De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
vr 29 maart 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
Alle uitslagen 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
 
  Mijn allerlaatste pagina
   
 

AMSTERDAM - Dit is mijn allerlaatste PAGINA PRIVÉ. Ik neem afscheid van u en treed toe, zoals mijn goede vriend Joop van den Ende dat zo mooi verwoordt, tot de Club van het Nieuwe Leven. Dat betekent voor mij en mijn vrouw: nieuwe musicals schrijven, theater- en circusproducties in heel Europa brengen. En eindelijk eens tijd hebben voor vandaag, want met de krant ben je altijd bezig met morgen. Ik zeg u vaarwel met deze pagina over de drie mooiste vrouwen van de wereld! Dezer dagen kwamen ELIZABETH TAYLOR, AUDREY HEPBURN EN GRACE KELLY bij een internationale enquête als nummer 1, 2 en 3 uit de bus! Natuurlijk vind ik (dit even heel privé) mijn vrouw MONICA de allermooiste, maar ik denk toch ook met plezier terug aan mijn ervaringen en ontmoetingen met Liz, Audrey en Grace. In ieder geval, dacht ik, in alle opzichten een MOOIE 'grande finale' van 44 jaar PRIVÉ in DE TELEGRAAF!

Ode aan de mooiste vrouwen van de wereld

Elizabeth Taylor, Audrey Hepburn en Grace Kelly zijn dezer dagen bij een grote internationale enquête gekozen tot de drie mooiste vrouwen van de wereld. Het is opmerkelijk dat twee van hen nu jaren na hun dood postuum nog altijd zo worden geëerd.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 26kb)
Ontspannen gesprek met een nog fitte Audrey Hepburn.
Ik heb - dat is het voorrecht van dit vak - hen alle drie regelmatig gesproken en ontmoet. En ze hebben tot de dag van vandaag een onuitwisbare indruk op mij gemaakt, zoals het persoonlijke contact met AUDREY HEPBURN, die acht jaar geleden stierf. Voor mij is Audrey veel meer geworden dan een van 's werelds meest geliefde filmsterren. Ze werd een ster in het leven, een ster die haar ego volkomen opzij zette in haar laatste levensjaren om anderen - kinderen in nood - te helpen.

Zelfs toen zij doodziek was, te zwak eigenlijk om haar huis in Zwitserland te verlaten, reisde zij voor Unicef nog naar Somalië. Ze zag daar vlak voor zij stierf zo veel kinderleed, dat het een trauma voor haar werd. Ze zei me vlak voor zij stierf: "Eigenlijk had ik al een jaar eerder met mijn werk voor Unicef willen ophouden omdat het te zwaar voor mij was. Die beelden die ik daar zag, blijven me altijd bij, daar heb ik nu nog slapeloze nachten van. Ik zag kinderen sterven. Ik beleef dat elke keer opnieuw."

Met die verhalen reisde zij kort voor haar dood nog over de wereld. "Ik zie het als mijn taak overal te vertellen wat ik heb gezien. Dat is lichamelijk maar ook geestelijk zwaar. Al dat kinderleed bleef haar omringen daar in Somalië, ook toen ze zelf zo ziek werd. Toch werkte ze door voor Unicef. Unicef-medewerkers, die nu pas zagen hoe ziek Audrey echt was, raadden haar aan de missie daar te onderbreken en snel een goede medische behandeling te ondergaan, die echter in Somalië niet mogelijk was. Audrey weigerde. Thuisgekomen in Zwitserland. "Nu wil ik uitrusten", zei ze me. "Ik ben moe, heel, heel moe, Henk."

Nooit zal ik die laatste beelden vergeten van Audrey, een week voor haar dood. Ze wilde, hoe ziek ze ook was, nog eenmaal door de door haar zelf zo liefdevol verzorgde tuin wandelen van haar huis in Tolochenaz. Daar had zij zo vaak genoten van de natuur en haar eigen rozen, waar zij zo trots op was. Gehuld in twee winterjassen - het was januari 1993 - ondersteund door een verpleegster met een draagbaar infuus en Robert Wolders, wandelde zij voor het eerst in weken weer in de buitenlucht. Het ging moeizaam. Na enkele minuten al moest zij even op een bank gaan zitten en snel werd zij weer naar haar huis gebracht.

Twee maanden ervoor had men in het ziekenhuis in Los Angeles geconstateerd dat zij darmkanker en uitzaaiingen had. Zij wist toen al dat zij dood zou gaan. Dat merkte ik aan haar toen ik haar voor het laatst weer sprak, toen ik haar nog aan de telefoon kreeg vanuit haar huis waar zij wilde sterven. Haar 'goedendag' na dit gesprek zou voor altijd zijn.

