door Theo Jongedijk MAAGDENBURG - Duitse gevangenen mogen even aan de vrijheid ruiken. Ze vullen en stapelen zandzakken in de buurt van het door water bedreigde Dessau. De ruim twintig veroordeelden deden zelf het aanbod aan de directie van hun instelling om zich in deze noodsituatie nuttig te kunnen maken.
|
Duitse gevangenen vullen en stapelen zandzakken in de buurt van het door water bedreigde Dessau. (Foto: AP)
|
Een bewaker houdt aan de oever van een heftig kolkende Elbe onopvallend een oogje in het zeil. Hij kent zijn pappenheimers. Ze zijn geselecteerd op grond van hun gedrag tijdens de detentie en het merendeel was al eens op verlof en kwam netjes terug. "Dus vandaag zullen ze ook niet vluchten", weet de toezichthouder.
Even verderop stroomafwaarts in Maagdenburg helpt een aantal televisieverslaggevers de hulpverleners met de bouw van een metershoge dam van zandakken om de studio tegen de verwachte vloedgolf te beschermen.
Een week watersnood heeft het dagelijks leven voor inmiddels honderdduizenden Duitsers drastisch gewijzigd. Het pas begonnen schooljaar is abrupt onderbroken, omdat de gebouwen nodig zijn als opvangruimte voor ontheemden. Talloze winkels en bedrijven in Saksen en Saksen-Anhalt, ook in de droge gebieden, zijn gesloten omdat het personeel in het watersnoodgebied gevangen zit, of is vrijgesteld om daar te helpen bij het bestrijden van de noodsituatie.
Een van de zandzakkenvullers van de THD bij het studiocomplex in Maagdenburg doet een opmerkelijke constatering: "Deze ramp brengt voor elkaar wat de politiek in de afgelopen twaalf jaar niet is gelukt, het herenigen van oost en west. De hulpverleners komen overal vandaan, tot aan Hamburg toe en werken gebroederlijk samen. Duitsland verliest nu heel veel, maar die hernieuwde samenwerking hebben we wel gewonnen."