marleen riep haar dochter in een opwelling toe: 'als je denkt dat je het ergens anders beter kunt krijgen, ga je gang!' Een opmerking die ze zich later kwalijk heeft genomen, want haar dochter vertrok diezelfde avond. "Toen dacht ik al bij mezelf: ieder uur dat ze weg is, wordt het moeilijker voor haar om terug te komen." Later bleek dat ze veilig bij haar vriend was.

Marleen en Gerard besloten de hulp van een derde in te schakelen en vroegen de jeugdhulpverlening contact met haar op te nemen. Gerard: "We voelden dat ze een bewuste keuze had gemaakt. Er ontstond een kloof tussen ons." Tijdens een gesprek dat jeugdhulpverleners met ouders en kind voerde, zei ze haar ouders recht in hun gezicht dat ze geen contact meer wilde. "Maar waarom, dat zei ze er niet bij", verzuchten de ouders. Er volgde een aantal brieven over er weer maar deze brachten niet meer duidelijkheid. Marleen: "Je bedoelt het goed als ouder, maar niemand is perfect. Ik kan begrijpen dat een kind dingen zwaarder oppakt dan dat je ze bedoeld hebt. Maar we hebben haar nooit willen kwetsen. Kon ik maar in dat koppie kijken om het te begrijpen."

Gerard: "Nu schrijven we geen brieven meer. We willen gewoon ons verstand gebruiken en het niet erger maken. De tijd is nog niet rijp om contact met haar op te nemen. Wij willen niet te vroeg bij haar aankloppen."

Maar het grote waarom blijft. Net als die ene lege stoel, zoals ze onlangs nog eens pijnlijk ervaarden bij het overlijden van de moeder van Marleen. En tijdens hun 25-jarig huwelijksfeest. Marleen: "We hebben geen rust, het wordt iedere keer weer opgerakeld. Je hoeft maar een tv-programma als 'Spoorloos' te kijken en alles komt weer boven."

Gerard: "We krijgen ook minder begripvolle reacties: 'Goh, heb je nog steeds haar foto's aan de muur hangen?' Of de opmerking 'Waar rook is, is vuur', 'een kind loopt toch niet zomaar van huis weg?' Dat doet pijn. Ze is en blijft onze dochter en onze deur blijft altijd voor haar open." Hij zucht. "Het is een verhaal zonder eind. Maar we willen er onze vrienden niet altijd mee lastig vallen. En voor een buitenstaander is het niet te begrijpen."

Daarom gaan ze eens in de zoveel tijd naar 'Hoop', een lotgenotengroepen van ouders die hetzelfde meemaken. Ans Grashoff, contactpersoon van de lotgenotengroep die in Eindhoven, Venlo, Breda en Sittard bijeenkomsten houdt: "Wij willen ouders met elkaar in contact te brengen, zodat ze elkaar kunnen troosten en moed kunnen inspreken. Want zoiets kun je niet alleen verwerken. Het belangrijkste is dat de lotgenoten er helemaal voor elkaar zijn. Ik vergelijk ze wel eens met mensen die een dierbare hebben verloren. Na een aantal maanden word je geacht het er niet meer over te hebben, terwijl je er wel degelijk nog steeds verdriet van hebt."

Laveren

"Laveren tussen verdriet en frustratie", zo typeert Martin Wagemakers (62) zijn gevoelens. Hij is alweer twintig jaar samen met zijn tweede vrouw Nel (64). Na zijn scheiding heeft hij zijn zoon en dochter, toen nog tieners, uit zijn eerste huwelijk bij zich in huis genomen. Inmiddels heeft hij al achttien jaar geen contact meer met zijn zoon. "Ik voel mij door hem in de steek gelaten, maar het is al zolang geleden. Ik probeer me er bij neer te leggen." Martin is drie keer met een infarct in het ziekenhuis opgenomen. "Dat je kind niet wil weten hoe het met z'n vader gaat, doet nog het meeste pijn."

Met zijn dochter en haar man was het contact tot een jaar geleden goed. Toen zijn dochter drie jaar geleden een zoontje kreeg, namen Martin en Nel af en toe de zorg voor hun kleinzoon Nick op zich. "We hebben hem z'n eerste stapjes zien doen en eerste woordjes horen spreken." Het kleintje ging ook vaak bij opa en oma logeren.

Met de opvoeding wilden zij zich niet bemoeien. "In hun huis gelden daarvoor hun regels, net zoals hier onze eigen regels." Ze vonden de vader van Nick soms wel erg streng voor de kleine. Toen Martin hierover zijn bezorgdheid uitsprak, kreeg hij het verwijt 'jullie verwennen hem te veel'. Vanaf die tijd kregen zij de kleine Nick steeds minder te zien. Totdat het contact helemaal verbroken werd.

Martin denkt dat zijn zoon en dochter voor hun moeder hebben gekozen. "Ze zeiden dat het te complex was om met beide ouders contact te houden en hebben een keuze gemaakt. Maar Nick kan niet kiezen. We blijven hem kaartjes sturen en we hebben zelfs een keer voor zijn verjaardag een advertentie in de krant gezet. Ik wil dat hij weet dat zijn opa hem niet in de steek heeft gelaten."

Ook Martin en Nel vinden baat bij de gesprekken die zij voeren met lotgenoten bij de contactgroep 'Hoop', die inmiddels ruim zestig leden telt. "Twee keer per jaar organiseren we een open dag", vertelt Ans Grashoff. "Onder andere om ouders aan te moedigen in hun eigen regio een lotgenotengroep te starten." Ook wil 'Hoop' een nieuw project beginnen om kinderen die geen grootouders hebben via de lotgenotengroep toch een oma en opa te bezorgen.


© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.