door Pieter Nijdam STRAATSBURG - De moeder van een gearresteerde Franse kunstdief heeft meer dan zestig gestolen schilderijen van onder meer Pieter Breughel, Watteau, Boucher en leerlingen van Rembrandt in stukken geknipt en samen met zo'n honderd uiterst kostbare kunstvoorwerpen in het Rhône-Rijnkanaal bij Straatsburg gegooid.

Volgens de eerste schattingen heeft de vrouw in totaal voor meer dan twee miljard euro aan onvervangbare kunst verwoest.

Onder de meesterwerken bevonden zich een groot aantal Hollandse meesters uit de 17e en 18e eeuw.

Soldaten zoeken naar resten van de oude meesters. (Foto: EPA)

De schilderijen zijn de afgelopen zeven jaar door Stéphane Breitwiesel (31) en zijn even oude vriendin Anne-Cathérine Kleinklaus gestolen uit diverse musea in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk.

Nadat het stel in Luzern door de Zwitserse politie was gearresteerd toen ze uit een museum een antieke hoorn hadden gestolen, aarzelde de 51-jarige moeder Mireille Breitwiesel geen moment. In een poging alle bewijzen te vernietigen, reed ze met de door haar zoon ontvreemde kunstvoorwerpen van de afgelopen zeven jaar naar het Rhône-Rijnkanaal bij Gerstheim. Daar knipte ze de zeldzame doeken in stukjes om ze vervolgens met de andere kunstvoorwerpen in het water te gooien.

Volgens mevrouw Breitwiesel handelde ze niet om Stéphane te ontlasten, maar juist omdat ze vreselijk kwaad was op haar zoon. Ze zei bang te zijn dat ze vanwege de arrestatie van haar zoon haar baan zou verliezen. Stéphane zelf gelooft overigens nog steeds niet dat zijn collectie is vernietigd. "Dat zou ze nooit doen. Zelfs zij weet wat de waarde ervan is", liet hij zich onlangs tijdens een van de verhoren ontvallen.

De Straatsburgse onderzoeksrechter Lyse Schaal verklaarde gisteren dat de politie langs de oevers van het kanaal stukjes heeft gevonden van 109 schilderijen en kunstobjecten. Op verzoek van de Zwitserse autoriteiten werd mevrouw Breitwiesel aangehouden en voor verhoor naar Luzern gebracht.

Rechter Schaal heeft om uitlevering gevraagd van alle drie verdachten, wanneer de verhoren in Zwitserland zijn afgerond.

Stéphane Breitwiesel en Anne-Cathérine Kleinklaus, in het dagelijks leven barman en verpleegster in Mulhouse, gingen de afgelopen zeven jaar tijdens hun vele rooftochten zeer geraffineerd te werk. Meestal sloegen zij midden op de dag, tijdens gewone openingsuren, toe in kleine provinciale musea. Maar ook het Louvre in Parijs was voor hen niet veilig. Terwijl Anne-Cathérine de bewakers afleidde, sneed Stéphane het doek uit de lijst, dat hij vervolgens onder zijn kleren verborg.

De kleptomane meesterdief stal alleen wat hij zelf mooi vond. De kunstschatten waren dan ook niet bestemd voor de illegale handel, maar bleven in eigen bezit. Hollandse meesters uit de 17e en 18e eeuw waren bij hem favoriet. Recente 'aanwinsten' uit de musea van Belfort en Besançon waren een stilleven van Evert Collier en werken van Frans van Deelen en Pieter Jacobsz Codde. Alle drie leerlingen van Rembrandt.

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 17 mei 2002