AMSTERDAM - Een dominee die is veroordeeld wegens ontucht met meerdere leden van zijn gemeente mag zijn proceskosten voor een groot deel van de belasting aftrekken. Dat heeft het gerechtshof in Arnhem bepaald.
De 50-jarige dominee werd in 1998 tot een voorwaardelijke celstraf van een half jaar veroordeeld. Bovendien kreeg hij een werkstraf van 240 uur en moest hij een schadevergoeding aan de slachtoffers betalen. Ook mocht hij twee jaar lang niet zijn beroep uitoefenen.
De advocaatkosten die hij maakte, bijna 18.000 gulden (ruim 8000 euro), bracht hij vervolgens in mindering op zijn inkomsten. Volgens de geestelijke vormde de ontucht een 'beroepsrisico', aangezien hij nu eenmaal intensief contact moest hebben met leden van zijn gemeente. Daarbij ben ik in een val getrapt, beweerde de predikant.
De ontucht had hij tijdens uitvoering van zijn ambt gepleegd en niet als privé-persoon, daarmee de aftrek verklarend. Bovendien was in zijn ogen een goede verdediging noodzakelijk om zijn beroep als dominee te kunnen behouden.
In eerste instantie werd de ontucht-aftrek geweigerd door de fiscus. Volgens de belastinginspecteur hadden de advocaatkosten niets met het beroep van de geestelijke te maken. Het plegen van ontucht behoort niet tot diens werkzaamheden, stelde de inspecteur.
De dominee gaf niet op en legde de zaak aan de belastingkamer van het gerechtshof in Arnhem voor. Het hof is het met hem eens dat een deel van de proceskosten zijn gemaakt om zijn bron van inkomsten te beschermen. Daarom mag de predikant de helft van het bedrag in mindering op zijn loon brengen.