Voor mij blijft zij, zonder iemand te kort te doen, internationaal de meest indrukwekkende vrouw die ik in mijn carrière heb ontmoet. Ik denk met weemoed terug aan onze ontmoetingen in Hollywood, waar ik getuige was van haar opbloeiende romance met landgenoot Robert Wolders in Parijs op een filmset en in Tokio waar ze mij het eerste grote tv-interview van haar leven gaf.

De ontmoetingen in Amsterdam, de attente gelukwensen bij mijn huwelijk, de handgeschreven briefjes die zij mij stuurde (wie doet dat nu nog in Nederland? Ja, ook Willem Nijholt, Liesbeth List, Herman Krebbers, Jos Brink, Joop van den Ende). Ik zal ze koesteren, net als de bijzondere foto's uit haar carrière die ze mij schonk en nu in mijn werkkamer thuis hangen.

Maar vooral leeft ze voort in mijn gedachten als een voorbeeld dat er naast die succesrace ook nog een ander leven is.

LA TAYLOR OP PANTOFFELS

Die nacht, het was halfvier, lag ELIZABETH TAYOR als een goede vriendin in haar kamerjas tegen me aangeleund op een sofa in de presidentiële suite van het Amsterdamse Hilton Hotel. Ik complimenteer haar met de wijze waarop zij de vorige avond een veiling had geleid ten bate van de Collectieve Israël Actie, waarvoor ik haar had uitgenodigd naar Nederland te komen.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 21kb)
Liz Taylor en Henry van Wijnberg.
Een paar uur na die veiling had ze nu pretoogjes. Dat was begrijpelijk. Vanaf vanmiddag drie uur, toen ik haar op Schiphol afhaalde, had ze in een hoog tempo drankjes gedronken (Jack Daniels, alleen met ijs en een vól glas graag!) jus d'orange met wodka en nu zijn we aan de champagne.

Pantoffels

De hooggehakte schoenen heeft ze inmiddels uitgeschopt en verruild met pantoffels. Elizabeth privé met een paar oer-Amsterdamse familieleden van haar toenmalige Nederlandse vriend Henry Wijnberg ("Zeg maar Herman"), zijn vader Nicolaas, vroeger bloemenhandelaar in de Bilderdijkstraat, een neef van Henry die in een rolstoel zit, maar het figuur van een bokser heeft, een hele grote nicht Maria uit Nijmegen en nog een paar familieleden. En daartussen troont Liz en ze voelt zich er best thuis.

Na een paar glazen champagne zeg ik haar: "Wat ben je toch een gek mens. Eerst vijf huwelijken en nu zit je hier in Amsterdam met een autohandelaar." (Dat was Henry's beroep toen.)

Ze lacht alleen maar. Even later zingen we in het Nederlands 'lang zal-ie leven' voor Henry's vader die vijfenzestig wordt. En Elizabeth zingt mee. Even later staat ze op, loopt naar de neef in de rolstoel en rijdt hem in grote kringen snel door de suite in het rond. Met opvallende behendigheid omzeilt ze de rode rozen, die her en der in grote vazen op de grond staan.

"Wil je niet gaan slapen", vraagt ze hem. "Ja", zegt de neef, die bijna duizelig wordt van deze ritjes, maar er natuurlijk nooit van had gedroomd dat Liz Taylor hem als een soort Florence Nightingale onder invloed, zo zou voortduwen. Ze jubelt dan: "Ik breng je naar bed." Ze duwt de stoere Amsterdammer in zijn rolstoel nu de gang van het hotel op. De stevige bodyguards van de Israëlische geheime dienst, die in de kamer tegenover Elizabeth's suite de hele nacht paraat zijn en een hoofdinspecteur van de Amsterdamse politie schrikken op van hun kopje koffie. Ze kunnen hun ogen niet geloven.

In haar kamerjas loopt Elizabeth over de gang achter de rolstoel aan. Op een zeker moment geeft ze de rolstoel een ferme duw, zodat hij meters alleen vooruit schiet. Liz rent erachter aan. "Ik voel me mevrouw Ironside", grapt ze. De neef heeft pret. Hij heeft de nacht van zijn leven. Wie zal hem morgen in Amsterdam geloven als hij zegt dat Liz hem naar bed heeft gebracht? Bovendien kreeg hij nog een nachtkus van haar!

Dat was die andere Liz, die ík nooit had gekend. Ze had en heeft de image van die koele ongenaakbare verwende vrouw die als een glamourpop bedekt met heel veel diamanten over de wereld vliegt. Maar wat een leuk mens is ze toch!

