Parels in het doel
AMSTERDAM, zaterdag
De lezers die de komende weken meedoen met de actie 'Oranje van de
Eeuw' dienen zich vooral in de denkwijze van Johan Cruyff te verplaatsen.
Zijn visie en instelling zijn namelijk bepalend voor de samenstelling
van het team, dat op zaterdag 27 november in deze rubriek wordt onthuld.
Vandaag geeft de Europees voetballer van de Eeuw, die zichzelf als middenvoor
in het Oranje van de Eeuw heeft opgesteld, tekst en uitleg over de vijf
doelmannen die door hem genomineerd zijn. Op 24 augustus jl. heeft Johan
Cruyff de namen van zijn tien ploeggenoten en de bondscoach in een verzegelde
enveloppe afgegeven aan notaris mr. Pieter Klapwijk in Den Haag.
JOHAN CRUYFF: "Het is heel moeilijk om de normen te stellen
waaraan de doelman van de 20ste eeuw moet voldoen. Zo is Edwin van der
Sar extreem goed met z'n voeten, maar dat is weer niet de kwaliteit die
dertig jaar geleden van Eddy Pieters Graafland werd verlangd. Hij mocht
nog in het strafschopgebied onder alle omstandigheden de bal in zijn handen
nemen. Ik wil er alleen maar mee zeggen, dat de afgelopen 100 jaar voortdurend
andere kwaliteiten van de keeper werd verlangd. Daarom ben ik bij mijn
keuze van de vijf beste doelmannen ook uitgegaan van hun basiskwaliteiten
en die gekoppeld aan de impact die dat op de prestaties van het Nederlands
elftal heeft gehad.
De eerste kwaliteit waar een doelman over beschikken
moet, is natuurlijk het talent om een bal uit het doel te houden. Of hij
dat stijlvol of lelijk doet is niet relevant. Ook gaat het om de manier
waarop leiding aan de defensie wordt gegeven en dan bedoel ik niet alleen
het schreeuwen tegen medespelers. Het is eigenlijk heel simpel, des te
minder werk de doelman te doen heeft, des te beter hij zijn defensie georganiseerd
heeft. Het daadwerkelijk stoppen van de bal geldt als allerlaatste redmiddel.
Verder kijk ik altijd hoe een keeper zijn eigen kwaliteiten
weet in te schatten. Met andere woorden, dat hij zijn verdediging zo organiseert,
dat zijn zwakke punten worden verbloemd en hij zijn sterkste kwaliteiten
juist extra kan uitbuiten. Een goede lijnkeeper zal zijn defensie zo neerzetten,
dat er nauwelijks tot geen voorzetten worden gegeven. Het blokken van
schoten moet daarentegen door zijn medespelers weer tot het minimum worden
beperkt. Die bal is voor de keeper en de verdediger moet alleen zorgen,
dat hij zijn benen gesloten houdt, om zo te voorkomen dat het schot van
richting wordt veranderd. Opnieuw een kwestie van communiceren met zijn
medespelers, met wie de doelman duidelijke afspraken moet maken.
Buiten deze basiskwaliteiten gaat het vooral om de 'eigen
ik' van de doelman. Zo had FRANS DE MUNCK een fantastische uitstraling.
Een knappe vent, die helemaal in het zwart gekleed was en daarom de bijnaam
kreeg van 'zwarte panter'. Ik ken hem niet echt, alleen weet ik wel, dat
Frans de Munck alle onderdelen van het keepersvak, die dus in zijn tijd
relevant waren, goed tot uitstekend beheerste.
Met EDDY PIETERS GRAAFLAND ben ik opgegroeid. Als kleine
jongen keek ik bij de trainingen van Ajax altijd ademloos toe, hoe hij
de ballen uit het doel hield. Later vertrok hij naar Feyenoord, waar hij
als eerste Nederlandse keeper de Europa Cup wist te winnen. Wat ik vooral
klasse van Eddy Pieters Graafland heb gevonden, is hoe hij met de ontwikkeling
van het voetbal mee is gegaan. Hij is de enige geweest, die vanuit de
begin jaren vijftig tot de eerste grote internationale triomf in 1969,
de professionalisering van het Nederlandse topvoetbal van A tot Z mee
heeft gemaakt en zich tijdens dat proces staande wist te houden.
JAN VAN BEVEREN is absoluut de meest elegante en technisch
misschien wel de beste doelman die we ooit hebben gehad. Het was dan ook
zonde, dat hij uitgerekend het WK'74 vanwege een blessure moest missen.
Had Jan van Beveren toen gespeeld, dan had hij internationaal nog meer
erkenning gekregen.
HANS VAN BREUKELEN stond er altijd op de juiste momenten.
Hij was niet het grootste talent, maar wel een doelman met een extreem
hoog rendement. Wie de geschiedenis erop naslaat, ziet dat hij bij twee
historische overwinningen een sleutelrol vervulde. Zowel tijdens de door
PSV gewonnen Europa-Cupfinale tegen Benfica als in de EK-finale van 1988
stopte Hans van Breukelen een beslissende strafschop.
EDWIN VAN DER SAR is weliswaar nog actief, maar heeft
zijn sporen al ruimschoots verdiend. Terwijl hij op een leeftijd gekomen
is, waarop hij als doelman alleen maar nog beter kan worden. Van vrijwel
alle specifieke kwaliteiten van de vier andere genomineerden, is iets
bij hem terug te vinden. Edwin van der Sar is dan ook heel compleet."
|