door Jack Leenaars AMSTERDAM - Karren voortgetrokken door ezels halen de voedselpakketten op die zojuist door vrachtwagens in de Zimbabwaanse stad Plumtree zijn afgeleverd. De noodhulp is verstrekt door de internationale christelijke hulporganisatie World Vision en is bedoeld voor de hongerende bevolking van het Sansukwe gebied in het zuiden.
World Vision heeft zich door de enorme hongersnood voor een belangrijk deel moeten toeleggen op voedselverstrekking. Voor de vierde keer in zes jaar tijd heeft Nel den Boer, projectmanager bij World Vision Nederland, twee weken geleden het Sansukwe gebied bezocht en de verandering vindt ze zichtbaar negatief. Mensen zijn volkomen afhankelijk geworden van noodhulp door de afwezigheid van basisproducten als suiker, maïs en graan.
Volgens Den Boer is de veranderde situatie voor World Vision ook merkbaar. Waar de organisatie zich vóór de huidige hongersnood bezighield met het opzetten en uitvoeren van ontwikkelingsprojecten, richt ze zich nu in samenwerking met de VN-voedselhulporganisatie WFP op het verstrekken van noodhulp aan hongerende Zimbabwanen.
Wie voedselhulp wil ontvangen, moet in het bezit zijn van een registratiekaart, die door lokale overheden wordt verstrekt. Van de 50.000 inwoners in het gebied, een van de zwaarst getroffen regio's van Zimbabwe, komt slechts een derde in aanmerking voor registratie. Het aanbod is te beperkt om iedereen van voedsel te voorzien.
De 5000 ondervoede kinderen onder de vijf jaar krijgen door een speciaal programma in ieder geval tot april 2003 aanvullende voeding, daarna is de situatie onzeker.
Tijdens haar reis is Den Boer veel schrijnende gevallen tegengekomen. "Een oude vrouw met een baby op haar rug kwam aanstrompelen bij het voedseldistributiepunt in Plumtree. Ze was te oud om de moeder van het kind te kunnen zijn. Hoewel de vrouw geen registratiekaart had, krijgt haar kleinkind nu toch voedselhulp." Een uitzondering volgens Den Boer, omdat vaak hulp moet worden geweigerd. In Zimbabwe dreigt hongersnood voor 6,7 miljoen mensen.