"Weet je wat jij nodig hebt", zei Jappie, terwijl
hij een oudewets groot glas bier inschonk, "seks!
Ruud, jongen, ik kan de naam Nicole niet meer horen
zo langzamerhand. Dat mens is gewoon een overspannen
slettenbak met een midlife-crisis die behoefte heeft
aan een spannende wip om haar ingedutte huwelijk een
beetje kleur te geven. En dan kun jij dus twee dingen
doen: d'r geven wat ze hebben wil tot ze d'r scheel
van ziet of iemand anders zoeken die gezellig met
jou vadertje en moedertje wil spelen. Je begint een
beetje een pathetisch losertje te worden, vriend."
De enige juiste reactie op dat
moment zou natuurlijk de belerende barman van het
Spaarne Huys de halve liter pils over zijn kort geknipte
koppie heen te storten, zijn geweest; Ruud vond dat
echter een beetje zonde van het bier. Diep in zijn
hart vond hij daarnaast ook de weliswaar ietwat botte
analyse een kern van waarheid bevatten. Hij gedroeg
zich de laatste tijd ook als een pathetische loser.
In feite leidde hij het leven waar menig man van begin
30 alleen maar van kon dromen. Hij kon gaan en staan
waar hij wilde, niemand zeikte ooit over rondslingerende
sokken en hij hoefde geen filofische gesprekken te
voeren over het hoe en waarom van het wij en hoe nou
verder met Ons. Wat voor meer voordelen zaten er eigenlijk
aan een vaste relatie dan een reguliere portie seks
waarvoor je geen moeite hoefde te doen. En zelfs dat
was niet altijd het geval. Niet als hij Hannes moest
geloven tenminste. Zijn vriend had Keesje inmiddels
opgehaald. Ruud had niet durven vragen of er nog iets
positiefs was gebeurd in het overlegweekend met Marloes
en Hannes had er zelf ook niets over gezegd. Hij had
zijn bakbeest aangelijnd, de koffie afgeslagen en
ook voor de whiskey bedankt. 'Ik bel je nog wel'.
En een dergelijk summiere tekst was zo absoluut tegennatuurlijk
voor Hannes dat Ruud zich ernstig zorgen maakte. "Doe
mij eens meer bier Jap", zei hij. Toen werd het zwart
voor zijn ogen. "Drie maal raden", zei een totaal
onbekende doch zonder meer verleidelijke vrouwenstem.
"Eh...", zei Ruud, "ik heb geen idee. Absoluut niet."
De vrouw haalde haar handen voor zijn gezicht weg
en hij zag een flits van lange bloedrood gelakte nagels.
Hij draaide zich om en keek verbaasd in een vrolijk
gezicht vol zomersproeten dat al even verbaasd terug
keek. "Jezus, sorry", zei het onbekende meisje. "Van
achteren lijk je net mijn broer."
"O," zei Ruud. "Wil je wat drinken
voor de schrik?"
En het werd toch nog een leuke
avond.