Ze introduceerde me 's avonds ook bij haar oude vriend FRANK SINATRA, die toen door LOU VAN REES naar ons land was gehaald om in het Concertgebouw op te treden. Frank haatte journalisten en was kort voor hij in Nederland arriveerde, afgeslacht door de Duitse pers. Maar vlak voor zijn optreden ontving hij Liz met mij in zijn kleedkamer in het Concertgebouw. Want met Liz aan je arm kon je natuurlijk overal binnen!

Toen hij weer begon te schelden op die vreselijke journalisten die hij in elkaar zou laten rammen (daar had hij die stevige bodyguards voor die ons omringden), zei Liz diplomatiek toen ze mij voorstelde: "Dit is mijn gastheer in Nederland!"

Daar is toen nog de kreet PRIVÉ OPENT DEUREN DIE VOOR ANDEREN GESLOTEN BLIJVEN vandaan gekomen. Deze maand werd LIZ zeventig jaar, een prestatie met zo'n opwindend leven, waarin de nacht vaak de dag wordt.

En wat zal ze vereerd zijn geweest dat men haar nu bekroont als de mooiste vrouw van de wereld. Een mooier cadeau kan zij zich op haar zeventigste niet wensen!

De dagelijkse rol van Prinses Gracia

Ze maakte een betoverende indruk, de keren dat ik Grace Kelly, ofwel prinses Gracia, op het paleis in Monte Carlo mocht spreken. Ze mag dan een van 's werelds populairste actrices zijn geweest, als prinses speelde zij ook elke dag een rol. Vierentwintig uur lang.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 17kb)
Henk van der Meyden met Grace Kelly.
Ze zei me eens: "De meeste mensen denken 'zo'n prinses zit de hele dag maar in haar kasteel' maar ik heb heel lange werkdagen, veel langer dan de meeste mensen. Vaak van 's morgens vroeg tot na middernacht. Ontvangsten, lunches, diners, soupers, openingen, congressen, festivals, het houdt nooit op."

Openhartig

Het geluk dat zij uitstraalde voor de buitenwereld was niet altijd zo vanzelfsprekend. Ze merkte in ons openhartige gesprek op dat zij te weinig tijd had om met haar man prins Rainier te praten. "Wij hebben in ieder geval minder tijd dan andere echtparen om bij elkaar te zijn, of samen te kunnen ontspannen. Dat is jammer, maar dat weet je met deze baan."

Prinses zijn was vooral werk voor haar geworden. Had ze nooit de behoefte zomaar eens uit dit paleis te ontsnappen? vroeg ik haar.

"Ja", zei ze, "af en toe verlang ik vooral naar rust en privacy. Dat heb je niet in dit paleis, want het is net of je in je eigen kantoor woont; het werk gaat altijd door."

Ze zei dat ze te weinig tijd had om met vakantie te gaan. "Vorig jaar Pasen zijn we nog wel met vakantie geweest bij Frank Sinatra in Palm Springs."

"Kon u daar dan wel rust vinden?", vroeg ik, denkende aan de wilde reputatie die Frank toen nog altijd had.

"Om eerlijk te zijn", zei ze, "had ik bij Frank meer rust dan wanneer ik in Amerika mijn familie bezoek."

Dacht zij nog wel aan een filmcarrière in Hollywood, die zij toch had opgegeven voor haar huwelijk?

"Ach", zei ze en er klonk enige spijt in haar stem: "ik denk dat Hollywood me niet meer wil hebben. Ze vinden mij zeker te oud."

Opmerkelijk was tenslotte haar antwoord op mijn vraag wat zij uit haar huis (haar paleis) zou meenemen, buiten haar kinderen, als zij daar uit zou moeten vluchten. Haar juwelen, haar oude films, foto's van haar carrière als actrice?

Niets van dit alles. Het antwoord vind ik nu nog altijd typerend voor haar.

"Iets praktisch, denk ik", zei ze: "zo herinner ik me dat ik met mijn man en de kinderen enige tijd geleden plotseling door een bosbrand onze vakantievilla hier in de bergen moest verlaten. We hadden geen tijd om te pakken. ik dacht toen: wat kan ik meenemen? Ik begon met mijn telefoonboek met alle privé-nummers van mensen en andere dingen. Op het laatst had ik zoveel dat ik het allemaal niet meer kon dragen. En toen zag ik ineens de breinaalden met de trui die ik nu al drie jaar - ja drie jaar - voor mijn man aan het breien was.

Kijk, ik had er zolang aan gewerkt en nu was hij bijna klaar. Die kon ik toch niet laten liggen, hè."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


vr 29 maart 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.